Varamyr schreef:
‘What a relief.’
Opnieuw schonk hij haar een oprechte glimlach. Haar uitspraak gaf enig blijk van waardering weer, in zijn optiek dan. Maar hij nam al genoegen met de mondhoeken die zij steeds omhoog krulden. Het deed hem goed om na een lange periode van stilte en isolement eens emoties van anderen met de ogen te waarnemen, - te weten dat hij niet de enige was die nog wist te glunderen in tijden van dood en verderf.
Hij luisterde aandachtig naar haar tegenwoord.
‘Hm, I don’t agree. We all have our demons. Some are just better at hiding them,’ zei hij haar, ‘but when desperation hits us, our demons will show themselves. Despair brings out the worst in people.’ Geen pessimist, gewoon realistisch. Hij was er heilig van overtuigd dat elk individu een breekpunt had. Sommige waren nochtans moeilijker te breken dan andere. De mensen die op het eerste gezicht als ‘goed’ beschouwd werden, hadden zo’n breekpunt.
‘Do you -‘
Hij kapte zijn zin af toen hij merkwaardige geluiden hoorde. Heel bedachtzaam, alsof hij op elk moment breken kon, bracht hij zichzelf naar de rechterzijde van de schuur, daar waar het geruis geen geruis meer was, maar harde klanken die hem omarmden en niet meer wilden loslaten. Hij verstijfde. Lichamen.
NO PLACE IS SAFE, ONLY SAFER.
Waren het nieuwe? Of hadden die van net hen tot aan hier gevolgd?
Hij kon aan de geluiden niet horen met welk aantal niet alleen hij, maar ook Aviana mee te maken hadden. Meer dan acht konden het er echter niet zijn. Was hij in staat om die acht, met haar aan zijn zijde, neer te halen? Hij schudde zijn hoofd bij die gedachte. Aviana en hij hadden geen andere keus dan opnieuw de strijd aan te gaan. De lichamen waren te dichtbij.
‘How many can you take?’
‘What a relief.’
Opnieuw schonk hij haar een oprechte glimlach. Haar uitspraak gaf enig blijk van waardering weer, in zijn optiek dan. Maar hij nam al genoegen met de mondhoeken die zij steeds omhoog krulden. Het deed hem goed om na een lange periode van stilte en isolement eens emoties van anderen met de ogen te waarnemen, - te weten dat hij niet de enige was die nog wist te glunderen in tijden van dood en verderf.
Hij luisterde aandachtig naar haar tegenwoord.
‘Hm, I don’t agree. We all have our demons. Some are just better at hiding them,’ zei hij haar, ‘but when desperation hits us, our demons will show themselves. Despair brings out the worst in people.’ Geen pessimist, gewoon realistisch. Hij was er heilig van overtuigd dat elk individu een breekpunt had. Sommige waren nochtans moeilijker te breken dan andere. De mensen die op het eerste gezicht als ‘goed’ beschouwd werden, hadden zo’n breekpunt.
‘Do you -‘
Hij kapte zijn zin af toen hij merkwaardige geluiden hoorde. Heel bedachtzaam, alsof hij op elk moment breken kon, bracht hij zichzelf naar de rechterzijde van de schuur, daar waar het geruis geen geruis meer was, maar harde klanken die hem omarmden en niet meer wilden loslaten. Hij verstijfde. Lichamen.
NO PLACE IS SAFE, ONLY SAFER.
Waren het nieuwe? Of hadden die van net hen tot aan hier gevolgd?
Hij kon aan de geluiden niet horen met welk aantal niet alleen hij, maar ook Aviana mee te maken hadden. Meer dan acht konden het er echter niet zijn. Was hij in staat om die acht, met haar aan zijn zijde, neer te halen? Hij schudde zijn hoofd bij die gedachte. Aviana en hij hadden geen andere keus dan opnieuw de strijd aan te gaan. De lichamen waren te dichtbij.
‘How many can you take?’