Daynty schreef:
Freya
Haar hart bonkte luid in haar borstkas, het bloed suisde door haar oren. In haar hoofd galmden de woorden na die Tobias gezegd had, maar het was vooral zijn stemgeluid dat ze hoorde en niet zozeer wat hij precies gezegd had. Ze was te moe om er nu over na te denken.
Freya voelde iets langs haar wang kriebelen, waarna de aanraking zich verplaatste naar haar hals. Haar huid voelde klam en koud aan en zijn vingers brachten een aangename warmte, die jammer genoeg al snel weer verdween. Ze balde haar handen even tot vuisten en strekte daarna haar vingers, om ze op de zitting van de achterbank te plaatsen. Onder haar rechterhand voelde ze één van de scheuren die haar klauwen in de stof hadden gemaakt.
Net op het moment dat ze zichzelf overeind duwde, meldde Tobias dat ze haar gordel om moest doen. De plotse verandering in zijn stem en zijn houding schudden haar wat meer wakker. Freya ging rechtop zitten, veegde een paar lokken van haar haren uit haar gezicht en reikte naast haar. Ze had de gordel net vastgeklikt toen Tobias de auto vol in zijn achteruit zette.
‘Waar gaan we heen?’ Ze schrok ervan hoe schor haar stem klonk en probeerde de droogte in haar keel weg te slikken. Freya steunde met haar elleboog op de deur van de auto onder het raam en liet haar hoofd tegen haar hand zakken. Ze voelde zich licht in haar hoofd, duizelig, alsof ze ziek was en nauwelijks nog energie over had. Toch was dit slappe gevoel een verbetering met de pijn en misselijkheid van even geleden. Dit zou wel weer overgaan, zei ze tegen zichzelf, ze zou gewoon wat uit moeten rusten. Een klein stemmetje op de achtergrond herinnerde haar eraan dat het wolf-gebeuren vast niet iets dat ook vanzelf over zou gaan, maar het was makkelijker om dat detail nu weg te drukken dan het onder ogen te komen.
Tobias manoeuvreerde de auto niet al te voorzichtig door de vele bochten in de straten. Haar elleboog gleed van het portier af en in plaats daarvan greep ze de handgreep in de deur vast, om te voorkomen dat ze alsnog heen en weer zou schuiven op haar plek. Gelukkig had ze geen last van wagenziekte.
‘Ik hoop dat dit niet je standaard rijstijl is’, merkte ze op. Freya liet zich iets meer onderuit zakken op de stoel en ging wat comfortabeler zitten. Nu de trillerigheid van de verandering iets weggeëbd was en de nevels in haar hoofd langzaamaan waren opgetrokken, voelde ze zich alweer iets meer haarzelf. Ze had nog steeds talloze vragen, maar de manier waarop Tobias ingespannen naar het wegdek staarde, weerhield haar ervan om die vragen nu te stellen.
Freya bracht haar blik naar het zijraam toe en keek naar de gebouwen die aan de auto voorbij vlogen. Het waren veelal aftandse flatjes in dit deel van de stad. De gebouwen wisselden zich af met de poort naar het Edison Park en de lage muur die de grens vormde tussen de bebouwing en het groen. Op dit tijdstip stonden er geen auto’s op de parkeerplaats.
‘Wat gaan we hier doen?’ Met een frons ging Freya weer wat rechterop zitten toen Tobias de auto stilzette naast de zuidelijke ingang van het park. Tussen een paar bomen door ving ze een glimp op van de fontein en een paar bankjes die eromheen stonden. Ook stond er aan de rand van de plek met de fontein een monument met een stukje geschiedenis van het park. Freya vond het monument er altijd echter meer uitzien als een grafmonument.
@Shinde
Freya
Haar hart bonkte luid in haar borstkas, het bloed suisde door haar oren. In haar hoofd galmden de woorden na die Tobias gezegd had, maar het was vooral zijn stemgeluid dat ze hoorde en niet zozeer wat hij precies gezegd had. Ze was te moe om er nu over na te denken.
Freya voelde iets langs haar wang kriebelen, waarna de aanraking zich verplaatste naar haar hals. Haar huid voelde klam en koud aan en zijn vingers brachten een aangename warmte, die jammer genoeg al snel weer verdween. Ze balde haar handen even tot vuisten en strekte daarna haar vingers, om ze op de zitting van de achterbank te plaatsen. Onder haar rechterhand voelde ze één van de scheuren die haar klauwen in de stof hadden gemaakt.
Net op het moment dat ze zichzelf overeind duwde, meldde Tobias dat ze haar gordel om moest doen. De plotse verandering in zijn stem en zijn houding schudden haar wat meer wakker. Freya ging rechtop zitten, veegde een paar lokken van haar haren uit haar gezicht en reikte naast haar. Ze had de gordel net vastgeklikt toen Tobias de auto vol in zijn achteruit zette.
‘Waar gaan we heen?’ Ze schrok ervan hoe schor haar stem klonk en probeerde de droogte in haar keel weg te slikken. Freya steunde met haar elleboog op de deur van de auto onder het raam en liet haar hoofd tegen haar hand zakken. Ze voelde zich licht in haar hoofd, duizelig, alsof ze ziek was en nauwelijks nog energie over had. Toch was dit slappe gevoel een verbetering met de pijn en misselijkheid van even geleden. Dit zou wel weer overgaan, zei ze tegen zichzelf, ze zou gewoon wat uit moeten rusten. Een klein stemmetje op de achtergrond herinnerde haar eraan dat het wolf-gebeuren vast niet iets dat ook vanzelf over zou gaan, maar het was makkelijker om dat detail nu weg te drukken dan het onder ogen te komen.
Tobias manoeuvreerde de auto niet al te voorzichtig door de vele bochten in de straten. Haar elleboog gleed van het portier af en in plaats daarvan greep ze de handgreep in de deur vast, om te voorkomen dat ze alsnog heen en weer zou schuiven op haar plek. Gelukkig had ze geen last van wagenziekte.
‘Ik hoop dat dit niet je standaard rijstijl is’, merkte ze op. Freya liet zich iets meer onderuit zakken op de stoel en ging wat comfortabeler zitten. Nu de trillerigheid van de verandering iets weggeëbd was en de nevels in haar hoofd langzaamaan waren opgetrokken, voelde ze zich alweer iets meer haarzelf. Ze had nog steeds talloze vragen, maar de manier waarop Tobias ingespannen naar het wegdek staarde, weerhield haar ervan om die vragen nu te stellen.
Freya bracht haar blik naar het zijraam toe en keek naar de gebouwen die aan de auto voorbij vlogen. Het waren veelal aftandse flatjes in dit deel van de stad. De gebouwen wisselden zich af met de poort naar het Edison Park en de lage muur die de grens vormde tussen de bebouwing en het groen. Op dit tijdstip stonden er geen auto’s op de parkeerplaats.
‘Wat gaan we hier doen?’ Met een frons ging Freya weer wat rechterop zitten toen Tobias de auto stilzette naast de zuidelijke ingang van het park. Tussen een paar bomen door ving ze een glimp op van de fontein en een paar bankjes die eromheen stonden. Ook stond er aan de rand van de plek met de fontein een monument met een stukje geschiedenis van het park. Freya vond het monument er altijd echter meer uitzien als een grafmonument.
@Shinde