Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Ashes to dust
Daynty
Internationale ster



‘Ik mag me dan wel beter voelen dan gewone mensen zo nu en dan, maar ik deel hun mening over het Eden niet.’ Doorgaans deerde het Raewynn niet zoveel wat mensen dachten dat haar visie op bepaalde kwesties was - daarvoor sprak ze veelal ook niet lang genoeg met iemand - maar nu voelde ze de drang om afstand te nemen van het idee dat Raphael dacht dat zij het eens was met wat de organisatie geëvolueerden deed. Ze verachtte alles waar Eden’s Elite voor stond. Onderdrukking, destructie en de loze belofte op een betere wereld. Ze vertelden iedere geëvolueerde precies wat diegene wilde horen. Macht, niet langer rondzwerven door een verwoeste wereld of gehaat worden door gewone mensen. Eden’s Elite klonk als een erg aantrekkelijk alternatief, dat had het voor haar ook gedaan, maar zodra ze door de illusies heen had weten te prikken, had ze kunnen zien dat de organisatie niets anders was dan hun voorouders die de wereld zo om zeep hadden geholpen.
‘Net zo min als ik de denkbeelden van jouw organisatie deel. Kloten met het menselijk DNA. Dat kan toch niet goed gaan?’ Raewynn wist er het fijne niet van, maar ze wist wel dat die drang van mensen om alles te controleren, om de natuur volledig naar hun hand te zetten, bij had gedragen aan de verwoesting van de planeet. Het enige dat het prille evenwicht tussen beide organisaties in stand hield, was dat geen van beiden genoeg middelen hadden om de ander omver te werpen. Eden’s Elite had geëvolueerden, Raphaels organisatie haden grotere aantallen.
En Raewynn was niet van plan de geëvolueerde elite datgene te geven dat de balans in hun richting zou doen doorslaan: wapens.
Haar blik kruiste een moment met die van Raphaël. Even keek ze terug, peinzend, bedenkelijk, alvorens haar ogen terug te brengen naar het beekje en haar shirt uit het water te halen. Ze vroeg zich af wat hij van de huidige situatie vond. Toen hij op pad was gegaan om een volgende prooi binnen te halen, zou hij het vast niet voor mogelijk hebben gehouden dat hij nu gedwongen was met diezelfde prooi samen te werken. Dat was althans hoe zij het zag - een soort samenwerking. Een symbiose waar ze beiden voordeel uit haalden, tot het moment dat zij had wat ze wilde dan toch. Hoe zij vervolgens weer aan de organisatie zou kunnen ontkomen, was echter een punt in haar plan dat nog vervuld was van vraagtekens.
Raewynn wrong haar shirt zo goed mogelijk uit, waarna ze het vast knoopte aan het lusje bovenaan haar rugtas, zodat het tijdens het lopen zou kunnen drogen. Met het koude water waste ze de laatste restjes bloed van haar handen en armen af, en veegde ze een paar bloedspatten weg uit haar gezicht, zodat ze er weer enigszins toonbaar uitzag. Het kon handig zijn er afschrikwekkend uit te zien - waar het bloed ongetwijfeld voor zorgde - maar erg fris voelde het niet.
Nadat ze zichzelf opgefrist had en tevens een poging had gedaan haar haren ietwat te fatsoeneren, kwam ze weer overeind. Ze was er niet op voorbereid geweest dat Raphael onaangekondigd zijn shirt over zijn hoofd zou trekken, om deze te verwisselen voor een andere. Haar blik bleef een fractie van een seconde langer op hem hangen voor Raewynn zichzelf herpakte, zich een kwartslag draaide en een denkbeeldig stofje van haar shirt af plukte. Ze mocht dan wel over geëvolueerde genen beschikken, uiteindelijk was ze nog steeds een mens. De tand des tijds had de wereld in verwoesting gestort, maar aan de menselijke verlangens had het weinig veranderd. En ze zou liegen als ze zou ontkennen dat Raphael een goed lichaam had.
Zijn vraag gaf haar gedachten een welkome afleiding om zich op te richten. ‘Als het aan mij ligt, gaan we meteen verder’, antwoordde ze, met een schuine blik omhoog, om tussen het bladerdak door een glimp op te vangen van waar de zon zich ongeveer bevond. ‘Het zal een flinke teleurstelling voor ze zijn dat weer een team is gesneuveld, maar daar zullen ze zich niet lang door tegen laten houden.'

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Zij was de enkeling die met geen van de twee kanten een visie deelde. De meeste mensen en geëvolueerden hadden een neiging naar een kant, al was het maar uit eigenbelang. Raphael was vanzelfsprekend een aanhanger van het aanpassen van het DNA, wat hij al aan Raewynn verteld had. Hij kon dan ook niet anders dan zijn schouders ophalen. 'Als het ons lukt om eindelijk het DNA aan te passen, is er geen reden meer voor de organisatie van Eden's Elite om een samenleving op te zetten met alleen maar de beste mensen. Juist door die gelijkheid zouden we vrede kunnen creëren.' Dat was in ieder geval zijn beeld van het doelwit. Raphael was zich er terdege van bewust dat er mensen waren die misbruik wilden maken van de wetenschap die ze in hun organisatie ontwikkelden, maar totdat ze zo ver waren had iedereen hetzelfde doel. Wat er daarna gebeurde was natuurlijk maar de vraag. Zoals met alle dingen die in de toekomst konden gebeuren, was ook dit niet duidelijk te voorspellen.
Ook hij had zich nu voldoende opgefrist en het shirt dat hij net uitgewassen had, hing aan zijn rugzak om te drogen. Even knikte hij instemmend en hij volgde haar blik naar de hemel. Ze hadden nog bijna een halve dag om te reizen, nu ze zo vroeg in de ochtend waren gewekt door de aanval van de geëvolueerden. Lang genoeg om het bos door te komen, als ze een beetje tempo maakten.
'Dan kunnen we beter direct vertrekken,' beaamde hij. Hoewel het gevecht een goed krachtmeting geweest was voor hem, zou hij verdere confrontatie met de groep geeëvolueerden liever vermijden. Hij was en bleef nu eenmaal in het nadeel omdat hij een gewoon mens was, zonder superkracht of supersnelheid. Als ze het konden vermijden door snel op weg te gaan, dan verkoos hij dat.
Raphael wees ogenschijnlijk lukraak in een richting, maar wist zelf exact welke kant ze op zouden gaan. 'Als we die kant op blijven gaan, zijn we waarschijnlijk voor het vallen van de avond aan de rand van dit bos. Daar ligt een groep met boerderijen, wat meer beschutting biedt dan een stel bomen.' Niet te vergeten dat in het bos nog meer gevaren scholen dan enkel mensen. Ook dieren waren gemuteerd of verwilderd door de periode van kernoorlogen en honger. Waar je dat soort beesten vroeger weg kon jagen met vuur, schrokken ze daar tegenwoordig niet meer van. Ze zagen het eerder als een uitdaging en de honger die de beesten constant leken te hebben hielp niet mee. In een bos zou het voor dat soort beesten veel makkelijker zijn het tweetal te overmeesteren en op te jagen. In een huis, beschermd door muren en deuren, zouden ze vele malen veiliger zijn. En wie weet, misschien pakten de wolven liever een hapje geëvolueerd vlees. Raphael kon het alleen maar hopen terwijl hij overeind kwam en begon te lopen in de richting die hij net aangewezen had. Een van zijn sterke punten was een gevoel voor richting, al hielp de stand van de zon hem ook met het bepalen van de route. Jagers lieten al jaren ook kleine sporen achter op de routes die ze liepen, om de weg weer terug te vinden. Raphael zou dit echter niet aan Raewynn vertellen. De kans dat ze misbruik zou maken van die informatie was aanwezig en het zou iedereen in gevaar brengen. Hij zocht dus niet naar de merktekens die hij tijdens zijn jacht had aangebracht op boomstammen en liep stug door, er vanuit gaand dat zijn reisgenote hem makkelijk bij zou kunnen houden. Zij was immers de geëvolueerde, hij niet.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Tussen de bladeren van de zich met elkaar verstrengelende takken van de bomen door waren glimpen op te vangen van de grijze wolken die de lucht domineerden en die naarmate de dag zich vorderde langzaamaan plaats maakten voor een blauwe lucht. Tussen al het wreeds van de natuur door waren er zeldzame momenten die een groot contrast vormden met de gevaren, ruige landschappen en de verwoestende krachten. Het was wellicht cliché, maar voor Raewynn was het zonlicht dat tussen de bomen en bladeren door filterde één van die momenten. De boomstammen trokken strepen in het zonlicht, dat warm op haar huid kriebelde, en de warme gloed gaf de omgeving in één klap meer kleur, alsof zonlicht hetgeen was dat de natuur gebruikte om zichzelf mee in te kleuren. Het waren die kleine momenten die een deken van rust over haar heen legden. Als ze het moois zag tussen alle gruwelijkheden, waar ze meer dan eens mee geconfronteerd was in haar leven, voelde ze weer een sprankje van hoop in haar. Een hernieuwde vastberadenheid om alles te doen wat in haar macht lag om te voorkomen dat één van beide organisaties en wapendepot in handen zou krijgen. Dat en haar wraakzucht waren de weinige dingen die haar op de been hielden.
Met het opklaren van de lucht, begon de zon langzaam aan een weg terug naar de horizon. Raewynn had Raphael al die tijd de weg laten leiden, zelf enkel in de gaten houdend welke kant ze ongeveer op gingen, terwijl ze mentale aantekeningen maakte van opvallende punten in het landschap. Ondanks dat ze niet van plan was ooit nog naar het stadje terug te keren - zoveel goede herinneringen kleefden daar immers niet aan - had ze geleerd dat het nooit verkeerd was om de weg terug enigszins te onthouden.
Veel woorden had ze niet met haar gloednieuwe reisgenoot gewisseld. Ze was vooral in haar eigen gedachten verzonken geweest, broedend op een meer gedetailleerde aanpak van haar plan, dat echter nog steeds slechts uit vage lijnen bestond. Raewynn waande zichzelf graag onaantastbaar, maar onvoorbereid de basis van een organisatie die op mensen zoals zij jaagde binnenstormen, ging haar een stap te ver. Het grootste vraagteken in haar plan was hoe ze weg zou kunnen komen bij de basis eens ze daar binnen was gekomen.
Met het vallen van de schemering begon ook de temperatuur te dalen. Hoewel ze het niet koud had, begon ze zo langzamerhand wel trek te krijgen in wat te eten. Raewynn versnelde haar pas iets, zodat ze naast Raphael kwam te lopen.
‘Zeg, hoelang is het nog -’ Abrupt bleef ze stilstaan. Ze stak haar arm opzij om ook de jongeman naast haar stil te laten staan, terwijl ze haar hoofd iets optilde en haar oren spitste. ‘We zijn niet alleen.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Nog enkele minuten en ze zouden de bosrand bereiken, als Raphael zijn route goed gevolgd had. Dat wilde hij net tegen Raewynn zeggen toen ze naast hem kwam lopen, maar hij werd onderbroken voordat hij haar vraag überhaupt kon beantwoorden. Haar gehoor was veel beter dan het zijne, maar zijn reactiesnelheid was bewonderenswaardig. Zonder vragen te stellen of te aarzelen, greep hij zijn boog, legde er een pijl op en spande de pees aan. Pas toen hij dat gedaan had, hoorde hij het geroffel van poten op de bosgrond. Wolven, een groep van zes of zeven van die beesten. Verschuilen zou weinig zin hebben, aangezien het reukvermogen van deze gemuteerde dieren zo goed was dat ze toch wel gevonden zouden worden. Maar het waren er te veel om te vechten.
'Rennen,' zei hij dan ook tegen Raewynn, waarna hij de pijl afschoot. Het ding suisde door de lucht en kwam met een doffe plof in het lichaam van een van de naderende wolven terecht. Het gejank dat daarop volgde was oorverdovend, maar het stopte de roedel niet. Raphael nam niet de tijd om te tellen hoeveel het er waren, maar draaide zich om en begon te rennen. Als ze de bosrand konden bereiken en dus de gebouwen die daar stonden, konden ze zichzelf veel makkelijker verdedigen.
De gemuteerde wolven waren echter sneller. Niet alleen sneller dan hij, ze renden ook harder dan de geëvolueerde vrouw enkele meters voor hem. Het geroffel van hun poten, het gehijg van de beesten en de oneindige rij bomen maakte dat hij wist dat hij niet zomaar weg zou komen. Niet hij, niet Raewynn. Al lopend greep hij een tweede pijl, spande zijn boog en schoot opnieuw. Ook ditmaal raakte hij, maar de wolf was enkel vertraagd en piepte wat. Ze waren nu zo dichtbij dat Raphael wist dat het klaar was.
Vanuit zijn ooghoek zag hij één van de beesten op zijn reisgenote springen. Instinctief trok hij de dolk die hij droeg uit zijn riem, waarna hij een absurde sprint trok, de vrouw ruw aan de kant duwde en zelf de wolf opving. De klauwen brandden door zijn huid heen, zijn shirt was binnen no-time aan flarden. Verblind door zijn eigen bloed stak hij de dolk in het wilde weg, tot hij het gepiep van een stervende wolf hoorde en het lichaam boven hem zwaar werd. Hij probeerde het lichaam van de wolf van zich af te duwen, maar had er de kracht niet meer voor.
'Fuck,' hijgde Raphael, nauwelijks verstaanbaar. Alles rondom hem was rood, zijn eigen bloed vermengde zich met dat van de wolf. Waar Raewynn was, wist hij niet. Zijn oren suisden en alle besef van zijn omgeving begon weg te ebben. Zijn eigen ademhaling, die steeds moeizamer leek onder het gewicht van de wolf, was het enige waar hij zich nog op kon focussen.
Dit was niet het einde. Hij wist hoe hij zich in deze situaties moest redden. Zo lang hij bij bewustzijn bleef, was alles goed. Zo lang hij zijn tenen en vingers nog kon voelen, had hij voldoende bloed om te overleven. Maar als dit te lang duurde, zou het vanzelf voorbij zijn.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raewynn
Het begon met geritsel van bladeren, een takje dat zachtjes knapte onder een gewicht dat erop belandde. Bladeren van struiken die langs iets heen streken. En niet lang daarna een ademhaling, al snel gevolgd door meerdere. Vlak voor Raphael binnen een tel zijn boog gepakt had en een pijl had gespannen, drong het tot Raewynn door dat het geen mensen waren die hen naderden - die ademden niet zo luid, niet zo diep. 
Een reeks scheldwoorden verliet zacht haar lippen toen het geroffel van poten zich bij de andere geluiden voegde. Op iedere andere plek zou ze zich weinig druk hebben gemaakt om naderende dieren, maar zelfs zonder communicatienetwerk en in deze verbrokkelde wereld, was het wijdverspreid dat het noordwesten bekend stond om de gemuteerde dieren. Wolven, in het bijzonder, en ook Raphael had dat inmiddels beseft. 
Ditmaal zonder te protesteren volgde ze zijn orders op. Raewynn zette haar benen in beweging en greep ondertussen naar haar twee dolken. Op dit moment baalde ze er meer dan eens van dat ze haar pistool een paar weken terug achter had moeten laten wegens gebrek aan nieuwe munitie. Deze wolven waren niet iets waarmee ze graag een gevecht van dichtbij aan ging. Zij waren wat de geëvolueerden waren onder de mensen - sneller, sterker en slimmer dan hun soortgenoten die door de mutatie over waren geslagen. 
De bosgrond vloog onder haar voeten door en de bomen suisden langs haar heen terwijl ze al haar krachten gaf om uit de buurt te komen van de beesten. Ze vertrouwde erop dat Raphael voldoende met zijn pijlen uit de voeten kon om de dieren van zich af te houden. 
‘Rotbeesten’, siste ze toen ze het geroffel van poten langzaam maar zeker dichterbij hoorde komen. Af en toe klonk er gejank en haakte één van de schaduwen die ze vanuit haar ooghoeken tussen de bomen door zag flitsen af, maar het duurde nooit lang voor een volgende die plek innam. Ze liepen op haar in. Ze was niet snel genoeg. Was dit hoe gewone mensen zich altijd voelden?
Raewynn hield haar pas iets in. Het had geen zin om te proberen de wolven te snel af te zijn. Het enige waarmee zij en Raphael het zouden kunnen winnen, was door hetgeen te gebruiken dat mensen al millennia lang het voordeel gaf: haar hersens. 
Grijs en vaalbruin flitste door de zijkant van haar blikveld. Ze vertraagde nog iets, klemde haar handen steviger rond haar wapens, klaar om de wolf die zich in haar richting lanceerde er spijt van te laten krijgen. Ze had zijn snelheid echter zwaar onderschat. De vlijmscherpe tanden van het dier bevonden zich vlak voor haar voor ze er erg in had. Maar de klap van de wolf kwam niet. In plaats daarvan sloeg iets vanaf de zijkant vol tegen haar aan. Was het nog een wolf? 
De vaart waarmee het gebeurde, sloeg haar tegen de grond. Eén keer draaide de wereld om haar heen, terwijl ze op de achtergrond gegrom hoorde, dat daarna overging in een hoog gepiep. Raewynn krabbelde overeind van de vochtige bosgrond en struikelde een paar passen achteruit. Ze haalde met haar dolk uit naar een andere wolf die van opzij naar haar toe schoot. Het dier was net lang genoeg afgeleid door het mes dat zijn oog schampte voor haar om een blik te kunnen werpen op de grijsbruine wolf die haar aan had willen vliegen. Verbazing vonkte in haar ogen toen ze Raphael onder het dode gewicht van het dier zag liggen, nauwelijks zichtbaar door de dikke vacht. 
Leefde hij nog? Raewynn had geen tijd om zich nu druk te maken over die vraag. Het viertal wolven dat nog rechtop stond en uit de schaduwen naar voren sloop, toonde geen interesse in Raphael. Dat deden roofdieren alleen als de prooi al dood was, toch?
Haar ogen schoten naar een wolf met een donkere vacht, zo zwart dat hij haast samensmolt met de omgeving, nu de zon achter de horizon was verdwenen. Deze wolf was nog een tikkeltje groter dan de anderen, keek bloeddorstiger uit zijn ogen, maar zag er eveneens slinkser uit. Alles aan het dier schreeuwde dat hij de leider van de roedel was, het alfamannetje. 
‘Jullie zouden mij wel graag willen hebben, hè?’ daagde ze de wolven uit, terwijl ze langzaam achteruit liep, haar dolken defensief voor zich uit gestoken. ‘Kom me dan maar halen.’ Met een goed gemikte worp trof Raewynn één van de dieren in een poot - genoeg om de aandacht van de roedel een fractie van een seconde te laten verslappen. Ze draaide zich om en zette het opnieuw op een rennen. Het duurde niet lang voor rechts en links van haar de gestalten van de dieren opdoken tussen de bomen. Vanuit haar ooghoeken pinde ze haar blik vast op de zwarte vacht van de alfa, die haar vanaf de rechterkant langzaam maar zeker in begon te sluiten. 
Zodra de wolf dichtbij genoeg was, wierp Raewynn zich opzij. Ze gooide haar volle gewicht tegen de zwarte flank aan en boorde haar dolk tussen de ribben van het dier. Boomwortels en stenen kneusden haar lichaam toen ze samen met de wolf over de grond rolde. Het dier haalde uit naar haar met zijn klauwen, probeerde zijn tanden in elk lichaamsdeel van haar te zetten dat ook maar iets te dicht in de buurt kwam. Raewynn negeerde de stekende pijn van de sneeën op haar armen en stak in het wildeweg rond met haar dolk. Alles van de wolf dat ze kon raken, was goed. In de wirwar van tanden en klauwen en zwarte vacht was het nauwelijks te zien wat ze precies deed. Opnieuw flitsten lange, witte tanden in het laatste beetje daglicht. Het hielp haar om zich genoeg te oriënteren om de punt van haar wapen door de keel van de alfa te drijven. 
Zodra ze de spieren van de wolf voelde verslappen, worstelde ze zich onder het dier vandaan. Ze greep de vacht vast met haar vingers en bleef achter het stervende lichaam zitten. 
‘Durven jullie nu ook nog?’ grauwde ze naar de andere wolven, die op een paar meter afstand tot stilstand waren gekomen. ‘Nou? Willen jullie net zo eindigen als jullie leider hier?’ Raewynn duwde het alfamannetje van zich af, richting de drie wolven. Van hun zelfverzekerde houding was niet zoveel meer over, nu hun leider dood voor hen op de bladeren lag.
‘Nou?’ schreeuwde ze. Raewynn maakte een schijnbeweging naar voren, alsof ze hen aan ging vallen. Eén van de wolven jankte zacht, waarna het zich omdraaide en tussen de bomen verdween. Niet lang daarna volgden de anderen.
Hijgend streek Raewynn een paar lokken uit haar gezicht. Ze bleef even staan, omringd door de stilte, die voortleefde alsof er niets voorgevallen was, terwijl langzaam tot haar doordrong wat er zojuist gebeurd was. Een gemuteerde alfawolf aanvallen - wat bezielde haar? Voorzichtig tastte ze met haar vingers naar een brandende pijn rond haar sleutelbeen, waar de klauwen van de alfa haar huid open hadden gereten. Het had maar een paar centimeter hoger hoeven te zijn… 
Raewynn drukte de gedachte resoluut van zich af. Ze wierp een laatste, hatelijke blik op de zwarte wolf alvorens zich terug te haasten naar de plek waar ze Raphael het laatst gezien had. Hij was niet veel verplaatst. Hij had het zware wolvenlijf bovenop hem een klein stukje van zich af weten te duwen, maar hij lag nog steeds gevangen onder het gewicht. En het bloed. Overal zat bloed. 
Toen ze dichterbij kwam, zag ze dat zijn shirt aan de voorkant in flarden om zijn lichaam hing. Diepe sneeën liepen over zijn borstkas en buik. Hij zag er meer dood dan levend uit. 
‘Nee, nee, nee’, mompelde ze. Raewynn stopte haar dolk weg en liet zich naast hem op haar knieën zakken. ‘Waag het niet om dood te zijn.’ Ze drukte haar eigen pijn weg en duwde de wolf van Raphaels bovenlichaam af, waarna ze hem bij zijn armen pakte en onder het dier vandaan sleepte. Godzijdank voelde ze nog een hartslag bij zijn hals. 
Raewynn trok haar gewassen shirt van haar rugtas en drukte de stof hiervan tegen zijn wonden aan. Ze hoopte met heel haar hart dat hij snel bij zou komen, dát hij überhaupt bij zou komen. Ze wist niet zeker of de wolven lang weg zouden blijven. Als Raphael niet snel bij kwam, zou ze hem het laatste stuk moeten slepen.  ‘Ik zweer het, als je dood gaat, kom ik je persoonlijk terug naar het leven halen om je zelf te vermoorden. Echt waar.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Ergens tijdens zijn strijd om onder het dode gewicht van de wolf vandaan te komen, was hij buiten bewustzijn geraakt. Het gewicht van het beest was zo zwaar geweest dat het lastig werd om zijn benen te bewegen en zijn handen, die hij had gebruikt om zijn lichaam bij het dier weg te duwen, begonnen koud en gevoelloos te raken. Het bloed dat in zijn ogen was gekomen had zijn zicht vertroebeld en uiteindelijk had hij zijn ogen maar dichtgehouden. Met het geluid van de wegdreunende wolvenpoten was hij daarna weggezakt. Hij hoopte nog dat Raewynn veilig weg zou zijn gekomen. Misschien kon ze zichzelf snel genoeg verbergen in een van de huizen die iets verderop stonden.
Hoe lang hij precies weg was geweest, kon Raphael zich niet herinneren. Maar toen het gewicht van het beest eindelijk van hem af was en hij iemand aan zijn armen voelde trekken, kwam hij weer terug bij bewustzijn. Eerst was er vooral geruis, maar het avondlicht dat door de bomen heen scheen prikkelde zijn ogen al snel. Voor het geruis kwam een stem in de plaats die hij eerst niet kon plaatsen en over zijn hele lichaam voelde hij de pijn langzaam terugkomen. Het brandde. Alsof zijn huid compleet van zijn lichaam gerukt was. Iets dat, bij nader inzien, nog een best accurate omschrijving leek te zijn toen hij zijn ogen opende en al het bloed zag. Raphael zijn gezicht vertrok van pijn toen hij in de richting van de stem probeerde te kijken, maar dat weerhield hem er niet van om een scheve grijns op zijn gezicht te persen. 'Ik had het je graag zien proberen,' antwoordde hij, zijn stem lang niet zo vast als hij had gehoopt. Hoewel het hem vaag verraste dat Raewynn nog leefde en zelfs voor hem was teruggekomen, leek dit hem niet het juiste moment om daar vragen over te stellen. Hij deed zijn best om overeind te krabbelen, maar realiseerde zich dat dat zo veel pijn deed dat hij liever nog even bleef liggen. Dat leek Raewynn echter niet met hem eens te zijn en hij begreep het wel, niemand wist of ze echt veilig waren. Ze waren nooit helemaal veilig, zo in het open, al helemaal niet met de geur van bloed om hen heen.
'Help me even overeind,' mompelde hij, waarna hij nog een poging deed om overeind te krabbelen. Ondersteund door Raewynn kwam hij dit keer wel overeind, al schreeuwde zijn hele lichaam dat hij zo min mogelijk moest bewegen. Het deed allemaal zo veel zeer en hij was al zo veel bloed verloren, dat kon nooit goed zijn. 'Iets verderop zijn huizen. Een dorpje,' begon hij, hijgend van de inspanning, 'daar kunnen we waarschijnlijk veilig blijven vannacht.'
Het kostte wat tijd, vooral omdat Raphael in eerste instantie zo min mogelijk op Raewynn probeerde te leunen, ze leek nu eenmaal wat tengerder en zwakker en hoewel Raphael heel goed wist dat zij geëvolueerd was, voelde het toch vreemd dat ze hem met relatief gemak kon ondersteunen en naar een van de huizen kon begeleiden. Toch gaf hij zich uiteindelijk over aan haar kracht, mede doordat hij zijn eigen benen nauwelijks meer kon voelen. Hij moest zich ook uiterst concentreren op wat hij deed, anders zou hij zijn bewustzijn gewoon weer verliezen. De zwarte vlekken die voor zijn ogen dansten, waren een teken dat hij al veel te veel bloed verloren had, iets waar hij zich toch erg veel zorgen om maakte. Het feit dat hij zijn handen en voeten niet meer voelde, was ook geen goed teken.
Uiteindelijk waren ze een boerderij binnengelopen die iets verder in het dorpje lag. Het was een volledig gemeubileerde kleine boerderij, waar vroeger waarschijnlijk mensen gewoond hadden die volledig zelfvoorzienend waren geweest. Een vredig leven, heel anders dan hetgeen men nu leidde. Raphael liet Raewynn los en zakte direct door zijn benen tegen een muur. De zwarte vlakken namen zijn gezichtsveld over, maar hij vocht nog steeds om bij bewustzijn te blijven. 'Spullen... tas,' hijgde hij, zijn ademhaling zwaar en rasperig. 'Blijf... praten.'  Dan had hij tenminste iets om zich op te focussen, vooral nu hij nauwelijks meer dingen van elkaar kon onderscheiden. Als zij tegen hem zou praten, hem een verhaal vertelde, al was het onzin, kon hij zich op zijn minst op haar stem focussen. Hij wilde niet weer buiten bewustzijn raken, in de angst dat hij dan helemaal niet meer bij zou komen.

@Daynty 
XMissXBambieX
Landelijke ster



Begin aan Wattpad Verhalen please !! @Daynty  & @Hadesu 
Daynty
Internationale ster



Seconden tikten weg. IJzingwekkende seconden die stuk voor stuk een uur leken te duren, en die elk een beetje van haar hoop af snoepten. Wat als Raphael het leven zou laten, hier en nu? Hoe zou ze ooit de basis van de organisatie moeten vinden zonder hem? Ze betwijfelde dat hij de locatie of zelfs maar een vage verwijzing daarnaar in zijn rugzak had zitten. Hij was slimmer dan dat. 
Alleen hij zag er zo kwetsbaar uit, zo breekbaar, balancerend op het randje van bewusteloosheid en erger. In de laatste goudoranje strepen zonlicht van die dag, die het bloed haast lieten gloeien als lava, drong een akelig besef tot haar door. Raewynn voelde de haartjes op haar armen overeind komen, ondanks dat ze het alles behalve koud had. Zij had het kunnen zijn. Als Raphael haar niet opzij had geduwd, hadden de klauwen van de wolf zich in haar lichaam geboord. Voor het eerst drong tot haar door hoe niet onoverwinnelijk ze eigenlijk was. Natuurlijk wist ze dat, maar nooit was het zo glashelder tot haar doorgedrongen. Ze haatte het. Het maakte haar bang. Ze wist dat ze dat besef nooit meer van zich af zou kunnen schudden. 
En daar, tussen de bomen en met een bijna levenloze Raphael voor zich, voelde ze zich ineens eenzaam. Ze hadden er dan wel niet vrijwillig voor gekozen om samen te reizen - niet helemaal dan toch - maar hij was wel iets van gezelschap geweest. En de enige die ooit haar leven gered had. Jammer dat hij het enkel had gedaan omdat hij haar bij de organisatie af wilde leveren, bedacht ze zich vlak daarna verbitterd. 
Haar hart maakte een sprongetje toen ze zijn schorre stem hoorde. Een vlaag van opluchting gleed door haar lichaam voor ze haar gezicht terug in de plooi trok. Ze was zo in gedachten verzonken geweest dat ze zijn ogen niet eens open had zien gaan. 
‘Nog steeds een grote mond’, mompelde ze hoofdschuddend, maar rond haar lippen verscheen een flauwe grijns. ‘Niet te geloven.’
Heel de weg naar de bosrand voelde het alsof ze dood gewicht meesleepte. Raphael stond te trillen op zijn benen, dat kon zelfs de schemering niet verhullen. Met iedere stap die ze zetten, leunde hij zwaarder op haar. Tegen de tijd dat ze met haar voet de houten deur van een boerderij forceerde, stond hij nauwelijks nog op zijn eigen benen. 
Raewynn liet Raphael op de grond zakken. Ze probeerde hem niet te abrupt om te laten vallen, maar ook haar spieren voelden stram en moe aan van de inspanning. Ze bleef even tegen de muur staan om op adem te komen.
Raphaels stem bracht haar terug in beweging. ‘Praten?’ Een vreugdeloos trekje trok over haar gezicht. ‘De meeste mensen zouden mij nu niet echt als een leuke gesprekspartner zien, maar als jij dat zo graag wil…’ Terwijl ze zijn rugtas naar hem toe schoof met haar voet, zocht ze koortsachtig naar iets om over te praten tegen hem. Het maakte hem nu waarschijnlijk niets uit wat ze zei, als ze maar iets zei, maar simpelweg praten was gewoon… niet zo haar ding. 
Raewynn liep de keuken van de boerderij in, waar ze niet eens een kastje open hoefde te trekken om te vinden waar ze naar zocht. Ze griste de twee literflessen drank - een wodka en een halflege bacardi - van een plankje boven het aanrecht en nam ze mee terug naar de woonkamer. Ze ging naast Raphael op haar knieën zitten. Hij plukte aan de zoom van zijn shirt, maar zijn armen konden niet genoeg kracht opbrengen om het kledingstuk over zijn hoofd te trekken. Raewynn hielp hem ermee, waarna ze het stuk doorweekte en verscheurde stof van zich af gooide. Ook haar eigen shirt die ze die middag had gewassen in het beekje was doordrenkt met bloed. 
Ze rommelde in haar eigen rugzak naar een kleine zaklamp, welke ze aan klikte en tussen haar tanden klemde, zodat ze in ieder geval kon zien wat ze deed. De klauwen van de wolf hadden Raphael niet gespaard. Drie diepe sneeën en één wat oppervlakkiger snee liepen schuin over zijn borstkas en de bovenkant van zijn buik. Waar de klauwen hem het volst hadden geraakt, hing een reep huid haast los. Raewynn had veel gruwelijke wonden gezien in haar leven, maar deze haalde het absoluut tot een plekje in de top tien, al was het alleen maar om al het bloed. Ze hoopte dat het er erger uitzag dan de schade daadwerkelijk was. 
Terwijl ze een schoon stuk stof uit zijn rugzak trok en deze doordrenkte met een paar flinke scheuten wodka, schoten zijn woorden haar te binnen. 
‘Je gelooft nooit hoe ik die wolven af heb geschud uiteindelijk’, begon ze met een grijns. Want hij verwachtte vast niet van haar dat ze over lieflijke en leuke dingen zou gaan praten, toch? Onder het schoonmaken van zijn wonden, het aanbrengen van een paar hechtingen en het inwikkelen van zijn bovenlichaam met verband vertelde ze hoe ze de overgebleven wolven achter zich aan had gelokt, waarna ze de alfa had gedood om de andere twee af te schrikken. Het verhaal kwam er een beetje houterig uit, ze had lang niet zoveel aan één stuk gepraat. Misschien was het maar goed dat Raphael de hele tijd half out leek te zijn van de pijn of het bloedverlies - of beide. Waarschijnlijk beide.
‘Spoel die pijnstiller hier maar mee weg.’ Ze reikte hem de fles wodka aan, waarna ze zich met een zucht tegenover hem op de grond liet zakken en de fles bacardi pakte.  

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



In zijn huidige staat had Raphael geen enkele verwachting van de verhalen die Raewynn wel of niet zou vertellen, zo lang hij maar geluid bleef horen om zich op te concentreren. Eerst waren het haar voetstappen die zich van hem verwijderden. Haar duidelijk in beeld krijgen ging niet, daarvoor dansten te veel zwarte vlekken voor zijn ogen. Al helemaal toen ze zijn shirt uittrok en aan de slag ging met de wonden op zijn borst. Het was misschien maar goed dat Raphael zijn eigen lichaam op dit moment niet echt scherp kon zien, want erg fijn zag het er niet uit.
Even siste hij door zijn tanden door toen de in alcohol gedrenkte doek voor het eerst op zijn lichaam gedrukt werd, maar hij was eigenlijk te zwak om er iets tegen te doen of om echt geluid te maken. Bijna verloor hij weer het bewustzijn en de enige reden dat dat niet gebeurde, was omdat hij zich kon focussen om wat Raewynn nu vertelde. Alsnog kon hij niet het hele verhaal volgen, deels doordat ze het wat onsamenhangend vertelde en deels doordat het voor hem gewoon heel lastig was om alle woorden te verwerken, maar de strekking van het verhaal was duidelijk. Zijn reisgenote was krankzinnig en had een groep wolven verslagen door de alfa, de grootste en meest gevaarlijke wolf van de groep, uit te schakelen. En het feit dat ze het na kon vertellen, zei nogal wat. Raphael kon het nog niet helemaal bevatten, maar het was prettig dat ze in ieder geval tegen hem bleef praten. En uiteindelijk knapte hij er ook wat van op, want toen al zijn wonden verbonden waren kon hij al weer iets rechter overeind zitten en waren de dansende vlekken voor zijn ogen grotendeels verdwenen. Hij keek naar de fles die ze in zijn hand had gedrukt en fronste eventjes. 'Ik denk niet dat dat een wijze beslissing is,' mompelde hij, maar erg lang twijfelde hij er niet over. Zo vaak dronk hij geen alcohol, maar ergens leek dit hem wel een goed moment om een flinke slok te nemen. Het zou de pijn een beetje verdoezelen en hij moest de pijnstiller toch wegslikken.
Met met wat moeite legde hij de pijnstiller op zijn tong en met nog meer moeite hief hij zijn hand ver genoeg om de fles aan zijn lippen te zetten. Een grote slok van de wodka gleed zijn keel binnen en bijna proestte hij het uit. Dit spul was sterker dan hij had verwacht en brandde goed door zijn keel, maar verwarmde tegelijkertijd zijn lichaam direct. Vanaf zijn middenrif ging door de warmte door zijn lichaam heen, ook naar zijn ijskoude vingertoppen en tenen. Een lichte zucht verliet zijn mond. 'Bij nader inzien lijkt me dit een hele wijze beslissing,' ging hij door op zijn eigen woorden. Even wierp hij een blik op Raewynn, die hij nu weer redelijk helder kon zien. Ze zag er vermoeid en had hier en daar wat diepe wonden, maar niets dat levensbedreigend leek. Dat luchtte hem op, want dat betekende dat hij in ieder geval geslaagd was in zijn opdracht om haar veilig te houden.
Met een trillende vinger wees hij in de richting van de rode wonden op haar armen en bij haar sleutelbeen. 'Niet vergeten je eigen wonden ook te verbinden,' zei hij, zijn stem nog steeds niet helemaal vast. Normaliter zou hij hebben voorgesteld om haar te helpen, maar ze wisten allebei dat hij in zijn huidige staat van geen enkele meerwaarde zou zijn.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Vermoeid liet Raewynn zich met haar rug tegen de bank achter haar zakken. Ze draaide de dop van de fles en nam een grote slok van de transparante vloeistof. Het zag eruit als water, maar brandde als vuur. 
‘Deze dwaze beslissing kan er ook nog wel bij vandaag’, antwoordde ze schouderophalend. Terwijl ze nog een slok nam, gleden haar gedachten terug naar hoe hij zich voor de wolf die haar aanviel geworpen had. Ze dacht terug aan hoe de wereld om haar heen had gedraaid toen ze met de alfa over de grond had gerold. Raewynn kon de plekken waar rotsen en boomwortels haar lichaam gekneusd hadden duidelijk voelen als ze bewoog. Dat gingen een paar fraaie blauwe plekken worden. 
Met een geamuseerde fonkeling in haar ogen keek ze toe hoe Raphaels gezicht vertrok bij de eerste slok. Een moment dacht ze dat hij de drank en de aspirine uit zou proesten, maar het lukte hem om het binnen te houden. Haar blik ging van vermaakt naar onderzoekend en even bleef ze naar hem kijken. Door haar hoofd spookte hoe hij er bij had gelegen in het bos. Doodstil, verscheurd en bloedend. Raewynn wist niet wat ze erger vond: het idee dat hij bijna dood was geweest of het besef dat het vrijwel niets had gescheeld of de wolf had haar gegrepen. 
De fles bleef halverwege de weg naar haar mond hangen toen Raphael haar wees op haar eigen wonden. Doordat ze zo druk bezig was geweest met voorkomen dat hij leeg zou bloeden, was ze haar eigen verwondingen haast vergeten. Niet heel handig wellicht, maar dat betekende in ieder geval wel dat het al met al wel meeviel hoe beschadigd ze was geraakt. Wel als je naging wat ze had gedaan, althans. 
Ze liet de fles terug op de grond zakken. ‘Je bent me trouwens een nieuw shirt schuldig’, deelde ze Raphael mee met een knikje op het bebloede hoopje stof dat naast hem op de houten woonkamervloer lag. Dat ze het kledingstuk diezelfde middag nog had gewassen in de rivier, was er niet aan terug te zien. Ze schatte de kans klein in dat de bloedvlekken die er nu in zaten er nog uit zouden gaan in wat water. Er was haast geen onbevlekt stukje meer over. 
Raewynn boog zich naar voren en pakte de fles wodka bij haar metgezel weg, om er wat van over de wonden op haar armen te gutsen. Met een doekje uit haar tas depte ze het bloed weg. De schade die daardoor zichtbaar werd, viel mee. Het waren vooral schrammen en beginnende blauwe plekken. De wond onder haar sleutelbeen, daarentegen, deed meer pijn toen ze er wat wodka overheen goot alvorens de fles terug naar Raphael te schuiven. Eigenlijk was het zonde dat ze de drank over de wonden heen moest gieten. Drank was een schaars iets geworden. Dat er in deze boerderij twee flessen nagenoeg open in het zicht hadden gestaan op het aanrecht, was een klein wonder. Net het soort wonder dat ze nodig had nu dat akelige gevoel van kwetsbaarheid haar weigerde met rust te laten. 
Voor zover ze het kon zien bij zichzelf, plakte ze een aantal pleisters op de plekken waar de klauwen van de wolf het diepst waren gegaan. Het was geen praktische plek om verband omheen te doen, dat bovendien bijna helemaal op was gegaan aan haar schouder en aan Raphaels verwondingen. 
‘Zo, tevreden?’ Raewynn gooide een overdreven glimlachje zijn kant op. ‘Over een paar dagen zal je prooi er weer helemaal ongeschonden uitzien. Maak je maar geen zorgen.’ 
Ze grimaste en reikte weer naar de fles naast haar. ‘We hadden dood kunnen gaan daar in het bos, weet je.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoewel hij het niet prettig vond dat ze gewond was geraakt en bijna was vergeten om zichzelf te behandelen, besloot Raphael dat hij zich daar niet zo heel druk om ging maken. Hij had wel wat betere dingen om zich druk om te maken, al wilde hij die zorgen liever wegdrinken met de inhoud van de fles die hij nog in zijn handen had. Tenminste, wat er nog van over was nadat Raewynn een deel van de alcohol over haar eigen verwondingen had gegoten.
'Help me er maar aan herinneren, dan regel ik een nieuw shirt voor je als we thuis zijn,' reageerde hij op haar verwijt vanwege de kleding, Dat was wel zijn minste zorg eigenlijk.
Thuis. Het woord was hem ontglipt voordat hij er erg in had. Misschien vanwege zijn verwondingen en zijn verzwakte staat, of door de alcohol die rap in werking trad. Het had een nare ondertoon nu ze beiden wisten dat zijn thuis voor haar betekende dat ze zou sterven. Voor een goed doel, maar desalniettemin zou ze sterven. Het voelde als een gek idee, juist omdat hij haar leven zojuist nog gered had. En hij zou het weer doen. Niet alleen omdat ze in de best mogelijke staat moest zijn voor de onderzoeken, maar ook, gewoon, omdat het goed voelde. En omdat ze zijn leven ook gered had. Voor hetzelfde geld had ze hem kunnen laten doodbloeden als een soort van wraak. Maar dat had ze niet gedaan. Omdat ze hem nodig had misschien, maar Raphael geloofde niet dat dat alles was. Net zoals hij haar gered had omdat het zijn taak was, maar ook omdat dat het juiste leek te zijn.
Hij nam nog een slok uit de fles die ze hem weer had aangereikt na het verzorgen van haar eigen wonden, dit keer iets minder groot. De tweede slok brandde al iets minder en gleed makkelijker zijn keel door. Even sloot Raphael ogen, maar niet voor lang. De woorden van Raewynn bevestigden even hoe dicht bij ze dood waren geweest. De opmerking over het feit dat ze prooi was negeerde, maar zijn gedachten bleven des te langer hangen bij het feit dat ze zo dicht bij de dood waren geweest. Opnieuw zette hij de fles aan zijn lippen, hij nam een slok en slikte deze door. De warmte van de alcohol verspreidde zich snel door zijn lichaam en hij voelde dat de roes zich ook al een weg baande naar zijn hoofd. 'Ik weet het,' antwoordde hij, 'en ik ben blij dat we het overleefd hebben.' Even zette hij de fles op de grond, twijfelend of hij nog meer moest zeggen. 'Het voelt wel alsof ik nog steeds aan het doodgaan ben,' zei hij maar, om een zweem van humor in het gesprek te brengen. De drank hielp wel tegen de pijn, misschien wel beter dan de pijnstiller. Hij nam nog een slok van de sterkedrank en zuchtte.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Eén van haar wenkbrauwen bewoog iets omhoog bij het horen van dat woord. Thuis. Het klonk haar onvertrouwd in de oren, zolang had ze het niet gehoord, en het droeg alles behalve de warmte die het woord veelal opriep. Wat voor Raphael thuis betekende, stond voor haar gelijk aan het einde van haar leven. Misschien na eerst nog een reeks pijnlijke experimenten te hebben moeten doorlopen. 
‘Is dat echt hoe je, je organisatie ziet? Als een thuis?’ vroeg ze, het ongeloof hoorbaar in haar stem. Thuis was tegenwoordig dan wel een abstract begrip voor haar, het betekende niet dat ze geen goed beeld had van hoe een thuis kon zijn. De herinnering was vaag, afgezwakt door de jaren die eroverheen waren gegaan en door haar weggedrukt omdat dat makkelijker was, maar het was er nog. Ergens in de krochten van haar geheugen, veilig weggestopt achter een muur vanaf waar het haar niets kon doen. Alleen de drank, de realisatie dat ze dood had kunnen gaan en Raphaels onverwachte benoemen van het woord, maakten die muur week. 
‘Ik ook’, antwoordde ze na een kort moment van stilte. Zij was ook blij dat ze het overleefd hadden. En gek genoeg was ze ook blij dat híj het overleefd had. De opluchting die ze gevoeld had toen ze zijn hartslag tegen haar vingers had gevoeld, loog er niet om. ‘Ik snap het alleen niet… Waarom ben je in godsnaam voor die wolf gesprongen? Die wolf had mij kunnen vermoorden, ja, maar wat heb je eraan als ik nog leef en je zelf dood was geweest?’ Raewynn scheurde haar blik los van het etiket van de fles in haar hand en keek naar Raphael. ‘Zou je, je leven zo opgeven voor de organisatie? Er is toch wel meer om voor te leven dan dat?’ 
Raewynn besefte zich maar al te goed hoe dubbel die woorden klonken uit haar mond. Want waar leefde zij nu echt voor? Voor wraak, dat was hetgeen dat haar al maandenlang dreef. Hetgeen dat al het andere wegbande uit haar aandacht. Het maakte leven makkelijker. Maar het maakte haar leven ook koud en eenzaam en tot ze plots een - niet geheel vrijwillige - reisgenoot had, was dat nooit zo tot haar doorgedrongen. En de drank speelde misschien ook wel mee, een klein beetje maar.
Raewynn wendde haar blik af naar de woonkamer zodra ze zich er bewust van werd dat ze peinzend naar Raphael aan het kijken was. Haar ogen gleden langs de meubels in de vierkanten ruimte. Een bank, een salontafel, een vloerkleed in de lelijkste kleur donkergeel die ze ooit gezien had, en een ladekast tegen de muur met daarop een tv-scherm. Op dat laatste bleef haar blik langer hangen, zoals altijd wanneer ze een stukje moderne technologie tegenkwam. Voor haar was het iets dat ze nooit meegemaakt had: bewegende beelden op een scherm. Wat had je er ook aan?

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Raphael had moeten weten dat ze deze opmerking over thuis niet zou laten gaan. Toch maakte haar vraag over wat de organisatie voor hem betekende weinig twijfel bij hem los. 'Het is het enige thuis dat ik ooit gehad heb,' antwoordde hij dan ook, luchtiger dan het misschien was. Hij had simpelweg nooit een andere manier van leven gehad, na de jacht was de basis van de organisatie altijd de plek om naar terug te keren. Na een succesvolle jacht werd hij er altijd warm onthaald, door de mensen die een soort van zijn tweede familie waren geworden. Was het echt een thuis? Ja, wat meer kon hij nog wensen van een thuis? Zo veel had hij niet te maken met het deel waar ze onderzoeken uitvoerden op de geëvolueerden die hij meebracht. Hij was vaak toch weg, weg van zijn thuis. Als hij helemaal niet meer terugkwam, zouden ze hem dan gaan missen? Misschien wel, maar vooral omdat ze zijn capaciteiten nodig hadden. Of misschien niet, want als hij niet terugkwam zou gebleken zijn dat hij niet goed genoeg was. Raphael liet de gedachten varen, speelde wat met de fles tussen zijn vingers. Hij voelde zich loom, maar wist dat het geen goed idee was om weg te zakken. Zijn staat was nog te kritiek om zomaar te gaan slapen.
Raewynn stelde hem nog meer vragen. Dingen waar hij nu moeite voor moest doen om over na te kunnen denken, maar dat was misschien wel goed. Het hield hem wakker. 'Het is een instinct,' zei hij dan ook, al had hij eerst even naar de juiste woorden moeten zoeken. 'En het feit dat er inderdaad niets meer is om voor te leven dan de organisatie.' Die woorden waren wel degelijk grimmig en hij besloot nog maar een slok te nemen om de bitterheid van de woorden weg te spoelen. Het zou niet uitmaken als hij stierf, want behalve de missie, de organisatie, had hij niets of niemand om voor te leven. Jagers waren niet echt bevriend met elkaar, al gingen ze vriendschappelijk met elkaar om. Echte familie had hij niet meer, zijn ouders waren al jaren geleden overleden. Het maakte hem niet gevoelloos, maar hij zou zonder twijfelen zijn leven geven voor de organisatie. Hij geloofde dat hij een goed doelde diende, een doel dat het waard was om voor te sterven. Hij had geen familie, geen geliefde. Liever hij dan iemand die nog connecties had met dit leven. Iemand die wat kon betekenen voor het onderzoek.
Zijn blik was even blijven hangen op Raewynn, al keek zij al niet meer naar hem. Hij wist dat geëvolueerden die niet in groepen leefden vaak einzelgängers waren. Dat zou betekenen dat Raewynn in dit leven niemand meer had om afscheid van te nemen. Misschien maar beter ook, want over enkele tijd zou ze dat sowieso moeten doen.
Even twijfelde hij of hij meer toe moest voegen aan zijn bittere woorden. De alcohol maakte uiteindelijk die beslissing voor hem. 'Of ik leef of sterf maakt voor niemand echt uit. Er is niemand die om mij zou huilen als ik hier gestorven was. Er zijn jagers die mijn plek kunnen innemen. Ik ben vervangbaar.' Er klonk iets van een trilling door in zijn stem, die hij weet aan de vermoeidheid en zijn verwondingen. Niet aan emoties.
Om enige emotie te verhullen, volgde hij de blik van zijn reisgenote naar de televisie. In de basis hadden ze ook dit soort schermen hangen, maar kleiner. De onderzoekers gebruikten ze om informatie op te schrijven, maar geheel handig was het niet. Raphael hield zich er ver van afzijdig. Zijn taak was jagen, niet het onderzoeken.
'Jij, daarentegen, bent een stuk minder vervangbaar.'

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raewynn zette de fles nogmaals aan haar lippen en liet de stilte hen voor een paar seconden omringen, terwijl ze in gedachten zijn woorden herhaalde, probeerde om ze te begrijpen. Dat lukte slechts deels. Ooit had zij ook een thuis gehad, twee keer zelfs. En beide keren had ze zich achteraf vol ongeloof afgevraagd hoe ze zo naïef, zo goedgelovig had kunnen zijn door die mensen als thuis te zien. Op het moment zelf, echter, had het niet meer dan logisch geleken. Was dat hoe Raphaël zich voelde over de organisatie?
Ze staarde nog steeds naar het zwarte scherm van de televisie, in gedachten verzonken, toen Raphael opnieuw praatte. Met iets samengeknepen ogen draaide ze haar hoofd terug in zijn richting, om hem in het schemerdonker onderzoekend in haar op te nemen. Was dat een lichte trilling die ze in zijn stem hoorde? Voor ze haar aandacht erop kon fixeren, was hij uitgepraat. Wat het ook was geweest, zijn woorden deden meer met haar dan ze toe zou geven. Ze leken meer op elkaar dan ze toe zou geven. Er was ook niemand die om haar zou huilen als ze het leven liet. Er waren mensen die haar zouden missen - de geëvolueerden die achter haar aan zaten, de organisatie van de jagers - maar niet uit sentiment. Ze hadden haar nodig, als een middel om hun doel te bereiken. Tussen iemand missen en iemands aanwezigheid missen zat een ongelooflijk groot verschil. 
‘Als er één ding is dat ik geleerd heb, is het dat het beter is om alleen te leven dan als vervangbare pion voor mensen die allemaal iets van je willen, maar nooit wat het beste voor jou is.’ 
Pas na het uitspreken van de woorden, besefte ze hoe zwaar ze klonken. In een zwakke poging de lading ervan iets luchtiger te maken, haalde ze kort haar schouders op. Op de achtergrond merkte ze hoe de alcohol, die er met flinke teugen in ging, haar gedachten begon te vertroebelen. Het maakte de muur rond haar emoties week en dingen die ze in een nuchtere toestand nooit hardop uit zou spreken, glipten makkelijker door het filter heen. Ze had zich er druk om kunnen maken, ware het niet dat de drank dat deel ook dempte. 
Haar reisgenoot merkte op dat zij een stuk minder vervangbaar was. Raewynn kon het niet helpen dat ze moest lachen, spottend en geamuseerd tegelijkertijd. ‘Natuurlijk ben ik onvervangbaar.’ Ze grijnsde breed naar Raphael. ‘Wie had gedacht dat er toch nog wat wijsheid uit jou zou komen?’ Plagend tikte ze met haar voet tegen zijn been. Ze plaatste een hand naast zich op de grond en ging wat verzitten. Erg comfortabel waren de houten planken niet bepaald. 
‘Oeps. Wat zonde’, mompelde ze, terwijl ze met haar vingers over haar shirt wreef op de plek waar wat drank die uit de fles was geklotst in de stof was getrokken. Daarna keek ze terug naar Raphael, weer serieus dit keer. Haar vragen waren nog niet allemaal beantwoord. 
‘Maar je denkt toch niet serieus dat die organisatie van jou het met de hele wereld gaat delen als ze een manier hebben gevonden om van gewone mensen geëvolueerden te maken?’ Ze schudde langzaam haar hoofd, een lichte frons tussen haar wenkbrauwen. Het was geen verwijt aan zijn adres, geen poging om zijn loyaliteit aan de organisatie af te breken - wat het ongetwijfeld wel zou zijn geweest als ze nuchter was - maar een oprechte vraag. ‘Waarschijnlijk geven ze niemand anders het middel. Ik bedoel, denk er maar eens over na - wat heeft het voor zin om een geëvolueerde te zijn als de hele wereld dat is? Je organisatie heeft alleen voordeel als alleen zij het middel gebruiken. Het zal het leven van de gewone mensen niet beter maken, het zal het erger maken als ze eenmaal die geëvolueerde kracht hebben om hun macht uit te gaan breiden.’ Raewynn vertrok grimmig haar lippen. ‘Wat een nobele zaak, hm?’ 

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het is beter om alleen te leven dan als een vervangbare pion voor mensen die allemaal iets van je willen.
De woorden bleven nog even in Raphael zijn gedachten spoken. Deels omdat het moeite kostte om ze te verwerken, deels omdat de impact van de woorden langzaam op hem in aan het werken was. Ze had een punt en dat was een rare realisatie. Hij was tevreden met zijn leven in de organisatie, maar tegelijkertijd was er niemand daar die daadwerkelijk ook maar een donder gaf om wat hij nodig had, of wat hij wilde. Ze gingen er allemaal vanuit dat jagers wilden jagen en een manier wilden vinden om het DNA van geëvolueerden over te brengen op dat van normale mensen. En dat was ook zo. Dat wilde hij ook, net zoals iedereen. Maar hij had ook nooit voor mogen kiezen, omdat zijn ouders die keuze al hadden gemaakt. En hij was daar altijd tevreden mee geweest, want veel meer was er toch niet in dit leven om voor te werken. Maar nu kwam deze vrouw, compleet geïntoxiceerd, even zijn hele visie op het leven om zeep helpen. Liever niet. In plaats van te reageren op haar woorden, zweeg hij en nam hij nog een slok. Liever vergat hij dit direct weer. Dan hoefde hij in ieder geval niet te twijfelen aan hetgeen waar hij voor werkte.
Maakte ze het hem maar zo makkelijk. Heel even ontspande de sfeer toen ze lachte om zijn opmerking, maar daar bleef het bij. Ze ging gewoon weer verder over de organisatie, om twijfels te zaaien of om welke reden dan ook.
‘Zonder de organisatie heeft niemand van ons hoop,’ kaatste hij terug. Ze mocht het dan wel als oprechte vraag gesteld hebben, de implicatie die ze gaf was toch nog steeds neerbuigend. Vooral door de laatste opmerking die ze maakte. ‘Als je zo’n negatieve blik op de organisatie hebt, waarom ben je dan niet gewoon weggerend toen je de kans had? Wat heb jij daar te zoeken, Rae? Ik weet dat je niet van plan bent je leven op te geven voor ons in jouw ogen niet erg nobele doel, dus waarom ben je hier nog? Je hebt zo veel mogelijkheden gehad om weg te lopen, ervandoor te gaan…’ Terwijl Raphael sprak, werd de toon in zijn stem, die geagiteerd was geweest toen hij begon met spreken, weer rustiger. De alcohol had het effect dat hij zijn irritatie niet vast kon houden en zijn gedachten dwaalden af. Hij grijnsde zelfs. ‘Ik noemde je Rae,’ zei hij, vanuit het niets. In zijn emotie had hij er niet eens over nagedacht en haar naam afgekort zonder er ook maar een seconde over te twijfelen. Het maakte toch niet uit. Het was korter en het klonk leuk, vond Raphael. Hij nam nog een slok van de fles, die al aardig leeg begon te raken. Hij was geen negatieve drinker. De alcohol had een opwekkend effect op hem, wat je ook al had kunnen merken door zijn relaas van nog geen twee minuten eerder. Iets met emoties, en ze niet onder controle kunnen houden. Zijn ogen bleven op de jonge vrouw rusten. Hoewel hij totaal niet boos was vanwege haar kritische vragen, meende hij zijn eigen vraag wel. Waarom was ze überhaupt gebleven? Sober zou hij die vraag niet gesteld hebben, bang dat ze hem erom af zou maken. Maar ze had zijn leven net gered, ze was er niet vandoor gegaan. Waarom?
Rae. Hij snoof even. Hoe kwam hij erop om zomaar haar naam af te korten? Afkortingen van namen, dat was iets wat vrienden deden. Hij betwijfelde of hij haar tot een van zijn vrienden mocht rekenen. Nee, hij wist eigenlijk wel zeker dat zij geen vrienden waren. Even kwam het beeld naar boven van de bezorgde uitdrukking op Raewynn haar gezicht toen ze bang was geweest dat hij dood was geweest. Wat had dat in godsnaam te betekenen? Hij kon zich niet voorstellen dat die emotie nep was geweest, maar hij kon ook geen logische reden bedenken waarom het zo was. Het was niet logisch.


@Daynty 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste