schreef:
Lilith
Even was Lilith afgeleid, de wereld in zijn volle glorie aan haar voeten en ze kon alle wegen op die ze wou. Helaas was de weg die zij zou nemen al voor haar uitgestippeld en had zij slechts de voetstappen te volgen die zich steeds verder van haar af begaven en begonnen op te gaan in de menigte. Met een kleine zucht omdat Roans houding veel geduld putte en dat niet eindig was bij haar, draaide ze zich zijn kant op en zette de achtervolging in. Het viel haar desondanks haar gehaaste staat op dat ze verschillende blikken naar zich toe trok. Het was een vreemde mix van bewondering en afgunst als ze de blikken kruiste met een vrouw en eerder afkeer of lust als ze in de ogen van een man keek. Niet de blikken die ze bij de schaduwjagers ontving, daar was het vooral angst, nieuwsgierigheid of de algemene 'jij bent een demon en ik stuur je terug naar de hel want ik ben de beste' blik die ze zo graag van hun gezichten wou krabben.
De weg leidde haar trappen af, alweer, die haar benen opnieuw op de proef stelden. De stenen, donkere trappen leidden naar nog donkerdere tunnels. Het gaf haar een onbehaaglijk gevoel om zich onder de aarde te begeven. Alsof de vloer onder haar voeten elk moment dieper kon openscheuren of deze tunnels haar eindeloos ver zouden dragen naar de plek waar ze ditmaal nooit meer zou van kunnen terugkeren.
Na de trappen volgden er hallen, grote hallen die door twee gespleten werden door metalen rails. Op het moment dat ze Roan definieerde tussen de mensenmassa ontstond er een felle wind die haar haren om haar gezicht blies en een vreemd warm gevoel op haar huid naliet. Met een loeihard kabaal schoot er een kogelvormige trein uit een tunnel die met piepende remmen tot stilstand kwam aan het platform dat ze algauw als perron aanzag. Ze waren in de beroemde New Yorkse metrotunnels aangekomen.
"De metro. Geen speciale runen om te teleporteren of om te vliegen. Gewoon te voet en het openbaar vervoer. Wie had dat gedacht, dat ik dit ooit zou doen," grinnikte ze geamuseerd toen ze zich naast Roan voegde die stilstond te midden van een leeg perron.
De metro zou zelfs binnen enkele minuten al aankomen, wat vloog de tijd voorbij als je op aarde was. Haar blik gleed terug naar de mensen om haar heen en ze werd overvallen door een vreemd gevoel toen een moeder met een kind aan haar hand langs hen passeerde. Haar blik kruiste met die onschuldige ogen van de peuter. Onbewust balde ze haar vuist, vervuld met jaloezie en uit pijn omdat haar hand leeg was en daar geen onschuldig wezentje lachend aan bengelde die haar dagen vervulde met plezier. Toen ze eenmaal de aanwezigheid van kinderen had opgemerkt, waren ze plots overal. Het leek alsof iedereen een leven met hun kinderen gegund was en God er een spelletje van had gemaakt om haar die kans eeuwen te ontnemen en haar nu hoop in de schoot te werpen, klaar om die weer bruusk van haar af te nemen. Pas toen er iemand een vreemde blik op haar wierp, besefte ze dat ze dat haar vuist nog steeds gebald was en liet ze die langzaam los. De aderen in haar onderarm en hand waren nog altijd pikzwart van alle woede en razernij die ze er naartoe gestuurd had en donkerrood bloed drupte op de grond omdat haar lange, klauwachtige nagels uit haar nagelbed begonnen te treden. Toen ze Roans blik opving, antwoordde ze al op zijn gezichtsuitdrukking zonder dat hij een vraag hoefde te stellen.
"Alles gaat prima."
Op dat moment kwam de metro aan en konden ze opnieuw verdwijnen in de mensenmassa die als een waterval uit de wagons stroomden vanaf de deuren openden.
@Idris
Lilith
Even was Lilith afgeleid, de wereld in zijn volle glorie aan haar voeten en ze kon alle wegen op die ze wou. Helaas was de weg die zij zou nemen al voor haar uitgestippeld en had zij slechts de voetstappen te volgen die zich steeds verder van haar af begaven en begonnen op te gaan in de menigte. Met een kleine zucht omdat Roans houding veel geduld putte en dat niet eindig was bij haar, draaide ze zich zijn kant op en zette de achtervolging in. Het viel haar desondanks haar gehaaste staat op dat ze verschillende blikken naar zich toe trok. Het was een vreemde mix van bewondering en afgunst als ze de blikken kruiste met een vrouw en eerder afkeer of lust als ze in de ogen van een man keek. Niet de blikken die ze bij de schaduwjagers ontving, daar was het vooral angst, nieuwsgierigheid of de algemene 'jij bent een demon en ik stuur je terug naar de hel want ik ben de beste' blik die ze zo graag van hun gezichten wou krabben.
De weg leidde haar trappen af, alweer, die haar benen opnieuw op de proef stelden. De stenen, donkere trappen leidden naar nog donkerdere tunnels. Het gaf haar een onbehaaglijk gevoel om zich onder de aarde te begeven. Alsof de vloer onder haar voeten elk moment dieper kon openscheuren of deze tunnels haar eindeloos ver zouden dragen naar de plek waar ze ditmaal nooit meer zou van kunnen terugkeren.
Na de trappen volgden er hallen, grote hallen die door twee gespleten werden door metalen rails. Op het moment dat ze Roan definieerde tussen de mensenmassa ontstond er een felle wind die haar haren om haar gezicht blies en een vreemd warm gevoel op haar huid naliet. Met een loeihard kabaal schoot er een kogelvormige trein uit een tunnel die met piepende remmen tot stilstand kwam aan het platform dat ze algauw als perron aanzag. Ze waren in de beroemde New Yorkse metrotunnels aangekomen.
"De metro. Geen speciale runen om te teleporteren of om te vliegen. Gewoon te voet en het openbaar vervoer. Wie had dat gedacht, dat ik dit ooit zou doen," grinnikte ze geamuseerd toen ze zich naast Roan voegde die stilstond te midden van een leeg perron.
De metro zou zelfs binnen enkele minuten al aankomen, wat vloog de tijd voorbij als je op aarde was. Haar blik gleed terug naar de mensen om haar heen en ze werd overvallen door een vreemd gevoel toen een moeder met een kind aan haar hand langs hen passeerde. Haar blik kruiste met die onschuldige ogen van de peuter. Onbewust balde ze haar vuist, vervuld met jaloezie en uit pijn omdat haar hand leeg was en daar geen onschuldig wezentje lachend aan bengelde die haar dagen vervulde met plezier. Toen ze eenmaal de aanwezigheid van kinderen had opgemerkt, waren ze plots overal. Het leek alsof iedereen een leven met hun kinderen gegund was en God er een spelletje van had gemaakt om haar die kans eeuwen te ontnemen en haar nu hoop in de schoot te werpen, klaar om die weer bruusk van haar af te nemen. Pas toen er iemand een vreemde blik op haar wierp, besefte ze dat ze dat haar vuist nog steeds gebald was en liet ze die langzaam los. De aderen in haar onderarm en hand waren nog altijd pikzwart van alle woede en razernij die ze er naartoe gestuurd had en donkerrood bloed drupte op de grond omdat haar lange, klauwachtige nagels uit haar nagelbed begonnen te treden. Toen ze Roans blik opving, antwoordde ze al op zijn gezichtsuitdrukking zonder dat hij een vraag hoefde te stellen.
"Alles gaat prima."
Op dat moment kwam de metro aan en konden ze opnieuw verdwijnen in de mensenmassa die als een waterval uit de wagons stroomden vanaf de deuren openden.
@Idris