Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
13 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG ~ Bloodlines
Anoniem
Landelijke ster



Flashback;

Glimlachend schoof ze ietwat opzij op haar barkruk, haar hand strijkend over haar zwarte rokje. Haar pumps steunend op de stang die bevestigd zat aan het massief houten meubel wat de bar voor moest stellen. Veel vond ze het gebouw niet weg hebben van een bar. Ze mistte de dorpelingen die er standaard kwamen, de inheemse stijl en oudere mensen. Het verbaasde haar dat het niet bekend stond om een nachtclub, Enkel de paaldanseressen vond ze nog ontbreken. De flessen drank in alle kleuren en smaken versperden de planken aan de muur, vol met zwart-witte foto's en neonlichten. Het geklik van biertappen die werden gebruikt waren de achtergrondmuziek, vreemd genoeg nog te horen tussen de luide muziek die de DJ draaide. Oude platen zag ze tegen de muur staan. Achtergelaten in een hoek waar er amper naar ze om werd gekeken. Details die enkel Crystal op leek te merken tussen alle dronken mensen. Ze was al vaker naar the Nightingale geweest. Uitgaan was nooit haar 'ding' geweest maar ze moest toegeven dat het erger had kunnen zijn. De sfeer vond ze er fijner dan ze had verwacht, waardoor ze vaak afdwaalde naar iedereen om haar heen. Haar ogen gaande langs elk type wat er langsliep, tot het ergens bleef hangen. De jonge bartender trok alle aandacht naar zich toe. Zijn grijns voortreffelijk en ergens irritant, alhoewel ze er haar mond over hield. Ze was er voor haar vriend Bryson gekomen, niet om er haar eigen lol uit te halen. Haar vriend die, nu ze een blik op haar horloge wierp, behoorlijk te laat was. 
Afwachtend keek ze de jongen aan. Iemand die ze schatte rond de 17 jaar, een lengte waarmee hij waarschijnlijk een heel stuk boven haar uit zou steken. Een paar donkere ogen die haar geheimzinnig aankeken vielen op tussen de spotlights. Ze wilde weten wat hij er deed, waarom hij haar opzocht, maar ernaar vragen liet ze. Het was dan ook onnodig; hij was haar voor geweest.
"Wat doe je hier in je eentje?" werd haar plezierig gevraagd. Beter gezegd toegeschreeuwd om over het lawaai heen te komen. Ze had er weinig zin in om een gesprek aan te gaan en bleef stilzwijgend zitten, wat ongemakkelijk gekeken naar de ingang. Het stroomde er razendsnel vol, maar geen spoor was er te vinden van Bryson. 
"Here, take this," ging de jongen verder. Een martini glas met een rozige vloeistof werd naar haar toegeschoven. Kleine bubbeltjes zag ze in het glas naar boven komen, een schijfje citroen eraan toegevoegd om het mooier te maken. Ze probeerde haar hoofd nog te schudden, al was het te laat. Zodra ze zich weer tot hem gekeerd had was hij al wat geld uit zijn portemonnee aan het pakken. Weggestopt bij de rest van de verdiensten met een kleine knik. "From the house."
Uit beleefdheid nam ze het aan met een kleine glimlach. Een gratis drankje afwijzen kon ze niet doen tegenover de bartender. Bovendien had ze niets te verliezen, toch? Wat alcohol zou haar misschien wat goed doen. Het wachten begon haar eerlijk gezegd echt te vervelen. Dankbaar nam ze een slokje, verbaasd over het snelle effect. Ze voelde zich losser worden. Giechelend bekeek ze de jongen nogmaals, totaal niet geïrriteerd over het feit dat ze alles om zich heen voelde draaien. Ze voelde zich prettig en nam het niet in zich op om het te verbergen. "Wie ben je?" vroeg ze aan de onbekende jongen. Ze liet haar kin rusten op haar handpalm, onderwijl wat naar voren geleund om hem wat beter te kunnen bekijken.
"Mijn naam is Nicholas." De grijns vergrootte zich beetje bij beetje. Ze voelde zich bekeken, wat ze eigenlijk niet eens zo erg vond. Door een knappe jongen bestudeerd worden vatte ze op als een compliment. Hij schonk haar glas nog bij en zette dan de fles drank terug naast de tap.
"Nicholas Gorbachyov."

~ ~ ~

Die avond was een grote blur geworden voor zover ze het zich herinnerde, noch kon ze haar outfit perfect voor de geest halen. Dezelfde trui als waarin Addison nu liep, was zij in ontvoerd tijdens een van de drukste avonden op de straten van New York die ze ooit had meegemaakt. Het bracht herinneringen naar boven waar ze niet aan wilde denken. Die jongen was de oorzaak dat ze er in de eerste plaats terecht was gekomen. En elke dag weer moest ze tegen zijn grijns aankijken zodra hij opweg was naar een nieuwe klus. Langs haar heen gelopen alsof het niets was dat haar leven van haar af was genomen. Qua uiterlijk waren de mannen er haast te knap om waar te zijn; qua innerlijk waren ze allen de duivel hem zelve.
Wat Addison haar vertelde klonk aardig logisch. Niemand stond erop te wachten om zijn einde zo te lijf te lopen, maar toch maakte iets dat Crystal het niet geloofde. Als Jack werkelijk bang was geweest voor de dood, wat deed hij er dan? Hij had in dat geval de slechtste plek ooit gekozen om zijn leven uit te zitten. Ze ging wat beter zitten en bekeek Addison's outfit vanuit de spiegel. "Ik geloof echt dat er wat anders achter zit," zei ze schouder ophalend. Een jongen als Jack had de looks om iedere meid aan de haak te slaan. Wat maakte dan dat hij er geen gebruik van maakte? Crystal zag geen andere verklaring dan zijn angst om anderen kwijt te raken. Het hechten aan mensen werkte averechts in de onderwereld, of mensen het ontkenden of niet. 
"Ja, jullie zouden echt een schattig stel zijn. En komop, welk stel heeft nou een mooiere shipname als.. Jaddison!" ging ze glimlachend verder. Ze knikte toestemmend naar Addison als teken dat de outfit haar goed stond. Haar gedachten probeerde ze weg te krijgen van eerder, nog altijd dezelfde glimlach opgezet om haar op haar gemak te laten voelen. Deels omdat ze aan Addison kon merken dat ze haar idee van haar en Jack niet kon waarderen. "En dat hij je verdedigd heeft tegenover de anderen zegt toch genoeg?" Crystal vond van wel. Als een jongen het voor je deed in een huis als deze, moest er wel echt wat achter zitten. Wat kon het anders zijn?
"Hij is gewoon goed in het verbergen van dingen. Waarschijnlijk is hij te eigenwijs om het te laten merken of toe te geven dat hij iemand leuk vindt."
Lespoir
Wereldberoemd



De dingen die Crystal vertelde zorgde voor een verwarring bij Addison. Haar verhalen klonken logisch en heel erg onlogisch op hetzelfde moment. Waarom zou Jack Addison leuk vinden? Het sloeg nergens op. Addison had gemerkt dat Jack een hekel aan haar had, een hekel die onmogelijk geacteerd kon zijn. Ze vonden elkaar niet leuk en dat zouden ze nooit doen. Bovendien wantrouwde Addison hem. Hij was en bleef de jongen die haar op een wrede manier had ontvoerd. Degene die alles van haar had afgenomen; familie, vrienden,... Ze waren nog in leven, maar Addison zou nooit de kans krijgen om haar met hen te herenigen. Elke keer weer kwam haar familie op in haar gedachtes en probeerde ze hen uit haar hoofd te zetten, meestal zonder succes. Het was beter om zo min mogelijk aan haar broertje en ouders te denken, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan.
Elke jongen in het huis leken hetzelfde te zijn. Er was geen enkele lelijke jongen in het huis te bekennen. Het enige lelijke was hun karakter. Addison kon het haar voorstellen dat veel meiden zich lieten vangen door hen. Ze deden alsof ze goede jongens waren en daar zouden erg veel meiden intrappen. Zeker dronken meiden. De avond dat Addison getransformeerd werd tot een vampier had zij zich ook laten vangen door de charmes van een onbekende jongen die een vampier bleek te zijn. Ze had haar leven zelf vergooid doordat ze dacht dat er niets mis kon gaan. Wat kon er misgaan als ze met een knappe jongen mee naar buiten ging? Blijkbaar meer dan ze verwacht had. De meeste meiden werden gedrogeerd of werden meegenomen voor een leuk avondje. Addison daarin tegen werd een vampier doordat ze zich liet verleiden door de jongeman. Haar ouders hadden haar altijd gewaarschuwd en het was de eerste keer dat ze met een jongen meeging. Meteen moest er zoiets heftigs gebeuren. Ze was nog liever per ongeluk zwanger geraakt doordat de jongen haar meenam voor een leuke avond, daaraan had ze tenminste nog wat kunnen doen. Er bestond niet zoiets als een vampieren abortus waardoor het vampier gedeelte uit haar lichaam werd gehaald. Ze kon niets doen. Ze bleef voor eeuwig een monster.
"Ik niet, er zit niets anders achter," zei Addison toen Crystal vertelde dat ze geloofde dat er iets anders achter zat. Addison wist dat ze gelijk had. Hij was bang dat Addison wraak nam. Ze zou geen wraak nemen op hem. Ze was geen persoon die van wraak hield, Addison vond het onnodig. Bovendien zou Jack niet verliefd worden op een moordlustig monster dat een vampier werd genoemd.
"Ja, jullie zouden echt een schattig stel zijn. En komop, welk stel heeft nou een mooiere shipname als.. Jaddison!"
Crystal had serieus een shipname voor hen bedacht. "Serieus? Jaddison?"  vroeg Addison. Ze moest toegeven dat het ergens best goed klonk, maar toch ging het nooit gebeuren. Jack en Addison? Nee... Een relatie tussen hen zou nooit werken. Zelfs vrienden zijn was bijna onmogelijk. Het zou eventueel kunnen als ze beide een beetje normaal deden tegen elkaar. Ze probeerde normaal te doen, al lukte dat meestal nooit lang. Als Jack gewoon rustig was, vond ze het best oké om met hem om te gaan. Alleen de momenten waarop hij boos werd zonder reden kon ze hem vervloeken.
"Weet je wat ik denk? Ik denk dat jij een hele grote fantasie hebt," zei Addison tegen Crystal. Alles wat Crystal zei was onlogisch. Jack en Addison waren geen geen goede combinatie samen. Crystal kon hopen dat het wat kon worden tussen hen. Addison wist dat Crystal had mis had.
Vluchtig richtte Addison haar blik op de klok die in Crystal's kamer hing. Er was ondertussen heel wat tijd verstreken. Kostbare tijd. Hoe langer ze met Crystal bleef praten, hoe minder tijd ze kreeg om te jagen. "Ik moet eigenlijk gaan nu," zei Addison een beetje spijtig. Desondanks het gespreksonderwerp grotendeels over Jack ging, was het gezellig. Ze liep de kamer uit nadat ze haar laatste woorden vluchtig had uitgesproken. "Ik zie je later wel weer!"
Op een stevig tempo baande Addison haar weg naar de achterdeur die ze vervolgens opende. Het bos was achter het huis wat erg handig was voor Addison. Op die manier zou ze geen tijd verspillen doordat ze een verre wandeling moest maken vooraleer ze zich in het bos bevond. Aan de ene kant had ze erg veel zin om een dier aan te vallen alhoewel het haar aan de andere kant vreselijk leek. Het was net zoals een mens een levend wezen. Nooit had ze eraan gedacht om vegetarisch te worden. Ze vond het erg, maar ze vond een leven als vegetariër te veel gedoe. Alle aanpassingen zouden erg moeilijk worden.
Anoniem
Landelijke ster



