Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
10 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O // A fire in the night
Daynty
Internationale ster



Zes jaar. Dat was een lange tijd, zeker als ze zich bedacht dat het vertellen en oppikken van leugens bij lange na niet het enige was dat hij geleerd had op de academie. Hij had er ook leren vechten en waarschijnlijk nog talloze andere vaardigheden opgedaan. Het liefst vroeg Leira hem naar iedere dag van zijn leven op de academie, maar ze wist niet zeker of dat iets was waar hij nu al over wilde vertellen. Het zou hem alleen maar herinneren aan het feit dat hij al die jaren die hij had weggegooid door haar leven te sparen. 
Leira trok de band van haar tas beter over haar schouder en luisterde in stilte naar zijn antwoord. Dat hij zijn moeder noemde, liet haar even opkijken. Nu pas besefte ze dat ze onbewust had aangenomen dat hij geen familie meer had, hoewel ze niet kon zeggen waar die gedachte precies vandaan was gekomen. Leden van de Ravengarde leken haar simpelweg niet echt familietypes, maar voor zover zij wist was het geen vereiste om geen naasten meer te hebben als een soldaat bij de garde wilde. Eigenlijk zou het wel zo eerlijk zijn als de familie van een Ravengardelid hem af zou worden genomen, zodat ze wisten hoe het voelde als ze zelf ontelbaar vele gezinnen kapot maakten tijdens hun carrière. 
Leira schrok van de wraakzuchtige gedachte en zette hem abrupt uit haar hoofd. Dat was niet hoe ze wilde denken. 
'Als je met haar hebt gepraat en je daarna onderduikt... Ben je dan niet bang dat ze haar alsnog vinden?' 
Raphael bleef stil, te lang. Voorzichtig keek Leira achterom. Hij merkte het en trok zijn gezicht snel terug in de plooi, maar ze ving een glimp op van de emoties die er vlak daarvoor op hadden gelegen. Een diep besef, verdriet en machteloosheid. Hij had geen woorden nodig om een antwoord te geven op haar vraag. Zijn stilte zei genoeg. 
Hij wíst dat de Ravengarde zijn moeder zou vinden. Hij wist dat dat haar einde zou betekenen. 
Leira wilde iets zeggen, wat dan ook, om haar medeleven te tonen, maar ze kon er de juiste woorden niet voor vinden. Het deed haar denken aan het verlies van haar eigen ouders. Er waren geen woorden in de wereld die dat draaglijker konden maken. Het enige waarvan ze hoopte dat het Raphael iets van troost zou bieden, was dat hij erover met haar zou kunnen praten als hij dat wilde. Als hij daaraan toe was. Ooit.
'Daarom moet ik er eerder zijn,' zei hij enkel nog. 
Leira knikte, waarna ze nadacht hoe ze zijn vraag terug moest beantwoorden. Kon ze hem vertellen over oom Varin? Over de instructies van haar ouders? Zou haar oom meer weten over waar haar ouders zich mee bezig hadden gehouden? Of wellicht was hij er zelf ook wel bij betrokken. 
'Een oom van mij, de broer van mijn vader, woont in Almerín,' antwoordde ze uiteindelijk. Raphael was eerlijk geweest tegen haar, zelfs al was het zo'n persoonlijk onderwerp geweest, dus hij verdiende die openheid terug. 'Mijn ouders hebben me ooit verteld dat ik hem op moet zoeken als er iets met ze zou gebeuren. Alsof ze wisten dat...' Leira beet verwoed op haar lip om de brok in haar keel weg te drukken. 'Alsof ze wisten wat er op een dag zou gebeuren.'
De bomen weken iets uiteen en gaven ruimte aan een kleine openplek. Gras wuifde zacht in de avondbries en de witte bloemen die er tussen groeiden, leken op te lichten in het maanlicht. Leira bleef stilstaan aan de rand ervan en draaide zich naar Raphael toe zodat ze hem aan kon kijken. 
'Waarvoor werd de Ravengarde naar Ralin gestuurd?'
Hadesu
Wereldberoemd



Haar ouders hadden haar voorbereid op de situatie dat ze te overlijden zouden komen. Interessant. Ergens in Raphael zijn achterhoofd gingen wat tandwielen draaien. Het was logisch. Hij had de mensen met wapens uit de woning zien stormen toen de Ravengarde arriveerde. Niet van plan om zomaar op te geven, maar wel van plan hun dochter een kans te geven. Een knoop vormde zich in zijn maag. Wat als hij niet alleen zijn plicht verzaakt had om een opdracht van de koning uit te voeren, maar nu ook nog eens een rebel aan het helpen was? Dat was dubbel slecht. Aan de andere kant, maakte het nog uit? Hij hoorde toch niet meer bij de Ravengarde. Hij hoorde niet meer bij het elite leger van de koning, die wilden hem juist dood hebben. Misschien kon hij dan beter rebellen helpen.
De gedachten rondom zijn moeder bleven rondspoken. Hij wist heel goed wat er met haar zou gebeuren wanneer de Ravengarde haar vond. Dat zou ze niet na kunnen vertellen en een kans om te vechten had ze niet in haar broze staat. Ze was niet alleen oud en verzwakt vanwege haar ziekte, maar ook nog eens slechts een boerin geweest voordat ze ziek werd. Niet getraind. Kansloos, dus. Raphael had haar doodsvonnis getekend door Leira te redden. Was dat het waard? Hij wilde er niet te veel over nadenken, maar even schoot de gedachte door zijn hoofd dat hij haar beter had kunnen doden. Zelfs al zouden er daarna nog honderd anderen moeten sterven, dan zou zijn moeder tenminste niet doodgaan. Een nare ruil, maar Raphael had die beslissing jaren geleden al gemaakt toen hij de Ravengarde binnentrad.
‘Wij vragen niet naar de waarom als de koning een opdracht geeft,’ antwoordde Raphael, zijn stem ontdaan van emotie. Hij sprak nog over de Ravengarde alsof hij erbij hoorde, al wisten ze allebei dat dat niet het geval was. Een zucht ontsnapte hem. ‘Vragen kan je je kop kosten. Een dorp moet van de kaart gevaagd worden, de Ravengarde gehoorzaamt. Maar meestal krijgen we dat soort opdrachten als er vermoedens of bewijzen zijn dat er rebellen in dat dorp of in die omgeving zitten.’ Bij het uitspreken van die woorden keek hij Leira indringend aan. Ze sprak een te lange tijd niet, waardoor hij direct op zijn hoede was. Als ze samen gingen reizen, wilde hij dat ze eerlijk was. ‘Weet jij daar iets over?’ 
Leira bleef nog steeds stil. Dat was voor Raphael eigenlijk voldoende antwoord, maar hij wilde toch dat ze uitsprak wat ze wist. ‘Leira. Ik ga je heus niet meer omleggen, daar is het te laat voor. Maar tegen me liegen heeft weinig zin, ik dacht dat je dat wel begrepen had.’ Hij probeerde zijn toon niet van alle emotie te ontdoen, juist iets van een ontspannen ondertoon aan te houden. Hij wilde haar echt niet op de kast jagen met bedreigingen, want hij meende wat hij zei: het had geen zin meer om haar alsnog om te leggen, daar was het veel te laat voor. Zelfs als hij het ongedaan wilde maken, kon dat niet meer. Maar als ze meer wist van de rebellen, of er zelf een was, kon hij die wetenschap misschien gebruiken als hij inderdaad moest onderduiken. Dat laatste sprak hij echter niet hardop uit.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Leira hoopte met heel haar hart dat Raphael een antwoord had op de vraag die haar al achtervolgde vanaf het moment dat ze het zwarte lint van gardisten aan de horizon had gezien. Waarom waren ze naar Ralin gestuurd? En waarom moest elke inwoner van het dorp dood, zelfs de kinderen. Ze kon zelf niet tot een bevredigend antwoord komen, behalve die ene mogelijkheid waar ze niet aan wilde denken: rebellen. 
Het woord liet haar maar niet met rust. Waar eerder de piratenkapitein het genoemd had, nam nu Raphael het in de mond. Het klonk logisch, hoe wreed het ook was. De koning wilde ongetwijfeld niet dat er ook maar een rebel bleef leven. Dat was het opofferen van alle onschuldige levens wel waard. Blijkbaar. Maar hoe onschuldig waren haar ouders eigenlijk geweest?
Raphael zag onmiddellijk dat ze ergens over aan het denken was. Ze vervloekte zichzelf erom dat haar gezicht zo vaak een open boek was. Wellicht moest ze hem binnenkort eens vragen hoe hij de emoties altijd zo van zijn gezicht wist te verbannen. 
Hoewel ze er niet om stond te springen het hem te vertellen, had ze weinig keuze. Als zij het niet zei, zou hij de puzzelstukjes vast zelf in elkaar passen. 
'I-ik weet er niets over,' antwoordde ze, nog steeds enigszins overrompeld door de beschuldigende toon die in zijn vraag had weergeklonken. 'Tenminste, mijn ouders hebben mij nooit wat verteld. Maar na wat er gebeurd is en nu ik weet dat er blijkbaar rebellen zijn... Ze moeten er haast wel iets mee te maken hebben gehad. Het zou zoveel verklaren.' Leira wapperde met haar hand een motje weg dat om haar heen fladderde. 'Gesprekken die ik af en toe hoorde, geheimzinnig gedoe, bezoekers.' Peinzend dacht ze terug aan de afgelopen jaren, aan alle momenten die nu ineens uit de toon vielen. 'Vooral de bezoekers waren opvallend. Het waren altijd vreemdelingen, mensen die niet uit Ralin of de omliggende dorpjes kwamen. Er was wel een herberg in Ralin, maar het was geen plek waar vaak vreemdelingen kwamen. Het ligt niet op een handelsroute en er is ook niets bijzonders te zien of te vinden. En het leek altijd of die bezoekers specifiek voor mijn ouders kwamen. Meestal stuurden ze mij dan met een smoesje naar Josh toe of gaven ze me een klusje buiten het huis.' Nu ze het zo hardop uitsprak, besefte ze dat ze het niet langer kon ontkennen: haar ouders hadden iets met de rebellen te maken gehad. Sterker nog, misschien waren ze zelf wel rebellen geweest. 
'Het klinkt zo onwerkelijk.' Leira schudde zachtjes haar hoofd. 'Maar ik kan geen andere verklaring bedenken voor alles. Hoe heb ik dit allemaal niet eerder ingezien?' Met een bijna wanhopige blik keek ze Raphael aan. 'Waarom heb ik niet gewoon meer aangedrongen dat ze me de waarheid vertelden? Misschien had ik het idee uit hun hoofd kunnen praten, wat ze ook van plan waren. Of... Of ik had iets anders kunnen doen om ze te helpen.' Haar stem zwakte af tot een fluistering. 'Dan zouden ze nu misschien nog leven.'
Hadesu
Wereldberoemd



Hij realiseerde zich dat hij toch wat fel overgekomen was op Leira, anders was ze niet zo overrompeld geweest in het geven van haar antwoord. Dat speet hem wel, maar hij was nu eerst bezig met het verzamelen van informatie over de rebellen. En het bleek dat zijn onderbuikgevoel juist was. Hoewel Leira niet exact alles wist, deden haar woorden wel vermoeden, of bevestigden ze zelfs wat Raphael al gedacht had. Haar ouders waren leden geweest van de rebellenbeweging en zo te horen nog belangrijk ook, anders zouden ze niet vrij regelmatig bezoek gekregen hebben van vreemdelingen. Dat Leira er verder weinig van wist, omdat haar ouders haar erbuiten hadden gehouden, vond Raphael niet vreemd: Hij had vaak genoeg smeekbedes gehoord van rebellen of opstandelingen die vroegen om hun kinderen, die niets met de beweging te maken hadden, te sparen. Dat had hij zelf natuurlijk nooit gedaan, want je kon nooit van tevoren inschatten of een kind meer mee had gekregen dan gedacht, of dat de dood van hun ouders hen meer naar de rebellen toe zouden duwen. Nee, altijd het zekere voor het onzekere nemen en zorgen dat er geen enkele overlever meer is.
Haar wanhoop kon hij niet beantwoorden. Ze leek oprecht geschokt door de realisatie dat haar ouders daadwerklijk rebellen waren geweest, maar gaf zichzelf er ook de schuld van dat ze er niets aan gedaan had. Raphael begreep dat niet. Het was immers hun eigen keuze geweest om tot de groep opstandelingen toe te treden, niet de hare. Die woorden lagen al op zijn lippen, maar net op het laatste moment slikte hij het in. Het waren geen woorden die zij op dit moment zou willen horen. Tenminste, dat dacht hij dan. Hij had geen idee hoe hij met dit soort emotionelere situaties om moest gaan. 
Ietwat twijfelend legde hij een hand op haar schouder. Het voelde onwennig, apart. Maar ergens klopte het ook wel weer. Hij zij verder niets, want hij wist echt niet wat hij zou kunnen zeggen, maar hij gaf een kneepje in haar schouder. Zacht, niet dat harde dat hij deed om iemand zeer te doen. Hij wilde haar geen zeer doen, dat deed ze op dit moment zelf al. 
Uiteindelij haalde zijn hand toch weer van haar schouder. 'Als je jezelf die vraag blijft stellen word je uiteindelijk gek,' zei hij, maar zachter. De ietwat dreigende ondertoon, die hij vergeefs had geprobeerd te onderdrukken, was nu volledig weg uit zijn stem. Hij had de Enyx in hem even de vrije loop gegeven, wat nu niet goed was. Dat speet hem. Die woorden kreeg hij echter niet uit zijn strot en hij keek naar de hemel boven hen. De eerste sterren begonnen zichtbaar te worden, maar ze waren op dit moment nog te licht om er de weg op te kunnen volgen. Dat moesten ze doen met het laatste restje zonlicht dat ze nog hadden.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Haar lichaam verstijfde bij het plotselinge voelen van een hand op haar schouder. Een fractie van een seconde schoot door haar hoofd dat hij haar ging vermoorden. Hij had de informatie die hij wilde en nu hoefde hij alleen nog maar af te maken wat hij in Ralin had nagelaten. 
Zodra Leira zich bewust werd van die gedachte, zette ze hem beschaamd uit haar hoofd. Het was niet eerlijk om zo over hem te denken, maar alle gruwelverhalen en waarschuwingen die ze heel haar leven hoorde over de Enyx en de Ravengarde zaten vast in haar systeem. Het was moeilijk om dat van de ene op de andere dag uit te schakelen. 
Leira glimlachte dankbaar. Het kneepje in haar schouder was precies het lieve, troostende gebaar dat ze nodig had gehad. Dat het afkomstig was van Raphael maakte het alleen maar bijzonderder. 
Ze volgde zijn blik omhoog naar de nachthemel, waar de eerste sterren als aarzelende fonkelingen aan de hemel verschenen. Terwijl Raphael hun richting bepaalde, gleden haar ogen langs de bosrand die de open plek begrensde. De stilte en invallende duisternis hadden iets sereens. Iets dat er de afgelopen dagen niet was geweest. Ze waren eindelijk op weg. Weg van Laerin, van de koning, weg van de drukke straten waar ze zich soms zo verloren had gevoeld helemaal in haar eentje, in de wetenschap dat iedereen die ze kende uit het leven was weggerukt. Weg uit het huisje dat veel te dicht bij de plek waar ze Raphael had gevonden stond. 
Haar reisgenoot kwam in beweging en volgde de bosrand naar de andere kant van de open plek. Het waren dat soort ogenschijnlijk kleine dingen die haar eraan herinnerden dat hij een Enyx was. Zijzelf zou de open plek recht over zijn gestoken zonder erbij na te denken dat ze dan ongelooflijk in het zicht liep. 
‘Zou de Ravengarde naar je op zoek zijn of zouden ze denken dat je dood bent?’ vroeg Leira zich hardop af nadat ze een tijdje in stilte hadden gelopen. De zon was achter de horizon verdwenen en de schaduwen in de bomen begonnen zich nu echt samen te pakken tot een dikke duisternis. ‘Ze moeten toch weten dat je flink gewond bent geraakt. Ze weten niet dat je hulp hebt gehad, dus voor hen kan je net zo goed al dood beschouwd worden.’
Voor haar hoorde ze Raphael kort snuiven. ‘Ze zullen pas stoppen met zoeken als ze mijn dode lichaam hebben om dat te bewijzen.’
Daar had ze niets op te zeggen. Het was een somber besef dat Raphael zijn hele leven over zijn schouder zou moeten kijken, in ieder geval zolang de koning zou leven. Het was wreed en frustrerend hoe één man het leven van zoveel mensen kon verwoesten. En daarnaast gaf het haar een gevoel van machteloosheid. De koning had zoveel macht, zoveel middelen. Het maakte hem zo goed als onoverwinnelijk. Hoe graag ze hem ook iets aan wilde doen, hoe graag ze hem ook wilde laten boeten voor wat hij haar ouders had aangedaan, ze wist dat dat niets meer dan onmogelijke dromen waren. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Eigenlijk had hij er zelf niet zo erg veel moeite mee dat hij waarschijnlijk zijn hele leven op de vlucht zou zijn vanaf dit moment, Het was verschrikkelijk dat het hem zijn moeder zou kosten, maar die vrouw leefde toch al op geleende tijd.

Het eerste deel van hun reis verliep erg rustig. Zo lang ze in het bos bleven en de drukkere paden en wegen vermeden, was er niets aan de hand. Ja, een schram of een kras van een tak en af en toe een wild dier. De nachten waren niet erg comfortabel, maar liever levend en een beetje ongemak dan dood.
De afgelopen uren hadden ze in westelijke richting gelopen. De reis verliep voorspoedig, maar te langzaam naar Raphael zijn zin. Hij had geweten dat ze vertraagd zouden worden door zijn verwondingen, maar Leira was ook geen getrainde militair en was het niet gewend om dagen en nachten door te marcheren. Ze vorderden stukken langzamer dan hij had gehoopt.
Dat maakte ook dat hij, nadat ze enkele dagen hadden doorgeploeterd, twijfelend bleef staan bij een kleine boerderij iets van de weg verwijderd. Het was overduidelijk geen grote, welvarende boerderij, maar ze hadden veel bouwland en een weiland met wat dieren. Onder andere een paard. Geen vurig ros zoals hij had gehad bij de Ravengarde, maar een stevig dier dat waarschijnlijk gebruikt werd om het land te ploegen. Sterk genoeg voor twee mensen en hun bepakking. Natuurlijk, Raphael begreep ook wel dat de boer het dier echt niet zomaar af zou geven. Vroeger zou hij zijn autoriteit als Enyx gebruikt hebben om het dier te confisqueren, maar dat zou nu betekenen dat hij zijn identiteit bekend moest maken. En ze wilden juist zo veel mogelijk anoniem blijven. Toch, met het paard zouden ze veel sneller reizen en eigenlijk nog minder opvallen. Wie zou er proberen twee mensen met een werkpaard tegen te houden of te beroven? De voordelen wogen overduidelijk op tegen het nadeel, namelijk dat ze het dier hoogstwaarschijnlijk zouden moeten stelen.
Raphael was gestopt met lopen en dat had overduidelijk de aandacht van Leira getrokken. De jonge vrouw keek hem vragend aan en hij knikte in de richting van de boerderij en het paard. 'We zouden zo veel sneller zijn als we dat paar mee kunnen nemen,' zei hij, zich al voorbereidend op eventuele morele bezwaren die zijn reisgenote zou hebben. Ze wist dondersgoed dat ze geen geld hadden om eerlijk voor het dier te kunnen betalen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Na drie dagen bijna onafgebroken lopen voelden haar benen aan alsof er blokken steen aan vast waren geketend en daar elk uur een beetje meer gewicht bij aan werd gehangen. In de ochtend was het nog niet zo erg, wanneer haar lichaam een paar uurtjes had kunnen rusten, maar aan het eind van de dag kostte het meer en meer moeite om de ene voet voor de andere te blijven plaatsen. Het enige voordeel dat daarbij kwam kijken, was dat al haar aandacht opgeslokt werd door het blijven voortbewegen, waardoor ze geen ruimte had om te piekeren over al het andere, zoals dat Raphael merkbaar gefrustreerd was dat ze niet zo snel vooruit kwamen. Het grootste deel van de tijd wist hij het feilloos te verbergen achter dat masker van hem, maar af en toe glipte er een druppel emotie doorheen. Of misschien verbeeldde ze het zich alleen maar. Misschien was dat wat de korte nachten met haar deden. 
Leira botste tegen haar reisgenoot op toen hij plots stil bleef staan. Zijn rug was breed en hard als een muur en ze zette snel een stapje achteruit terwijl ze een verontschuldiging mompelde. Toen ze naast hem kwam staan, zag ze dat het bos dat hen dagenlang omhuld had, iets uiteen was geweken voor een kleine verzameling huizen. Vlak voor hen lag een boerderij. Het huis was in stilte en duisternis gehuld en de weilanden en akkers eromheen lagen er vredig bij in het maanlicht. Een paar koeien en een paard die in één van de weilanden graasden, leken niet op te merken dat er naar hen werd gekeken. Het deed haar denken aan de boerderij van haar ouders tijdens warme zomernachten, wanneer ze soms tot vroeg in de ochtend met Josh buiten had gezeten, verwarmd door een kampvuurtje en genietend van de rust.
Raphael verklaarde waarom hij stil was blijven staan en Leira drukte de herinnering uit haar hoofd. Ze volgde zijn blik naar het werkpaard in de wei. Het enige paard dat ze zag bij de boerderij, ongetwijfeld van onschatbare waarde voor de boer die het dier nodig had op het land. En misschien woonden hier ook wel kinderen die af en toe ritjes maakten op het paard of het verzorgden. Ze zouden kapot zijn als ze morgen wakker werden en ontdekten dat het dier weg was. Dat was tenminste hoe zij zich zou hebben gevoeld als haar paard op een dag ineens weg zou zijn geweest. 
Maar er was geen ruimte voor dat soort sentimenten nu. Raphael en zij hadden een paard nodig, anders zou het een heel lange reis worden - en hoe meer tijd ze nodig hadden, hoe meer tijd de Enyx hadden om bij zijn moeder te komen.
‘Het paard meenemen…’ herhaalde ze Raphaels woorden nadat ze hun opties een paar seconden in stilte had afgewogen. ‘Stelen dus, bedoel je.’ Het was geen vraag, maar een constatering. ‘Vertel maar wat het plan is.’ Ze ging er tenminste vanuit dat Raphael in gedachten al tot in de details een plan had uitgestippeld. Ze had de afgelopen dagen ontdekt dat dat meer een instinct van hem was, een automatisme, dan dat hij er bewust mee bezig was. Van kleine dingetjes zoals hoe ze een drukke weg over gingen steken tot waar ze hun kamp op zouden slaan voor de nacht. Een paard stelen was toch wel iets anders, maar hoe moeilijk kon dat nu echt zijn? Iedereen in de boerderij sliep en in de wijde omgeving was niemand te bekennen. 
‘Wil je er ook een zadel bij stelen, als ze dat hebben?’ vroeg ze. Het was handiger en zat fijner, maar aan de andere kant maakte dat het wel lastiger om met zijn tweeën op het paard te zitten - want aangezien er maar één paard was, zouden ze dat moeten delen. Leira wist nog niet goed wat ze daarvan moest vinden, maar een andere keus was er niet. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het verbaasde Raphael enigszins dat hij van zijn reisgenote geen commentaar kreeg op het stelen van het paard. Blijkbaar begreep ze maar al te goed dat het noodzaak was, of ze had zo veel last van haar lichaam dat zelfs het stelen van een paard beter was dan nog een dag te lopen. 
Het was vroeg in de ochtend. Erg vroeg, de zon was nog niet gerezen. Toch wist Raph dat mensen op een boerderij hun dag vaak vroeg begonnen en het laatste dat hij kon gebruiken was dat de bewoners van dit gebouw hem zouden zien terwijl hij een paard probeerde te stelen. Hij had iets nodig om de boer en zijn familie af te leiden. 
Of om preciezer te zijn, hij had iemand nodig.
Hij keek naar zijn reisgenote, alsof hij haar probeerde in te schatten. ‘Kun je een beetje paardrijden?’ vroeg hij haar, terwijl de radars in zijn hoofd inderdaad al een plan aan t maken waren.
‘Jawel,’ antwoordde Leira.
‘Heb je een zadel nodig?’
‘Niet per sé.’
‘Mooi. Dan nemen we geen zadel mee.’ Puur vanuit het idee dat ze het dier zouden stelen was het niet handig als ze ook nog het zadel mee moesten nemen. Dat ding was lomp en het maakte het moeilijker om met twee mensen op het paard te zitten. Een hoofdstel was echter wel belangrijk, anders zou het dier lastig te sturen zijn. 
Raphael deed zijn mantel af. De donkere kleuren van zijn wapenuitrusting maakten dat hij bijna onzichtbaar werd in het duister van de nacht. Hij gaf de mantel aan Leira. 
‘Ik ga het dier stelen. Er is een kans echter dat de andere dieren de mensen in het huis zullen alarmeren. Daarom is het jouw taak ze af te leiden. Klop aan, zorg dat ze je niet goed kunnen herkennen, en vraag de weg. Vertel ze zo nodig een verhaal om ze bezig te houden. Wanneer je vanuit het bos en raaf drie keer hoort krassen kan je weg.’ Hij keek haar indringend aan. ‘Denk je dat dat lukt?’
Hij had haar leren liegen. Hij wist dat ze het zou moeten kunnen. Maar hoe ze onder daadwerkelijke druk zou presteren, dat wist hij niet. Maar hij had haar nodig, zonder haar zou hij nooit onopgemerkt het paard en het hoofdstel mee kunnen nemen.
Zijn vingers gleden even over zijn gladde, exact passende wapenuitrusting. Ergens miste hij het. Maar ergens ook weer niet, bedacht hij zich toen hij met zijn vingers aankwam op de plek waar het materiaal beschadigd was van het gevecht. Er waren voordelen aan het horen bij de Ravengarde. De uitrusting. Het aanzien. De macht. En er waren natuurlijk nadelen. Veel nadelen, begon Raphael zich meer en meer te realiseren.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Het voelde niet goed om hier zomaar mee in te stemmen. Het paard was nietsvermoedend aan het grazen, zich onbewust van de ogen die erop gericht waren. Het zou niet het snelste paard zijn, te zien aan de logge bouw van het dier, maar het zou hen altijd sneller kunnen verplaatsen dan dat Raphael en zij zichzelf konden verplaatsen. Heel misschien zouden ze het dier later, ooit een keer terug kunnen brengen naar de boerderij. Een naïeve en nagenoeg onmogelijke gedachte, dat wist ze, maar het stelde haar geweten in ieder geval een beetje gerust. 
Een tikkeltje onbeholpen hield ze Raphaels mantel in haar handen, terwijl ze toekeek hoe hij zijn wapenuitrusting controleerde. Ondanks dat ze naast hem stond, maakte de zwarte kleur van zijn uitrusting het zelfs voor haar moeilijk om hem te onderscheiden van de nacht, alsof het materiaal, wat het ook precies was, al het licht opslokte. 
‘Ik… Ík moet aankloppen bij het huis?’ Ze herhaalde zijn woorden ongelovig, een beetje geschrokken. Wat als de mensen het doorhadden dat iemand hun paard meenam? Wat als haar acteerkunsten haar in de steek lieten en ze inzagen dat zij bij de dief hoorde? Het zou namelijk heel toevallig zijn dat net op het moment dat hun paard verdween, iemand bij hen aanklopte. 
Terwijl ze de mantel omdeed, gluurde ze naar Raphael. Hoe bleef hij zo kalm? Zijn gezicht stond enigszins grimmig, maar zorgen leek hij zich niet te maken. Kon hij haar niet een stukje van die kalmte lenen? 
Piekeren gaat je niet verder helpen, berispte ze zichzelf in gedachten. Leira dwong zichzelf om haar rug iets te rechtten en de twijfels aan de kant te zetten. Ze zou wel bekijken wat ze ging doen als het fout liep op het moment dat het fout ging. Misschien maakte ze zich wel zorgen om niks. 
Leira keek van het bos achter hen naar de in rust gehulde boerderij, waarna ze knikte. ‘Ja, ik denk het wel.’ Haar blik ging nu van de wei met de koeien naar Raphael, die naar de dieren tuurde. ‘Zorg dat je niet vertrapt wordt, alsjeblieft.’
Na die woorden keek ze hem nog even kort aan alvorens zich om te draaien en naar de boerderij toe te lopen. Als ze nog langer bleef staan, zouden de zenuwen de overhand teruggrijpen. 
De weg naar de boerderij leek de langste die ze ooit had gelopen. Ze was alleen met het bonken van haar hart en de storm van gedachten die ze op afstand hield door zich te focussen op de belangrijkste dingen die Raphael haar verteld had over het ophangen van een geloofwaardige leugen. 
Nog tien meter. In de boerderij was het nog steeds donker. Leira ging vluchtig met haar vingers door haar haren, trok een paar lokken los uit de vlecht waar ze ze die ochtend in bijeen gebonden had. De moddervlekken langs de onderkant van haar jurk en de schrammen en sneetjes van bramenstruiken en takken op haar handen maakten het verwilderde plaatje af. Alsof ze al urenlang door het bos had gedwaald - iets dat eigenlijk geen onwaarheid was. 
Eenmaal vlakbij het huis sprak ze zichzelf in gedachten nog één keer bemoedigend toe, terwijl ze de capuchon van de mantel over haar hoofd trok.
‘Help… Help me, alsjeblieft.’ Ze vertraagde haar pas en liep op de deur van de boerderij af. ‘Kan iemand me helpen?’ Ze rammelde aan de ijzeren deurklink en schudde de deur heen en weer in het slot. ‘Is er iemand wakker?’ 
Achter de gordijnen van een raampje rechts van haar ging flakkerend een kaarslicht aan. Onwillekeurig maakte haar hart een kleine salto in haar borstkas. Ze rammelde nog een keer aan de deur. 
Er klonken zware voetstappen in de boerderij en slaperige stemmen die in flarden haar kant op zweefden.
‘Wat is…’ 
‘...Middenin de nacht!’
De voetstappen werden luider. Er klonk gerommel aan de andere kant van de deur en vlak daarna zwaaide deze open. Hoewel ze het aan had horen komen, schrok Leira toch. 
‘Wat moet je?’ grauwde een mannenstem. Ze keek recht in twee geërgerd staande ogen in een nors gezicht, verweerd door jarenlang werken op het land. Zonder paard zou dat werk nog veel zwaarder zijn. 
Het helpt om aan echte situaties te denken als je een bepaalde emotie wil spelen, had Raphael gezegd. Ze hoefde niet lang te zoeken naar een herinnering die angst belichaamde, de adrenaline van het wegvluchten van iets, de wanhoop, de gedachte niet snel genoeg te zijn. Ze had die dag van twee weken geleden uit haar hoofd weggeband en het verscheurde haar om de herinneringen terug naar binnen te laten, maar het hielp wel. 
‘I-ik weet niet waar ik ben,’ antwoordde ze stamelend. ‘Ik was… Was in het bos. We hadden een kamp opgezet. We sliepen. Alleen…’ Haar ogen schoten nerveus naar de bosrand, alsof daar ieder moment een monster uit tevoorschijn kon springen. ‘Ik weet niet wat het was. Dieren? Ik ー’
‘Praat eens wat duidelijker. Ik snap er helemaal niets van.’ 
Leira verstijfde iets bij de nijdige toon van de boer. Achter hem verscheen een tweede figuur in de smalle gang. Een vrouwelijke gestalte gehuld in een lange kamerjas die ze strak om haar lichaam hield geslagen tegen de kou. 
‘Rey, wees eens wat aardiger.’ De boer bromde iets maar ging niet tegen zijn vrouw in. ‘Het is duidelijk dat ze iets naars mee heeft gemaakt. Heb een beetje geduld met haar.’ De vrouw bleef schuin achter haar man, Rey, stilstaan en keek langs hem heen naar Leira. ‘Ben je oké, meisje? Wil je even binnenkomen?’
Een momentlang staarde Leira de vrouw aan. Hoe kon ze dit aanbod afslaan zonder dat het afbreuk deed aan haar leugen? Ze kon niet naar binnen - ze was niet van plan lang hier te blijven. 
Schiet alsjeblieft op, Raphael. 
‘N-nee, ik… Ik moet naar…’ Ze wroette in haar geheugen naar welke plaatsjes hier in de buurt lagen, maar haar hoofd bleef leeg. ‘Ik moet naar het dorp,’ zei ze uiteindelijk. ‘Dat is waar we af zouden spreken. Daar moest ik naartoe als er iets gebeurde.’
Rey leek haar onsamenhangende gebrabbel nog steeds niet te waarderen, maar zijn aandacht werd getrokken door een stemmetje dat uit een deuropening naar hem toe dreef. 
‘Pappie, de koeien maken lawaai.’ 
De man verzachtte zijn gezichtsuitdrukking zichtbaar iets bij het horen van het meisje, dat achterin de gang in haar nachtkleding en met een knuffel tegen zich aan gedrukt stond. 
De koeien. Leira raapte al haar wilskracht bij elkaar om de paniek niet uit elke porie van haar lichaam te laten stromen. De koeien maakten lawaai omdat Raphael daar was. Had hij het paard al? God, ze hoopte dat hij het paard al had. Ze wist niet hoelang ze de aandacht van deze mensen nog vast kon houden, vooral die van de boer. 
‘Alsjeblieft,’ zei ze voordat hij na kon denken over wat zijn dochtertje had gezegd. ‘Kunnen jullie me de weg naar het dorp vertellen? Ik hoef… Ik moet daarheen.’ 
‘Dan zul je toch eerst moeten zeggen welk dorp je heen moet, meid,’ grauwde de man.
‘Papa, de koeien…’
Rey draaide zich om naar het meisje. ‘Wacht heel even, lieverd. Ga maar even terug naar je kamer.’
‘Maar de koeien zijn bang voor de man,’ pruilde het meisje terwijl ze haar knuffel steviger tegen zich aan drukte. 
Alle alarmbellen in Leira’s hoofd gingen rinkelen. Het meisje had Raphael gezien. Nu had ze wél de aandacht van haar vader getrokken. Zijn ogen werden groter, waarna er een frons tussen zijn wenkbrauwen ontstond, alsof hij probeerde uit te zoeken of zijn dochter had gedroomd of dat ze daadwerkelijk iets had gezien. Hij wierp een blik op zijn vrouw. Ze gaf hem een kort knikje. 
‘Ga maar, ik regel dit wel.’
‘Nee!’ In een reflex schoot Leira op de man af en klampte zich vast aan zijn arm. Hij mocht niet naar buiten, ze móest voorkomen dat hij naar de wei ging. ‘Ik moet naar het dorp, alstublieft! Wijs me de weg en blijf binnen.’ Ze maakte haar ogen groter en keek hem aan. ‘S-straks is… De dieren uit het bos, straks zijn ze ook hier.’ 
Geërgerd trok de man zijn arm los. Hij griste een jas van een haakje naast de deur en wierp haar en verachtelijke blik toe. ‘Rare meid.’ En tegen zijn vrouw: ‘Zorg dat ze weggaat. Laat haar niet binnen.’
Het liefst rende Leira achter de man aan, greep ze hem vast en hield ze hem tegen, maar ze wist dat ze dat niet kon maken. Dat zou alleen maar opvallen. Het enige dat ze kon was hopen dat Raphael de wei al uit was en al het bos in was verdwenen. 
Als dat niet zo was…
Door de silte die voor een moment tussen haar en de boerin in hing, klonk het schelle gekras van een raaf. Leira wist niet of ze zich ooit zo opgelucht had gevoeld. Nu moest ze maken dat ze hier wegkwam, voor de man ontdekte dat er iets ontbrak in de wei. 
‘Trek je niet teveel aan van mijn man,’ sprak de vrouw sussend. ‘Kom toch even binnen.’
Leira schudde snel haar hoofd, terwijl ze achteruit stapte. ‘N-nee, ik wil u niet tot last zijn. Ik… vind mijn weg wel. Dankuwel.’ Voor de vrouw nog iets kon zeggen, draaide ze zich om en rende ze weg. Weg van de boerderij, het erf af, het smalle zandpad die verder het bos in leidde. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Verder verspilden ze weinig woorden aan de details. Raphael ging er vanuit dat Leira zich zou redden. Hij wist dat hij het zou redden. Daarom draaide hij zich snel om en liep hij in de richting van de boerderij. Des te eerder zou hij dit takje volbracht hebben.
Achter zich hoorde hij Leira in beweging komen, maar hij keek niet meer om. Zijn mindset focuste nu op de missie, hoe simpel de opdracht ook was.Geruisloos bewoog Raphael naar de wei met het dier en hij bleef in de schaduwen staan. De dieren waren nu nog aardig rustig, maar ergens begonnen de koeien al wakker te worden. Raphael vertrok echter geen spier en schoof langs de muren tot hij bij een schuurdeur kwam. Geen zadel, wel een hoofdstel. Dat zou het veel makkelijker maken.
In de schuur stonden enkele koeien. Bij de binnenkomst van het voor hen onbekende figuur werden ze onrustig en Raphael vloekte in zichzelf. Toch liet hij zich niet van de wijs brengen. Het hoofdstel ging gelukkig niet zo goed verstopt en Raphael kon het snel pakken. Niet snel genoeg, want een van de koeien begon te koeien.
Een andere deur ging open, blijkbaar was de schuur verbonden aan het woonhuis. Een klein meisje stond in de deuropening en Raphael schoot achter een pilaar. Hopelijk snel genoeg. 
‘Hallo?’ vroeg het meisje, alsof Raphael daar antwoord op zou geven. Hij zweeg, hoopte dat ze weer weg zou gaan. Helaas stak een van de koeien daar een stokje voor. Het dier loeide en schraapte nerveus zijn hoeven op de grond. 
‘Ik weet dat daar iemand is, ik ga papa halen!’ dreigde het kleine meisje dit keer. Nogmaals bewoog Raphael niet. Hij hoopte dat Leira genoeg tijd kon rekken.
De deur sloot weer en Raphael kwam razendsnel in beweging. Vanaf nu was het makkelijker, maar hij zou snel moeten zijn. In het voorbijgaan had hij het hek van de paardenwei al gezien en die wetenschap kon hij in zijn voordeel gebruiken.
Geruisloos klom hij over het hek heen en hij liep op het paard af. Het dier brieste even nerveus, maar Raphael wist hoe hij met dieren om moest gaan. Daarbij had hij iets met paarden; bij de Ravengarde had hij ook altijd de moeilijke paarden rustig gekregen. Een werkpaard was dus een eitje. Binnen no-time droeg het dier het hoofdstel en Raphael leidde hem de wei uit. Snel steeg hij op, spoorde hij het dier aan en in een log drafje verdween hij met het dier het bos in. 
Driemaal maakte hij het geluid, terwijl hij de spullen die ze meehadden al op het dier pakte. Leira kwam al snel terug, een gevoel van opluchting overviel hem. Heel even dan. In de verte hoorde hij een boze schreeuw. Blijkbaar had de boer ontdekt dat zijn paard weg was. Hij wenkte Leira naar het dier toe en bood haar een voetje aan zodat ze kon opstappen. Hij sprong achter haar op het paard en spoorde het dier aan. ‘Laten we gaan,’ mompelde hij. Het gestamp van de boer kwam steeds dichterbij.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Waar was Raphael in godsnaam? Hoe verder ze zich van de boerderij af begaf op het bospad, hoe dichter het bladerdak zich boven haar hoofd sloot en hoe moeilijker het was om iets te onderscheiden van het donker. Was Raphael hier al wel? Had ze het geluid niet ingebeeld uit paniek? Leira was zichzelf zo gek aan het maken met haar eigen gedachten dat ze de grote, grijze gestalte in de schaduwen in de eerste instantie niet eens zag. Pas toen het paard zachtjes brieste, merkte ze het op. Ze maakt een sprongetje van schrik. 
‘Ik haat bossen in het donker,’ mompelde ze tegen zichzelf, waarna ze zich naar het paard toe haastte. Ver achter hen klonk de woedende stem van de boer en ze wierp Raphael een veelbetekenende blik toe - ze waren net op tijd. 
‘Ik kon hem niet langer tegenhouden,’ zei ze terwijl ze zich door hem op het paard liet helpen. Ze gaf het dier een klopje op de hals, een stille verontschuldiging dat ze het zo abrupt weg hadden gehaald uit zijn vertrouwde omgeving. ‘Zijn dochter heeft je gezien. Of gehoord. Hij was sowieso…’
Leira vergat de woorden die ze wilde zeggen toen Raphael achter haar op het paard klom en langs haar heen de teugels vastgreep. Hij was ineens heel dichtbij. Zijn armen hielden haar voor hem gevangen en ze voelde zijn borstkas tegen haar rug aan. Het paard zette een logge galop in en de snelheid drukte haar nog dichter tegen hem aan. Leira kon zich niet voorstellen dat Raphael niet verder naar achteren kon zitten en nog minder kon ze zich inbeelden dat hij het type was dat graag zo knus bij elkaar zat. 
Maar waarschijnlijk had hij het niet eens door nu. 
‘Hij was sowieso…?’ 
Raphaels herinnering aan de onafgemaakte zin bracht haar afgedwaalde gedachten terug bij zinnen. Wat bezielde haar überhaupt om zo te denken? ‘Hij was sowieso niet bepaald vriendelijk.’ 
‘Dan is het maar goed dat hij niet nog een paard heeft.’ 
Het geschreeuw achter hen dat langzaam wegstierf, beaamde de waarheid van Raphaels woorden. ‘Als hij ons wel te pakken had gekregen, had je dan…’ Leira schudde haar hoofd. ‘Nee, laat maar.’ 
Hoewel ze het idee had dat Raphael wist wat ze had willen vragen, bleef hij stil. Misschien was dat een scenario waar hij ook niet aan wilde denken. 
‘Zijn vrouw was wel aardig,’ zei ze om de aandacht weg te trekken van haar vraag. Het voelde zinloos om dit te vertellen aan Raphael, maar het praten hielp haar om er op de één of andere manier vrede te krijgen met wat ze hadden gedaan. ‘Het voelt zo slecht om daar misbruik van te maken.’ Leira begroef haar handen in de manen van het paard en bukte voor een paar laaghangende takken. 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Zoals te verwachten viel was Raphael helemaal niet bezig met het wel of niet dicht op Leira zitten. Hij wierp een blik achter zich en zag dat de boer, of in ieder geval diens schaduw, steeds kleiner werd. Dat betekende dat ze veilig weg kwamen. Wel maakte hij zich een beetje zorgen over het feit dat de boer zo veel over het tweetal wist. Op dit momenst moest de boer zich ook gerealiseerd hebben dat het meisje aan de deur samen had gewerkt met de dief van zijn paard. Raphael kon alleen maar hopen dat de mantel en zijn nachtzwarte kleding zijn werk hadden gedaan en dat ze niet herkenbaar genoeg waren. Hopelijk zou de eventuele aangifte van de boer niet in verband gebracht worden met de deserteur van de Ravengarde, of het overlevende meisje uit het van de kaart geveegde dorp.
'Ze redden het wel,' antwoordde Raphael op Leira haar opmerking, al was hij een beetje afgeleid door de vraag die ze niet gesteld had. Of hij de boer gedood zou hebben als hij hen te pakken had gekregen. Raphael kon geen antwoord geven op die vraag, als hij eerlijk was. Hij wist wat het nobele en gewenste antwoord was: Nee, natuurlijk niet. Maar allebei wisten ze ook dat hij tot voor kort een moordmachine was geweest. Nog steeds eigenlijk, al had hij nu iets meer scrupules. Zou hij de boer gedood hebben? Waarschijnlijk wel, al was het maar om hun identiteit en veiligheid te waarborgen. Zou hij er spijt van krijgen later? Waarschijnlijk niet, omdat hij op geen enkele manier emotionele verbondendheid met de man voelde. Misschien als Leira op hem in zou praten, tegen hem zou zeggen dat het echt niet kon, dat het bruut en onmenselijk was, dat hij iets van schuld zou voelen. Eigenlijk was Leira, samen met zijn moeder, waarschijnlijk de enige die dat soort gevoelens bij hem teweeg zou kunnen brengen.
Toen ze op veiligere afstand waren liet Raphael het paard zijn snelheid terugnemen tot een stapvoetse snelheid. Hij wilde dit dier niet nu al uitputten. Stapvoets was het dier misschien niet veel sneller dan zij lopend, het uithoudingsvermogen van een werkpaard was uitstekend als hij het geen marathon probeerde te laten rennen. Nu ze veilig waren kon hij iets ontspannen, ging hij iets verzitten. Nu voelde hij hoe dicht Leira tegen hem aan had gezeten en hoe warm haar lichaam tegen het zijne had gevoeld. Gelukkig was het donker, anders had ze de lichte verkleuring op zijn wangen zeker gezien als ze omkeek. Nu nam hij enkele seconden om zichzelf te vermannen. Hij liet de teugels van het hoofdstel los, legde ze in de handen van Leira. Zij zat voorop en aangezien ze nu toch in een rustig tempo doorstekkerden leek het hem onnodig om de teugels zelf strak in handen te houden.
Gelukkig was het bos al een stuk minder dicht bebost hier, waardoor het rijden met een paard überhaupt mogelijk was. Raphael wist dat ze binnenkort bij een pad aan zouden komen, waar de kans dat ze andere reizigers tegenkwamen groter was, maar waar ze ook sneller vooruit zouden komen. Daarbij was dat de meest veilige route naar hun eindbestemmingen. Het zou nog wel even duren voordat ze er echt waren, maar hij wist ook nog niet hoe ze het gingen doen op het moment dat hun wegen scheidden. Leira moest uiteindelijk toch een andere kant op dan hij, daar hadden ze het nog niet specifiek over gehad. Het idee om de jonge vrouw alleen verder te laten reizen stond hem niet echt aan, maar hij had er geen logische reden voor. Daarbij, hij kon haar moeilijk de rest van haar leven achtervolgen om haar zogenaamd veilig te houden.
Ze reisden enkele tijd in stilte, een stilte die niet geheel ontspannen was. De onuitgesproken vraag van Leira hing nog altijd in de lucht.
'Ik zou hem gedood hebben,' zei Raphael dan ook uiteindelijk. Hij wist dat Leira zou begrijpen dat het een antwoord op haar vraag was. Klonk er nou iets van berouw in zijn stem, of was dat enkel een illusie? Belachelijk. Hij was en bleef in zijn hart Ravengarde, dat bleek wel weer uit zijn eerlijke antwoord.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Hij zou de man gedood hebben. Hoewel Raphaels woorden uit het niets kwamen, wist Leira onmiddellijk dat het een antwoord op haar onafgemaakte vraag was, die ondanks het feit dat ze het weg had gewuifd, stilletjes tussen hen in was blijven hangen. Ze had er zelf ook over nagedacht - wat ze zou hebben gedaan als zij in Raphaels schoenen had gestaan en de boer hen te pakken had gekregen. Het was een wrede keuze, eentje waar ze het liefst niet over na wilde denken, maar de vraag ontwijken had geen zin. Vroeg of laat zouden ze daadwerkelijk voor een dergelijke keuze komen te staan, dat kon haast niet anders. 
Ze was al te lang stil. Leira keek achterom, naar Raphaels in schaduwen gehulde gezicht. De maan die door de wolken prikte, liet zijn gelaatstrekken er grillig uitzien samen met het duister van zijn gevechtsuitrusting. Maar ze had hem de afgelopen dagen vaak genoeg in stilte - en hopelijk onopvallend - kunnen bestuderen om te weten waar ze moest zoeken naar de emoties die hij daarachter verborg. Het lukte lang niet altijd om ze te vinden, maar soms meende ze er iets van te zien. 
‘Ik begrijp het,’ antwoordde ze zachtjes. ‘Hoe wreed het ook zou zijn. Je bent niet meer die Enyx, Raphael.’ Even zocht ze zijn blik op met de hare voor ze weer recht ging zitten. ‘Dat je er over na moest denken, zegt al genoeg.’ 
Ze hoopte dat hij iets van haar woorden mee zou nemen, dat het iets van zijn schuldgevoel zou verzachten. Ergens kon ze zich voorstellen hoe hij zich nu moest voelen - weggerukt uit zijn vertrouwde omgeving, uit de gewoonten en denkbeelden die er jarenlang bij hem in waren gestampt. Weg van de mensen met wie hij dag en nacht had doorgebracht. Wat dat betrof leken ze op elkaar. Allebei een beetje verloren. 
‘Het is oneerlijk.’ Leira manoeuvreerde het paard om een paar kuilen in de zandweg heen. ‘Dat wat één man wil zoveel levens kan verwoesten.’ Het was een gedachte die al twee weken door haar hoofd spookte. Het hield haar ‘s nachts wakker en viel haar overdag lastig, in de lange momenten waarin ze in stilte voort ploeterden door het bos. Het hielp haar altijd om te praten als afleiding, maar daarvoor was Raphael niet bepaald het beste gezelschap. Toch ontmoedigde dat haar niet om het te blijven proberen. 
‘Dat mensen er niet eerder tegen in opstand zijn gekomen…’ Ze schudde zachtjes haar hoofd, meer pratend tegen zichzelf dan dat ze daadwerkelijk een antwoord van Raphael verwachtte. Ze mocht alleen niet vergeten dat er wel degelijk mensen waren die er tegen in opstand waren gekomen - of daar mee bezig waren geweest. De Enyx waren echter een erg goed afschrikmiddel en vormden een vrijwel ondoordringbare linie. Hoewel, niet hélemaal ondoordringbaar misschien. Haar aandacht gleed naar de warmte die van Raphael afstraalde. 
‘Als jij iets tegen de koning kon doen, zou je dat dan doen?’ De vraag was eruit voor ze er erg in had, voor ze er überhaupt over na had gedacht welke richting ze in vredesnaam op wilde hiermee.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Weer bewees Leira dat ze meer vertrouwen had in zijn goedheid dan hij zelf had. In zijn menselijkheid. Hij schudde zijn hoofd, maar dat zou ze niet zien omdat ze voor hem zat en alweer naar voren keek voordat hij de subtiele beweging maakte. Zelfs nadat hij mede verantwoordelijk was voor geweest van het vernietigen van haar leven, zag ze nog steeds een menselijkheid in hem waarvan hij dacht dat deze jaren geleden al uit hem geslagen was. Begrijpen deed hij het niet, maar hij stelde de moeite die ze deed op prijs.
In plaats van naar haar rug te kijken, waar vrij weinig te zien viel, sloot hij zijn ogen en spitste hij zijn oren. Het bos was vol met geluiden, maar het ritmische stappen van het paard was overheersend en rustgevend. Verder leek het bos verlaten te zijn, alsof geen enkele levende ziel zich op dit moment buiten waagde. Over een paar uur, wanneer het weer goed licht was, zou het drukker worden. Dan zouden ze ook over de meer belopen wegen moeten en waarschijnlijk zelfs een controlepost tegenkomen, als Raphael de routines van de Enyx een beetje kende.
Hij werd uit zijn gedachten gehaald door de dingen die Leira zei. Dat het oneerlijk was. Raphael moest zijn woorden inslikken, aangezien hij had willen zeggen dat het leven nu eenmaal niet eerlijk was. Verbitterd. Hij had nog weinig over zijn verleden aan Leira losgelaten, maar het leek duidelijk dat hij de elitekrijgers van de koning niet betreden had omdat hij nu zo'n grote aanhanger was van het afslachten van onschuldige mensen. Iedereen had een verhaal. Dat was iets waar Raphael in zijn tijd bij de Ravengarde niet veel over na had hoeven denken, maar iedereen was daar met een reden. De mensen die ze afslachtten hadden ook verhalen. Redenen waarom ze deden wat ze gedaan hadden. De schuldigen, maar ook de onschuldigen. Leira, maar ook haar ouders.
Even bleef hij stil, een beetje overrompeld door haar vraag. Het was niet iets waar hij over nagedacht had. Het was namelijk onmogelijk.
'Mensen proberen al jaren in opstand te komen,' vertelde hij, met een ietwat grimmige ondertoon. 'Ralin was verre van het eerste dorp dat we plat hebben moeten branden. De afgelopen jaren worden het er steeds meer. De koning houdt het stil, hoopt de situatie letterlijk in rook op te laten gaan door de Ravengarde alle koppen die boven het maaiveld uitsteken af te maaien.' Hij zweeg. Hij had zelf ook ontelbaar veel koppen gemaaid. Situaties in rook laten opgaan. Geen dingen waar hij het nu met haar over wilde hebben. Maar hij had nog geen antwoord gegeven op haar vraag. Als hij het kon, zou hij het dan doen?
Raphael wist het juiste antwoord op die vraag. Het sociaal gewenste antwoord van het onderdrukte volk. Natuurlijk zou hij iets doen, als hij dat kon. Maar om heel eerlijk te zijn wilde hij zo ver mogelijk bij het hof van de koning vandaan en daar wegblijven, voor de rest van zijn leven. Hij had geen enkele reden om de koning daadwerkelijk om te brengen, behalve dan dat de man op Raphael zou jagen tot een van de twee stierf. Raphael had niemand verloren aan de wrede heerschappij van zijn koning. Hoewel hij de onvrede van het volk begreep, voelde hij niet diezelfde woede of drang om er iets aan te doen als de meesten. Hij was echter niet dom; hij begreep dat Leira dat wel zou willen doen, als ze de kans had. Zijn antwoord moest dus iets diplomatieker zijn dan nee. Het was ook een stuk genuanceerder dan dat.
'Mijn eerste prioriteit op dit moment is overleven,' antwoordde hij dan ook, uiteindelijk. Het was nog steeds geen heel helder antwoord op haar vraag, maar het was wel de waarheid. 'Misschien, als ik de kans kreeg, zou ik hem niet laten liggen. Maar hoewel de koning wreed en oneerlijk is, heb ik lang niet zo veel motivatie om hem om het leven te brengen als anderen.' Als jij, Leira.
Hoewel Raphael het antwoord op de vraag wel kon raden, stelde hij hem toch. 'En jij? Als je zou kunnen, zou je dan iets doen? Wraak nemen om de vernietiging van Ralin, voor het verlies van je familie? Of nobeler, om dit land te bevrijden van een tiran?' De beweegredenen die iemand had zeiden veel over de persoon. Hoewel Raphael wel een redelijk idee begon te krijgen van zijn reisgenote, was hij benieuwd of ze een eerlijk antwoord kon geven op zijn vraag. Of ze eerlijk kon zijn tegen zichzelf over haar motivatie.
Hij opende zijn ogen weer, keek naar het ochtendlicht dat langzaam tussen de takken door begon te kruipen. Een nieuwe dag. Ze hadden een paard. Dingen leken de goede kant op te gaan voor hun reis.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Ze moest beter nadenken over de vragen die door haar hoofd spookten voor ze deze hardop uitsprak, bedacht Leira toen Raphael de vraag terug stelde aan haar. Ze had kunnen verwachten dat hij van haar hetzelfde wilde weten en als ze er echt over nadacht, wist ze niet goed wat ze wilde. Haar gedachten waren nog half blijven hangen bij zijn eigen antwoord. In de eerste instantie klonk het logisch - hij wilde overleven en waarschijnlijk zo ver mogelijk uit de buurt komen van de koning en iedere soldaat die op hem joeg. Maar als ze zijn woorden ontleedde, was het eigenlijk een verkapselde nee. Hij zou niets tegen de koning doen als hij dat kon, tenzij de mogelijkheid toevallig op zijn pad zou komen. Leira wist dat het niet helemaal eerlijk was om iets anders van hem te verlangen, maar toch had ze diep vanbinnen gehoopt op een ander antwoord. 
‘Ik zou iets willen doen’, zei ze uiteindelijk. ‘Alleen wat kan ik doen? Als het waar is wat je zegt en er al jarenlang mensen zijn die proberen in opstand te komen, dan hebben al die pogingen nog nooit tot iets geleid.’ Alleen maar tot nog meer dood en verderf. Leira draaide met haar schouders, die stijf aanvoelden van het dragen van de tas. ‘Het klinkt zo goed om ver weg te gaan en nooit meer achterom te kijken. Alleen zou ik ooit rustig kunnen gaan slapen? Zonder de hele tijd bang te zijn dat er op een dag een soldaat opduikt om af te maken wat jij niet gedaan hebt.’ Bedenkelijk ging ze met haar vingers door de manen van het paard. ‘Zonder verteerd te worden door de gedachte dat ik wraak wil nemen.’
Leira herkende zichzelf nauwelijks bij het uitspreken van deze woorden. Ze had zichzelf nooit als een wraakzuchtig persoon beschouwd. Maar was haar tot de vernietiging van Ralin ooit iets aangedaan waarvoor ze wraak zou willen nemen? Ze was als kind een keer heel boos geweest toen de buurjongen haar nieuwe jurk vies had gemaakt met modder, of toen Josh haar lievelingsknuffel was kwijtgeraakt en ze hem pas na een paar dagen terug had gevonden. Maar die dingen vielen in het niet vergeleken met de woede die in haar broeide als ze dacht aan de heldhaftigheid waarmee haar ouders zich verdedigd hadden. Als ze dacht aan de troostende omhelzing van haar moeder, die ze nooit meer zou voelen. En aan Josh’ hemelblauwe ogen, waar ze nooit meer in kon verdrinken. Al die herinneringen schudden een wraakzucht wakker in het diepste van haar wezen, een gevoel zo sterk dat ze er bang van werd. Daarom was het makkelijker om te doen alsof het niet bestond.
‘Maar wat kan ik doen?’ herhaalde ze wat ze eerder zei. ‘Ik weet niet eens hoe ik een wapen vast moet houden. Iheb niets en niemand.’ En ze was zeker niet zo moedig en sterk als haar ouders. 
Leira ging iets verzitten en nam de teugels beter tussen haar vingers. Hoewel het een verademing was dat ze nu een paard hadden en geen dagen achtereen hoefden te lopen, merkte ze nu al dat haar lichaam stijf zou zijn na een paar uur rijden. De afgelopen dagen durfde ze meestal niet verder vooruit te denken dan dat: een paar uur. Een paar uur lopen, een paar uur slapen. Als ze verder vooruit dacht, zakte alle moed haar in de schoenen. Waar zou ze over een week zijn, over een maand? Zou ze Almerin al hebben bereikt of zou een soldaat of iemand anders haar tegen die tijd van het leven hebben beroofd? 

@Hadesu 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste