Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Ashes to dust
Hadesu
Wereldberoemd



De warme, rode substantie die op zijn lichaam spatte, vertelde hem dat hij te snel zijn winst geteld had. Raewynn had zijn leven gered door de vrouw uit te schakelen en hoewel hij haar daar dankbaar voor moest zijn, wist hij dondersgoed dat dit tegelijkertijd foute boel was. Hij had de woorden gehoord die Raewynn had gewisseld met de jongste van het stel, degene die ze had laten ontsnappen. Er was duidelijk een verhaal hier, maar Raphael betwijfelde dat hij wilde weten wat er precies aan de hand was. Waarom moest hij nou weer de geëvolueerde kiezen die een vete had met een grotere groep? Dat bracht niet alleen haar in gevaar, maar hem ook. Hij was slechts een mens, ze zouden hem altijd als een makkelijke prooi zien en als hij in de weg stond van hun daadwerkelijke doelwit, was de kans groot dat ze hem uit de weg zouden ruimen. Dit was zo'n poging geweest en ergens vermoedde Raphael dat er meerdere pogingen zouden komen, zelfs al had Raewynn een duidelijke waarschuwing afgegeven door maar één iemand te laten leven.
Even vloekte Raphael binnensmonds toen ze de afstandsbediening pakte en zichzelf ontdeed van haar halsband, maar hij kon niet voorkomen dat een andere vraag door zijn hoofd speelde: Waarom ging ze er niet gewoon vandoor of maakte ze hem af? Ze had er nu de mogelijkheid toe, maar in plaats daarvan bevrijdde ze zichzelf enkel van de veiligheidsmaatregelen die hij had aangebracht.
Langzaam kwam hij weer overeind, voelde dat zijn hoofd draaide van de flinke klap die hij had ontvangen en sloot zijn ogen in de hoop dat het duizelige weg zou trekken. Dat deed het ook, uiteindelijk.
De ruimte was een puinhoop. Lichamen, bloed, wapens... Zijn pijlen lagen verspreid door de ruimte, de pijlkoker was leeg achtergebleven. Hij begon dan ook maar met het bij elkaar verzamelen van de wapens, die voor het grootste deel intact waren gebleven. Intact, maar van de meeste was het verdovingsmiddel niet meer bruikbaar. Dat was geen probleem, het spul zat in een klein flesje dat in zijn rugtas zat. Al had hij niet het idee dat hij het nog eens zou kunnen gebruiken tegen Raewynn. Ze was slim, slimmer dan hij haar op het eerste gezicht had ingeschat. Hoewel, als ze echt slim was geweest, zou ze hem niet hebben laten leven. Dan had ze hem wel van kant gemaakt toen ze daar zojuist de kans voor had gehad. In plaats daarvan haalde hij nog adem.
'Geen trucjes,' echode hij haar woorden, wat haar even deed opkijken. Hun blikken kruisten elkaar en Raphael haalde zijn schouders op. 'Waarom ga je nu dan niet gewoon weg? Je bent slim genoeg, je weet dat ik je niet tegen kan houden als ik geen trucjes mag gebruiken.' Ondertussen was hij naar zijn rugtas gelopen, die deels overhoop was gehaald in het heetst van de strijd. Gelukkig zaten veel van de kleine vakjes nog dicht, waardoor de spullen in die vakjes nog intact gebleven waren. Raewynn haar mes was uiteraard verdwenen, die droeg ze nu zelf weer op haar lichaam, maar daar kon hij weinig aan veranderen. Zijn eigen mes lag nog wel onderin de tas, gelukkig. Het mes werd weggestopt achter zijn riem, voor het geval hij het onverwachts weer nodig zou hebben. De pijlen schoof hij terug in de koker, die hij over zijn nek tilde en vastmaakte. Ook de boog werd opgeraapt, vastgemaakt zodat hij Raphael tijdens het lopen niet in de weg kon zitten en de meeste spullen werden in de tas geruimd, alsof er niets gebeurd was. Raphael besloot dat het het beste was om te doen alsof er niets aan de hand was, op de aanval zelf na. Hij was zich er terdege van bewust dat hij nu niet in de beste positie was om bevelen uit te delen, maar het feit dat Raewynn hier nog was betekende op zijn minst iets. Het feit dat ze was aangevallen door haar eigen soort, betekende nog iets anders. Wat precies, dat kon Raphael niet begrijpen, maar wie weet zou hij er nog achter komen. In ieder geval waren al zijn spullen nu opgeruimd. Hij wilde hier weg, bij de lijken en het bloed. Iets verderop, al in de richting van het basiskamp, was een beekje. Het liefst ging hij daarheen om zich op te frissen. Het was maar de vraag hoe zijn nieuwe reisgenote daarover dacht.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Geen trucjes, herhaalde hij, en ze knikte even instemmend. Alsof hij een kind was dat ze zojuist een nieuwe regel had geleerd. Het deed haar vanbinnen even lachen dat die vergelijking ergens wel iets treffends had, een deel ervan dan toch. Geen andere trucjes was voor haar namelijk wel degelijk een regel. Al had ze zo het idee dat Raphael niet snel opnieuw iets zou proberen bij haar. Als hij zijn ogen een beetje open had gehouden  tijdens het vechten, wist hij waar hij aan toe was als hij zich nogmaals haar woede op de hals haalde. Het enige dat in had gestaan tussen hem en een soortgelijk einde als de drie geëvolueerden in de kamer, was het feit dat ze de locatie van zijn organisatie nodig had. Een klein detail dat hij niet hoefde te weten.
Raewynn veegde het bloed van haar dolk af aan het shirt van de dode man voor haar. Het speldje met het embleem van de elitegroep waar ze vandaan kwamen, stopte ze in de achterzak van haar broek. Die kon bij haar verzameling.
Ergens had ze gehoopt dat Raphael niet door zou vragen over waarom ze hem liet leven, maar zo onoplettend was hij helaas niet. Had ze kunnen weten – hij had haar immers gister gezegd hoe slim hij wel niet was.
‘Je kunt me inderdaad niet tegenhouden om weg te gaan’, beaamde ze, waarna ze luchtig haar schouders ophaalde. Meteen klemde ze verbeten haar kaken op elkaar door een pijnscheut. Ze ging rechtop staan en keek kort om haar heen. ‘Maar ik heb me bedacht. Ik wil eigenlijk wel met je mee. Ik heb gister toch gezegd dat ik me zou gedragen? Het valt me wel een beetje tegen van je geniale brein dat je, je dat niet meer kan herinneren.’ Eén van haar mondhoeken bewoog zich omhoog tot een kleine, scheve grijns.
Haar ogen vielen op een dolk die aan de andere kant van de kamer lag. Het was haar tweede dolk, waarschijnlijk uit Raphaels tas gevallen toen ze die aan de kant had gegooid. Raewynn liep er naartoe en raapte het wapen op van de grond. Nu pas leek de adrenaline van het gevecht eindelijk een beetje te gaan liggen. Ze liet haar adem in een zachte zucht ontsnappen en stak de wapens weg achter de riem van haar broek. Het voelde geruststellend om haar dolken terug te hebben.
De pijn in haar schouder bleef haar irriteren. Het was een oppervlakkige, zeurderige pijn. Als ze een te grote beweging maakte met haar arm of met haar schouder, joeg de wond een steek door haar schouder heen. Tegelijkertijd voelde de huid rondom de wond gloeiend heet en trekkerig aan, een teken dat het genezingsproces in volle gang was. Als er niet weer een bloeddorstige gek een knuppel tegenaan zou slaan, was de wond hopelijk met een paar dagen helemaal genezen.
Raewynn klopte wat stof van de grond van haar broek af en bracht haar blik naar Raphael. Hij was opvallend stilletjes bezig met zijn rugzak. Het zag er wat teneergeslagen uit, zoals hij bezig was.
‘Misschien had ik je moeten vertellen dat je niet de enige bent die op me jaagt’, merkte ze droogjes op. ‘Dus bij deze.’ Ze grijnsde breed naar hem. ‘En omdat ik je leven heb gered, vind ik dat ik vanaf nu ook wat te zeggen heb over onze plannen. Dus we gaan nu naar mijn schuilplaats om een paar van mijn spullen op te halen en daarna mag jij zeggen waar we naartoe gaan. We moeten hier in ieder geval weg, want de kans is groot dat er een ander groepje in de buurt was.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



De spanning was, wat Raphael betreft, nog steeds om te snijden. Hoe duidelijk was het dat hij op zijn hoede moest zijn, dat hij in alle mogelijke situaties minder kans maakte dat Raewynn? Dat hij nog leefde, dat was sowieso een raadsel. Al bleek uit haar woorden wel iets van een hint: Blijkbaar wilde ze naar zijn basiskamp, om welke reden dan ook. En aangezien het basiskamp goed verborgen lag, op een plek die alleen ingewijden terug zouden kunnen vinden, was hij nu haar gids. Ze was niet meer zijn gevangene, het was bijna andersom, maar ze had hem blijkbaar nodig om haar de weg te wijzen. God mocht weten waarom ze haar eigen dood tegemoet wilde lopen, al vermoedde Raphael dat het te maken had met het feit dat zelfs andere geëvolueerden op haar jaagden. Deze vrouw had een verhaal, misschien zelfs wel een geheim om te verbergen. Normaal, naar maatstaven van evolutie, was ze in ieder geval niet.
Hij wilde meer vragen, want hoewel ze haar antwoord ietwat cynisch af had gesloten, zat er veel meer achter haar woorden verborgen. Raphael realiseerde zich echter terdege dat hij op moest passen: Ze was geen gevangene meer, hij was niet meer de baas. Hij zou op zijn tellen moeten passen, zelfs al leek het erop dat ze hem nodig had. In plaats van een ondervraging voort te zetten, haalde hij dan ook zijn schouders op. 'Mijn geniale brein herinnert zich dat heus nog wel, maar je moet zelf ook kunnen begrijpen dat het niet de meest logische gang van zaken is. Tenzij het voor jou een logische gang van zaken is om met vreemde mannen mee te gaan die je eerst gevangen hebben genomen.'
Hij ging verder niet in op wat ze zei over de andere jagers, maar sloeg haar woorden wel degelijk op. Ze werd opgejaagd door andere geëvolueerden, dat stond nu vast. Wie was ze, dat ze zelfs bij haar eigen soort geen heil kon vinden? Of beter, wat had ze op haar geweten? Misschien was het maar beter dat Raphael daar niet achter zou komen.
'Mij best,' antwoordde hij. Dat was het plan dat hij in eerste instantie had gehad, omdat hij niet de middelen had om twee mensen voor langere tijd te voorzien van dekens, kleren of andere benodigdheden. 'Een kilometer of twee van de stad vandaan ligt een beek, daar kunnen we ons daarna even opfrissen.' Een blik op Raewynn was voldoende om te zien dat zij het ook kon gebruiken. Ze had bloed en stof op haar lichaam, vermengd met zweet. Ook de wond op haar schouder leek weer te zijn gaan bloeden, waarschijnlijk door het gevecht van zojuist. Een opfrisser zou hen beiden goed doen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raewynn bleef even naar hem kijken om zijn reactie te peilen. Ze had kunnen weten dat zijn gezichtsuitdrukking weinig zou verraden, met dat onbewogen masker dat hij altijd opzette. Alsof hij niet zojuist aan was gevallen door geëvolueerden en zijn gevangene niet langer zijn gevangene was - niet zo hulpeloos als eerst in ieder geval. Waar zou hij hebben geleerd zijn gezicht zo strak in de plooi te houden? Er was maar zoveel dat je daaraan voorbereiden. Hoe vaker je het deed, hoe makkelijker het werd. Het maakte haar nieuwsgierig naar wie hij precies was.
Een kort lachje glipte over haar lippen. ‘Het is niet bepaald mijn hobby, nee’, antwoordde ze. ‘Maar je bent niet de eerste van jouw organisatie die het geprobeerd heeft.’ Alleen de gedachte aan de vorige persoon al bezorgde haar een verbitterd gevoel. Ze drukte het weg voor het de overhand kon krijgen.
‘Mooi.’ Raewynn glimlachte tevreden toen hij instemde met het ophalen van een paar spullen uit haar schuilplaats. Hij was goed voorbereid op weg gegaan, dat moest ze hem nageven, maar ze had liever nog enkele van haar eigen spullen bij zich. Puur materiële waarde hechten aan spullen was geen goed idee in deze wereld, maar ze had wel enkele handige dingen bij elkaar verzameld de afgelopen maanden.
Raphael stelde voor om daarna na een beek te gaan een klein stukje van de stad af. Het bloed en stof van zich af wassen, klonk haar helemaal niet als een verkeerd idee in de oren.
‘Prima’, zei ze dan ook. Raewynn keek vanuit de deuropening een laatste keer de ruimte rond. Ze was op veel plekken geweest in haar leven, maar het was zeker dat ze deze plek niet snel zou vergeten. Raphael was de eerste, serieuze bedreiging die ze in lange tijd tegen was gekomen, met dat gemene verdovingsmiddel van hem. En nu liet ze hem vrij om haar heen lopen. Ze hoopte dat dat niet de grootste fout van haar leven zou worden.
Eenmaal op de gang bleef Raewynn een moment stil staan om te kijken of hij achter haar aan kwam.
‘Ik kan het eigenlijk haast niet geloven’, zei ze zodra hij ook op de gang stond. Ze praatte verder terwijl ze voor hem uit het gebouw uit liep. ‘Dat ik je leven heb gered. Je zou haast denken dat ik degene moet zijn die naar een engel is vernoemd.’
Tijdens het lopen bleef de jongedame haar hand op één van de dolken houden. Niet alleen omdat het ronduit dom zou zijn Raphael zomaar te vertrouwen, ook omdat ze geen idee had waar het andere groepje geëvolueerden was dat achter haar aan zat. Er waren verschillende teams naar haar opzoek. Werd er één uitgeschakeld, dan kon de volgende het overnemen zonder dat er teveel tijd verloren ging. Tijd waarin hun doelwit, zij, de afstand tussen hen in kon vergroten. Raewynn wist niet precies hoe ze hun zoektocht precies opbouwden, maar het stond vast dat ze nog wel wat te winnen hadden aan effectiviteit. Het was haast lachwekkend dat Raphael, een normaal mens nota bene, haar in zijn eentje te pakken had gekregen zonder er ook maar een schrammetje aan over te houden. De geëvolueerden hadden meer dan één keer genoegen moeten nemen met een nederlaag.
‘Het is denk ik overbodig om te zeggen dat jij nu ook een doelwit bent.’ Ze wierp een blik op Raphael voor ze door een gebroken muur het gebouw uit, de modderige berm in.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Raphael volgde haar maar gewoon naar buiten, waar flauwe zonnestralen door de wolken schenen. Geen geweldig scenario, het zonlicht kon hem verblinden en als hun tegenstanders een beetje intelligent waren, zouden ze dat tegen hem gebruiken. Raewynn had hem niet hoeven vertellen dat hij nu ook een doelwit was, dat had hij zelf ook al wel bedacht. Sowieso was hij een jager, dat maakte hem direct interessant, maar nu hij ook nog eens drie mensen van de andere organisatie om het leven had gebracht, zouden ze hem niet ineens aardiger gaan vinden. Oké, de moorden stonden eigenlijk niet op zijn naam, maar dat maakte voor de organisatie geëvolueerden waarschijnlijk niet uit. Hun mensen waren dood, Raphael en Raewynn leefden nog. Dat was waarschijnlijk voldoende om nog meer onheil over hen af te roepen.
Het deed hem wel goed dat Raewynn gespannen leek. Ze mocht dan uit haar benarde positie zijn, ze leek nog steeds op haar hoede voor hem. Hoewel ze sterker en sterker was, realiseerde ze zich blijkbaar heel goed dat hij meer kon dan een gemiddelde mens. Misschien kwam het ook wel doordat hij haar al eerder had verslagen, dat ze daarom op haar hoede bleef. Hoe dan ook, het deed hem goed dat ze geen misbruik van de situatie maakte en hem probeerde te onderdrukken. In tegendeel, ze leek haar best doen om een band te creëren waarin ze beiden gelijken waren. Niet een realistisch idee, ook niet iets dat lang stand zou houden, maar het was wel degelijk interessant.
'Religie is veranderlijk,' reageerde Raphael op de jonge vrouw, 'over enkele honderden jaren kan het best zijn dat jouw naam ook als die van een engel gezien wordt. Misschien word je wel het middelpunt van een geheel nieuwe religie. Misschien is er tegen die tijd wel helemaal geen religie meer.' Raphael haalde zijn schouders op. 'Misschien was het de aartsengel Raphael zelf wel, die jou ertoe heeft aangezet om mij niet om het leven te brengen. Je zal het nooit weten, Raewynn.' Nadat hij dat gezegd had, zweeg hij. De route van zijn gebouw naar haar schuilplek was kort, maar er waren veel weggetjes waar ze te grazen genomen konden worden door een andere groep. Hij had zijn boog in ieder geval maar weer in zijn hand genomen, een pijl op de pees gelegd. Hoewel hij op dit moment alleen zijn eigen stappen hoorde en die van Raewynn, kon het zo ineens zijn dat er iemand anders bleek te zijn. Veel reactietijd zou hij niet krijgen en aangezien hij deze mensen niet levend mee hoefde te nemen, had hij geen verdovingsmiddel nodig. Hij hoefde enkel perfect te richten en te raken, dan was het al voorbij.
Hij hoopte dat dat niet nodig zou zijn. Raphael had wel weer genoeg gevochten voor vandaag, eigenlijk. Het was dan ook een opluchting toen ze bij het andere gebouw aankwamen zonder aangevallen te worden. Raphael gebaarde Raewynn om voorop te lopen, omdat zij het gebouw beter kende en wist waar ze heen wilde. Des te sneller zij haar spullen kon pakken, des te sneller ze hier weg konden, naar de veiligheid van het buitengebied, waar ze veel moeilijker te volgen zouden zijn.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Ze had cynisme verwacht, een spottende opmerking terug, of misschien gewoon een nadrukkelijke stilte.
Wat duidelijk was, was dat een stroom aan filosofische woorden het laatste was dat ze als reactie op haar opmerking verwachtte. Het was het laatste dat ze hem überhaupt verwachtte te horen zeggen. Raewynn bleef stilstaan midden op de weg, haar wenkbrauwen verbijsterd iets opgetrokken, en wierp een blik op Raphael. Ze opende haar mond, sloot hem vervolgens weer en schudde kort haar hoofd, om haar pas te vervolgen. Waar haalde hij die wijsheid vandaan? Bijdehand, zou ze het haast noemen, maar bovenal hadden haar gedachten moeite om de woorden te bevatten. Niet zozeer doordat ze volkomen onverwacht waren. Hoelang geleden was het dat ze iemand voor het laatst over de toekomst had horen praten? In deze wereld leek de toekomst iets ongrijpbaars en abstracts. De toekomst was de week die voor je lag. Soms wellicht een maand, als je kwaliteiten en situatie je meezaten.
Er was een tijd geweest waarin ze had durven denken aan een betere toekomst voorbij die dertig dagen. Een fout, dat was het geweest. Ze had plannen voor de tijd die nog komen moest - wraak nemen was er een voorbeeld van - maar denken aan een betere toekomst was niets meer dan een misleidende dwaling.
In het zand van het steegje naast het flatgebouw, was nog het dunne gat te zien dat haar mes daar gister gemaakt had, toen ze het zwijn op een paar centimeter na gemist had. Onbewust verstrakten haar kaken zich. Hoe had Raphael haar zo dicht kunnen naderen zonder dat ze het door had gehad? Was haar gehoor verzwakt? Had ze haar aandacht te veel laten varen? Ze maakte wel eens vaker een fout - hoe graag ze dat ook ontkende - maar die van gister had haar net zo goed fataal kunnen worden. De twijfels die het veroorzaakte, aten haar op.
Raewynn boog een paar varens langs het steegje opzij en rukte de verroeste, gietijzeren deur open. Het was een achteringang. De voordeur van het flatgebouw was verzwolgen door een lading puin dat van hogere verdiepingen naar beneden was gekomen.
Haar ogen hadden een paar seconden nodig om te wennen aan de schemering binnen. Ze had deze weg de laatste dagen echter zo vaak gelopen, dat ze het zonder ergens tegenaan te botsen of overheen te struikelde redde tot het trappenhuis, terwijl de vlekken van het zonlicht langzaam oplosten in haar blikveld.
Het was een oud trappenhuis, zelfs voor vooroorlogse begrippen. Gemaakt in een tijd dat mensen nog niet beseften hoe vergankelijk hout was. Het onderste deel van de trap lag als een hoop planken op de tegelvloer van het trappenhuis.
‘Ik hoop dat je een beetje kan klimmen.’ Raewynn veerde iets door haar knieën, richtte haar blik op het deel van de reling aan de muur waar ze zich aan vast kon grijpen, en zette zich af. Ze had genoeg kracht in haar spieren om de afstand te overbruggen, maar op de pijn was ze niet voorbereid. Haar handen klemden zich om de ijzeren reling en ze trok zich soepel op zodat ze haar voeten op de onderste nog intacte trede kon plaatsen. Haar schouder protesteerde hevig bij de beweging. Een kreun ontsnapte tussen haar tanden door. ‘Verdomme’, vloekte ze. Iets warms kriebelde vanaf haar schouder over haar rug. Alsof ze nog niet genoeg onder het bloed zat.
Ze stapte een paar treden omhoog, naar een plank waarvan ze wist dat die steviger was, alvorens zich om te draaien en naar beneden te kijken. Inschattend gingen haar ogen van Raphael naar het gat in de trap. Ze betwijfelde of hij het zou redden, maar daarop gaan wachten zag ze niet zitten. Als hij niet omhoog kwam, moest hij maar even geduld hebben.
‘Kijk uit op welke trede je gaat staan, anders lig je snel weer beneden’, gaf ze hem nog mee, waarna ze verder de trap op liep. Meerdere treden waren door midden gebroken, met grote splinters langs de gebroken randen. Een paar ervan waren onder haar gewicht bezweken in de afgelopen dagen.
De gang van de tweede verdieping lag er even verlaten bij als ze gewend was. Ze duwde de eerste deur aan haar linkerkant open. Het was een vierkante ruimte met bureaus, stoelen en een paar ladekasten waarvan de laden eruit getrokken waren. Papieren en een dikke laag stof waren achtergebleven op de bureaus nadat het personeel van het kantoor overhaast vertrokken was. Soms vroeg ze zich af wat hetgeen waarvan ze geschrokken waren precies was geweest. Wat hadden ze door de ramen gezien dat hen zo haastig hun plek had doen verlaten? Waren het de onbemande vliegtuigen geweest die hun explosieve lading hadden gedropt? Of hadden ze het niet aan zien komen en was het beven van de grond door de inslag van een bom het eerste teken geweest dat er iets mis was? Misschien was de oorlog in die tijd al wel volop bezig en had hier niemand gezeten. Als ze de verhalen moest geloven, was de totaliteit van de oorlog voor de meeste mensen onverwacht gekomen.
Glas knisperde onder haar voeten toen ze naar een hoek van de ruimte toe liep. Twee bureaus op de zijkant bakenden een klein deel van de ruimte af. Raewynn liep er naartoe. Een stapel hout was zwartgeblakerd en had een roetvlek op één van de bureaus achtergelaten. Het vuur was een ingecalculeerd risico geweest, maar de warmte die ze ervan gehad had, was het zeker waard geweest. Ze betwijfelde of de gloed van het vuur hetgeen was dat de geëvolueerden terug op haar spoor had gebracht. Waarschijnlijk was het grotendeels een kwestie van geluk geweest.
Raewynn trok haar rugtas van de grond en ritste deze open. Er zaten nog een paar blikjes eten in, een lege fles, een paar kledingstukken en nog enkele andere dingen. Met een stoffen riem knoopte ze een deken aan de rugzak vast. Dat was geen overbodige luxe in de desolate landschappen die ze zouden moeten doorkruisen. Ze kon enkel raden naar de exacte locatie van de thuisbasis van de organisatie, maar het zou zo kunnen dat ze dagenlang geen teken van beschaving tegen zouden komen. Of wat er nog over was van die beschaving.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het duurde iets langer voordat ook Raphael gewend was aan het schemerige licht in het trappenhuis. Zijn ogen waren niet zo goed als die van Raewynn en hij was hier nog niet eerder binnen geweest, dus de weg naar het trappenhuis had hij al grotendeels op de tast voltooid. Nu wachtte hij tot hij beter kon zien, voordat hij een poging deed om de vrouw voor hem bij te houden.
Hij had gezien hoe zij het deed, met een greep naar de reling langs de resten van de trap. IJzer was een stuk sterker dan hout, ging minder snel stuk, dus het verbaasde hem niet dat de reling het beter volgehouden had dan de trap zelf. Hij zette enkele stappen naar achteren, nam een klein aanloopje en zette af. Zijn vingers sloten zich om de reling, al misten zijn voeten de onderste trede compleet. Gelukkig voor hem was hij getraind, waardoor hij zich aan enkel zijn ijzeren houvast kon optrekken en op een stevigere traptrede kon gaan staan. De rest van de weg vervolgde hij voorzichtig, iedere trede testend voordat hij zijn gewicht erop liet rusten. Twijfelachtige treden sloeg hij over, waardoor hij soms een wat rare sprong of stap moest maken, maar dat was ver te prefereren boven een nare val van meerdere meters.
Op de tweede verdieping stopten ze met klimmen. Dat had Raphael wel geweten, hij had geweten op welke verdieping van het gebouw ze haar schuilplaats had gehad. Hij wist echter niet wat hij exact aan zou treffen achter de deuren. Een aantal vergelijkbare gebouwen waren appartementencomplexen geweest, maar deze blijkbaar niet. De bureaus deden suggereren dat het een kantoor geweest was, waar in vroegere tijden blijkbaar veel papierwerk werd afgehandeld. Raphael liet zijn ogen over enkele papieren glijden, die achter waren gebleven toen de eigenaar ervan in alle haast vertrokken was. Tenminste, dat was wat Raphael dacht. Hij stelde het begin van de oorlog zich voor als een soort bominslag, die het leven van iedereen, waar dan ook, direct op zijn kop had gezet. Er was weinig documentatie over te vinden, waardoor het erg lastig was om een exacte reconstructie van het begin van de oorlog te kunnen maken. Misschien was dat maar beter ook. Het zou de huidige geëvolueerden misschien wel op een idee kunnen brengen om de "gewone" mensheid uit te roeien, dat was niet helemaal de bedoeling. Helemaal niet.
Raphael kon niet lezen, dus de papieren hadden weinig betekenis voor hem. Hij herkende wat tabellen, een tekening verborgen onder een dikke laag stof, maar meer dan dat ook niet. Hij hoopte dan ook dat Raewynn haar spullen een beetje snel bij elkaar verzamelde, des te eerder konden ze op weg. Niet alleen het stof van het gevecht kleefde nu aan hem, hij had het idee dat het stof en de mufheid van dit kantoor ook aan zijn lichaam begonnen te plakken. Geen prettig idee. Sowieso wilde hij zo snel mogelijk op weg gaan, nu de geëvolueerden wisten dat hij en Raewynn hier waren. Je hoefde geen genie te zijn om te bedenken dat ze haar spullen gingen halen en er daarna vandoor zouden gaan.
'Heb je alles?' vroeg hij dan ook, ietwat ongeduldig misschien, waarna hij weer richting de gang en het trappenhuis begon te lopen. De tocht naar beneden leek hem bijna gevaarlijker dan naar boven, omdat hij nu kon zien hoe ver de val naar beneden was. Raphael had geen hoogtevrees, maar hij had echt geen zin om te pletter te vallen. Voorzichtig zette hij zijn voet dan ook op de eerste trede, die kraakte maar niet brak. Wie weet zou hij nog veilig beneden komen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Terwijl Raewynn de gesp van het riempje rond het kleed aantrok en het pinnetje in het strakste gaatje duwde, zag ze Raphael in de rand van haar blikveld de kantoorruimte binnen stappen. Hij bleef even staan, kijkend naar de bureaus en papieren. Vrijwel onaangeroerde ruimten als deze waren als een momentopname van het tijdstip waarop de oorlog hier toesloeg.
Haar vingers frunnikten met het andere riempje, maar haar ogen waren heimelijk gericht op haar reisgenoot. Waar zou hij aan denken op dit moment? Zou hij zich ook afvragen hoe de oorlog hier aangekomen was?
Raphaels stem verbrak de stilte in het kantoor. Raewynn keek terug naar de rugtas voor zijn ogen de hare ontmoetten en gespte ook het tweede riempje vast.
‘Ja, ik heb alles.’ Ze kwam overeind en trok daarbij de rugtas van de grond, om deze over haar goede schouder te zwaaien. Ondanks dat het licht en bevrijdend voelde om zonder spullen rond te lopen, voelde het na een tijdje altijd prettig om het gewicht van de tas weer op haar schouders te voelen drukken.
Ze stapte achter de bureaus weg en nam een paar seconden om zich een kwartslag te draaien en naar haar schuilplek van de afgelopen dagen te kijken. Bij het verlaten van een plek waar ze een tijdje was blijven hangen, voelde het altijd vreemd om verder te gaan. Zomaar, met de gedachte dat ze deze plek waarschijnlijk nooit terug zou zien.
Raewynn scheurde haar blik los van de zwartgeblakerde houtresten van het vuur en een paar lege blikjes eten, waarna ze het kantoor uit liep en zich achter Raphael aan haastte. Bovenaan de trap keek ze toe hoe hij voorzichtig langs de treden afdaalde. Het leek haar niet verstandig om met z’n tweeën op hetzelfde deel van de trap te gaan staan. Hoe hadden mensen ooit kunnen bedenken dat hout een goed idee was voor een trap?
‘Na jou’, zei Raewynn met een halfslachtig glimlachje eens ze bij de uitgang van het gebouw stonden. Als ze zijn eerdere woorden moest geloven, wist hij immers de weg naar het beekje in het bos.
Ze haakte haar duim achter de band van de rugtas en nam één van haar dolken in haar andere hand. Het gebouw waarin haar schuilplaats zich had bevonden, lag aan de rand van de stad. Raewynn kneep haar ogen iets samen tegen de felle lucht en tuurde naar de bomenrij die een eind verderop te zien was. Ze verwachtte niet dat de geëvolueerde jagers zich al zo snel zouden hergroeperen en een nieuwe poging zouden doen. Toch voelde ze zich altijd kwetsbaar in open gebieden, vooral op dergelijke graslanden die zo dichtbij een stad lagen.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Misschien was het wel heel dom om Raewynn de rug toe te keren. Nee, het was zelfs heel waarschijnlijk dom. Toch concludeerde Raphael dat hij niet echt een keuze had, want hij kende de weg en zij niet. Wel liep hij zo dat hij schuin voor haar uitliep, waardoor hij haar vanuit zijn ooghoeken nog wel kon zien terwijl ze de stad verlieten.
De muren van de gebouwen aan de rand van de stad boden wel wat bescherming, maar echt veel hielp het niet. Liever zou Raphael een sprintje trekken naar het bos aan de andere kant, maar de kans dat hij daardoor zijn gevoel voor richting verwarde, was aanwezig. Daarom liepen ze nog enkele minuten zwijgend langs de stadsrand, goed op de omgeving lettend.
Ongeveer tweehonderd meter verderop lag de bosrand. Tweehonderd meter gevuld met grasland, verdorde grassprieten die geen enkele beschutting boden. Als er iemand was die hen in de gaten hield, zou dit het perfecte moment zijn om tot de aanval over te gaan.
Hij wees naar een specifiek punt aan de rand van het bos. 'Daar wil ik heen. Vanaf daar loopt er een helling naar beneden, naar een beekje, omringd door bos. Maar ik stel voor dat we even een sprintje trekken, want erg veilig voel ik me hier niet.' Hij had al aan Raewynn gezien dat zij er hetzelfde over dacht, dus wachtte hij verder niet op haar. Snel wierp hij nog een blik om zich heen, hij trok de rugtas wat beter op zijn rug en begon te rennen. De geëvolueerde vrouw zou toch wel sneller zijn dan hij, dus daar maakte hij zich weinig zorgen om. Hij was ook snel, daar niet van, maar op dit moment vrij zwaar beladen en dat merkte je wel. Als het echt nodig was, zou hij zijn rugtas wel als schild gebruiken.
Gelukkig bleek dat niet nodig te zijn en hij arriveerde veilig bij de bosrand, al liep hij nog enkele meters door voordat hij zich weer wat veiliger voelde, omringd door bomen. Raewynn was hem op de voet gevolgd, had hem waarschijnlijk makkelijk in kunnen halen als ze wilde, maar dit niet gedaan. Nu ze in het bos waren, beschut door bomen, voelde hij zich direct een stuk minder gespannen. Iets verderop kon hij het water uit het beekje al horen kabbelen, dus ook Raewynn zou nu weten dat hij de waarheid had gesproken. Rustiger begon hij nu te lopen, over de bosgrond die licht naar beneden helde. Nog steeds had hij een aantal vragen, dingen die hij over de vrouw wilde weten, maar hij wilde haar niet provoceren. Niet nu ze geen halsband of handboeien meer droeg. Nee, dat risico nam hij liever niet.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



De stilte had iets rustgevends, iets vertrouwds. Pas nu ze niet langer alleen was, realiseerde ze zich hoezeer ze aan de stilte van het alleen zijn gewend was geraakt. Een stilte die anderhalf jaar lang alleen doorbroken was geweest als ze iets tegen zichzelf mompelde, of door de geluiden uit de omgeving. En af en toe als ze een conflict had met iemand die op haar pad kwam of met de geëvolueerden die achter haar aan zaten, maar eigenlijk telde dat niet. Dat was geen normaal menselijk contact. God, ze kon zich nauwelijks nog herinneren hoe dat ook alweer precies was en eigenlijk vond ze dat wel prima zo.
Beurtelings kijkend naar Raphaels rug en de omgeving, vroeg Raewynn zich af hoelang ze in zijn gezelschap zou moeten verkeren. Hoe ver weg was hij gedwaald van de basis van de organisatie? Ze kon slechts een ruwe schatting maken van waar het kamp zich ongeveer moest bevinden, en dan nog besloeg die schatting grofweg enkele honderden vierkante kilometer. Hoeveel dagen moesten ze reizen alvorens ze bij zijn bestemming aankwamen? Raewynn was niet perse bang voor zijn gezelschap, het was meer dat het haar verontruste. Ze had lange tijd niet met iemand samen opgetrokken. Het voelde onwennig.
Ze botste bijna tegen Raphael op toen hij plots stil bleef staan. Ze stonden aan de rand van de stad, nog slechts beschut door de puinstapels van een paar gebouwen, waarschijnlijk geveld door een bominslag. Haar hand had ze krampachtig rond het heft van haar dolk geklemd. Nadat de jager haar zo onaangenaam verrast had met zijn aanval de vorige avond, was Raewynn eraan herinnerd dat ze niet te laks mocht worden in haar houding. Ze was niet alleen in deze wereld.
Haar blik volgde de richting waarin hij wees en ze kneep haar ogen iets samen, waarna ze knikte op zijn voorstel. In het open grasland waren vijanden makkelijk te zien, maar als zij de vijand kon zien, zou de vijand haar ook kunnen zien.
Zonder problemen kwamen ze aan bij de bosrand. Zodra de eerste bomen aan haar voorbij vlogen, verminderde Raewynn haar tempo. Haar borstkas ging iets gejaagder op en neer, maar vermoeid was ze niet. Wel was de bonkende pijn in haar schouder toegenomen. Raphael had het de vorige avond verbonden, alleen het voelde alsof de wond weer open was gegaan. En zelfs al genas ze sneller dankzij haar geëvolueerde genen, die wond zou niet verdwijnen als het open bleef gaan.
Raewynn stopte haar dolk weg voor ze aan de afdaling langs de helling begon. Het was een flauwe helling, maar onder de dennennaalden en bladeren die de bosgrond bedekten, vormden boomwortels verraderlijke lussen boven de grond. Eén verwonding was genoeg, was er eigenlijk al één teveel.
Eenmaal onderaan de helling, zag ze het water van het beekje glinsteren in het zonlicht dat door het bladerdak prikte. Ze liet de rugtas van haar schouder glijden en zakte op haar knieën in het zand. Uit haar rugtas haalde ze een leeg flesje, om deze te vullen met het heldere water. Eerst wilde ze het kurkdroge gevoel uit haar keel verdrijven, daarna kon ze zich bekommeren om haar met bloed besmeurde kleding.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoewel het zeker een stuk beter was in het bos, bleef Raphael wel alert. Tussen de bomen konden ook vijanden zitten, het zou niet de eerste keer zijn dat hij op die manier verrast werd. Het bleef rustig, maar dat kon ieder moment veranderen.
Toch verloor hij zijn alerte houding een beetje toen hij uiteindelijk bij het beekje aankwam. Het geluid van het stromende water was rustgevend en overstemde eventueel geritsel van bladeren toch wel.
Het sprintje had hem niet zo zeer uitgeput, maar zijn ademhaling was wel even versneld geweest en nu nog kon hij zijn versnelde hartslag in zijn borstkas voelen bonken. Langzaam ging hij op de grond naast het beekje zitten, waarna ook hij een flesje uit zijn tas haalde en deze vulde met het water uit de beek. Het was helder water, als er geen stroming in had gezeten, zou je nauwelijks het wateroppervlak kunnen onderscheiden van de rest.
Raphael nam kleine slokjes van het water, dat ijskoud door zijn lichaam spoelde. Als hij hier te snel of te veel van dronk, zou hij zeker hoofdpijn krijgen. Maar kleine slokjes ging wel, was misschien ook wel beter. Na langzaam een half flesje weggewerkt te hebben, vulde hij het flesje opnieuw en hij stopte het weg. Nu wilde hij zichzelf gaan opfrissen, gewoon even wat water in zijn gezicht spatten en het bloed van zijn lichaam wassen. Zijn kleren waren ook wel aan een wasbeurt toe, maar dat kon hij hier toch niet bewerkstelligen. Hij had geen schone kleding meer mee, dus hier zou hij het mee moeten doen. Misschien kon hij zijn shirt in ieder geval even in het water hangen, om het iets schoon te maken.
Hij wierp een blik op Raewynn, die ook was begonnen met wat drinken.  Even aarzelde hij, maar hij realiseerde zich dat ze zelf waarschijnlijk niet eens goed bij de wond op haar schouder zou kunnen. 'Heb je hulp nodig bij het schoonmaken van de wond?' vroeg hij dan ook, niet om zich aan haar op te dringen, maar om haar in ieder geval de mogelijkheid te geven dat hij haar hielp. Ze zouden toch samen moeten reizen, dan was het alleszins niet verkeerd om in ieder geval vriendschappelijk met elkaar om te blijven gaan. Op zijn hoede, maar vriendschappelijk. Geëvolueerden waren onvoorspelbaar, maar zo lang hij met haar samen reisde en ze hetzelfde doel hadden, vermoedde Raphael dat hij het wel zou overleven. Het probleem was de aankomst bij hun thuisbasis. Op één of andere manier zou hij ze in moeten lichten, moeten waarschuwen, maar dat was onmogelijk. Hij hoefde maar één rare beweging te maken en het zou klaar zijn. Sterker nog, wie zei dat ze hem niet af zou maken wanneer de basis in zicht was? Dan had ze hem immers niet meer nodig.
Gelukkig hadden ze nog een aantal dagreizen te gaan. Jagers jaagden nooit in de buurt van de thuisbasis, altijd verder weg. Op die manier verborgen ze hun locatie nog meer, maar het zorgde wel voor langere jachten. Langere reistijd. In dit geval was dat misschien maar goed,

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Zodra er wat water in het flesje zat, zette ze het aan haar lippen om gulzig een paar slokken te nemen. Ze voelde de kou van het water door haar keel glijden en het droge gevoel daar verzachten. Raewynn liet haar adem in een zucht van verlichting ontsnappen, terwijl ze haar hand met het flesje opnieuw het beekje in liet zakken. Een tikkeltje ongeduldig toekijkend hoe het flesje langzaam volliep, tastte ze met haar andere hand voorzichtig naar haar schouder. De klap van de knuppel had aangevoeld alsof het haar schouder verbrijzeld had. Zacht drukte ze met haar vingers op de huid rondom de wond. Het voelde niet alsof er iets kapot was, afgezien van de schade die de pijl al toe had gebracht. Ze was zo’n pijn niet gewend, niet voor meerdere dagen achter elkaar althans.
Een vijandige blik wierp ze in Raphaels richting. Het verdovende spul van de pijl had haar immuunsysteem een flinke klap gegeven.
Raewynn nam nog een paar slokken water alvorens het flesje dicht te draaien en in haar rugtas te stoppen. Ook de twee andere lege flesjes vulde ze. Wie weet wanneer ze weer toegang zouden hebben tot een waterbron als dit. Ze had lange tijd niet zo helder water gezien als in dit beekje. Ze vroeg zich af waar het vandaan kwam.
Toch enigszins verrast keek ze op bij het horen van Raphaels vraag. Ze kauwde nadenkend op de binnenkant van haar wang. Wie garandeerde haar dat hij niet één of ander trucje zou proberen uit te halen bij haar? Het beviel haar allerminst om haar rug naar hem toe te moeten keren, maar Raewynn vreesde dat ze geen keuze had. Het irriteerde haar mateloos dat de pijn aan haar schouder haar in de weg zat tijdens het vechten. Het was een zwakte - en ze haatte zwaktes. Het pijnpunt daarvan was echter dat toegeven dat ze hulp nodig had in haar ogen eveneens een zwakte was.
‘Eigenlijk wel, ja’, antwoordde ze uiteindelijk. Ze zou het wel zien als een manier van hem om goed te maken dat hij haar schouder zo verpest had. ‘Ik heb wel verbandspullen.’ Ze rommelde in haar rugtas tot haar vingers het plastic van het verbanddoosje ontmoetten. Ze trok het trommeltje onder de spullen vandaan en gooide het naast Raphael neer, samen met een flesje water waarmee hij de wond schoon zou kunnen spoelen. Met al het bloed dat ze langs haar rug en schouder voelde lekken, zag het er ongetwijfeld uit als een slagveld.
Raewynn nam de onderkant van haar shirt beet en trok het over haar hoofd, zodat Raphael beter bij de wond kon. De donkergrijze stof van haar shirt was op de meeste plekken overgegaan in een donkerrode kleur. Ze dompelde het shirt onder in het beekje, hopend dat ze er ditmaal op tijd bij was om de meeste vlekken eruit te kunnen spoelen. Het zou niet het eerste shirt zijn dat verpest werd door bloedvlekken. Ze legde een steen op de stof, zodat het niet weg zou drijven met het water.
‘De mensen die ons aanvielen, de geëvolueerden,’ Raewynn viste het speldje dat ze van het jasje van de dode man had gepakt uit haar broekzak en hield het tussen haar vingers, ‘weet je wie ze zijn? Waar ze bij horen?’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Natuurlijk was dit eigenlijk het perfecte moment geweest om haar weer te pakken. De verdovende vloeistof direct in haar wond te duwen, of om de halsband weer bij haar om te klikken. Raphael was zich er echter bewust van dat dat heel slecht voor hem af kon lopen. De eerste keer had hij haar kunnen verrassen, waardoor hij een groot voordeel had gehad. Nu was ze op de hoogte van zijn aanwezigheid én ze wist waarschijnlijk waar hij toe in staat was. Haar nu opnieuw proberen te overmeesteren zou waarschijnlijk resulteren in zijn dood, hoe erg ze hem ook nodig had om bij de basis te komen.
Raphael zou niets flikken. Hij zou zich gedragen. Hij liep naar haar toe, pakte de spullen op en ging achter haar op de grond zitten. Hij was iets groter dan zij, dus ook nu ze allebei zaten kon hij de wond goed zien.
In eerste instantie was het alleen de pijl geweest die zich in haar schouder geboord had, een verwonding die hij gisteren al behandeld was. Vanmorgen had ze er echter nog een venijnige klap op gekregen en dat viel te zien. De huid was donker gekleurd en op meerdere plaatsen kapot. De plek waar de pijl zich in de schouder had geboord, was rood bebloed en bloedde nog steeds. Raphael vermoedde dat er vuil in was gekomen door het gevecht van eerder vandaag en er was een goede kans dat het zou ontsteken als hij het niet goed schoonmaakte nu.
Heel even schoot er door zijn hoofd dat een ontsteking er wel voor zou zorgen dat ze zwak bleef. Dat hij haar dan misschien weer zou kunnen overmeesteren. Hij liet dat plan echter direct weer varen, aangezien ze zo gezond mogelijk moest blijven. Hij had haar nodig, net zoals zij hem nodig had op dit moment. In het onderzoekscentrum hadden ze niets aan een geëvolueerde die stervende was aan een ontsteking, dat zou het onderzoek negatief beïnvloeden.
Eerst pakte hij het flesje met water en begon dit over haar schouder te gieten. Met zijn hand veegde hij eerste het meeste bloed weg, dat al stevig aan het vastplakken was aan de huid. Nu de meeste rotzooi weggespoeld was, leek het al direct een stuk minder angstaanjagend. De wond van de pijl was een nette wond, geen gapende gaten of beschadiging van spieren. De gigantische beurse plek was een ander verhaal, maar dat zou vanzelf wegtrekken.
Terwijl hij uit de verbanddoos nog wat verband pakte, haalde hij zijn schouders op. 'Ik weet dat ze bij een organisatie van geëvolueerde mensen horen, die proberen de macht te pakken. Wanneer wij jagen, proberen we ze zo veel mogelijk te vermijden, omdat ze vaak in groepen reizen en veel sterker zijn.' Er werd wat desinfecterende vloeistof op het materiaal gegoten, waarna hij de wond verbond. Het zou wel even geprikt hebben, maar het was makkelijker om het zo snel mogelijk achter de rug te hebben. Des te eerder was het prikken ook voorbij.
'Maar dat is dan ook alles wat ik van ze weet,' gaf hij toe, 'ik weet bijvoorbeeld niet waarom ze achter ons, achter mij of achter jou, aanzaten.'
Even keek hij naar het shirt dat ze aan had gehad, dat doorweekt was. Het bloed was er wel aardig uit gewassen, maar ze kon eigenlijk geen vochtig shirt aan over de net verbonden verwonding. 'Heb je nog een droog shirt?' vroeg hij haar dan ook, terwijl hij de verbandspullen weer op begon te ruimen. Anders had hij waarschijnlijk nog wel iets, al vermoedde hij dat ze het niet zou willen of passen. Maar goed, ze kon moeilijk halfnaakt rond blijven lopen.
Raphael kwam overeind, keek nog een keer naar de verwonding die hij verbonden had. Het zag er oké uit, nu. Met het geëvolueerde lichaam dat Raewynn had, moest ze binnen no-time hersteld zijn.
Nu pas realiseerde Raphael zich dat Raewynn écht halfnaakt was geweest. Hij was geen preutse man, maar hij was het niet helemaal gewend om tegen een  halfnaakte vrouw aan te kijken. Hij liet echter niets blijken van zijn realisatie, misschien alleen het beetje schaamrood dat over zijn kaken was gekropen. Nee, ze moest zeker een shirt aan. Hij stond erop.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



‘Au, verdomme.’ Raewynn drukte haar kaken stevig op elkaar en kneep haar ogen iets samen. Ze had ervaring met de venijnig bijtende sensatie van ontsmettingsmiddel, maar in haar herinnering had het minder erg geleken. De evolutie was zo geniaal om mensen met betere vaardigheden te ontwikkelen, maar een hogere pijngrens zat er niet in. Niet bij haar althans.
Om zichzelf af te leiden van het na prikken van het desinfecterende middel focuste ze zich op Raphaels antwoord op haar vraag. Het verbaasde haar weinig dat jagers zoals hij de organisatie geëvolueerden het liefst vermeden. Immers, de organisatie stond voor alles dat de geëvolueerden zo uniek maakte, met een grote minachting jegens de mensen die de evolutie niet aan hun kant hadden staan. Lijnrecht daartegenover stonden Raphael en de andere jagers, die probeerden een middel te ontwikkelen om alle mensen in geëvolueerden te veranderen.
‘Ze noemen zichzelf Eden’s Elite. Eden zou het paradijs zijn, in dezelfde religie waar jouw naam vandaan komt. En Eden’s Elite ziet het paradijs als een wereld waarin geen minderwaardige mensen rondlopen.’ Raewynn schokte kort met haar schouders, maar had al snel spijt van die beweging. ‘Hun woorden, niet de mijne.’
Ze sloeg haar ogen neer een keek naar het speldje in haar handpalm. Gedachteloos streek ze met haar duim over het enigszins verroeste ijzer waar het speldje van gemaakt was. Het was een open cirkel van zo’n drie centimeter breed en erin was het silhouet te zien van iets dat nog het meeste weg had van een boom.
‘Ik heb iets dat zij graag willen hebben’, vervolgde ze, terwijl ze haar vingers om het speldje sloot. Technisch gezien had Raphaels organisatie het voorwerp waar de geëvolueerden op uit waren, maar Raewynn was van plan daar verandering in te brengen zodra Raphael haar naar hun basis toe had gebracht. ‘Ik was zo dom om ze dat te vertellen, een paar maanden geleden. Hoe dan ook, daarom zitten ze achter mij aan. En waarom ze achter jou aan zitten? Naast het feit dat je op hun soort jaagt, zou ik het niet weten. Aan je zonnige karakter zal het vast niet liggen.’
Voorzichtig bewoog ze haar schouders eens Raphael klaar was met het verbinden van de wond. De pijn verdween jammer genoeg niet op miraculeuze wijze door een beetje goede zorg, maar Raewynn was allang blij dat de wond nu een goede kans had om te genezen. In ruil voor die verzorging had Raphael een beetje meer informatie over de aanval van de geëvolueerden wel verdiend.
Ze trok haar tas naar zich toe om het verbandtrommeltje er terug in te stoppen en een droog shirt eruit te pakken. Met enige moeite trok ze het verkreukelde kledingstuk over haar hoofd. Daarna draaide ze zich om naar Raphael.
‘Heb jij nog ergens last van?’ informeerde ze, terwijl haar ogen langs zijn verschijning gleden. Ook op zijn kleding waren bloedvlekken te zien, maar dat was waarschijnlijk vooral het bloed van de geëvolueerden die geprobeerd hadden hem te grazen te nemen. Hij oogde in ieder geval niet gewond.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het verbaasde hem niets dat Raewynn meer over de organisatie wist. Bijna iedereen die geëvolueerd was, was wel een keer in aanraking geweest met de groep die dus de naam Edens Elite droeg. Je kon er natuurlijk niet omheen als je in principe bij de elite van de wereld hoorde. Een wereld waarin geen minderwaardige mensen rondliepen. Raphael haalde zijn schouders op. 'Je mag hun mening over het Eden delen, het is nu eenmaal zo dat een deel van de mensheid beter, sterker en sneller is geworden en een deel niet.' Hij vroeg zich nog dingen af, wat het voorwerp bijvoorbeeld was, of hoe zij aan het voorwerp was gekomen. Het waren vragen die op het puntje van zijn tong lagen, maar hij besloot ze niet te stellen. Misschien een andere keer, voor nu had ze hem al genoeg gegeven om over na te denken. Als hij mocht geloven wat ze had verteld, zouden deze mensen niet zomaar opgeven. Ze zouden meer mensen sturen, sterkere mensen. Zelfs met een geëvolueerde aan zijn kant kon Raphael maar zo veel doen. Op een gegeven moment zouden ze gewoon met meer zijn, hen overmeesteren. Dat was iets dat hij liever vermeed.
Hij wierp een blik op de vrouw, die nu een shirt aan getrokken had. Was dat de reden dat ze hem nu bij zich hield? Het was een mogelijkheid. Zij moest zich ook realiseren dat ze het op een gegeven moment niet meer in haar eentje vol zou houden en iemand aan haar kant hebben die wel moest, die er alles aan moest doen om haar in leven te houden, was dan helemaal geen slechte gok. Misschien hoefde ze wel helemaal niet naar de basis, zocht ze gewoon een manier om bij meer mensen te komen, op een plek waar de groep geëvolueerden minder snel zou komen. Een interessante theorie.
Haar vraag haalde hem uit zijn gedachten en hij inspecteerde zijn eigen lichaam. De adrenaline was natuurlijk al lang gezakt, maar hij had überhaupt nog niet over zijn verwondingen nagedacht. Over zijn gezicht liep een snee, maar die had hij direct al schoongemaakt. Het was gelukkig niet diep, leek erger dan het was. Zijn onderarm daarentegen had een paarsblauwe kleur gekregen. Iedere aanraking deed zeer en Raphael prees zich gelukkig dat het daarbij was gebleven. De klap die hij daarop had ontvangen was voor zijn hoofd bedoeld geweest, dus dan was dit een alternatief waar hij zich wel bij neer kon leggen. Het feit dat hij de arm nauwelijks kon gebruiken zonder ergens overheen te strijken en zichzelf te pijnigen was geen prettig iets, maar hij zou het wel overleven. 'Niets dat niet vanzelf heelt,' antwoordde hij dan ook. Wel trok hij zijn shirt uit, dat onder de bloedvlekken zat, en volgde het voorbeeld van Raewynn door het shirt in het water te laten weken. In zijn tas ging hij op zoek naar een droog shirt, dat hij uiteindelijk wel vond en aantrok. Het liefst had hij ook een andere broek aangetrokken, maar daar had hij wat minder alternatieven in. Dat betekende dat deze broek nog een paar dagen mee zou moeten.
'Wil je hier nog even blijven rusten, of wil je direct weer op weg?'

@Daynty 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste