|
Blog
|
Everland inzending |
Naam: Fortunato Cornelius Varro Fortunato: 'De gelukkige' Hij bezit een fortuin en brengt zijn dagen door met het geven van de meest geweldige feesten. Alleen daarom vinden vele mensen hem een gelukzak. Maar zijn vader gaf hem die naam om een totaal andere reden. Aloysius Varro had nooit verwacht ooit vader te worden. Zijn enige zoon was voor hem dus ook een groot geluk en vandaar de naam Fortunato. Leeftijd: 22 Korte Omschrijving: Charisma, dat is het woord dat perfect bij hem past. Altijd vrolijk, galant, een echte gentleman zo zullen de meesten hem omschrijven. Gezien zijn beroep en rijkdom verwachten mensen ook niet dat hij ooit ongelukkig is. Hij houdt die gevoelens dus ook eerder voor zichzelf dan ze met zijn gasten te delen. Fortunato is de uitbater van de Querencia. Dit is een paleis dat in tegenstelling tot de meeste woningen geen vaste plaats heeft. Het kan zich verplaatsen in de ruimte naar waar het maar wilt. In de Querencia worden de meest formidabele feesten gehouden. Tafels vol met exotisch voedsel, shows van de beste artiesten van hun wereld. Het is een geheel dat zelf je stoutste dromen overtreft. Niets is onmogelijk op deze feesten. 'It's to die for' wordt er wel eens gezegd en hij neemt dit gezegde heel letterlijke. Fortunato is immers een jongeman die wel houdt van een weddenschap of een wedstrijd. Vaak zet hij de Querencia op de meest onmogelijke plaatsen: in de lucht, in een vulkanisch gebied, op de bodem van de zee. Zo moeten mensen werkelijk hun leven wagen om zo'n feest bij te kunnen wonen. Andere keren trekt hij van stad tot stad en organiseert wedstrijden zoals wie de beste mop kan vertellen, wie zich het best kan verkleden en de winnaars mogen dan naar de Querencia komen. Op die manier houdt hij het graag spannend. Uiterlijk: Fortunato heeft een enorm extravagante stijl. Zijn kleding is meestal felgekleurd, overvloedig gedecoreerd en uitermate uniek. Zijn haar heeft al de meest uiteenlopende kleuren gehad en ook make-up draagt hij dagelijks. Hij houdt enorm veel van hoeden en zijn uiterlijk doet wel een beetje aan dat van een goochelaar denken. Hij is 1m90 lang en niemand heeft echt een idee wat de echte kleur van zijn haar en ogen zijn door het constante gebruik van haarkleuring en gekleurde lenzen. . Kort verhaaltje: Eindelijk ben je er. Na een lange voettocht heb je eindelijk de locatie van de Querencia gevonden. Makkelijk was het niet aangezien de uitbater, Fortunato enkel met mond tot mond reclame werkt. Nooit worden er eerder posters opgehangen en enkel zijn beste vrienden ontvangen een uitnodiging. Dit keer staat het gebouw op een besneeuwde bergtop. De deuren gaan open en je staat aan de grond genageld als je de binnenkant ziet. Je had hoge verwachtingen, maar deze zijn nu al overtroffen. "Kom toch binnen blijf niet in de koude staan." De man die de deur opende neemt beleefd je jas aan en laat een bediende die wegbrengen. Daarna houdt hij je een lang glas voor met een vloeistof die om de zoveel tijd van kleur verandert. "Een welkomstdrankje, ik ben er zeker van dat je onmogelijk kan raden wat de ingrediënten zijn. Oh wat onbeleefd van me. Ik heb me nog niet eens voorgesteld. Mijn naam is Fortunato Cornelius Varro en ik heet u van harte welkom in de Querencia. Dit is u eerste keer hier toch, want ik onthoud elke gast die hier ooit langskwam en u gezicht komt me niet bekend voor." Wanneer hij zich voorstelt maakt hij een beleefde buiging. Al snel voor je je op je gemak. Komt het door zijn uitstraling of door de hoeveelheid alcohol in dat welkomstdrankje? Hoe dan ook wanneer hij aanbiedt je een rondleiding te geven ga je met veel plezier mee. Fortunato legt uit dat hij het fijn vindt zijn gasten beter te leren kennen en jullie raken aan de praat. Hij toont de deuren van verschillende kamers. "De Querencia leidt haar eigen leven. Telkens weer zijn de kamers anders zelfs ik word nog elke dag verrast.De rondleiding eindigt bij je slaapkamer waar op de deur een houten bordje met je naam hangt, alsof het paleis al wist dat je ging komen. Geprikkeld door nieuwsgierigheid vraag je: "Dit alles, dit kan onmogelijk verwezenlijkt worden zonder een magische bijdrage." Op zijn lippen verschijnt een mysterieuze glimlach. "Maar dat is nu juist het wonderlijke van deze plaats. Mensen in magie doen geloven waar deze er niet is. Natuurlijk het verplaatsen van de Querencia kan op geen andere manier maar de shows de feesten zelf in hoeverre deze magisch zijn dat laat ik in het midden. Ik raad u aan er gewoon van te genieten want voor u het weet is het weer voorbij." Hij draait zijn wandelstok in het rond neemt nog even beleefd zijn hoed af en wandelt dan rustig weg. Hij mag dan wel vriendelijk en charmant zijn toch is deze Fortunato maar een mysterieus type met meer geheimen dan hij doet blijken. Inzending ronde 1: "Wat is je grootse plan dan?" vroegen Wolf en Roodkapje in koor. "Wel ik neem aan dat grootmoeder toch al een zekere leeftijd heeft..." "Ze mag dan wel oud zijn. Ze is nog enorm fit voor haar leeftijd. Ze kan ons makkelijk allemaal aan." onderbrak Roodkapje hem nog voor hij was uitgesproken. "Eeuhm wel, maar ik ben er zeker van dat als we allemaal een mes uit de keuken pakken..." "Grootmoeder heeft een hekel aan scherpe voorwerpen. Je zult geen enkel mes in haar huis vinden." "Waarom willen jullie haar trouwens vermoorden?" "Dat gaat jou helemaal niets aan!" "Wel de kans is groot dat ik straks een oude vrouw doodt en daar wil ik liefst een reden voor hebben." kaatste Oliver terug. Wolf en roodkapje keken elkaar bedenkelijk aan. Uiteindelijk nam Wolf het woord. "Ik en Kapje hebben al een tijd een relatie. We zouden heel graag trouwen, maar dat kan enkel met grootmoeders toestemming en zij haat me. Ze heeft ze niet meer allemaal op een rij en denkt dat ik een echte wolf ben. De enige mogelijkheid waardoor Roodkapje en ik gelukkig samen kunnen zijn is als we een einde aan haar leven maken." "Maar gaan jullie je dan niet schuldig voelen?" "Schuldig!" Tink barstte in lachen uit. "Luister groentje, die oude knar heeft van menig persoon het leven zuur gemaakt. We zijn haar allemaal liever kwijt dan rijk." "Ok, ik wil heel graag een plan bedenken, maar ik ben niet diegene die haar vermoordt deal?" "Wat is er prinsje? Bang om je handen vuil te maken?" zei Tink uitdagend. "Helemaal niet. Ik vind gewoon dat iedereen moet bijdragen. Ik doe het denkgedeelte. Het doegedeelte is voor jullie." "Hey wat zitten jullie hier verdacht samen te zweren?" Iedereen schrok zich dood toen er plots een jonge vrouw vanuit het struikgewas tevoorschijn kwam. "Assepoester jij ben het maar, gelukkig." zei Roodkapje. In tegenstelling tot Tink had deze Assepoester wel een jurk aan. Als had hij duidelijk zijn beste tijd gehad. Hij was vuil en leek meer op een vod dan op een kledingstuk. "Dus jullie kennen elkaar?" vroeg Oliver aan Kapje. "Inderdaad, Assepoes is grootmoeders huishoudster. Ze staat enorm bij haar in de schulden en moet daarom gratis komen poetsen tot zij vindt dat de schuld is afgelost." "En die schuld is al jaren betaald, maar ik zal moeten blijven werken tot ze dood gaat!" zei de jonge vrouw geërgerd. "Wacht eens even. Dus Assepoester jij werkt voor haar?" "Ik denk dat ik dat net vrij duidelijk gezegd heb." antwoordde ze lichtjes verward. "Dus je zet ook thee voor haar en maakt haar eten?" "Ja die dingen behoren tot mijn eindeloze takenpakket." "Geweldig, ok dit is het plan. Tink jij gaat op zoek naar een kruid waardoor oma in slaap valt. Assepoester verwekt dit in haar thee. De plaats waar Tink me heeft gevonden was dicht bij een klif. Het is niet zo ver van hier. Wanneer oma slaapt nemen we haar mee en gooien haar naar beneden. Zo'n val overleefd ze absoluut niet." De rest dacht na. "Dit zou kunnen werken." zei Wolf aarzelend. "Tink heb je zo'n kruid?" vroeg Roodkapje. "Kapje het is je geluksdag. Dit drankje doet haar slapen als een roos. Al moet ik er wel bij zeggen dat wanneer ze slaapt we geen plotse luide geluiden mogen maken, dan verliest het zijn effect." Ze nam een flesje van haar riem en overhandigde het aan Assepoester. "Doe er maar goed veel van in haar thee." Nog een laatste keer overliepen ze alles dat moest gebeuren. "Ok is iedereen klaar voor operatie oma gaat bungeejumpen zonder koord?" vroeg Tink. "Daar gaan we dan." Ze legde haar hand in het midden van de groep en de rest legde zijn hand op de hare. "Waar wacht je nog op prins?" Oliver was helemaal niet bekend met deze vreemde groet maar legde toch zijn hand op die van de anderen. "Go team!" riep Tink. De rest herhaalde de woorden 'go team' al was Oliver wel net iets later omdat hij niet wist wat de bedoeling hiervan was. Assepoester ging het huisje van grootmoeder binnen. Ze hoorden hoe de oude vrouw vroeg waarom ze zo laat was. Assepoester antwoordde iets vaag over het weer en de slechte wegen. Om het goed te maken zou ze koekjes maken. Wel die koekjes waren om hun zege naar de missie te vieren. Gespannen wachtten ze af in het struikgewas. Na ongeveer een uur opende assepoester het raam en hing een handdoek buiten. Dat was het afgesproken teken om in actie te komen. Met zijn allen gingen ze het huis in. Behalve Tink, zij hield buiten de wacht. Daar lag grootmoeder te slapen in haar bed. Oliver doorzocht enkele kasten op zoek naar touw. Hij vond enkel wol, dus dan bonden ze haar handen en voeten daar maar mee vast. Tink gaf hem de opdracht haar te dragen, om zijn prinselijkheid te bewijzen. De oude vrouw woog meer dan hij had verwacht, maar hij besloot zijn verwensingen voor zichzelf te houden en met zijn allen vertrokken ze naar de kliffen. Ze zeiden geen woord en deden hun best alle krakende takjes te ontwijken. Aangekomen draaide Oliver zich om. "Ok wie gooit haar over de rand?" vroeg hij. Opeens was iedereen stil. "Hey. Ik ging het niet doen en we kunnen nu niet van ons plan afstappen." Plots klonk er een luid gerinkel. Allen stonden ze als aan de grond genageld. "Oh nee ik heb de kookwekker per ongeluk meegenomen zodat ik wist wanneer de koekjes klaar waren." Wel dit geluid was zeker luid genoeg om oma te wekken. "Huh waar ben ik." zei een oude stem. Wolf kwam meteen in actie hij rende op de oude vrouw af en duwde haar over de rand van de klif voor ze weer helemaal bij zinnen was. "Dit zet ik jullie betaalt! Jullie zijn nog niet van me af! Mijn geest zal bij jullie komen spoken!" riep ze de groep na. Niemand durfde te kijken toen haar lichaam de grond raakte. "Ok nu is het tijd voor koekjes dat hebben we wel verdiend." zei Assepoester die de sfeer er wat probeerde in te houden. "Ja koekjes klinken heerlijk." antwoordde roodkapje al trilde haar stem lichtjes. Ze keerden terug naar oma's huisje, maar besloten buiten te picknicken. Het voelde gewoon niet goed aan om in het huis te eten van een persoon die je net had vermoord. "Ik moet even iets gaan doen." zei Tink en verdween in het struikgewas nog voor iemand haar tegen kon houden. Iets verderop zat een papegaai. 'Kon die vervloekte jongen niet kiezen voor een minder opvallende vogel?' dacht ze in zichzelf. "Zeg tegen Fortunato dat de jongen geen roddel is, maar werkelijk bestaat. Hij beweerd van een andere wereld te komen, maar ik kan niet uitsluiten of dat werkelijk zo is of er gewoon wat vijzen bij hem loszitten. Ik hoop snel meer te weten." "Meer te weten." herhaalde de felgekleurde are en vloog toen weg. Tink had het gevoel dat ze nog spijt zou krijgen deze opdracht ooit aanvaard te hebben. Ronde 2: "Ok laten we gewoon over zwemmen!" Riep Wolf en rende met Roodkapje naar het water. Oliver en Tink volgden al snel, maar net voor ze het meer in wouden duiken weerklonk een stem vanuit de lucht. "Stop!". Had Malafides leger hen nu al ingehaald? Oliver trok zijn zwaard, maar Tink hield hem tegen. "Geen nood, hij gaat ons niks doen. Maar bij de goden hier hebben we zo geen tijd voor." "Weet je wie er riep?" vroeg Oliver. "Ik heb zo'n donkerbruin vermoeden" antwoordde Tink. Vanuit de wolken daalde een gigantisch paleis neer, dat enkele meters boven het meer bleef drijven. Wondermooi vuurwerk schoot vanuit de hoogste torens, muziek begon te spelen. "Mag ik alsjeblieft een daverend applaus voor de enige echte Fortunato Cornelius Varro!" De deuren van een groot balkon vlogen open. Een jongeman gekleed in een extravagant kostuum met een hoge hoed met veren op stapte naar voor en maakte enkele diepe buigingen. Niemand van de vier klapten. Oliver, Wolf en Kapje keken met open mond naar het paleis, Tink rolde geërgerd met haar ogen. "Wie van jullie komt uit een andere wereld. Als ik me niet vergist ben jij dat." Hij wees met zijn wandelstok naar Oliver. Die kon nog altijd geen woord uitbrengen omdat in de wereld waar hij vandaan kwam paleizen op de grond stonden. "Fortunato kun je ons alsjeblieft aan boord van de Querencia laten. Malafide zit achter ons aan en jou vuurwerkshow heeft onze locatie een beetje verraden." "Mijn liefste Ida, where's the fun in that? Je weet zelf toch ook dat enkele zij die het waard zijn aan boord van de Querencia mogen?" "Ida wie is Ida?" eindelijk kon Oliver praten en dit was wat hij zei? "Ik ben Ida." siste Tink, die dus blijkbaar Ida heette. "De bloemen van de kleine Ida, komaan dat sprookje ken je toch wel?" Oliver schudde zijn hoofd. "Typisch" zuchtte Ida. "Malafide, Kapje, Wolf zelfs Oma ken je, maar meneer heeft nog nooit gehoord van de bloemen van Ida, wel dat is een gat in je cultuur!" "Misschien heb ik het verkeerd begrepen, maar zaten jullie niet in tijdnood?" onderbrak Fortunato hen. "Wel laten we dit spannend maken, dames als jullie zo vriendelijk willen zijn te helpen." Enkele meerminnen zwommen naar de oppervlakte en keken het viertal glimlachend aan. "Meerminnen, altijd lief glimlachen tot ze je vastgrijpen en verdrinken." zei Kapje, haar stem gevuld met minachting. "Voilà, de regels zijn simpel enkel twee van jullie mogen tegelijk het meer oversteken en er moet altijd iemand een lantaarn dragen. Zo niet dan mogen deze lieftallige meerminnen doen waar ze zin in hebben. Denk snel na hoe je dit aanpakt want de tijd dringt. Ik kan Malafides leger van hier zien en als ik een ruime schatting maakt zou ik toch zorgen dat jullie in achttien minuten de overkant bereiken." Tink nam meteen het voortouw. "Ok Kapje jij gaat als eerste en neemt de lantaarn mee. Je vertrekt samen met Oliver, wanneer deze is aangekomen vertrek ik en dan Wolf, zo zijn we er in tien minuten." "Wat, heb je me al eens goed bekeken Tink. Ik kan zo al amper boven water blijven, laat staan met zo'n zware lantaarn. Is er geen andere manier om op tijd aan de overkant te raken." "Nog zeventien minuten!" riep Fortunato. "Ik heb een idee, maar geen tijd om het uit te leggen. Jullie moeten me gewoon vertrouwen." zei Oliver plots. De drie anderen knikten, er stond enorm veel op het spel, maar Oliver had zich eerder al bewezen als een vindingrijk man. "Ok Ida, Tink wat dan ook je naam is, wij gaan eerst. Geef de lantaarn maar aan mij." Met hun tweeën zwommen ze over, eenmaal aangekomen keerde Oliver terug. Hij gaf de lantaarn aan Wolf die samen met Kapje vertrok. De meerminnen kwamen gevaarlijk dichtbij zwemmen. "Zo'n mooie jongen als jij met een meisje als zij, waarom kom je niet dichter bij ons zwemmen, we doen je heus geen kwaad." "Wolf als ik je ook maar één blik naar die krengen zie werpen dan wil je niet weten wat je te wachten staat." Ze mocht dan wel klein van gestalte zijn, Wolf wou niet te maken krijgen met een kwade Roodkapje en zwom haastig door. Van hen drieën was Tink de snelste zwemmer. Zij was dan ook de persoon die terug kwam gezwommen met de lantaarn en daarna samen met Oliver naar de overkant zwom, net op tijd want het geluid van Malafides soldaten klonk vlakbij. In exact zeventien minuten hadden ze allen de overkant bereikt. "Proficiat, laten we doorgaan naar de volgende opdracht." "Hoezo volgende opdracht, riepen ze allen in koor." "Mijn liefste schatten denken jullie nu echt dat jullie voor zo'n kleinigheid aan boort mogen? Nee jullie zullen jezelf nog eens moeten bewijzen, maar ik beloof dat het de moeite waard zal zijn. In de Querencia is immers alles mogelijk, zelfs het maken van een portaal naar een andere wereld!" "Ida jij kent deze man beter dan ik, is wat hij zegt echt waar?" Tink haalde haar schouders op. "Dat paleis van hem is inderdaad tot veel in staat, maar het heeft zijn beperkingen en Fortunato durft al eens te overdrijven, zeker wat zijn geliefde Querencia betreft. Maar het is het proberen waard als jullie hier ook mee akkoord gaan." Ze richtte zich tot Wolf en Kapje. "Wel we zijn nog nooit naar een Querencia feest geweest, maar als de geruchten waar zijn zou het de perfect plek zijn voor een bruiloft denk je ook niet Wolf?" De jongen knikte instemmend. "Ok, dan gaan we door met de volgende opdracht." Ronde 3: De groep bleef met open mond in de inkomhal van de Querencia staan. "Het is prachitg he. Volgen jullie alsjeblieft. Jullie hebben ver gereisd en veel meegemaakt. Een bad en wat schone kleding zal jullie goed doen. Daarna kunnen jullie me alles vertellen bij een uitgebreid diner." Enkele bedienden namen hun jassen aan. Fortunato toonde hen hun kamers. Ida kwam net uit de douche. Ze had één van de chique jurken, die in haar kast hing aangetrokken. Meestal droeg ze zo'n kledingstukken niet, maar hier op de Querencia was alles pracht en praal. Er werd op de deur geklopt. "Sorry dat ik sto... Wow jij ziet er goed uit." Het was Oliver die zijn kleren voor een net pak had omgeruild. "Dankje" zei Ida droogjes, al was ze stiekem heel blij met het compliment. "Wat is er?" "Wel ik zou graag willen weten hoe het sprookje van de bloemen van Ida gaat. Als je me het wilt vertellen." Ida zuchtte en gebaarde dat hij op het bed moest gaan zitten. Ze plofte naast hem neer en haalde haar hand door haar haren. "Wel Ida's vader was een magiër. Laat ik al beginnen met te vertellen dat magie allesbehalve iets fijns is. Er zijn altijd nadelen aan verbonden. De meeste mensen zijn niet krachtig genoeg om ermee om te gaan. Kijk bijvoorbeeld naar Fortunato. Hij heeft dan wel dit magische gebouw, maar kan onmogelijk naar buiten. Hij is voor eeuwig aan de Querencia verbonden. Het is een kooi, een prachtige gouden kooi, maar het is en blijft een kooi. Dus waar was ik, ah ja Ida's vader. Hij had één dochter Ida, waarvan hij zielsveel hield. De moeder van Ida was bij de geboorte gestorven. Ze had haar nooit gekend dus ze mistte haar ook niet echt. Ida's vader was vaak dagen weg om magische dingen te doen. Hij vertelde haar nooit wat. Met een spreuk had hij de bloemen in de tuin betoverd. Elke nacht hielden ze feest en dansten ze samen met de kleine Ida. Het was geweldig. Jaren gingen voorbij en Ida groeide op. Haar vader werd steeds beschermender. Uiteindelijk was het zo erg dat hij een schilderij maakte waarin hij zijn dochter wou opsluiten. De bloemen, die Ida's goede vrienden waren hadden het plan van haar vader gehoord en s'nachts veranderden ze enkele ingrediënten van de magische verf. In plaats van haar op te sluiten kwam Ida in een nieuwe wereld terecht. In de Querencia, om precies te zijn. Ik herinner me er zelf niet zoveel mee van. Het is een tijd geleden gebeurd." "Wat erg voor je." Oliver legde troosten zijn arm om haar heen. "Het gaat wel. Het vreemde is. Ondanks wat hij mij heeft aangedaan, hou ik nog wel altijd van mijn vader." Plots kreeg Oliver een flashback, naar het schilderij in de grot. Het meisje, ze was jonger, maar ze leek inderdaad op Ida. "Ida heette je vader toevallig Francis?" "Ja, waarom?" Oliver wou haar niet vertellen over wat hij in de grot had ontdekt, dat hun vaders elkaar hadden gedood. "Wel het is door dat schilderij dat ik hier terecht ben gekomen." Nogmaals werd er op de deur geklopt. Het waren Wolf en Kapje die het vroegen te komen eten. Aan de eettafel vertelde Oliver over Obsidian, over zijn reis en hoe hij hier terecht was gekomen. Fortunato was één en al oor. Aangezien hij zelf de Querencia niet uit kon leefde hij op de avonturen die anderen beleefden. "Dus nu wil je terug. Dat kan geregeld worden, volgen jullie me." Met zijn allen wandelden ze naar de diepste kelders, het hart van de Querencia. Ze gingen een kamer binnen waar een enkel schilderij hing. Exact hetzelfde als in Obsidian. "De gelijkenis is treffend niet." zei Ida, haar stem klonk triestig. "Heel lang geleden werd de Querencia niet voor feesten gebruikt, maar was het een poort naar verschillende andere landen en dimensies. Nu de magie voor andere, veel leukere doeleinden wordt gebruikt weet ik niet zeker hoe sterk het portaal is. Er zal nog wel één iemand door kunnen, maar niet meer." Oliver knikte. Hij had hier op korte tijd goede vrienden gemaakt. Vrienden die hij nu voor altijd moest achterlaten."Alsjeblieft ga niet weg." fluisterde Ida toen ze elkaar omhelsden. Er stonden tranen in haar ogen. "Moet je echt terug naar Obsidian? Waarom kan je niet gewoon hier blijven in Everland?" "Ida, mijn moeder. Ze maakt zich waarschijnlijk zoveel zorgen over me..." "We sturen een brief. Zeggen dat je in orde bent en dat ze ook naar Everland kan komen als je wilt." "En Malificent dan, die zit nog altijd achter ons aan." "Wel Malificent kan de pot op. We zullen haar samen verslagen." Oliver keek twijfelend naar het portaal en naar zijn vrienden. Hij moest toegeven dat sinds hij in Everland was aangekomen hij was veranderd. Hij was moediger geworden. Hij had leren zijn leven te riskeren voor de mensen waarvan hij hield. "Fortunato kun je alsjeblieft voor een veer, inkt en papier zorgen." "Natuurlijk mijn beste Oliver. Het ziet er naar uit dat we vanavond een grandioos feest gaan geven." "Absoluut" zei Oliver opgewekt. "Misschien kunnen we zelfs een dubbele bruiloft doen met Wolf en Kapje." "Wie heeft er ooit gezegd dat ik met jou wil trouwen, de gedachte alleen al." grapt Ida en drukte een vluchtige kus op zijn wang. |