Demish schreef:
Het moest vandaag gebeuren. Als het zou falen vandaag, zouden ze weer enkele dagen moeten wachten. Rain was een krachtige heks, met nog meer krachtige voorouders die haar zouden steunen in dit alles. Ze wist echter maar al te goed waarom Rhett zich zorgen maakte om haar. Ze zou meerdere vampieren op moeten sluiten. Eén vampier was al lastig, maar het zou er niet bij één blijven. Hoe meer hoe beter, als de belangrijkste maar aanwezig zou zijn: Rhi. Wat zij had gedaan, wat ze met de stad had gedaan… Het moest stoppen. En ondanks dat ze met Rhett af had gesproken dat ze op tijd zou stoppen, dat ze om hulp zou roepen als het nodig was, wilde ze niet rusten voordat ze haar eigen stad kon verzekeren van een veilig bestaan.
Het was diep in de nacht en het was de nacht dat enkele planeten op één lijn zouden staan. Zulke gebeurtenissen waren voor Rain van groot belang. Doordat de planeten op een lijn zouden staan, kwamen er extra krachten vrij die Rain zou kunnen gebruiken voor haar spreuk. En die krachten had ze nodig. Ze vertrouwde op de kennis van haar voorouders. Het was het spreukenboek van Roselia geweest waarin ze de spreuk had gevonden en ze wist dat wat ze wilde doen, goed was. Vampiers waren er om de balans uit evenwicht te brengen, dus hoe meer ze er op zou sluiten: hoe beter. De spreuk zou er voor zorgen dat de vampiers de oude boksschool niet zouden kunnen verlaten. Met een anders spreuk zou ze de plek verhullen. Alsof het nooit had bestaan. Op die manier zouden er geen mensen in de buurt kunnen komen. Uiteindelijk zouden de vampiers gek worden van elkaar. Het zou Rain niet verbazen als ze elkaar aan zouden vallen. Dat maakte haar niet uit. Zolang ze maar achter slot en grendel zouden blijven en niemand nog iets aan zouden kunnen doen.
Samen met Rhett had ze de vampiers hier naartoe gelokt. De meeste vampiers hadden ze kunnen lokken met een nep bericht van Rhi. Een bericht waarin had gestaan dat ze een nieuw plan had gehad, dat ze niet zou stoppen totdat Linn uiteindelijk op de grond zou liggen en niet meer op zou kunnen staan. Het was Rhi geweest die het meest lastig was geweest om naar zich toe te krijgen. Rhi hield zich gedeisd, bleef onder de radar. Ze wist dat niemand haar er mee weg zou laten komen. Wat ze Linn aan had gedaan, was verschrikkelijk.
‘Kijk eens aan: de heks en de vampier.’ Rain en Rhett draaiden zich om bij het horen van de stem. Rhi stond voor hen, samen met al haar andere vampiers. ‘Ik vroeg me al af wie ons in de val probeerde te lokken. Iedereen vond het vrij duidelijk dat het niet mijn berichten waren die rond werden gestuurd.’
‘En toch staan jullie allemaal hier,’ zei Rhett. ‘Dus het heeft toch gewerkt.’
Rain strekte haar vingers. Zij waren maar met z’n tweetjes, de groep was met meer. Rhett was echter ongelooflijk sterk. Hij was sneller, zou zich gemakkelijker voort kunnen bewegen tussen de groep. En zij had de kracht om meerdere vampiers te pijnigen. Het leek in eerste instantie geen eerlijk gevecht. Misschien was het dat ook niet, voor de grote groep vampiers.
‘Ik was nieuwsgierig wie Linn dit keer had ingeschakeld.’ Rhi haalde haar schouders en wenkte naar de rest van haar vampiers. ‘Doe maar met ze wat jullie willen.’
Dat was het startsein voor de vampiers om op Rain en Rhett af te rennen. Rain gooide haar handen omhoog en liet met een spreuk enkele vampiers op de grond vallen. Het was misschien wel de oudste truc in het boek: de aderen in hun hersenen constant opnieuw laten klappen, wat zorgde voor een verschrikkelijke hoofdpijn.
Rhett belandde van het ene gevecht in het andere. Hij duwde de vampiers met gemak van zich af en probeerde het ene lichaam om het ander weg te slaan. Hij was geen partij voor hen. Rain haar ogen zochten echter naar de boosdoener in de kamer. Ze zou Rhi niet weg laten komen. Met de hulp van Rhett wist ze te ontkomen aan enkele vampiers en vond ze Rhi in één van de andere kamers, klaar om naar buiten te gaan.
‘Incendia!’ riep Rain, waardoor de opening naar buiten vlam vatte. Ook de opening tussen haar en Rhi in, veranderde in een zee van vuur. Het was niet de bedoeling om Rhi te laten verbranden, al zal het zeker niet erg zijn. Rain had zichzelf omringd door een zee van vuur, waardoor de andere vampiers haar niet aan zouden kunnen vallen. Niet zonder zichzelf te laten vergaan tot as.
‘Oh, ons heksje kan een vuurtje maken. Ga je me verbanden? Is dat het grote plan?’ Rhi daagde haar uit, maar Rain reageerde niet. Ze hield de vampier door de vlammen heen in de gaten. ‘Je weet dat als je mij wil verbranden, je iedereen moet verbanden? Ook jouw favoriete vampier.’
‘Gelukkig maar dat we een beter plan hebben dan dat.’ Rain liet het vuur achter zich stoppen, waardoor ze zelf vrij kon komen. Het vuur voor Rhi bleef echter op zijn plaats. Het tastte het huis verder niet aan, niet zo erg tenminste. Het was enkel om Rhi tegen te houden, voor zolang het nodig was.
Rain rende terug door het huis, opzoek naar Rhett. Ze kon de vampieren niet opsluiten als hij nog aanwezig zou zijn. Anders zou de spreuk ook hem treffen.
Ze bewoog de vampieren uit haar weg met haar gedachten en wist zo Rhett te vinden, die op een onsmakelijke manier iemand zijn nek om wist te draaien. Door elkaar aan te kijken wisten ze genoeg: ze moesten naar buiten. Samen renden ze de oude boksschool uit. Rain stopte voor de deur en mompelde opnieuw de spreuk die ze eerder had gebruikt. Met vuur sloot ze alle ingangen af, zodat ze er niet uit zouden kunnen vluchten. Niet zonder dood te gaan.
Rain zakte neer op de grond en ging in een kleermakerszit zitten. Haar ogen hield ze gericht op het huis, waarna de spreuk over haar lippen kwam. Keer op keer herhaalde ze hem, met in haar hoofd het beeld van wat ze wilde bereiken. De vampieren opgesloten in het huis, volledig uitgedroogd door hun gebrek aan bloed. Ze konden geen kant meer op.
De vlammen rondom het huis werden hoger. De wind zette op. Rain voelde de ogen van Rhett in haar rug prikken. Hij hield haar in de gaten. Het huis was echter nog niet beveiligd. De spreuk was nog niet af. Rain sloot haar ogen en concentreerde zich op haar woorden. Ze focuste zich op de planeten en de sterren boven haar en probeerde ieder stukje kracht te absorberen. Ze voelde het maanlicht op haar huid, al kan het ook het geflikker van het vuur zijn. In haar hoofd hoorde ze de stemmen van haar zussen, haar moeder en haar tantes. Allemaal praatten ze mee met de spreuk, allemaal gaven ze Rain het laatste beetje kracht wat ze nog in zich hadden. Ze proefde de ijzeren smaak van bloed in haar mond, maar ze was er bijna. Nog even en ze zouden opgesloten zitten.
Rain haar worden stierven weg in de wind, de vlammen namen af. Langzaam opende ze haar ogen en keek ze naar het huis. Binnen zag ze een aantal bewegingen. Vampiers die door de ramen keken, één iemand opende de deur.
‘Het ziet er naar uit dat je spreuk niet gewerkt heeft, heks!’ riep hij, maar zodra hij zich af wilde zetten, werd hij tegenhouden door een onzichtbare muur. Met een vage glimlach beantwoordde Rain zijn woorden. De vampiers waren opgesloten.
‘Je hebt het gedaan,’ zei Rhett zacht, die naast haar was komen staan. Hij stak zijn hand uit, maar ze schudde haar hoofd. ‘Het is nog niet klaar.’
‘Wat? Natuurlijk wel. Ze zitten vast. Ze kunnen er nooit meer uit komen en ze zullen vanzelf uitdrogen. Het is goed zo, Rain.’ Opnieuw schudde Rain haar hoofd. Het was nog niet goed. Ze konden nog steeds mensen pijn doen. Als een mens langs het huis zou lopen, zouden ze geluid maken. Ze zouden schreeuwen om hulp en met hun dwang iemand naar binnen weten te lokken. Dat mocht niet gebeuren.
‘Ze kunnen nog steeds mensen pijn doen, Rhett. Dat mag niet meer. Dat kan ik ze niet laten doen.’
Rain sloot haar ogen en begon aan de volgende spreuk. Deze spreuk zou het gebouw verhullen. Het zou ieder geluid, ieder gekerm doen laten verdwijnen in het niks. De vorige spreuk had haar al uitgeput, maar ze wist dat ze dit moest doen. Alle heksen die haar voor waren gegaan in haar familie, spoorden haar aan om juist dit te doen. Ze kon nu niet opgeven.
‘Rain!’ Ze hoorde de stem van Rhett wel, maar het was alsof hij erg ver weg was. Alsof ze op twee verschillende eilanden stonden en hij naar haar schreeuwde. Rain had haar ogen gesloten. Het enige wat ze echt goed hoorde, was haar eigen stem en die van vele anderen. Bloed gutste uit haar neus en er kwam druk op haar oren.
‘Rain, stop! Jellybean!’ Rhett zijn woorden kwamen nauwelijks tot haar binnen, maar ze was zich nog goed bewust van haar omgeving. Zo goed zelfs, dat ze merkte dat Rhett zijn hand naar haar schouder bewoog om haar te stoppen. Een onzichtbare kracht duwde hem naar achteren. Heksen die hem lieten weten dat Rain haar taak nog niet klaar was.
Totdat die het wel was. De stemmen in haar hoofd waren weg, de druk viel van haar af. Haar ogen gingen weer open, maar het was wazig en donker. Met haar vingers tastte ze rond de huid boven haar lippen en ze voelde het warme bloed. Rhett wist haar nog net op te vangen, voordat ze met haar hoofd in de aarde viel.
‘Ik breng je naar huis.’ Rhett nam haar goed in zijn armen en haastte zich naar zijn eigen appartement, waar hij de heks in zijn bed legde. Met een washandje maakte hij haar gezicht schoon, terwijl hij haar hartslag en ademhaling goed in de gaten hield. Het had erg veel van haar gekost, maar ze had er wel voor gezorgd dat Boise voor een lange tijd verlost zou zijn van de vampieren.