Gedreun op de badkamerdeur liet hem geërgerd achter. Keihard neergekomen dat het onvermijdelijk was. Negeren kon hij het niet eens; zijn kater was zodanig verergerd dat elk geluid hem al stoorde. De douche noch de medicijnen hadden voor geen ene flikker geholpen. Was het dan vreemd dat hij niet zat te wachten op bezoek?
"Yeah, yeah, hold up," mompelde hij chagrijnig terug. Snel trok hij zijn t-shirt over zijn hoofd, volgend door zijn passen naar de deur. Van het slot gehaald in een handomdraai, desondanks Jack ertegenop zag om iemand binnen te laten. Geen van de personen in het huis vond hij de moeite waard om ervoor door de pijn te gaan, enkel om hun stem aan te moeten horen tussen de barstende koppijn. Bepaald een welkomstgevoel kon diegene, wie Romeo bleek te zijn, dan ook niet verwachten zodra hij had besloten om toe te geven. "Wat moet je nu dan weer?" vroeg hij hem gelijk. De irritatie was van zijn gezicht af te lezen geweest. Verbergen vond hij daarbij ook onzin, als hij er al zin in had gehad. Nu was zijn vrolijkheid zoals de laatste tijd vaker voor was gekomen, erg ver te zoeken. 
Lang stond Jack niet stil bij zijn gezelschap, teruggelopen naar de wasbak waar hij vandaan was gekomen. De badkamer was vergeleken met de rest van het huis nog brandschoon. Witte tegels waren, naar zijn verbazing, nog wit te zien. Vegen of breuken waren op een paar tegels te zien, maar daar hield het mee op. Warm, stromend water hadden ze in bezit en zo ook de douche was nog heel. Als dat nog geen wonder op zich was, wist Jack het ook niet meer.
"Addison liep net weg," begon Romeo uit het niets. Boosheid leek hij te zien in zijn ogen, desalniettemin deed hij er weinig meer opuit dan het opheffen van zijn schouders. Ze had zijn 'Je ziet maar wat je doet' dus opgevat als een 'ja'. Was wel te verwachten natuurlijk, als hij zo zijn kans had gekregen had hij hem ook met beide handen aangegrepen. Veel kon het hem sowieso weinig interesseren wat Addison dacht uit te moeten voeren, wat Romeo niet bepaald kon begrijpen. "Ik dacht dat je haar zou laten boeten?" Zijn felle blik voorspelde geen goeds, waar hij opnieuw niets opuit deed. Romeo's driftbuien waren wel vaker voorgekomen. Daarbij was zijn humeur uitermate slecht dat het enkel ruzie kon veroorzaken, en Jack dus verstandig probeerde zich erbuiten te houden. De kraan draaide hij langzaam open, volgend door waterdruppels die zich beetje bij beetje omzetten tot een grotere straal water. Zijn handen eronder gehouden die hij, na ze onder de kraan te hebben gehouden, gehaast over zijn gezicht wreef. Het koude water vond hij fijn aanvoelen. Rustgevend, wat Romeo hem weer dacht af te moeten nemen.
"Betekende Lissa dan echt niets voor je?!"
Roepend kwam hij op hem af stormen. De jongeman van amper 18 jaar oud, die het zich voor had genomen om hem als de vijand te zien. Twee handen werden genadeloos rond zijn nek geklemd. Zijn lichaam met volle kracht tegen de muur aangeduwd. Sterker en harder werd zijn keel dichtgeknepen. Kleine, jachtige hijgen verlieten zijn mond om de zuurstof alsnog binnen te kunnen krijgen."Ik gaf net zoveel om L-"
"Bullshit!" werd hem toegeschreeuwd. Zijn pupillen konden haast zijn veranderd in vuur, hem doordringend aangekeken bij zijn acties om Jack te pijnigen. Haat was er af te leiden, maar het was het verdriet wat de overname had. Pijn was uit zijn ogen af te lijden. Rouwend om zijn kleinere zusje die de wereld te vroeg had moeten verlaten. Romeo's woorden kwamen harder bij hem binnen dan hij ooit had ervaren. Het meisje was ook voor hem net een zusje geweest.
"Je geeft geen ene fuck om haar, ofwel soms?"

Lespoir
Wereldberoemd



Nadat er een drietal seconden verstreken waren, stond Addison ergens in het grote bos. Ze had haar vampier krachten gebruikt waardoor ze in een aantal seconden in het bos terecht kwam. Nog nooit was ze in dat bos geweest dus zou het moeilijk worden om de weg terug te vinden. Ze was al eens in een bos geweest. Ze bevond zich toen ze een haar of elf was bijna dagelijks in het bos in de buurt van haar huis. Ze vond het namelijk geweldig om kampen te bouwen met haar broertje of toenmalige vriendinnen. Sommige vriendinnen waren nog steeds vriendinnen van haar, met de andere had ze geen enkel contact meer. De middelbare school had ervoor gezorgd dat ze heel wat contact met vriendinnen verloren was. Een erg normale zaak in de puberteit. Ze verloor vriendinnen die vervangen werden door andere nieuwe vriendinnen. Een proces die heel veel tieners en zelfs volwassenen meemaakten.
Ze hoorden een aantal bladeren op de grond kraken toen ze erover wandelde. Het gaf een heerlijk gevoel, die bladeren onder haar voeten en de frisse boslucht. Bovendien kon ze dieren horen lopen en daarvoor kwam ze naar het bos toe. Ze had nood aan bloed. De drang was zodanig hoog dat ze geeneens meer dacht aan het feit dat het zielig was voor het beest waarin ze haar tanden zou zetten. Ze deed weinig verkeerd. Als Addison het dier niet zou bijten, zou het later neergeschoten worden door een jager. Het zou alsnog dood gaan.
Meteen toen ze een groepje herten zag staan, stopte ze met wandelen. Ze zocht een strategie om één van de herten te benaderen zonder dat het dier wegliep. Ze bedacht zich dat ze het beest toch te pakken zou krijgen als het weg liep, Addison was veel sneller. Langzaam keek ze om haar heen. Addison moest zeker zijn dat er niemand aanwezig was. Ook al waren er mensen die van het vampier gedoe afwisten, niemand mocht het weten. Ze wilde dat zo min mogelijk mensen er van afwisten. Het zou er alleen voor zorgen dat ze nog meer in de problemen kwam en dat probeerde ze te vermeiden. Ze probeerde zo voorzichtig mogelijk te zijn.
Met alle snelheid die Addison in haar bezit had, viel ze één van de herten aan. Ze duwde haar tanden door het dikke vel tot ze eindelijk een aantal druppels bloed in haar mond terecht kreeg. Het beest maakte een hels schreeuwend geluid, waarschijnlijk door de pijn. Ze voelde geen enkel sprankeltje medelijden, ondanks het uitkermende beest. Het drinken van dierenbloed ging een stuk lastiger dan mensenbloed. De huid van een dier was een stuk dikker en het bewoog meer. Bij een mens kon ze haar tanden makkelijk in het nekvel steken en een mens bleef meestal stokstijf staan door de angst. Het bloed smaakte bovendien ook anders. Dierenbloed was een stuk minder zoet, eerder een beetje aan de bittere kant. Lekker was het niet, maar het was drinkbaar. Nu ze dierenbloed had geprobeerd zou ze proberen om zo min mogelijk bloed te hoeven drinken. Het was onsmakelijk. Ze trok even een vies gezicht door de vreemde nasmaak. Desondanks de vreemde smaak, bleef ze bij de mening die ze had. Bloed was bloed. Ze voelde zich een stuk minder krachtig dan dat ze had nadat ze mensenbloed had gedronken, maar dat was niet erg. Ze had tenminste bloed op. Toch hoopte ze dat ze uiteindelijk een manier vond om bloed te drinken zonder iemand te vermoorden. Ze had een idee; bloed stelen uit het ziekenhuis. Ze had slechts één probleem. Jack. Hij liet haar nooit naar het ziekenhuis gaan om wat bloed te stelen.
Met wat moeite trok ze het zware lichaam van het dode beest mee naar een afgrond. Ze moest het dode dierenlichaam natuurlijk opruimen nadat ze al het het bloed zorgvuldig had gedronken. Geen enkel spatje was op de kleding van Crystal gekomen. Gelukkig. Anders had ze zich schuldig gevoeld omdat ze haar kleding vuil had gemaakt. Toen ze zich eindelijk bij de afgrond bevond, duwde ze het beest met alle kracht die ze had naar beneden. Ze kon zien hoe het levenloze wezen naar beneden rolde. Toen ze zich omdraaide zag ze een man staan. Hij was een aantal jaren ouder dan haar. Ze schatte hem een haar of zesentwintig à zevenentwintig. "Addison Hale, is het niet?" vroeg hij met een gemene grijns die ze maar al te graag van zijn gezicht wilde slaan. In de plaats daarvan, stelde ze zichzelf meteen een grote vraag. Hoe wist hij wie ze was? Net toen ze wilde weglopen voelde ze iets scherps in haar nek. Een branderige vloeistof werd in haar nek gespoten. "Niet zo snel jij," zei de man tegen haar terwijl hij langzaam het vreemde goedje door middel van de spuit in haar nek spoot. Langzaam vielen haar ogen dicht. Ze kon nog net voelen hoe de man haar over zijn schouder gooide. Daarna werd alles zwart en duister. Ze was niet dood, anders had ze de andere dode mensen weer gezien. Ze was bewusteloos.

{option}
Anoniem
Landelijke ster



Woede werd opgewekt bij Jack. Zijn kaken op elkaar gezet terwijl hij schielijk probeerde zijn ademhaling op pijl te houden. Romeo's adem weerkaatst tegen zijn huid, zijn ogen op dezelfde hoogte gebracht op Jack sinds de jongen op hem neerkeek. Diepgekoesterde haat kwam naar buiten. Op hem gericht alsof hij de koelbloedige moordenaar van het 16-jarige meisje was geweest, in plaats van hun steun en toeverlaat in de bende. Hijzelf was degene geweest wie ze onder zijn hoede had genomen, ze had geprobeerd te beschermen tegenover al het gevaar wat Semion ze toestuurde. Lissa had hij beschouwd als zijn bloedeigen familie en alles wat hij ervoor terugkreeg was de afgunst. 
"Ik hield verdomme ook van haar," siste hij laaiend. Hij duwde Romeo hardhandig van zich af, die met een luide klap tegen de muur aankwam. De deur van de badkamer opengestaan alhoewel van hem iedereen toe mocht kijken. Zijn vriend was degene wie dacht een gevecht te moeten zoeken, niet hij. De woede daarentegen hadden ze beide in het gemeen. En geen van hen was er terughoudend of voorzichtig over.
"Wat heeft het haar opgeleverd, hm..? Ze is gewoon dood, Jack!" Snijdend werd zijn stem verheft. Tranen vertoonden zich in zijn ooghoeken, grof weggeveegd met zijn hand. Glazige, duistere ogen die hem vol wanhoop aankeken. Nog nooit had Jack de jongen zo meegemaakt. Hij was kapot vanbinnen. Gebroken zonder te weten wat hij eraan moest doen om het te veranderen. Roerloos bleef zijn gedaante steken bij de muur waar hij hem net nog gevoelloos tegen had gedrukt, vurig om te laten weten wat hij kwijt wilde. Het verwerken had hij nog niet gedaan, besefte hij zich toen. Hij had het weggedrukt zoals Jack het hem had verteld bij zijn komst. Gevoelens waren er om mensen zwak te maken. Ze kwetsbaar op te stellen en zodanig aan het licht te brengen dat ze een te gemakkelijk doelwit werden. Ze moesten weg, ver weg, gestopt worden om hier te overleven. Niemand mocht weten wat er in hen omging. Ten einde raad had hij het geprobeerd op te volgen en kijk wat het met hem had gedaan. Het was zijn eigen les geweest wat Romeo naar dezelfde afgrond als hemzelf had gebracht. Geschetterd door de kleine ruimte, met de uitspraken die hem voor één van de eerste keren in zijn leven wel hadden geboeid. Ze deden er voor Jack meer toe dan iemand het zich ooit voor had kunnen stellen. Van slag tekeergegaan tegenover hem, intussen hij naar zijn keel greep om weer rustig wat zuurstof te kunnen inhaleren.
"En alles wat jij kan doen is dat monster besparen wat ze verdient!" Vol afschuw keerde hij zich naar Romeo. Knarsend met zijn tanden om zich niet te verliezen in zijn eigen razernij. Hij greep naar de wasbak naast zich, en duwde zichzelf door middel van het stuk weer recht op zijn voeten. "Waar denk je dat ik mee bezig ben?" riep hij gefrustreerd uit. "Denk je dat ik het er niet moeilijk mee heb?" 
Hij baande zich kwaad een weg naar zijn kamer. Een pad wat hem wederom versperd werd door het lichaam van zijn vriend die de toegang abrupt blokkeerde. Wat wilde hij nou eigenlijk? Het aan Jack verduidelijken dat hij degene was wiens schuld het was voor Lissa's dood? Hem bestraffen voor het feit dat hij niet aanwezig was om haar bij Addison weg te houden? Altijd was hij de zondebok voor elke daad die er gepleegd werd. En altijd werd hij voor de grootste demon aangezien, enkel omdat hij probeerde om te helpen. Wat had het nog voor zin?
"What have you done for her, huh? You've only given her the risks to get murdered by some vampire!" daverde in zijn oren. Romeo's furie enkel versterkt door wat hij terug reageerde. Onbuigzaam stond hij er voor zijn neus, woest op een gebeurtenis wat hijzelf niet veroorzaakt had kunnen hebben. Jack gaf hem een vervaarlijke blik, zijn stem bruut uitgebracht bij het wegduwen van zijn lijf uit de deuropening.
"I was trying to give her the life that I never had."

Lespoir
Wereldberoemd



Ts --> Een aantal uren later

Versuft keek Addison voor haar uit, voor zover ze alles kon zien. Haar zicht was erg wazig, waarschijnlijk doordat ze net uit haar bewusteloosheid kwam. Langzaam knipperde ze met haar ogen zodat haar zicht iets scherper werd en ze de omgeving duidelijker kon zien. Het enige wat ze kon horen was het tikkende geluid van een klok en iemand die messen aan het scherpen was. Meteen wantrouwde ze de gehele situatie. De angst die ze al een paar dagen niet gekend had, dook opnieuw op. Haar angstige kant kwam te boven, net zoals voorheen als ze in de donkere steegjes van New York wandelde. Ze had hetzelfde achterdochtige gevoel. Er kon iets gebeuren, maar wat er zou gebeuren was een erg groot raadsel. Ze zag weinig, wat grotendeels kwam doordat de ruimte erg donker was. Het enige licht kwam binnen door het kleine raampje dat zo vuil was dat het ondoorzichtig was geworden. Een kleine niet brandende lamp was bevestigd aan het donkerbruine, houten plafond. Het was beter dat er weinig licht was. Addison had een stekende hoofdpijn, net alsof ze een kater had.
Traag verschoof haar blik naar de klok die aangebracht was aan een muur waarvan het behang er bijna af was. Het was vijf uur in de avond, wat dus wilde zeggen dat Addison langer weg was geweest dan een uur. Ze had Jack beloofd om slechts een uur weg te blijven, in de plaats daarvan was ze vijf of zes uur weg. Jack zou haar vermoorden als ze plotseling wel weer in het huis aankwam na de hoeveelheid uren, ook al zou de moord nutteloos zijn. Ze kwam toch weer tot leven dus het was beter als Jack zich die moeite zou besparen. Bovendien moest ze eerst nog een manier vinden om uit de vreemde kamer te geraken. Waar ze was wist ze niet. Het enige wat ze wist was dat ze argwanend werd van de omgeving waarin ze zich bevond.
Nadat ze gevoeld had dat ze vast gebonden was aan wat ijzeren stangen met een aantal ijzeren ketenen, probeerde ze zich los te trekken. Ze had al eerder ijzeren ketenen gebroken dus het zou ongetwijfeld even makkelijk zijn. A piece of cake. Naar haar verbazing had ze deze keer geen succes. Ze was te zwak om de ketenen te breken en te ontsnappen, iets wat ze al eens had gedaan. Lag het aan het dierenbloed dat ze op had? Hopelijk lag het aan wat anders. Als het echt aan het dierenbloed lag, moest ze alsnog opnieuw overschakelen naar mensenbloed waardoor ze mensen moest vermoorden.
"Hmm...Our Sleeping Beauty's finally awake."
Addison keek op door de gemene mannenstem die ze hoorde. "Het leek wel een eeuwigheid te duren voor je wakker werd. Verbena is echt een goed spul zo te zien," zei de man vervolgens. Verward keek Addison de onbekende man aan. "Wie ben jij?"  vroeg Addison wantrouwend. De man had een gemene grijns op zijn gezicht, een grijns waaraan ze een hekel had. "Dat is niet belangrijk, liefje." Addison haatte de manier waarop hij het woord 'liefje' tegen haar zei. Het was eerder op een spottende manier dan op een aardige manier. Hij stopte wel met lachen als hij zag wat Addison echt was. Ze was niet bang om haar tanden te laten zien.
"Heb je er wel een idee van wat ik ben? Ik heb er geen moeite mee om deze ketenen te breken en je vervolgens een pijnlijke dood te bezorgen."
Addison's woorden klonken erg bedreigen, wat ervoor zorgde dat ze man een bredere grijns kreeg. "Ach liefje, natuurlijk weet ik wat je bent, ik denk dat juist jij de onwetende bent."  Langzaam zette de man zijn stappen dichterbij Addison die vastgeketend zat aan de muur achter haar terwijl ze op de koude vloer zat. Godzijdank dat ze een lange broek kon lenen van Crystal. "Eigenlijk is het best schatten, een onwetende vampier. Ze denken dat ze de hele wereld aankunnen. Niet persoonlijk opvatten hoor, zo denken meerdere vampiers," vertelde de man op een rustige toon waardoor Addison hem nog meer wantrouwde. Addison gaf hem geen blik toen hij voor haar hurkte en haar doordringend aankeek. "Ik vind het zelfs bijna spijtig dat zo'n schoonheid als jij gedoemd is met de transformatie," zei de man waardoor Addison hem toch aankeek. Wat probeerde hij? "Maar dat weerhoudt me er natuurlijk niet van om dit te doen." Plotseling duwde hij het scherpe mes dat hij in zijn handen had diep in Addison's bovenbeen wat een helse pijn veroorzaakte. Hard beet ze in de binnenkanten van haar wangen om haar geschreeuw in te houden. Haar handen balde ze tot vuisten. "Oh, doet dat pijn?" vroeg de man lachen waarna hij langzaam rondjes begon te draaien met het mes wat ervoor zorgde dat de wonde steeds groter werd.

{option}
Anoniem
Landelijke ster



Daglicht scheen op hem neer. Onderbroken door de vele bladeren aan de bomen, die groengele kleuren verspreidden rond het bos. De drassige bosgronden bedekt met een laag blad, krakend onder de zolen van zijn zwarte vans, gepaard met takjes en het platgestampte gras. Geen teken van ander leven was er te vinden tussen het zachte gefluit van de vogels. Dieren waren er in overvloed, dat kon hij beslist vertellen. Dat er een mens wilde zijn in het verlaten woud, betwijfelde hij. Het lag achter de buitenwijk, compleet achtergelaten en verwaarloosd. Groot was het er wel. Hij kon er zo verdwalen als hij er geen rekening mee zou houden waar hij heenliep. Niet dat hij het deze keer wel van plan was, hij volgde enkel de sporen die het nattige zand met zich meebracht.
Geconcentreerd bekeek hij elke kleine vervorming op de grond, opzoek naar die ene voetafdruk die hem de weg kon wijzen. Uren waren al vervlogen sinds Addison naar het bos gegaan was. Haar één uur-belofte was dus voor geen zak waar geweest. Ze had hem voorgelogen, zoals hij eigenlijk aan had moeten zien komen. Waarom had hij dan ook gedacht dat ze voor een keer zou luisteren? Haar koppigheid had hij al genoeg keren meegemaakt om het te weten. Hoe ze het dan toch bij hem voor elkaar had gekregen, wist hij niet. Ze kon hem dermate irriteren dat hij niet eens wist wat hij aanmoest met zichzelf. Wellicht deed ze het om hem te stangen. Wetend dat, wanneer ze echt wist te ontsnappen, hij zijn dood tegemoet ging. Haar handen hoefde ze er dan niet vuil aan te maken; tenslotte was het zijn baas wie hem van zijn leven zou beroven. Tenzij hij zijn vrienden in de gevangenis een bezoekje moest komen brengen. Dan waren het zijn aartsvijanden die de eer kregen om zijn bloed te laten vloeien. Addison had het in die zin goed uitgedacht; geen enkel persoon zou haar verdenken van het vermoorden van een maffiosi. Romeo zou haar misschien zelfs dankbaar zijn.
Stap voor stap waagde hij zich dieper op onbekende gronden. Een sniper van Russische afkomst in zijn hand, een Dragunov SVU, om precies te zijn. Een dodelijk wapen was het zeker. Of het op Addison zou werken? Hij had er geen flauw idee van, maar iets zei hem dat hij er binnenkort een antwoord op ging vinden. Ze had het er zelf naar gemaakt. Tevens mocht hij laten zien dat wat hij haar had gezegd over de gevolgen, gemeend was. Wat voor een misdadiger was je als je je eigen woord niet eens na kon komen?
Natuurgebieden hadden hem altijd al verveeld, afgezien van zijn aandrang om de rust ergens te vinden. Hij vond de stilte die er hing prettig. Het was een plek waar hij ongezien zich kon verliezen in zijn gedachten. Waar hij niemand meer was dan een onbekende jongen, wandelend door een plaats waar geen individu hem kon herkennen. Geen dingen waar hij op beoordeeld werd of gezeik waarmee hij te maken kreeg. Hier was het waar hij op zijn eigen denkwijze na, niets aan hoefde te horen. Een kleine glimlach liet hij dan ook zien op zijn gezicht. Doelgericht zijn hoofd opgetild om naar andere aanwijzingen te kunnen zoeken. Zelfs al betekende het mogelijk alleen een verlaten blokhut of achtergelaten voorwerp die hij kon spotten. Een voorwerp, wat later een vertrouwd sieraad bleek te zijn. Verhuld onder het bladgroen voor zijn voeten zag hij het liggen. Fonkelend in het zonnige weer. Snel zakte Jack wat door zijn knieën en pakte hij het van de grond, analyserend door zijn hand gegleden om het te bekijken. Dezelfde bedeltjes met de letter 'A' die hij er vanochtend nog had gevonden. De eigenaar van het prijzige armbandje was een bekende. Verbaasd keek hij erop neer, alvorens hij het beschermend in zijn zak stak. Addison was in de buurt.

Lespoir
Wereldberoemd



Nadat de man het mes uit haar been had gehaald verliet een opgeluchte zucht haar lippen. Nog steeds was ze te zwak om zich te verroeren. Langzaam stond de man op en nam hij een kleine handdoek uit de kast waarmee hij vervolgens het mes waar het bloed afdroop schoonmaakte. Ze richtte haar blik op de diepe wonde in haar linker bovenbeen, hij heelde niet. Hoe kon dat? Zelfs toen Jack haar vermoord had door het mes in haar hart te duwen was de wonde geheeld. Ze had een logische verklaring nodig vooraleer ze gek werd door de vragen die rondspookten in haar hoofd. "Waarom heelt het niet?" vroeg Addison met een zwakke stem. Ze voelde zich al erg zwak en doordat het bloed uit de wonde vloeide, net zoals een waterval, zorgde ervoor dat ze steeds zwakker werd. "Je bent en vampier en je weet geeneens wat giftig is voor jullie?" vroeg de man spottend. "Dat komt misschien doordat ik nog maar een paar dagen een vampier ben en ik geen inlichtingen heb gehad. Bovendien stelde ik een serieuze vraag dus ik heb geen zin in jou grapjes." De man irriteerde haar heel erg. Hij dacht dat hij kon doen wat hij wilde, maar dat was verkeerd gedacht. Binnen de kortste keren zou Addison sterk genoeg zijn om de ketenen stuk te maken en de man te vermoorden, hij verdiende het om te rotten in de hel. "Dat komt doordat ik verbena bij je ingespoten heb en het ook in de ventilatie zit, het is een gif voor vampiers, maar voor ons is het handig. Op die manier kunnen wij vampieren hun verdiende loon geven en hun langzaam tot hun dood leiden," vertelde de man. "Kan je me dan niet gewoon meteen doden aangezien je dat toch van plan bent?" Het leek haar immers een beter plan als de man haar meten zou vermoorden, zo zou Addison tenminste zo min mogelijk pijn leiden en zou ze zich bevinden op de plek waar ze hoorde te zijn. "En het leuke gedeelte missen?" vroeg de man lachend. Met het leuke gedeelte bedoelde hij ongetwijfeld het martelen. Ze kon zich veel leukere dingen bedenken. Zelfs ruziën met Jack leek haar leuker dan gemarteld worden door één of andere psychopaat.
Plots hoorde Addison de deur open gaan. Een andere man kwam de ruimte binnengewandeld met dezelfde gemene grijns als de man die haar had ontvoerd naar de vreemde plaats. Hij had pikzwarte haren en een soort stoppel baard, voor de rest droeg hij en gewone jeans en een wit shirt met een kleine V-hals. Door alleen zijn uiterlijk wantrouwde ze de man al. Bovendien werkte hij vast mee met de man die haar ontvoerd had. Nooit had ze verwacht om ontvoerd te worden en plotseling werd ze twee keer in minder dan een week tijd. Addison besefte dat ze het nog niet zo slecht had bij Jack. Ze maakte wel constant ruzie, maar dat was beter dan gemarteld worden.
De man keek naar de wonde in haar been, het bloeden was ondertussen al minder geworden. "Oeh,dat ziet er niet goed uit. Dat was vast heel erg pijnlijk," zei de man die zonet de kamer in kwam gewandeld. Addison maakte er geen enkel woord aan vuil; ze was te zwak. De grijns op zijn gezicht werd steeds groter. Hij nam een mes van de kast, een kleiner mes dan wat de andere man had gebruikt voor haar been. Langzaam liet hij de scherpe punt van het mes over haar wang glijden waardoor er een snee ontstond in haar wang. Het was ondiep maar wel pijnlijk. Het gaf een brandende pijn die iets minder hels was dan de wonde in haar been die er nog steeds was. "Oeps, nu heb ik dat mooie gezichtje van je verpest," zei de man tergend. "Oh, dat is waar ook. Wat heb je geluk dat je een vampier hebt en je geen littekens overhoudt, het zou zonde zijn geweest."
In haar achterhoofd bleef de gedachte dat iemand naar haar opzoek was dwalen. Waarschijnlijk was niemand naar haar opzoek. Jack dacht ongetwijfeld dat ze ontsnapt was en de rest van de mensen trokken zich er niets van aan. Nooit zou Addison weer uit de handen van de vreselijke mensen ontglippen. Het enige wat ze kon was wachten. Wachten tot één van hen besloot haar te vermoorden, hopelijk op de juiste manier. Een gewoon mes kon haar alleszins niet doden. Wat dan wel?

{option}
Anoniem
Landelijke ster



Oplettend liet hij zijn blik langs zijn omgeving gaan. Geen ander overblijfsel kon hij in het vizier krijgen dan de zilveren armband van Addison. Ze leek die ochtend erg gehecht aan het sieraad wat hij net op de grond had gevonden. Hij begon zich dan al gauw af te vragen; waarom zou ze het zomaar achterlaten?
Er meer over nadenken werd ondoenlijk nadat hij voor de zoveelste keer die middag zijn beltoon hoorde. Het overdreven vrolijke deuntje van een Apple-telefoon die hij opving, het volume hoog gezet waardoor hij het inkomende gesprek niet links kon laten liggen. 'Nick's pizza' weergegeven op het opgelichte scherm. Mogilevich probeerde hem weer eens te bereiken, en tot zijn grote ongenoegen wel nu. Een diepe zucht rolde over zijn lippen als hij de mobiel wat dichter bij zijn oor bracht en zijn tempo langzaam voortzette.
"324 Bachstreet, New York." klonk Semion's zware stem door zijn iPhone. Geen enkele vrolijkheid was er te horen. Begroetingen overgeslagen zoals doorgaans altijd zo geweest was. Het gebruikelijke lawaai op de achtergrond kon hij nog vaag horen, hoewel het even stil bleef aan de andere kant van de lijn. De buitenwijk van de grote stad kende Jack goed. Hij was er vaak genoeg gekomen om de route blindelings af te kunnen leggen. Het was niet de locatie die hem dwarszat, het was de man zelf.  "Uh-uh, so what?"
Daar was het dan. Het gelach wat hij al sinds het opnemen had verwacht. Bulderend gegaan door de ruimte, wat waarschijnlijk zijn kantoor was, onderwijl hij wat gestommel hoorde. Hijzelf snapte niet wat er zo grappig aan was. Hij was ingelicht over een klus maar welke het was? Elke keer een andere. Drugs dealen was het voornaamste, een paar zaken uit wraak erbij genomen plus het laten verdwijnen van losse eindjes. Verraders mochten ze er niet bij hebben zitten. Een wereldje als deze was groot, maar tegelijkertijd te klein. Iedereen kende iedereen, grote dealers werden herkend tussen de grootste maffiosi in het land. Bondgenootschappen werden gesloten uit verzekering van back-up. Het was gebruikelijk geworden om mannetjes te hebben staan bij elke bende, zo ook die van hen. De noodzaak om contact te onderhouden tussen de fronten was gestegen. Daarbij was sneuvelen tijdens de klussen doodnormaal. Men kon verwachten dat, wanneer ze zich aansloten bij een grote bende, ze ooit aan hun einde zouden komen. Op een minder humane manier dan het zou moeten, noch waren ze erop voorbereidt. Vragen om een ongevaarlijke klus was behalve buitengewoon zwak ook het vragen om problemen. Bovendien waren er voor elke dode weer vervangers. Het leven ging per slot van rekening door. Zij waren eenvoudigweg de contactpersonen.
"So, you're back in business Gilinsky," werd hem verteld. Ergernis afgeleidt van de toon waarop Jack aangesproken werd, wat hem absoluut niet beviel. Het sarcasme van zijn lach verloren gegaan in het wederom laten blijken van zijn zeggen. "Mr. Motisi zal er zijn." 
Giovanni Motisi.
Een oude bekende uit het al te mooie Italië. Naar beweringen van zijn onderdanen was het een dictator. Een miljardair in de maffiawereld qua geld en bezittingen. Juwelen waren voor hem de motivatie om zijn illegale praktijken voort te zetten. Met zijn twee prachtige dochters, die evenzeer van Jack's leeftijd waren, had hij de drang om ze te verwennen met rijkdommen. Diamonds are a girl's best friend, right? Gelijk had de man. Hij bezat alles om het te kunnen permitteren, en al vond Jack het afzichtelijk om aan te zien hoe iemand zijn vermogen er zo doorheen werkte, voor hen betekende het enkel voordeel. Hij was een gemakkelijke man om geld aan te verdienen. Er liet zich een grijns zien op Jack's gezicht bij de gedachte. Misschien was deze dag dan zo erg nog niet.
"Een wapendeal?" gokte hij probleemloos over de lijn. Hij liet zijn blik weer vallen op het geweer in zijn handen, die hij langzaam wat liet zakken. Zijn vinger van de trekker gehaald gezien hij het niet meer nodig zou hebben voor vandaag. Hij had zaken te doen. Addison zou vanzelf wel weer opduiken. Hij was argwanend over de situatie, maar hij kon in zijn positie nog weinig doen. Als hij er zijn baas over zou vertellen zou hij zijn eigen graf al gegraven hebben. Van beide kanten zat hij in het complot.
"Ja," werd zijn vermoeden bevestigd volgend door wat onverstaanbaar gemompel. Verschuivingen en voetstappen vormden voor even het geluid, waarna hij Semion's stem terug hoorde. Een boodschap gehaast doorgegeven aleer hij besloot om op te hangen.
"Nicholas wacht op je bij de locatie."

Lespoir
Wereldberoemd



Langzaamaan begon er zich een bloedplas rondom haar te creëren. De rode vloeistof kwam vooral uit de diepe wonde in haar been. Naarmate ze meer bloed verloor werd ze steeds zwakker. De stemmen rondom haar begonnen te vervagen. Het werd steeds moelijker om haar ogen open te houden, niet omdat ze moe was, ze had veel bloed verloren. Het was een gevolg van de combinatie van het bloedverlies en de verbena die bij haar ingespoten zat en in de ventilatie zat. Ze knipperde een aantal keren met haar ogen zodat ze wakker bleef. Stay awake, Addison
De mannen liet haar een tijdje met rust, ongetwijfeld zodat ze weer wat kon aansterken en ze de volgende marteling in volle besef kon ondergaan. Nadat de deur opnieuw open werd gedaan, hoorde ze een aantal voedstappen. De persoon die naar binnen toeliep was overduidelijk een vrouw. Addison kon het horen aan het getik van de zwarte pumps die ze aanhad. De vrouw zag er anders uit dan de twee mannen, een stuk verzorgder. Ze had gekruld haar en de moeite gedaan om haar gezicht te voorzien van make-up. Haar kleding zaten strak op haar lichaam waardoor de mannen het niet konden laten om hun blik over haar lichaam te laten glijden. Ook zij hurkte voor Addison neer zodat ze gemene opmerkingen kon geven naar Addison toe. "Arme meid. Ze hebben je echt niet gespaard hé? Geloof me, het kan nog erger," vertelde de vrouw. "This is just the beginning."
"Waarom doen jullie dit?"
Addison had werkelijk geen idee waaraan ze het gemartel te danken had. Wie waren die mensen überhaupt? Ze hadden verstand over vampieren, dat was zeker. "Weet je dat zelf nog niet? Jullie zijn ervoor gemaakt om gemarteld te worden. Monsters horen niet thuis in deze wereld, ze horen te branden in de hel." De woorden die de vrouw uitsprak klonken vreselijk, ondanks Addison wist dat ze gelijk had. Ze was een monster en hoorde niet meer thuis in deze wereld met al die onschuldige mensen die ze al dan niet bewust zou vermoorden. "Dat is niet waar, niet elke vampier is slecht," vertelde Addison zacht. Addison had mensen vermoord, maar dat wilde niet meteen zeggen dat ze echt slecht was, toch? Ze vermoordde geen mensen voor haar plezier of transformeerde geen mensen. De drie personen voor haar schoten in hun lach door de blijkbaar domme opmerking van Addison. "Hoor je zelf wel wat je zegt? De uitspraak klopt toch, blondines zijn wel degelijk dom," zei de man met de bruine stoppel baard. "Hey, dat neem je terug. Ik ben ook blond, maar niet dom," zei de vrouw lichtelijk gekwetst door de uitspraak van de man.
Voor zover Addison het kon zien, zag ze dat één van de twee mannen opnieuw een mes nam. "Nee Alexander, wacht even tot ze een beetje aangesterkt is. Anders is ze zo bewusteloos en hebben we er geen plezier meer aan."  mompelend liet hij het mes zakken en plofte neer op de houten stoel die er stond wat een gekraak veroorzaakte. "Kunnen jullie me niet gewoon meteen doden? Dan hebben jullie het gene dat jullie willen," zei Addison bijna smekend. "Er is hier eentje die blijkbaar erg graag dood wil," hoorde ze een mannenstem lachend zeggen. Ze had een hekel aan het gelach van de mensen terwijl Addison aan het leiden was. De wonden die de mensen veroorzaakt hadden deden erg veel pijn. Het brandde.
"Waarom brandde die wonden zo?" vroeg Addison. Ze had al vaker wonden gehad alleen hadden die nog nooit zo veel pijn gedaan. Het voelde aan alsof haar huid in brand stond. "Het is een trucje die erg veel vampier jagers gebruiken. We doen verbena op de messen," legde de vrouw uit. "Wie zijn jullie zelfs?" Addison had geen idee wie de mensen waren. Nog nooit had ze één van hen ontmoet. "Oh, hebben de mannen hun nog niet aan je voorgesteld? Wat onbeleefd van hun," begon de vrouw. "Dat daar is Alexander," zei ze terwijl ze naar de man wees met de donkerbruine haren en stoppel baardje. "Dat is Caleb," zei ze toen ze wees naar de man met halflange, blonde haren. "En ik ben Cora."



{option}
Anoniem
Landelijke ster



Semion wist dat hij niet graag werkte met partners. Jack vond dat hij het allemaal wel in zijn eentje af kon, het was namelijk wat hij altijd al had gedaan. Nooit had hij moeten werken met een ander persoon en dat wilde hij ook graag zo houden. Iedereen kon weten dat samenwerken niet goed kon gaan. Nicholas was daarbij wel de laatste waarmee hij een klus aan wilde nemen. Alsof de jongen nog niet irritant genoeg was, had hij de neigingen om alles te doen om Jack tegen te werken. Al hield het enkel in om te laat te komen op afspraken, het woord over te nemen tegenover de klanten of aan te komen zetten met zijn slechte grappen. Sarcasme wat vaak zijn mond verliet en hemzelf, in tegenstelling tot de rest van het huis, wel kon irriteren. De jongen koos de verkeerde momenten om zijn mening te laten blijken, of het om deals ging of de andere contactpersonen. Nog niet gesproken over zijn uitgebreide grijns die hij elke dag weer op zijn gezicht droeg. Hij zag alles als één grote grap, had Jack bij hem gemerkt. Eigenschappen die als het aan hem lag, niet hoorden bij een misdadiger. Hij vond dat de jongen naast dat behoorlijk wat manieren tekort kwam. Mensen hoorden zich met respect te gedragen tegenover een groot maffiosi, nietwaar?
Tegen zijn zin in besloot hij uiteindelijk maar terug te gaan naar het bendehuis. Waar Addison gebleven was, was geen van zijn zorgen op het moment. Als ze dacht te moeten ontsnappen zou ze nog wat meemaken wanneer hij haar gevonden had. Het was onduidelijk waar ze zich verstopte, maar het was voor hem al besloten dat hij er alles aan zou doen om haar terug te krijgen. Wat had het anders voor zin? Bedreigingen waren er om waar te maken. Anders zou hij haar enkel de reden geven om zich niet aan hun regels te houden, en wellicht nog meer pogingen te doen om er weg te komen. Daarnaast had hij nog genoeg manieren achterin zijn hoofd om haar ervoor te laten boeten. Het zou toch niet tot haar dood lijden gezien haar vampiergen, waarom zou hij zich dan inhouden? Wapens voldeden aan zijn plannen. Natuurlijk wilde hij haar geen pijn doen, hij vond het ook geen prettig idee om iemand wat aan te doen. Nu, echter, had ze het er zelf naar gemaakt. En wat had ze om over te klagen? Ze bleef leven intussen anderen werkelijk van de aardbodem verdwenen. Vergeleken daarmee was haar leven nog rooskleurig in de bende.

Eenmaal aangekomen liep Jack direct door naar de garage. Mensen onder ogen komen in de leefkamer, nog dronken van vannacht door de sterke drank, vond hij onnodig. Zijn humeur was al slecht genoeg. Tijd verspillen vond hij ook niet handig; er zat een belangrijk man op hem te wachten. 324 Bachstreet, New York, zoals het luidde, was een aardig afstandje af van het 'safehouse'. Snelwegen om over te reizen en verschillende, gekende files die hij wilde ontwijken zaten hem te wachten. Aan de andere kant van de stad kon hij het warenhuis vinden waar hij verwacht werd. Volgeladen met wapens waar ze vanaf moesten zien te komen. Zeker geen lastige klus zolang men goed wist hoe ze een deal moesten sluiten. Met Mr. Metisi als klant zou het een fluitje van een cent zijn. Het gezelschap van zijn beide dochters was eenvoudigweg een pluspunt. Jack kon wel wat lol gebruiken.
Hoewel hij intussen allesbehalve vrolijk was, was er een grijns op zijn gezicht te bekennen. Staande tussen de paar auto's die zijn huisgenoten en baas met zich mee hadden gebracht kwam de motor in zicht. Hij had geen auto maar naar zijn mening had hij er geen nodig. Hij nam genoegen met een snelle motor zoals die waarop hij wekelijks reed. Een van de dingen in zijn leven waar hij nog lol uit wist te halen tijdens zijn 'werk'dagen. Het geld om er zelf een te kopen ontbrak helaas, waardoor hij het motorrijtuig moest delen met de anderen. Het claimen van voertuigen kwam weinig tot niet voor, toch had hij het al vaker gedaan. Ze waren ervan op de hoogte dat hij er liever mee reisde dan een van de andere, grote auto's. Eigenlijk had hij de motor zo'n beetje voor zichzelf gehad. Probleemloos haalde hij de rode helm van het stuur en zette deze op. Het licht getinte voor zijn ogen naar beneden geschoven, volgend door het geluid van de motor wat tot hem doordrong. Tijd om een motorpak aan te trekken had hij niet gehad. De regels volgen waren geen van zijn kwaliteiten dus of het hem echt wat scheelde, was de vraag. Tegen de tijd dat men doorhad dat hij onverstandig bezig was, was hij allang waar hij hoorde te zijn. Zijn handen omklemden de beide handvaten waarbij hij langzaam maar zeker plankgas gaf. Het huis samen met de garage achter zich gelaten bij het beginnen aan de weg naar het adres.

Lespoir
Wereldberoemd



Nu ze de namen van de personen voor haar wist was ze weinig opgeschoten. Doordat de verbena en de ventilatie ervoor zorgde dat ze zwak bleef, zou het een moeilijk karwei worden om te ontsnappen. Nooit zou Addison de mensen kunnen aangeven. Aan hen had ze nog een grotere hekel dan aan Jack, iets wat erg uitzonderlijk was. Deze mensen waren continu gemeen en Jack had tenminste af en toe nog eens zijn goede momenten. "Dit duurt veel te lang Cora. Ze is hier niet om te rusten, remember? Ze is hier om te boeten." Cora rolde met haar ogen door de ongeduldige uitspraak van Alexander. "Wacht nog eventjes. Wees eens een keer niet zo ongeduldig. De afgelopen keren hadden we er ook niets aan aangezien ze steeds bewusteloos werden door jouw ongeduld," zei Cora geërgerd. Addison was blij dat Cora toch wat rekening hield met haar, ook al was het om een slechte reden. Addison moest eventjes aansterken zodat ze de volgende marteling in volle besef zou waarnemen.
Nog steeds was de angst er en leek niet meer weg te willen gaan.  Ze was bang voor de volgende marteling, die hopelijk een stuk minder pijnlijk was. Ze wist dat ze er waarschijnlijk erg zwak uitzag, maar dat was nog het minst van haar zorgen. Het boeide haar helemaal niets hoe ze eruit zag, ze wilde gewoon weg. In haar gedachte was ze bezig met allerlei strategieën die ongetwijfeld onmogelijk waren. Ze kon het in ieder geval proberen, anders zou ze nooit weten of het werkte. Zodra niemand keek, zou ze opnieuw proberen te ontglippen uit de stevige, ijzeren ketenen waarmee ze vast gebonden zat. Ze wist dat het idee erg slecht was, maar ze kon het proberen. Er was een kleine kans dat het haar zou lukken, maar misschien lukte het Addison toch wel? You’ll never know.
Nadat Cora weer opgestaan was vanuit haar hurkhouding, begon ze verder te discussiëren met Alexander en Caleb. Ze hadden het er natuurlijk over dat Caleb en Alexander verder wilden gaan met de 'straf' die bedoeld was voor haar. Ze zag haar kans en begon weer aan de ketenen te trekken wat heel wat geluid veroorzaakte. Ze kon het geluid wel vervloeken, het had haar ontsnappingspoging verpest. Caleb merkte op dat ze wilde ontsnappen waar hij zoals verwacht ontevreden mee was. Vrijwel meteen voelde ze een mes in dit keer haar rechterbeen. "Doe geen moeite om te ontsnappen, Addison. Hoe meer je je misdraagt, hoe minder wij ons inhouden," zei hij dreigend terwijl hij het mes een aantal keer ronddraaide. Ze duwde haar kiezen stevig tegen elkaar aan om het geschreeuw in te houden. Haar ogen kneep ze dicht om geen tranen te laten ontsnappen. Ze wilde zo min mogelijk laten werken dat ze zwak was. Ze wilden hen laten zien we Addison Hale was, iemand waar niet mee te sollen viel.
"S-stop, alsjeblieft," piepte ze bijna smekend. Caleb stak met een grijns het mes nog dieper in haar been. "Hou op, Caleb. Het is wel even genoeg voor nu," zei Cora. Geïrriteerd trok hij het mes uit haar been wat ervoor zorgde dat de hoeveelheid bloed rondom haar groter was geworden. Haar bloed droop van het scherpe mes af. Het klonk alsof Cora met Addison inzat, maar Addison wist dat enkel voor foute bedoelingen was. Hoe langer Addison bij bewustzijn bleef, hoe langer ze haar konden pijnigen.
Het klonk gek, maar Addison verlangde er zelfs naar om in het huis te zijn waarnaar Jack haar ontvoerd had. De afgelopen dagen had ze Jack vervloekt en gehaat, maar dit keer was ze juist veel liever bij hem dan dat ze bij de zogenoemde vampierjagers was. Ze had spijt dat ze Jack overgehaald had om haar naar buiten te laten. Het was beter geweest als ze binnen was gebleven. Waarschijnlijk had ze Jack nog erger gehaat als hij haar nooit de toestemming gegeven had, ook al had Jack waarschijnlijk gelijk met de reden die hij had om haar binnen te houden. Waarom moest ze altijd zo koppig zijn? Het bracht haar meer in de problemen dan iets anders. Het was allemaal haar eigen fout.
Ze sloot langzaam haar ogen aangezien ze erg veel moeite moest doen om ze open te houden. Haar hoofd deed ontzettend veel pijn en ze had moeilijkheden met ademhalen. De pijn zorgde voor een ellendig gevoel. Het voelde alsof ze afhankelijk van anderen was, wat ze eigenlijk ook was. Ze kon niks doen. Ze kon slechts wachten tot iemand naar haar zocht en haar vond, iets wat aannemelijk nooit zou gebeuren. Waarom zou iemand naar een moordlustige vampier zoeken? Mensen waren haal liever kwijt dan rijk. Toen alle geluiden rondom haar begonnen te vervagen opende ze haar ogen weer. Ze had een onscherp zicht dus ze zag weinig van de omgeving. Het belangrijkste was dat ze wakker bleef. Ze moest bewust blijven.

{option}
Anoniem
Landelijke ster



► Geluidloos zette hij zijn passen voort over de harde ondergrond van het industriepand. Een gekende locatie in zijn ogen, desondanks hield het hem niet bezig. Hij kwam hier enkel voor zaken. Waar ze dan ook plaats mochten vinden vond hij onbelangrijk. Sightseeing was iets voor toeristen, en hij had er geen belang bij om te kijken wat er doorgaande jaren gebeurd was. Voor hem was en bleef het een oude, saaie loods. Het was de inhoud wat voor Jack ertoe deed. Honderdduizenden euro's aan vuurwapens lagen er verstopt. Goederen waar zij als bende veel verdiensten aan overhielden, mits het aan de goede klant werd aangeboden.
Een onheilspellende stilte hing in de lucht, verraderlijk en wantrouwend. De duisternis omringde hem en alles wat zich er bevond, gepaard met de rook afkomstig van zijn sigaret, die hij intussen had opgestoken uit verveling. Zijn blik bleef alsmaar doorglijden naar zijn horloge, afwachtend op wat er komen zou. De tijd verstreek voor Jack trager, velen malen trager, dan gewild. Zijn zwijgenis sprak meer dan duizenden woorden duidelijk zouden kunnen maken; hij was geïrriteerd, en niet zo'n beetje ook.
Geleidelijk kwam hij tot stilstand in het middenpunt van de grote hal. Geen wezen was er te bekennen, zowel aan zijn zijde als het bezoek wat elk moment werd verwacht. De leegte zorgde voor een onmiskenbaar gevoel over de situatie. Het zette Jack aan het denken, maakte hem argwanend. De wapens zouden niet weglopen, in tegendeel. Het waren de klanten waar zijn vertrouwen volledig in ontbrak. Het was dan ook geen vreemde reactie dat, wanneer er een stem achter hem klonk, hij in een fractie van een seconde uithaalde naar degene wie zich achter zijn rug durfde te vertonen.
"Je bent laat," siste hij hem toe, zijn hand terugtrekkend tot een veilige afstand. De klap had hij nog weten te ontwijken door zich net op tijd te kunnen realiseren welk individu had besloten om hem te besluipen. Zijn blik was strak voor zich uit gericht, niet gevreesd om zijn contactpersoon in de ogen te kijken. Giovanni Motisi. 
"Ik had nog wat zaken om af te handelen," werd hem met een grijns medegedeeld, zijn ogen sprankelend. 'Ik' was een leugen, kon hij hem vertellen. Maffiosi lieten het vuile werk door anderen opknappen. Mensen zoals hemzelf. Ingehuurd om het bloed van de gewonden en doden aan andermans handen te laten kleven in plaats van dat van hen. Geld hadden ze immers genoeg om mensen te kunnen betalen, zo ook meneer Motisi. Nadere informatie was doelloos sinds hij wist hoe het zat. Er was nog eens een nieuw slachtoffer gevallen onder de business die zij als doorgaans zagen.
Hij nam kalm nog een trek van zijn sigaret die aan zijn lippen hing. Een kleine, weliswaar neppe glimlach opgezet bij het wegtrekken van zijn arm. Een belangrijke klant als meneer Motisi beledigen of verwonden door zijn eigen buien, was achterlijk geweest. Hij wist dat een goede indruk achterlaten bij de grootste spelers van belang kon zijn. Het was de bedoeling om men te vriend te houden in plaats van een oorlog te beginnen.
"Wat heb je me te bieden, Gilinsky?"
Hij sloeg zijn armen rustig over elkaar heen en liet wat rook uit zijn mond ontsnappen, opgegaan in de muffe lucht die er rondhing. Giovanni's curiositeit was nog altijd hetzelfde gebleven. Hij praatte er niet omheen waarvoor hij erheen gekomen was, gelijk doorgegaan naar de wapendeal. Tijd was wel degelijk kostbaar geworden en, well.. uitgebreide begroetingen waren nooit nodig geweest. Het liet hem grijnzend achter, staande tegen een van de vele grote houten kisten die zich achter hem bevonden. Ongeopend waren ze uitgestald in de grote open ruimte. Niemand had eraan gedacht om ze te checken of te verplaatsen naar de trucks die klaarstonden om ze in te laden. Ze waren er te zwaar voor en evenwel ging Jack het niet in zijn eentje doen. Hij kon zich zo voorstellen dat meneer Motisi er geen moment over had gedacht om alleen te komen. Zelfs de meest onbelangrijke zakenmannen hadden groot deel van hun geld gespendeerd aan bewakers, of het er nou een paar waren of een heel leger. Nonchalant plaatste hij zijn hand op de container.
"Niet voor niets, Giovanni. Je weet toch hoe het hoort?"

Lespoir
Wereldberoemd



“Gaan jullie anders wat te eten halen, dan let ik wel even op haar,” zei Cora tegen Alexander en Caleb. “En jij dan?” vroegen zezowat in koor. “Ik heb al gegeten vooraleer ik hierheen kwam. Denken jullie echt dat ik nog honger heb nadat ik al dat bloed heb moeten aanzien?” antwoordde Cora. Volgens Addison had ze erg veel noten op haar zang. Bovendien mocht ze niet zeuren, zij had er zelf voor gekozen om al het bloed te zien. Ze had het kunnen weten. Bovendien was ze een vampierjager, ze hoorde tegen bloed te kunnen en dat kon ze ongetwijfeld ook. Addison had haar plannetje door. Ze wilde Addison wat aandoen als ze alleen waren zonder Caleb en Alexander erbij waren. Eerst doen alsof ze een engeltje was terwijl ze eigenlijk de duivel zelve was. Typisch. Dat karakter had ze al verwacht van Cora. Ze had tot nu toe geen enkel moment de act die ze speelde geloofd. 
"Hup, ga nou maar voor het te laat is," drong Cora opnieuw aan. "Oh ja, voor ik het vergeet. Iemand moet zich opofferen om hier vannacht te blijven, wie bewaakt haar vanavond?" Zoals Addison had verwacht moest ze ook ’s nachts bewaakt worden. Natuurlijk zou ze niet slapen. Ze probeerde zo lang mogelijk wakker te blijven zodat niemand haar wat aan kon doen zonder ze het wist. Als iemand van de drie haar weer probeerde open te snijden wilde ze het bewust meemaken zodat ze er eventueel nog wat tegen kon doen. "Ik doe het wel, ik heb haar hierheen gehaald dus zal ik me ook wel opofferen de eerste nacht,"  zei Caleb mompelend vooraleer hij samen met Alexander de kamer uit wandelde. Uiteindelijk hoorde ze nog een andere deur die hoogstwaarschijnlijk de voordeur was. Het leek alsof ze zich in een soort blokhut bevond, alleen had ze geen idee waar. Vermoedelijk in het bos, diep in het bos. Nog steeds was Addison opzoek naar een strategie om te ontglippen uit het huis. In de hoek van de kamer kon ze een heggenschaar zien liggen. De heggenschaar zou de ketenen kunnen openknippen, maar Addison kon nooit aan de heggenschaar komen. Hij lag te ver weg.
"Dus, nu zijn we alleen. Gezellig, toch?" vroeg Cora met een gemene grijns op haar gezicht. "Nou, ik weet niet wat jij gezellig vind,maar ik kan me duizenden gezelligere dingen bedenken, eerlijk gezegd,"  zei Addison. Meteen kon ze zich veel gezelligere dingen bedenken; een film kijken met haar broertje, uiteten gaan met haar ouders, logeerpartijtjes met vriendinnen, de gesprekken met Crystal en zelfs omgaan met Jack vond ze een stuk gezelliger dan met Cora. "Zo, jij bent aardig. Ik vind dit juist heel erg gezellig. Twee meiden onder elkaar," zei Cora nep gekwetst. Langzaam kwam ze dichterbij terwijl met de punt van het mes over de muur ging. Het zou er dreigend moeten uitzien, al werd Addison er niet angstiger door dan dat ze al was. De angst bleef in haar lichaam, de hele
tijd al. “Weet je, eigenlijk heb ik ookwel zin om je met dit mes te steken. Welke plaats heb je liever? Je buik, arm of been?” vroeg Cora. "Ik heb dat mes liever in geen enkel lichaamsdeel," mompelde Addison. "Dan kies ik wel voor je."
Terwijl ze haar wandel tempo naar Addison toe versnelde keek ze met een grijns naar haar. Sloom hurkte ze voor haar neer waarna ze even Addison’s hele lichaam bekeek zodat ze kon bekijken op welke plek ze het mes wilde steken. Het maakte weinig verschil maken voor Addison. Het zou altijd pijn doen. Bovendien heelde het ooit wel. Zonder dat ze het doorhad duwde Cora het mes in haar buik waardoor ze net zoals voorheen toen ze de messteken kreeg, haar kiezen op elkaar duwde door de pijn. Toen het mes weer uit haar buik werd gehaald was ook die wonde net een waterval van bloed. Haar zicht verslechterde naarmate de tijd verstreek. “Ik krijg jou nog wel, wacht maar,” siste Addison zover ze kon. Cora begon meteen te lachen. “Wanneer dan?”vroeg ze spottend. “I don’t know, Karma has no deadline.” Het waren haar laatste woorden voor ze haar ogen niet meer kon openhouden en haar bewustzijn verloor. Ze viel net zoals ze die dag al had meegemaakt in een duisternis waar ze moest uit zien te komen, zo snel mogelijk. De mensen konden doen wat ze wilden terwijl ze bewusteloos was. Ze konden haar verder opensnijden of zelfs vermoorden. Addison kon niets doen, ze was er toch niet bewust van.

{option}

{option}
Anoniem
Landelijke ster



Een zucht onderbrak zijn gegrijns zonder meer, gereikt naar een zwarte lederen koffer. Gouden omrandingen maakten het tot een luxe, een van de kenmerken van de familie Motisi. Mannen als Giovanni, evenals zijn ouwe heer en neven, zetten de traditie voort. Het familiewapen gezet in het edel metaal, bevestigd aan de handkoffer die hem overhandigd werd alsof het een parel was. In zekere zin klopte het aardig; uiteindelijk was het hetgeen waarvoor zij allemaal bereid waren om voor door het vuur te gaan. Geld. Met een klik werd het triomfantelijk voor hem geopend. Overduidelijk was het met trots wat hij aan Jack toonde. Stapeltjes geldbiljetten waren zijn aangezicht. De kleine opslagruimte volgepropt met de verschillende stapels. Het tellen alleen al zou hem veel tijd kosten.. Hij weigerde hoe dan ook om zijn humeur over te nemen en bleef onverschrokken kil staan. In een oogopslag bekeek hij de inhoud vluchtig. De hoeveelheid kon hij er moeilijk uit opmaken, maar gezien de grootte van de koffer hadden ze het over een aantal honderdduizenden dollars. De deal waarnaar ze opzoek waren geweest. Mocht Giovanni hem toch op willen lichten, wist Jack hem toch altijd wel te vinden. Het was alledaags om slechte acties te wreken; men wist dat ze op hun hielen zaten bij een zwendel. Verder dan het haastig controleren ging hij dan ook niet, gevolgd door een toestemmende knik. Hij stelde een enkele kist open om hem de vuurwapens te laten zien. Het hout hardhandig omhoog gehaald tot Giovanni zelf een blik op het aanbod kon werpen. Hijzelf kon het ook niet laten om te kijken wat ze voor hem uitgezocht hadden. Ofwel, wat meneer Motisi zelf uitgezocht had. En wat hij zag liet zelfs bij hem een grote grijns achter.
"De Beretta ARX 160, 100 stuks. Een interessante keuze." De blik op zijn gezicht sprak boekdelen, zijn grijns verbreed. De beste man liet het toch niet achterwege om zijn paranoia te onderdrukken en nam onmiddellijk een van de geweren in zijn handen, onderzoekend alsof het de eerste keer was dat hij een wapen als deze binnen zijn bereik had gehad. Het liet Jack denken aan een klein jongetje in een speelgoedwinkel; overwoekerd van blijdschap. 
"Goede kwaliteit, zoals naar verwachting. Ik zie dat u zich aan uw woord heeft gehouden." 
Met een knip in zijn vingers kwamen er abrupt een aantal getinte jongemannen aangelopen, vastberaden en kalm. Wapens waren in hun handen geklemd, klaar voor een vuurgevecht mocht het nodig zijn. Echter waren het niet alleen zijn mannen die hen gezelschap kwamen houden. Een bekende verschijning kwam uit de schaduwen wandelen, duidelijk onbekommerd voor zijn zogezegde 'late' binnenkomst. Minuten geleden had Nicholas al aanwezig moeten zijn. Altijd was het de tijd die de grootste factor leek te spelen bij hem. Hadden ze een afspraak om half 3 's middags dan kwam hij een kwartier later, of soms zelfs een half uur later, aanzetten. Jack kon zich er dood aan irriteren, al deed hij dat ook wanneer de beste jongen überhaupt dezelfde ruimte als hem betrad. Ze konden het simpelweg niet vinden en hebben dat ook nooit gekund. Nu hij er zo over na dacht moest hij hem maar eens een keer een andere tijd doorgeven, wellicht een uur eerder dan de bedoeling. Misschien dat hij dan wel een keer op tijd kon komen. We'll see.
Rollend met zijn ogen keerde hij zich terug tot zijn contactpersoon, met een gedwongen glimlach. Het bijzijn van Nicholas veranderde niets aan de situatie, maar het maakte het sluiten van een deal niet iets waar hij veel plezier in had. De jongen nam niet eens de moeite om zichzelf te verontschuldigen. Wat was er gebeurd met zijn fatsoen?
"Je hebt een deal," werd hem grijzend verteld. De handkoffer werd aan hem overhandigd, die hij gelijk aannam van een van zijn mannen. De verlaten loods werd een grote drukte. Houten containers werden akelig over de stenen grond gesleept. Geroep van verschillende mannen om de trucks naar binnen te leiden, intussen zich er steeds meer mensen verzamelden. Jack liet het volledig links liggen met dezelfde grijns op zijn gezicht getoond. "Altijd een genoegen om zaken met u te doen, meneer Motisi." Een zakelijke handschudding volgde, waarna hij de mannen hun gang liet gaan met de wapens. Zijn deel was afgerond. Wat ze er voor de rest mee zouden doen was niets waar hij zich druk om moest maken. 
Met een snelle pas verstreek hij het gebied wat zich nog tussen hem en Nicholas bevond, driftig over zijn opkomst. De jongen was dan wel een goede huurmoordenaar, Jack liet niet met zich sollen. Stug drukte hij de koffer met geld in zijn handen. "Loopt je horloge soms achter?"
De jongen keek hem uitdagend aan en stak zijn handen in zijn broekzakken. "Nee. Rolex horloges hebben een goede batterij. Misschien wil Semion er wel een keer een voor je kopen?" vertelde Nicholas met een beledigende grijns. Een glimp in zijn ogen opgevangen bij het uitspreken van zijn schorre woorden. "Op afbetaling natuurlijk."
"Oh daar ging ik ook vanuit. Hoe moet je anders laten zien hoe rijk je wel niet bent?" zei hij hem. Hij liet zijn blik doorgaan naar het dure horloge rond zijn pols. Duizenden dollars waren eraan uitgegeven en voor wat? Een dom horloge? Hijzelf had het wel ergens anders aan uitgegeven dan een klok van een populair merk. Toch hield hij zijn mond er verder over, ondanks het van hem af te lezen was dat hij hem wel kon wurgen. 
"Zorg nou maar gewoon dat het geld bij Semion terechtkomt." 
Zijn greep op de koffer verzwakte zodanig tot het van hem overgenomen werd. Zijn vervoersmiddel, een motor, was geen geschikte rit voor het meenemen van een koffer. Vooral geen met een kostbare inhoud als deze. Mocht hij al de biljetten kwijt zijn dan had Jack nog een groot probleem voor de boeg. Nicholas, aan de andere kant, had een flinke bak in zijn bezit die fortuinen waard was. Uiterlijk vertoning waarschijnlijk, een onvoorwaardelijke passie voor voertuigen - en daarbij voornamelijk de prijzige - kon hij zich bij iemand als Gorbachyov moeilijk voorstellen.
Voor een ogenblik bleef hij op zijn plek staan, onbewegend. Hij schonk hem een onplezierige blik en besloot dan dat het tijd was om te gaan. Zijn opdracht was tenslotte voltooid. 

Nicholas;

Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste