Varamyr schreef:
‘’No, I understand,’’ bracht hij meteen uit nadat zij stamelend haar gedachten luidop uitsprak. Hij had ook niet verwacht dat Emilia haar stamvader miste, omdat hij meende dat het al een lange tijd uit was tussen Morte en haar oudtijdse vriend, die eveneens niet bepaald deugde. Hij liet haar achter met forse schulden, - gokschulden, wellicht? Of was hij in aanraking gekomen met misdadigers en was hij hen een groot geldbedrag verschuldigd? Drugs, alcohol, doorgeslagenheid?
Morte had kennelijk gezien hoe hij struggelde met de weegschaal en schoot hem te hulp. Niet hij, maar zij stelde de waag goed in, waarop hij het schaamtegevoel al omhoog kon voelen kruipen. Hij kon er desalniettemin om lachen. Hij was dan wel niet handig, hij probeerde het wel.
Bedachtzaam gooide hij driehonderd gram bloem in de kom, waarna hij deze aan haar gaf. Het duurde niet lang of Emilia stond hen al bij. Onbeschaamd schoof ze de houten etensstoel tussen beide lichamen in, waar ze nadien op ging staan en hun handelingen in uiterste concentratie gadesloeg. Nieuwsgierigheid had haar in haar macht. Hij werd er haast een beetje onzeker van, - hij kende haar en haar moeder uiteraard nauwelijks.
Hij schakelde de weegschaal uit - dit kon hij dan weer wel - en legde deze aan de kant. Emilia sprak.
‘’Mommy says you’re just a friend.’’
‘’I am,’’ zei hij schouderophalend, ‘’- just a friend.’’
‘’Do you have a child, too?’’
Hij schrok van haar vraag, alweer. Morte’s dochter was wel heel erg lukraak met haar uitspraken en kwesties en het kostte haar geen moeite om deze zonder pardon over te brengen. Of hij ook een kind had, waarom wilde ze dat in hemelsnaam weten? En wat moest hij hierop reageren? Moest hij haar, en dus ook Morte, de waarheid vertellen of zou hij haar het zwijgen opleggen door te doen alsof hij haar niet had gehoord?
Hij slikte de brok in zijn keel weg. ‘’I had, once, yeah. A little girl, just like you.’’
Haar ogen werden groter, wat in zijn optiek een nog grotere nieuwsgierigheid betekende. ‘’Where’s she now?’’
Hij keek even kort naar de vrouw naast haar, gewild haar blik te zien voordat hij haar vraag weer beantwoordde. ‘’She’s in a good place.’’
‘’Am I in a good place?’’
‘’I don’t know. What do you think?’’