Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Mai
Check het forum voor gezelligheid!!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
15 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O| Lord, forgive me for the things I’ve done
Demish
Internationale ster



Na al hetgeen wat er was gebeurd, en dan refereerde Linn naar alle gebeurtenissen die plaats hadden gevonden sinds Rhi naar Boise was gekomen, had het aangevoeld als een tijd voor iets nieuws. Een tijd van verandering en van vrijheid. Daar waren wat veranderingen bij komen kijken. De eerste was geweest dat ze Luke niet meer had willen beperken in zijn doen en laten. Ze had hem het vertrouwen willen geven dat hij dit aan kon. Dat verdiende hij, zeker na alles wat hij mee had moeten maken. Daarnaast had ze een tripje gemaakt naar de kapper, met Luke bij haar. Ze had hem niet verteld wat ze had willen doen, dus hij had haar wel verrast aangekeken toen ze aan had gegeven dat ze haar haren had willen laten verven. Luke had haar altijd gekend met zwart haar, en nu had ze die kleur vervangen door een blonde kleur. Tijdens de behandeling had ze hem vermaakt met grapjes en had ze hem verteld dat zij en Michael wel eens een gekke bui hadden gehad en hun haren in dezelfde kleuren hadden geverfd. Ze had hem beloofd om foto’s te laten zien als ze weer thuis zouden zijn.
Ze zouden echter niet thuis komen met z’n tweetjes. Linn had besloten dat Luke iets verdiende. Een cadeautje, maar ook iemand die hem gezelschap kon houden. Iemand die ook bij hem zou komen liggen om met hem te knuffelen en hem alle liefde zou kunnen geven als zij er niet was. Een hond. Daarom had ze hem meegenomen naar een lokaal, Japans asiel. Iets waar hij erg blij mee leek te zijn, als ze afging op de manier waarop hij haar van blijheid ronddraaide.
‘Ik denk dat dit heel erg goed is. Zorgen voor iets anders.’ Luke had al heel vaak laten vallen dat hij een hond had gewild. In hun eerdere jaren van de relatie had hij het vaak genoemd en het was iets wat Linn had onthouden. Door de bar had het nooit echt gekund, wat ze had begrepen. Nu had Luke geen werk, wat hij op dit moment ook niet aan zou kunnen. Juist daarom was het goed om iets te hebben waar hij voor kon zorgen. Iets waar hij zijn verantwoordelijkheid voor zou kunnen nemen. Een hond zou hem goed doen, daar was ze van overtuigd.
‘En ik ben blij dat je het leuk vindt. Kom, dan gaan we naar binnen.’ Linn nam zijn hand vast en nam hem mee naar binnen. Er waren meerdere mensen, aangezien het asiel zijn deuren opende voor potentiële baasjes. Linn hoopte dat er een hond tussen zou zitten die bij Luke zou passen. Ze wist dat er ook nestjes waren, wat betekende dat ze een puppy zouden kunnen krijgen, als dat hetgeen was waar Luke naar opzoek was. Er waren immers ook oudere honden, maar die konden wel vastgeroest zijn in hun gebruiken en manier van reageren. Dat zou nog wel eens lastig kunnen worden. 
Samen met de andere bezoekers werden ze begeleid naar een gang. Daar hoorden ze het geblaf van de honden al, die maar al te goed wisten dat er nu mensen aan kwamen. Er werd nog wel benadrukt dat ze voorzichtig moesten zijn en vooral niet de honden moesten intimideren, maar dat was waarschijnlijk vooral bedoeld voor de kinderen die mee waren.
‘Jij mag er eentje kiezen,’ zei ze tegen Luke. ‘Dus kijk rustig rond en laat me weten als je er eentje ziet die je echt heel erg leuk vindt.’ Natuurlijk zou ze zelf ook rond gaan kijken, en ze zou vast stilstaan bij de schattige, kleine hondjes, maar de beslissing lag echt bij Luke. Ze hoopte dat het ook goed zou gaan tussen al deze mensen, maar hij leek het goed op te nemen. De afleiding van een hond leek hem al te helpen. En zodra ze aan hem zou merken dat hij zich minder goed zou voelen, zou ze hem weer meenemen naar buiten. Gelukkig had hij voldoende bloed in zijn lichaam, dus Linn had er vertrouwen in dat dit goed zou komen.
In ieder hok zat wel een andere hond. Sommige honden zaten samen. Honden die samen weg waren gebracht en samen waren opgegroeid, of juist een nestje met puppy’s. Heel even twijfelde Linn of ze niet bij Luke moest blijven en zijn hand moest vasthouden, maar hij leek zo enthousiast te zijn dat hij niet eens lette op de anderen. Alleen maar op de hondjes. Linn liet haar hand dan ook uit die van hem glijden en stond stil bij een hok waar meerdere puppy’s enthousiast tegen de spijlen op sprongen. Luke liep door.
De puppy’s trokken een hoop aandacht, wat niet meer dan logisch was. De kinderen stonden er vrolijk bij, net zoals een paar ouders. Linn glimlachte en zakte door haar knieën, zodat ze één van de kleintjes kon aaien. ‘Deze zijn wel echt heel erg lief, Luke.’ Ze kreeg echter geen reactie terug.
Door het geblaf heen en de stemmen van alle aanwezigen, hoorde ze echter wel zijn stem. Hij was overduidelijk tegen een hond aan het praten, om er voor te zorgen dat de hond wat dichterbij zou komen. Linn kwam weer overeind en keek zoekend om zich heen. Luke was aan het einde van de gang en hij zat voor één van de hokken, met zijn arm door de spijlen heen om de hond die er in zat te lokken.
Nieuwsgierig liep Linn er naar toe. Het was overduidelijk een hond die zijn aandacht had getrokken. Toen ze er aan kwam, zag ze dat Luke het voor elkaar had gekregen om de hond naar zich toe te krijgen. Het was geen schattige, kleine puppy. Sterker nog, de bulldog die voor Luke stond, leek zelfs al best oud. Hij of zij leek echter wel te genieten van Luke zijn hand, die voorzichtig langs haar vacht ging.
Linn knielde naast hem neer en keek naar de hond. Het was absoluut geen hond waar zij voor zou kiezen, maar het ging ook niet om haar. Het ging om Luke. 'Ze ziet er heel erg lief uit, Lukey.' Want dat deed ze ook wel echt. Niet zo schattig als een puppy, maar zeker wel lief.
Elysium
Internationale ster



Vanaf het moment dat Luke het appartement naar buiten was gestapt had hij zich geen zorgen meer gemaakt over het verlangen naar bloed. Hij had bij Linn kunnen zijn. Er waren wel momenten geweest waarop hij het moeilijker had gehad, maar dat had Linn ook aan hem gemerkt en ze had hem er doorheen geholpen.
Nu was Luke helemaal niet bezig met de mensen die om hem heen liepen. Alle hondjes om hem heen hadden pure vreugde in hem naar boven gehaald. Het was hem al vaker verteld dat een vampier meer voelde dat een mens. Alle gevoelens kwamen harder aan dan ze ooit had gedaan. Ondanks dat Luke genoeg had gevoeld en die gevoelens ook behoorlijk heftig waren geweest, merkte hij nu pas hoe gelukkig hij kon zijn. De dieren voor hem, de vrouw die bij hem was. Hij had heel veel geluk dat hij dit alles mee mocht maken. 
De hond voor hem was het meest lieve dier wat Luke ooit had gezien. Op haar gezicht leek haast een glimlach te staan. Haar tong hing half uit haar mond en haar grote ogen keken Luke bijna smekend aan. Op dat moment wist hij al dat hij haar nooit iets zou kunnen weigeren, maar dat maakte ook niets uit. De hond verdiende alles in haar leven. Luke kon namelijk niet geloven dat mensen haar hier achter hadden gelaten. Soms waren daar goede redenen voor, maar hier kon hij zich helemaal niets bij indenken.
“Kunnen we haar meenemen Linnie?” vroeg Luke voorzichtig, zijn hoofd legde hij tegen de schouder van Linn aan. Zijn vingers gingen nog zachtjes over de vacht van het hondje voor hem. Al was het helemaal niet echt een hondje. Er zaten ook puppy’s, die duidelijk veel meer aandacht kregen van de mensen die een bezoekje brachten aan het asiel. 
“Natuurlijk kunnen we dat. Als je het zeker weet en niet verder wil kijken?” Luke schudde meteen zijn hoofd. Hij had niet veel van de andere honden gezien, er was iets aan de hond voor hem dat hem aantrok. Hij kon al voor zich zien hoe ze samen op de bank konden zitten, maar ook dat hij haar uit kon laten. Als ze in de buurt was, hoopte hij dat hij de rest niet eens meer zag of voelde. Dat hij niet meer door had dat hij tussen de mensen liep, omdat hij een hond had om op te letten.
“Ja ik weet het zeker. Kijk naar haar.” 
“Ze is echt een lieverd.” Linn liet haar vingers ook nog even langs de kop glijden, voordat ze op stond. 
“Ik ga even met de eigenaar praten. Blijf jij nog maar even bij haar.” Luke voelde een kus op zijn wang en vervolgens een kneepje in zijn schouder. 
Zelf ging hij goed zitten voor de tralies. Hij vond het zielig dat het hondje er achter moest zitten, ze leek graag te willen knuffelen en dat was iets wat hij zelf ook wilde doen.
“Ik kan niet wachten totdat je mee kan naar huis.” Fluisterde Luke, er was een grote kans dat de hond gewend was om Japans te horen in het huis en aangezien ze al wat ouder was, kregen ze dat er misschien niet uit. Luke vond het echter niet erg om Japans te leren, aangezien ze hier wel een tijdje zouden blijven wonen, was dat misschien wel een goed idee. 
“En we gaan heel erg goed voor je zorgen. Zag je die vrouw net? Dat is Linnie, ze is echt heel erg lief! Door haar ben ik hier en daardoor mag je misschien zo wel mee naar huis.” Luke wist niet echt hoe het zou gaan, misschien kon het niet meteen vandaag en moesten ze wel eerst bekijken hoe de woning was waar de hond in terecht zou komen. 
Zo praatte Luke nog een tijdje over het huis, Linn en over zichzelf. De hond aan de andere kant van het hek, leek de hele tijd naar hem te luisteren. Ze was er ook bij gaan zitten, maar ze genoot nog steeds van het gekriebel over haar lichaam. 
Ondanks dat er zoveel geluiden om Luke heen waren, had hij Linn niet eens horen komen. “Lukey?” Vroeg ze zachtjes, waardoor Luke omhoog keek.
“We mogen haar meenemen.” 
Luke kwam meteen overeind en sloeg zijn armen om Linn heen. 
“Echt waar? Dat is echt geweldig!” Ze mochten de hond mee nemen naar huis! Vandaag al! Er zouden morgenvroeg trappelende voetjes door het hele huis te horen zijn. Misschien gesmeek om naar buiten te gaan of te spelen. Iets waar Luke nu al niet op kon wachten. 
“Ja. Ze heet Petunia en als het goed is kan ze een beetje naar ons luisteren want ze hoorde bij een gezin dat ook Engels sprak.” Dat was natuurlijk wel prettig, niet alleen voor de hond maar voor de nieuwe eigenaren. 
Er was iemand aan komen lopen die het hok had geopend, waardoor Luke weer heel erg snel door zijn knieën ging. Hij klopt er op en al snel stonden de poten van Petunia er op. Die vervolgens wat meer tegen hem aansprong. Daardoor kon Luke zijn armen om haar heen slaan.
“Je gaat met ons mee naar huis, lieverd.” Dat verdiende ze wel echt. Ze hoorde hier niet in een asiel, maar bij mensen die van haar konden houden. Iets wat wel echt ging gebeuren. Luke zou echt alles voor haar over hebben. 
Al snel kregen ze een riem, zodat ze Petunia mee konden nemen naar huis. Ook kregen ze een zakje met voer, zodat ze de eerste dag door zouden komen. Luke had echter al in zijn hoofd dat ze nog langs de dierenwinkel moesten, want ze verdiende ook wat speeltjes en een plaats waar ze lekker op kon leggen. 
Demish
Internationale ster



Net zoals hun vrienden dat deden, probeerden Michael en Naylene weer hun draai in het leven te vinden. Hun draai. Naylene had naar hem geluisterd toen hij had gevraagd om hem niet meer te helpen in zijn slaap. Ze had hem gelaten. Dat had aan het begin wel voor onrustige nachten gezorgd, waarop ze soms uren met elkaar hadden gepraat, totdat de zon uiteindelijk op was gekomen en Michael weer in slaap was gevallen. Nu ging het al enigszins beter. Michael had het idee dat hij meer sliep en steeds meer vrede probeerde te hebben met hetgeen wat er allemaal was gebeurd de laatste tijd. Naylene hielp hem daar heel erg in, net zoals de vrolijke stem van Linn die zo nu en dan opbelde om te vertellen hoe het daar allemaal ging.
Naylene had vaak de daginvulling bij Michael gelaten. Zij was zo nu en dan wel naar de stad gegaan om boodschappen te doen of om Linn op te zoeken, maar ze had altijd eerst aan hem gevraagd wat hij had willen doen. Voor Michael had dat betekend dat hij zich vaak had teruggetrokken. Hij had gegamed of één van zijn comics gelezen. Soms had hij zijn Japanse manga’s erbij gepakt en zo had hij er uren kunnen zitten, terwijl Naylene om hem heen geleefd had. Maar voor een groot deel had ze dan ook een boek gepakt en was ze er bij komen zitten.
Vandaag had Michael besloten dat hij naar buiten had gewild. Ze woonden in een prachtige omgeving en het was zonde dat ze er niet meer gebruik van hadden gemaakt. Vooral hij natuurlijk, want Naylene kwam zo nu en dan nog wel eens buiten. Daarom had hij aan haar gevraagd of ze een stuk samen konden gaan hiken door de natuur. Naylene had een route opgezocht en ze waren al meer dan een uur aan het wandelen in een rustige pas. Het was ook mogelijk om sneller te gaan, maar dat zou tegen het principe in gaan van het hiken.
Michael had gemerkt dat ze al snel bergopwaarts waren gaan lopen, maar hij vond het niet erg. Daardoor hadden hij en Naylene een prachtig uitzicht om hen heen, terwijl ze praatten over van alles en nog wat. Ze hadden zelfs een discussie gehad over het nemen van een hond, nu Linn en Luke er ook eentje hadden. Ze waren er nog niet helemaal over uit, maar Michael wist zeker dat Naylene er nog wel op terug zou komen.
Pas toen Naylene stopte met lopen, merkte Michael hoe hoog ze eigenlijk wel niet waren. Michael liep naar de rand van het pad, dat eindigde in grote stenen en keien. Toen hij naar beneden keek, zag hij meters naar beneden een groot meer, met waterval en al. De waterval had hij al gehoord en het was een kalmerend geluid geweest, maar hij had geen idee gehad dat ze juist daar naar toe waren gegaan. 
‘Het is echt zo mooi hier, Nay,’ zei Michael. Dit soort landschappen waren misschien wel zijn favoriet. Het water, de Japanse bergen. Het was iets waar hij nooit aan zou kunnen lijven wennen. Hij had veel mooie plekken op de wereld gezien, maar dit land was absoluut zijn favoriet. Een mening die Naylene met hem deelde. Hij wist dat ze misschien wel een voorkeur had voor de stad, waar het bruiste van de technologie en kennis, maar ook Naylene hield van haar rust.
‘Het is prachtig. Ik ben zo blij dat je dit voor ons hebt uitgekozen. Daardoor kunnen we nu hier van genieten.’ Naylene liep naar hem toe en sloeg van achter haar armen om hem heen. Haar kind legde ze op zijn schouder, zodat ze samen naar het prachtige uitzicht voor en onder hen konden kijken. Michael liet zijn handen op haar armen rusten en glimlachte. Hij was ook nog steeds blij met hun huisje. Het voelde alsof ze daar nu eindelijk konden doen waarvoor het bedoeld was geweest. Samen leven, samen focussen op hun relatie en wat het nodig had. Want daar hadden ze lang niet alle tijd voor gekregen in Boise. Nu kon het wel en daar wilde hij vooral van genieten, samen met haar.
‘Ik dacht dat we misschien konden zwemmen?’ stelde Naylene voor. ‘Net zoals vroeger?’
Michael keek naar het meer en knikte. Naylene had hem een keer meegenomen om te zwemmen. Dat was toen hij nog maar net een vampier was geweest en zich alles behalve goed had gevoeld. Als hij zich niet vergiste, was het de dag geweest waarop Linn hem uren op de grond had gehouden door op zijn rug te gaan zitten, omdat hij zijn honger en woede niet onder controle had kunnen krijgen. Later die dag had Naylene hem meegenomen naar buiten, om met hem te praten en om hem af te leiden.
‘Zwemmen is een goed idee,’ zei Michael. Hij stapte weg van de rand, zodat hij zijn rugzak van zich af kon laten glijden. Zowel hij als Naylene begonnen zich te ontdoen van hun kleding. Michael kon het niet laten om te kijken naar Naylene. Hoe de zon haar bleke huid belichtte, terwijl ze zich bewoog. Hij hoorde Naylene grinniken. ‘Dat durfde je al die jaren geleden niet te doen. Naar me kijken.’
Michael schudde lachend zijn hoofd, terwijl hij uit zijn ondergoed stapte. Hij liep naar Naylene toe en sloeg zijn armen om haar heen, zodat hij haar naakte lichaam tegen zich aan kon trekken. ‘Ik was doodsbang. Ik had nog nooit een vrouw op die manier gezien. Dan kun je het me toch niet kwalijk nemen dat ik me omdraaide?’
Elysium
Internationale ster



De hectiek leek hier ver weg te zijn. Dat was vast de reden dat Michael in eerste instantie voor het huisje had gekozen. Naylene was er meteen al verliefd op geworden. Een perfecte plaats waar ze echt tijd hadden voor elkaar. Ondanks dat het niet was gebeurd, kregen ze nu wel de kans om alles aan te pakken zoals ze dat in eerste instantie hadden moeten doen. Een kans die ze met beide handen aannamen. 
De afgelopen dagen hadden voornamelijk bestaan uit rust. Hetgeen wat ze beiden nodig hadden. Voornamelijk Michael. Naylene kon aan hem zien dat het al beter met hem ging. Ze waren er nog niet, maar zijn nachtrust leek iedere dag beter te worden. Vandaag had hij er zelfs voor gekozen dat hij naar buiten wilde. Een behoorlijk grote stap als je het aan Naylene vroeg. De komende tijd hadden ze geen verplichtingen. Nog geen baan waar ze hoefden te zijn en ze hadden ook afgesproken om het even zo te houden. De tijd te pakken die ze nodig hadden. 
De manier waarop ze hier nu stonden, het gaf Naylene het idee dat het echt goed met hen zou komen. Dat had ze al een tijdje geweten, maar nu drong het echt tot haar door. Er zouden weken, maanden, misschien wel jaren overheen gaan, maar ooit kwamen ze op een plaats waar het allemaal goed zou zijn. Een zonder angst voor wat er ging gebeuren of hetgeen wat er ooit was gebeurd. Nu ze in de armen van Michael stond, wist ze zeker dat ze er wel zouden komen, samen. 
“Ergens was het vreselijk schattig.” Er kwam een afkeurend geluid over de lippen van Michael heen, waardoor Naylene alleen maar moest lachen. Op dat moment had ze er niet op die manier over nagedacht. Ze had niet gewild dat Michael zich ongemakkelijk zou voelen, toen hij haar uiteindelijk had gevraagd of zij zich om had willen draaien, had ze dat ook zonder vragen gedaan. 
Toen was alles ook anders geweest. Mensen werden met hele gedachten opgevoed tegenwoordig. Er was een tijd dat dat soort dingen alleen maar voor getrouwde stellen was geweest. Nu was dat heel erg anders. Voor Naylene was het op dat moment al iets geweest waar ze zich niet ongemakkelijk bij had gevoeld. Niet bij Michael in ieder geval, dus van haar had hij best mogen kijken. 
“Ik snap dat je het niet hebt gedaan, maar ik had niets voor je te verbergen. Aan de andere kant is het misschien maar goed ook, want als Linn er op dat moment achter was gekomen had ze me echt iets aangedaan.” Zei Naylene lachend, denkend aan de momenten dat Linn haar had gewaarschuwd voor hetgeen wat er tussen haar en Michael had kunnen gebeuren. Ze had willen voorkomen dat Michael met ingewikkelde gevoelens was komen te zitten. Emoties die hij niet had kunnen plaatsen als jonge vampier. 
Naylene liet haar vingers zachtjes over de rug van Michael glijden. “Het is gek dat we ooit daar zijn geweest.” Ondanks dat ze honderden jaren oud was, vond Naylene op sommige momenten het nog moeilijk te beseffen wat er allemaal in haar leven was gebeurd. Dat ze alle veranderingen mee had mogen maken. Niet alleen van de wereld, maar ook van haarzelf. Ze had het geluk gehad dat ze Michael had mogen leren kennen, dat ze hem tegen had mogen komen in de straten van Birmingham. 
“Het lijkt zo ver weg, maar ook zo dicht bij.” Het grootst gedeelte van Naylene haar leven had ze zonder Michael geleefd. Ze zou daar echter nooit meer naar terug willen. Een leven zonder Michael was in haar ogen niet meer denkbaar. Niet alleen als haar vriend, maar ook als haar beste vriend. Iemand die altijd voor haar klaar had gestaan. Iedereen had wel zijn onenigheden, maar Naylene had al snel geweten dat Michael achter haar zou blijven staan wat er ook gebeurde in het leven. 
“Maar je hebt nooit iets gehad om je onzeker over te voelen. Niet als je naar mij keek, maar ook niet naar jezelf.” Naylene had begrepen waarom Michael het op dat moment niet had gedurfd. Nu stonden ze echter wel naakt tegenover elkaar. Zoals Naylene net al aan had gehaald, er was heel wat veranderd in hun leven. 
Naylene boog wat naar voren zodat ze haar lippen even op die van Michael kon leggen. Waar hij een paar dagen geleden zich duidelijk nog wat ongemakkelijk had gevoeld bij een zoen, was die onzekerheid nu voelbaar afwezig. Iets wat de vrouwelijke vampier ook goed deed. 
Toch zette Naylene niet heel veel later een stap naar achter. “Het is tijd om alles er even echt uit te gooien.” Er was geen plaats waar het beter kon dan hier. In de wijdde omgeving waren er geen mensen te vinden, anders hadden ze dat ondertussen wel gehoord. Dat gaf hen de kans om te doen en laten wat ze wilde. Het leek Naylene niet verkeerd dat Michael alles, wat nog opgekropt zat in zijn lichaam, er uit gooide. 
Naylene pakte hun spullen, die ze bij elkaar verzamelde. Er zat niet heel veel belangrijks in de tas. Een telefoon hadden ze niet bij zich, alleen wat eten en drinken. Ze pakte hun kleding bij in de tas die Michael had gedragen en liep naar de afgrond, zodat ze de tas naar beneden kon kon gooien. Er kwamen ergens tussen de bomen terecht, aan de andere kant van het meer. Aan de geur zouden ze het straks wel terug kunnen vinden. 
Uiteindelijk kwam ze weer naast Michael te staan en legde ze haar hand nog even op zijn rug. Voor hen beiden was het niets om naar beneden te springen, ze zouden er niets aan over houden. Dat Michael een paar keer diep adem nam, lag daar dan vast ook niet aan. 
“Het is goed om alles even los te laten.” Daarmee wilde Naylene niet zeggen dat hij zich over alles heen moest zeggen. In tegendeel zelf. Hij mocht erkennen dat al die gevoelens er waren en er zouden blijven. Maar er was wel een uitlaatklep nodig om alles te laten gaan. 
Demish
Internationale ster



Dat Engeland en hun momenten samen ver weg voelden, was zo gek nog niet. Het moment waar ze het zojuist over hadden gehad, was meer dan honderd jaar geleden gebeurd. Michael had een tintje heimwee bespeurd in Naylene haar stem, wat hem deed denken aan de verrassing die hij voor haar had willen plannen. Dat wilde hij nog steeds. Michael had altijd al geweten dat als hij haar ten huwelijk zou vragen, dat zou moeten gebeuren op de starten waar ze elkaar hadden leren kennen. Het hoefde niet groots en met veel geheimzinnig gedoe. Hij wilde haar enkel meenemen naar de hoek van Colmore Row, om daar door zijn knieën te gaan en haar te vragen of ze voor altijd haar leven met die van hem zou willen delen. 
Hij hield echter ook van dit moment met Naylene. Het hier en het nu, waar ze dicht tegen elkaar aan hadden gestaan en zachtjes hadden gepraat. Als ze Linn niet hadden gehad, dan had Michael er misschien al wel eerder voor gekozen om zich terug te trekken, samen met Naylene. Hij had echter nooit het lef gehad om voor haar te gaan, want Ashton was er altijd geweest. Nu was Ashton uiteindelijk uit hun beeld verdwenen. Hij was dan nog wel ergens, maar Michael en Naylene wisten allebei niet precies waar. En dat gaf hen de kans om dit soort momenten vaker te creëren.
Naylene had alle spullen al naar beneden gegooid, terwijl Michael bij de rand had gestaan. Hij wist wat haar bedoeling was. Naar beneden springen op zichzelf was nog geen probleem of een beproeving. Als vampieren waren ze onoverwinnelijk en het water zou hen niet schaden. Er zou niks kunnen gebeuren. Het was de symboliek die er achter zat dat maakte dat Michael enkele keren diep adem moest halen.
Alles loslaten. Edyn, die hij gevonden had in het bos en een vampier was geworden door zijn toedoen. Ashton, die hem keer op keer neer had geslagen terwijl hij weer naar boven had willen krabellen én zijn beste vriendin zoveel had aangedaan. Rhi en de weerwolven, die niet waren gestopt totdat ze Linn weg hadden gedreven. En voor even had het geleken alsof ze Linn hadden laten verdwijnen. Eerst toen ze haar gevoelens uit hadden weten te krijgen, daarna toen ze haast wel dood had moeten gaan door de beet van een weerwolf. En dan was er nog Luke, die onbeholpen naar hem had gekeken en alles voor hem had willen doen. Het was niemand zijn schuld geweest, met het had de verhuizing en alles er omheen alleen nog maar zwaarder gemaakt. Zeker in combinatie met hetgeen wat Naylene had gedaan en wat hij had beschouwd als verraad. Het was een emotionele, belanden tijd geweest en ergens snapte niet hij niet hoe het kon dat hij hier nog steeds stond. Hij had al dood moeten gaan op de avond dat Ashton hem zodanig toe had getakeld dat hij niet meer had kunnen helen. De enige reden dat hij het had overleefd, was door de vrouw die nu naast hem stond.
Michael keek opzij naar Naylene. Met zijn vingers gleed hij over haar arm, zodat hij uiteindelijk haar hand vast kon nemen. Hij wilde dit samen met haar doen. Haar hand kunnen vasthouden terwijl ze door de lucht heen zouden vliegen. 
Naylene knikte naar hem, als teken dat zij er klaar voor was. Michael keek weer voor zich. Naar het gat wat er was tussen hem en het meer. Hij zou echt alles eruit kunnen gooien in de val. En ondanks dat het bevrijdend aanvoelde, was het ook eng. Toch nam hij een diepe hap lucht en zette hij de eerste stappen. Naylene volgde hem en al snel verdween de grond onder hun voeten.
Michael kneep zijn ogen dicht en gilde het huid. De wind sneed haast in zijn huid en zijn stem bleef door de rotsen heen galmen totdat zijn lichaam, en dat van Naylene, met veel kabaal het water raakte. Ze schoten meters naar beneden en water vulde zijn longen. Michael opende zijn ogen en liet Naylene los, zodat hij weer naar boven kon zwemmen. Daar spuugde hij het water uit. Zijn lichaam gierde van de adrenaline, op een manier die hij vrijwel nooit had gevoeld. Met zijn handen veegde hij zijn natte haren aan de kant.
Ondertussen was ook Naylene weer boven gekomen. Hij had niet eens gehoord of zij had gegild. Of zij ook, net als hij, alles eruit had willen gooien wat ze nog in zich had gehad. Ook haar borstkas ging hard op en neer, net zoals die van hem, terwijl ze trappelde om boven water te blijven. In stilte bleef Michael haar aan kijken, terwijl hij zijn ademhaling weer probeerde te herpakken en hij zich besefte wat hij zojuist had gedaan.
Zijn ogen gleden omhoog, naar de rotsenwand die enkele meters van hen vandaan was. Helemaal daar boven, daar hadden ze zojuist samen gestaan. En ze waren naar beneden gesprongen alsof het niks was. Voor hen was het ook niks. Als vampiers hadden ze zoveel voordelen, voordelen waar Michael al een lange tijd niet meer bij stil had gestaan. Hij had zo in zijn hoofd gezeten met alles wat er was gebeurd, dat het leven aan hem voorbij was gegaan. 
‘Dankjewel…’ zei Michael, nog steeds niet helemaal bijgekomen van hetgeen wat er zojuist was gebeurd. Hij voelde zich echter wel licht in zijn hoofd, op een goede manier. Alsof alle slechte herinneringen eruit waren gegooid op het moment dat hij het water had geraakt. Hij wist dat dat niet het geval was, en dat zijn herinneringen net zo gemakkelijk weer terug zouden kunnen komen, maar voor nu voelde het goed. Het voelde als een nieuw begin. ‘Dat was iets wat ik echt nodig had, maar ik had geen idee dat het op deze manier kon.’
Naylene glimlachte enkel naar hem. Het was een wijze glimlach, zoals ze die soms door de jaren heen al aan hem had geschonken. Keer op keer verraste ze hem weer met haar kennis en wijsheid. Ze bleef maar leren, iedere keer opnieuw. Dat vond hij echt ontzettend bijzonder aan haar. 
Elysium
Internationale ster



Iets loslaten. Het klonk zo eenvoudig. Er niet meer aan denken, je geen zorgen meer proberen te maken. Voor mensen was het echter al niet iets wat gemakkelijk ging. Voor een vampier was het nog heel wat anders dan voor mensen. Gevoelens die vergroot waren, waardoor ze altijd aanwezig waren. Gedachten die hele dagen door hun hoofd bleven vliegen. 
Toen ze door de lucht waren gevlogen, had Naylene ook alles even weg kunnen laten gaan. Alle ellende die ze in het afgelopen jaar mee hadden gemaakt. Er waren zoveel momenten geweest waarop Naylene had gedacht dat het niet erger had gekund. Dan was er toch weer iets geweest wat er bij bovenop was gekomen. Ondertussen was het even rustig en het was aan hen beiden om het op deze manier te houden. 
Nu ging er ook van alles door Naylene haar hoofd heen. Het was echter niet hetgeen wat er was gebeurd de afgelopen tijd. Ze hoopte dat Michael zich beter voelde, maar aan zijn gezicht te zien was er wel echt iets gebeurd. Zelf voelde ze de adrenaline ook door haar lichaam heen gieren. Als ze wilden konden ze zo naar boven klimmen en konden ze weer naar beneden springen als ze dat wilden. Dat wilde ze echter aan Michael overlaten. Het zag er naar uit dat dit al genoeg had gedaan. 
Naylene dook onder water en zwom een stukje in de richting van de rand van het meer. Het meer was helder. Er was goed te zien hoe alle verschillende stenen op elkaar legden en hoe ze langzaam een heuveltje leken te maken naar de rand. Zoals alles in Japan leek alles perfect op elkaar te zijn gestapeld, alsof een mensenhand er aan mee had geholpen. 
Toen Naylene dacht dat ze ver genoeg was gezwommen om te kunnen staan, kwam ze weer boven water. Haar tenen reikten naar de bodem, waar ze net de ondergrond vonden. Ze draaide zich om, ze verwachte Michael te zien op de plaats waar ze hem achter had gelaten, midden in het meer. Hij was echter achter haar aan gezwommen.
Michael kwam iets verder boven het water uit. Veel verschilden de twee niet in hun lengte. Zeker niet als je Linn nog naast hen zette. Naylene had vroeger wel eens moeite gehad met haar lengte. Vooral de voor haar al niet prettige jurken, waren een ding geweest. Toen ze nog niet veel geld hadden gehad, hadden ze het moeten doen met jurken die ze van anderen hadden kunnen krijgen. Voor Naylene had dat echter betekent dat alles veel te kort was geweest. Nu had ze gelukkig geen problemen meer met haar kleding. 
Wat veel dingen betrof verkoos Naylene de huidige tijd zeker boven het verleden. De technologie, het feit dat ze geen jurken meer aan hoefde, maar ook zeker de man die op het moment voor haar stond. Een leven zonder Michael kon ze zich ondertussen niet meer indenken. 
Ook nu sloeg Naylene haar armen om Michael heen, wiens armen ook al snel om haar middel heen lagen. Dit was genoeg. Hier samen staan. Leven in de bossen. Voor Naylene hoefde het niet allemaal over de top. De simpelheid van sommige momenten waren zoveel belangrijker dan rijkodm. Ze hadden niets te klagen. In de afgelopen jaren hadden ze genoeg geld verdiend om comfortabel te wonen. Deze plaats was echter bijzonder en ze hoopte dat ze hier zoveel mogelijk van kon genieten. Samen met Michael.
Een tijdje was het stil. Michael had zijn hoofd tegen de schouder van Naylene aan gelegd, terwijl ze had kunnen zien hoe hij zijn ogen had gesloten. Naylene had ondertussen haar ogen over de omgeving laten glijden. De plaats was prachtig, ze wilde hier vaker komen. Alle zorgen van hun af laten spoelen in het water. Ondanks dat ze nooit helemaal weg zouden gaan. 
“Dit is fijn.” mompelde Naylene na een tijdje. De stilte was niet vervelend geweest, soms wilde ze echter met Michael praten. Zijn stem horen. In zijn ogen kijken, terwijl hij naar haar luisterde. Het waren die momenten waarop ze zich bedacht hoeveel geluk ze had met de man in haar leven. Ze hadden nu dan wel een relatie, ze zou hem echter ook altijd blijven zien als haar beste vriend. Haar maatje, die altijd achter haar had gestaan.
“Het is heel erg fijn. Het voelt alsof alles even van ons af is gegaan.” 
“Ik weet dat het niet meteen weg is, maar ik ben blij dat het nu even rustiger is.” Naylene liet haar handen door het haar van Michael glijden. Ze had aan hem kunnen merken dat het iedere dag iets beter was gegaan. Het slapen ging gemakkelijker. Misschien zou dit wel helpen om uiteindelijk wat meer los te kunnen laten. Ze hoopte van wel. 
“En het is niet erg om je af en toe zo te voelen. Het duurt even voordat alles een plekje heeft gevonden. Ik ben blij dat wij nu ook een plekje hebben.” Naylene gaf Michael een kus. Ze was echt blij dat ze hier waren. Dat Michael iets in zich had gevonden om haar te kunnen vergeven, terwijl hij dat helemaal niet had hoeven te doen. Haar acties hadden heel veel invloed gehad op hem. Op hun relatie, die op dat moment nog pril was geweest, maar juist ook weer was gebouwd op een vriendschap die al meer dan honderd jaar voelbaar was.
Michael knikte voorzichtig. Er waren ook helemaal geen woorden nodig. Naylene wist ook wel dat Michael vooral behoefte had aan rust en ze wilde hem dat zoveel mogelijk geven. Ze wilde hem echter ook laten weten dat dit het voor haar was. Dat ze dit wilde in haar leven, mocht hij daar ooit nog over twijfelen. Ze had een keuze gemaakt om Ashton achter haar te laten en dat wilde ze ook op die manier houden. Ze wist echter niet of ze daar nog woorden aan vuil moest maken. Het zou er namelijk voor kunnen zorgen dat Michael juist weer naar de vervelende momenten greep en dat wilde ze niet hebben. Daarom trok Naylene, Michael dichter bij zich om hem met een zoen te laten weten dat dit het was. Dat zij een toekomst hadden en een mooie ook.
Demish
Internationale ster



De tijd was aan haar voorbij gegaan. Na een dag of twee was haar telefoon niet meer aangegaan en ook de andere telefoons die ze hadden gehad, waren al snel vergaan. Aan het begin had hi de dagen nog geprobeerd bij te houden. Maandag, dinsdag, woensdag. Uiteindelijk had ze beseft dat het geen nut meer had gehad. Het liet haar alleen maar weten dat ze nog een dag langer in deze hel opgesloten zat.
Ze had het geprobeerd om het zo lang mogelijk uit te houden. Ze had zelfs geprobeerd om samen te werken met de andere vampiers, in de hoop dat ze er uit hadden kunnen komen. De heks die hen had opgesloten, had echter alles goed gedaan. Het gehele pand was afgesloten geweest. Er was geen enkele doorgang die ze open had gelaten.  En daarnaast wist niemand de boksschool nog te vinden. Er waren nauwelijks mensen in de buurt geweest, Hier en daar een verdwaalde wandelaar, die het terrein op was gelopen. Met wat creatieve manieren had Rhi een aantal mensen weten te raken en met een bezem, of een schep, had ze de persoon naar binnen kunnen krijgen.
Bloed had ze dus hier en daar gehad, als ze geluk had. Jammer genoeg had Rain door gehad wat Rhi had geprobeerd en had ze er nog een stokje voor gestoken. Rhi had in dagen geen mens meer gezien. Een van de vampiers had geopperd om bloed van elkaar te drinken. Het zou hen niet voldoende gerust stellen, maar het was iets om hun lichamen in tact te houden. Want als ze geen bloed zouden drinken, dan zouden ze langzaamaan uitdrogen. En als ze eenmaal uitgedroogd zouden zijn, dan zouden ze niks meer kunnen beginnen.
Rhi haar lichaam voelde nu al ontzettend pijnlijk. Het leek alsof haar huid om haar botten was gespannen. Bij elke beweging die ze maakte, leek het alsof haar huid ieder moment kon knappen. Haar keel was droog en haar hoofd was wazig. Haar instincten zwakten af. Het bloed van de anderen kon haar ook niet in leven houden. Ze had zelfs al een paar vampieren vermoord. Met name degene die het niet eens waren geweest met hun oplossing. Rhi was nog met slechts twee anderen over. Allemaal verbleven ze in hun eigen hoek, de zon ontwijken. Want alsof Rain nog niet genoeg schade aan had gericht, had ze er ook nog eens voor gezocht dat de magie van de daglichtsieraden niet werkte, waardoor één stap in de zon genoeg was om te verbranden. 
Het enige wat haar nog op de been hield, waren haar gedachten. De gedachten die nooit stopten. Linn had dood moeten zijn. Zelfs alle wetten van de magie hadden beschreven hoe een vampier dood ging aan de beet van een weerwolf. En Rhi had haar eigen weerwolf weten te regelen. Een weerwolf die Linn in eerste instantie misschien niet dood had gewild, maar hij was ook niet blij geweest met haar aanwezigheid. Hij had haar gebeten, en Rhi was er zo zeker van geweest dat Linn eindelijk haar verdiende loon had gekregen. En toen had ze opeens geleefd.
Het frustreerde Rhi dat Linn nu ergens was, waarschijnlijk ontzettend gelukkig met haar nieuwe liefde en haar misselijkmakende vrienden. Zij had het geluk, natuurlijk. En Rhi zat opgesloten in een oude boksschool, met twee nietsnutten die ook geen plan konden bedenken om te ontsnappen. 
Wat haar ook irriteerde, was dat de weerwolven nog vrij spel hadden. Geen van hen was hier opgesloten. Waarom hadden ze Calum niet laten boeten voor hetgeen wat hij had gedaan? Al betwijfelde Rhi of ze wel echt hun gang konden gaan. Als die heks nu aan het hoofd van de stad stond, samen met haar onsterfelijke vampier –of wat hij dan ook precies was-, dan had niemand nog vrij spel en leefde iedereen daar in een soort gevangenis.
Rhi registreerde een beweging vanaf buitenaf. Voorzichtig kwam ze iets overeind, voorzichtig om haar lichaam niet te laten beschadigen in de zon. Ze zag in de verte de rode krullen. Krullen die ze herkende als die van Lennon.
‘Iemand, gooi iets naar buiten,’ mompelde Rhi. Ze moesten haar aandacht trekken. Haar laten weten dat ze er nog waren. Rhi wist dat het een grote gok was. Misschien was Rain hen wel weer te slim af geweest en konden ze niet eens iets naar buiten gooien. Normaal gesproken kwamen mensen ook niet meer in de buurt. Laat staan een weerwolf. Maar Rhi had hoop dat Lennon hier niet voor niets was. Wellicht had Calum haar de opdracht gegeven om op zoek te gaan naar Rhi. Ze hoopte van wel. Want ze had een hoop vertrouwen aan Calum geschonken.
‘Doe het zelf,’ reageerde één van de andere vampieren. ‘Het is niet alsof we nog zo ver kunnen gooien, en waarschijnlijk vatten we meteen vlam als we het proberen.’ 
Rhi rolde met haar ogen. ‘Watje,’ mompelde ze. Ze keek om zich heen en zag een afgebroken balk, die half was verkoold door het vuur wat Rain had veroorzaakt. Met moeite trok ze het naar zich toe. Ze legde haar hand tegen de muur en probeerde zich op te trekken aan een paar oude, versleten gordijnen. Het raam was, uiteraard, bij de zon. Toch moest ze het proberen.
Met al haar kracht rende ze naar het raam en gooide ze de balk naar buiten. Hopelijk ver genoeg om Lennon haar aandacht te trekken. De zon brandde op haar gezicht en armen en kermend trok ze zich terug de schaduwen in. Ze rook het verbrandde vlees. Haar huid.
Het kostte enkele minuten voor Rhi om weer bij te komen. Ze durfde zich niet meer te bewegen, nu haar lichaam meer tijd nodig had om te helen. ‘Heeft ze… Het gezien?’
‘Volgens mij wel,’ antwoordde er een. ‘Maar geen idee of ze begrijpt wat ze er mee moet.’
Rhi wierp, ondanks haar principes, toch een blik naar buiten. Ze zag Lennon bij de balk staan. Lennon moest begrijpen dat die balk niet zomaar ergens vandaan kwam. Rhi hoopte dat ze het mee zou nemen naar Calum. Naar iemand. Iemand die hen hier uit zou kunnen krijgen.
Elysium
Internationale ster



Boise was vreselijk saai geworden. Toch was het voor de twee overgebleven weerwolven geen optie om zomaar weg te gaan. Nadat de groep van Linn was vertrokken, had het niet lang geduurd voordat Rhi en haar vampiers ook weg waren. Twee van de weerwolven hadden zeker geweten dat de vrouwelijke vampier niet zomaar weg was gegaan. De derde had zich er niet heel erg veel in geïnteresseerd en was alleen bezig geweest met hetgeen wat in Japan was gebeurd. Daardoor waren Lennon en Calum als enige twee overgebleven. 
Ondanks dat ook Liam en Desh nog in de stad waren. Voelde het voor de twee alsof ze de enige weerwolven waren. Hun groep was het afgelopen jaar behoorlijk uit elkaar gevallen. Het was begonnen met Desh zijn krachten die naar buiten waren gekomen. Lotus die had geroepen dat het gevaarlijk was, waarop de rest had besloten dat het beter was om de jongen niet meer in de groep te houden. Vanaf daar had Liam al getwijfeld aan hetgeen wat Calum had gedaan, zeker toen hij een vampier in zijn leven toe had gelaten. Rhi was in Calum zijn ogen echter niet zomaar een vampier. Ze had misschien totaal geen respect voor mensen, maar dat had ze ook niet voor andere vampiers. Iets waar hij zich ook in had kunnen vinden. Zijn haat voor vampiers had hij voor haar opzet weten te zetten, waardoor ze samen een behoorlijk machtig front waren geweest. 
Nog steeds dacht Calum er wel eens aan hoe dicht bij ze wel niet waren geweest. Een stad voor hen zelf. Geen andere vampiers. Dat hadden ze nu ook wel. Met uitzondering van de opper vampier, Rhett. Rhi was er echter ook niet meer. 
Samen met Lennon was Calum druk bezig geweest met een plan. Iets wat ze konden gebruiken om Rhi terug te vinden. Een heks was het makkelijkste geweest, iedereen wist immers dat een heks met een locatiespreuk aan kon geven waar de persoon in kwestie zich bevond. Een heks die hen mee wilde helpen was echter niet te vinden geweest. En ondanks dat beiden ondertussen tot het inzicht waren gekomen dat ze Desh op een vreselijke manier hadden behandelend, wilde ze hem niet meteen om een dienst vragen. Voor hen beiden was het dan ook noodzaak geweest om de stad uit te kampen, want beiden waren ze er van overtuigd dat ze hier nog ergens in de buurt was.
Dat was de reden dat zowel Lennon als Calum de stad goed in de gaten hielden. Beiden op zoek gingen, zonder al te veel op te vallen. Het was hen namelijk al wel opgevallen dat Rain en Rhett alles in de gaten hielden. Alles. Op een controlerende manier die beide weerwolven niet aanstond. Met z’n tweeën konden ze echter niets tegen de krachtige weg en de eeuwen oude vampier. 
Nonchalant liepen beide weerwolven dan ook dagelijks door de stad. Beiden aan een hele kant, zodat ze nooit beiden tegelijk in de gaten konden worden gehouden, of de vampier en de heks moesten beiden een andere kant op gaan. Lennon was op die manier uitgekomen bij een oudere buurt in de stad. 
Daar waar ze het totaal niet had verwacht, viel ineens een balk voor haar voeten. Zonder te veel op te vallen, keek Lennon even om haar heen. Er waren echter weinig gebouwen waar het onderdeel vandaan kon komen. Oud, vervallen, het leek zelfs verbrand te zijn geweest. Een gebouw als dat stond hier niet in de buurt. Dat was dan ook de reden dat ze zeker wist dat dit iets was. Een teken. Eindelijk.
Zonder verder te veel aandacht te willen trekken, knikte Lennon voorzichtig. Dat was het enige wat ze deed, om aan te geven dat ze het had begrepen. Als het al iets was. De balk liet ze liggen, omdat ze niet te opvallend wilde zijn voor het geval ze in de gaten werd gehouden.
Op een normaal tempo liep Lennon dan ook verder. Zoals bijna iedere dag maakte ze haar ronde af in de stad, waar ze de verschillende winkels bezocht, verlangend naar de tijd dat ze hier weer met Rhi rond kon lopen. Het was geen geheim dat de weerwolven niet heel veel geld hadden. Een baan hebben was best moeilijk als je een paar dagen per maand ziek was. Rhi had het echter nooit erg gevonden om Lennon mee te nemen naar de winkels en haar uit te laten zoeken wat ze graag wilde hebben. Met haar dwang had ze er dan wel voor gezorgd dat ze had gekregen wat ze precies had gewild. 
Lennon moest nog vaak genoeg denken aan de tijd dat ze Linn en Luke tegen waren gekomen in één van de winkels. Ondanks dat ze op afstand was gebleven, had ze het gesprek tussen hen gevolgd. Iets waar ze nog steeds om kon lachen. 
Toen het eenmaal tijd was, bewoog Lennon zich weer richting het huis wat ze nu deelde met Calum. De mannelijke weerwolf was nog niet heel erg lang terug, maar hij had al wel twee flesjes bier voor hen neergezet op de tafel. 
“Gewoon alweer niets!” Bracht Calum gefrustreerd uit. Ze waren nu ook al maanden aan het zoeken, zonder dat ze resultaat hadden. Er waren genoeg momenten geweest waarop ze hadden gedacht dat ze gewoon op hadden moeten geven. Dat Rhi hier niet was, maar hen had verlaten om verder te gaan in een volgende stad. Dan was het de andere geweest die aan had gegeven dat ze de hoop niet op moesten geven. Dat ze door moesten zetten. Wat ze tot nu toe ook hadden gedaan. 
“Ik heb iets gevonden.” zei Lennon voorzichtig. 
“En daar kom je nu mee?! Waarom heb je me niet gebeld! Ik was naar je toegekomen.” 
Lennon gebaarde met haar handen, dat Calum rustig moest zijn. Ze wisten niet wie hier in de buurt was. Wat ze konden horen. Zo was het dagelijks. Ze kregen geen rust. Ondanks dat ze de twee niet heel vaak zagen, was het overduidelijk dat ze altijd in de buurt konden zijn. Dat Rain haar witchy shit in kon zetten om alles bereiken, hen misschien wel van ver af kon luisteren. 
Daarom pakte Lennon pen en papier en legde ze daarmee uit wat ze had gezien, wat ze had gedaan en dat ze het uit moesten gaan zoeken. Dat konden ze echter niet met het idee dat ze ieder moment kon worden betrapt. Met z’n tweeën ging het waarschijnlijk niet. Ze hadden iemand anders nodig. Iemand die voor afleiding zorgde. Iemand die kon verklaren waarom Lennon net niets had gezien. Iemand die hen kon helpen om Rhi terug te krijgen. Ze hadden Desh nodig. 
Demish
Internationale ster



Hoe het leven nu in Boise was, was voor Desh misschien wel het meest prettige ooit. Hij woonde bij Liam en zijn vriendin, waar hij de ruimte kreeg om zijn eigen dingen te doen. Ze hadden vaak wel avondjes samen, waarin ze alle drie in de keuken stonden, maar zo nu en dan zaten Bailey en Liam op de bank met een glas wijn en trok Desh zich terug. Hij vond het echter heel erg fijn bij Liam, vooral omdat Liam hem ontzettend hielp. Hij was misschien net een jaar een weerwolf, waardoor hij nog altijd moeite had met het veranderen. Dat zou ook nog wel blijven, had Liam hem verteld. Het zou nooit een prettige ervaring worden, maar samen er doorheen gaan was al beter.
Rain hielp hem ook nog altijd met zijn magie, al had hij nu geen lessen meer samen met Ellie. Die was immers verhuisd naar Japan, samen met haar vader. Dat miste Desh wel, met name omdat hij iemand had gehad die hem volledig had begrepen. Rain was dan wel een heks, maar ze wist niet hoe het was om constant energie te hebben die er uit moest en die hij soms met moeite onder controle kon houden. Het ging al veel beter dan aan het begin, maar het was een hoop om bij zich te houden.
De stad was eg rustig nu de vampiers waren opgesloten. De rest was vertrokken en er was ook nog eens een weerwolf minder. Lotus was ook vertrokken. Desh gokte dat ze naar Japan was gegaan, om daar de boel in de gaten te houden. Dat betekende dat alleen Lennon en Calum misschien een probleem konden vormen. Tot nu toe hadden ze dat echter nog niet gedaan. Waarschijnlijk waren ze bang voor wat Rain en Rhett zouden doen. Rain was al een dodelijke heks, en dan had ze ook nog eens zo’n sterke vampier naast zich staan. Niemand durfde zomaar tegen hen in te gaan.
Toch deed Desh dat nu wel. Tenminste, hij zag het zo. Rain had er nooit iets van gezegd, maar hij wist zeker dat ze het niet eens zou zijn met wat hij nu zou gaan doen. Toen hij deze ochtend wakker was geworden, had hij een berichtje van Lennon gehad, met de vraag of hij bij haar en Calum langs wilde komen. Hij had er even over na moeten denken, maar uiteindelijk had hij haar terug geschreven dat hij langs zou komen. 
Voordat Desh een wolf was geworden, en daarmee ook een heks, waren ze hele goede vrienden geweest. Ondanks dat Liam misschien wel zijn beste vriend was geweest, waren hij en Calum ook erg close geweest. Met name vanuit hun jeugd. Daarom had Desh zich ook zo verraden gevoeld toen juist Calum had besloten om hem weg te sturen. Het was Lotus geweest die het het hardst had geroepen, maar de rest was er niet tegenin gegaan. Nu was hij misschien ook wel gevaarlijk geweest, maar hij had zijn vrienden nooit iets aan willen doen. Niet bewust, in ieder geval.
Lennon was misschien niet meer een normale vriendin te noemen, als Desh afging op dat ze een aantal avonden zich terug hadden getrokken op haar kamer en ze hun lippen over die van elkaar hadden laten glijden. Daar was het echter al die tijd bij gebleven en hij wist dat Lennon niet heel kieskeurig was in de mannen en vrouwen die op haar af kwamen. Desh meende zelfs dat ze ooit seks had gehad met Rhi, terwijl Rhi daarna haar zinnen op Calum had gezet.
Desh wilde echter alles achter zich laten, net zoals dat Lennon en dat Calum ook wilden. Daarom was hij onderweg naar het huis waar hij een hele tijd had gewoond, in het bos. Hij was er niet zeker van of hij echt overtuigend was geweest tegenover Bailey en Liam. Bailey was immers best sneaky in die dingen. Ze kon soms in zijn hoofd zitten, dus misschien had ze al wel door gehad dat hij ergens anders naar toe zou gaan dan dat hij in eerste instantie had gezegd. Ze had hem echter ook niet tegen gehouden of gewaarschuwd. Dus misschien wist ze het wel en stond ze juist achter hem.
Desh stopte met lopen toen het huis in zicht kwam. Het was al een hele tijd geleden dat hij er was geweest. De laatste keer had hij behoorlijk wat schade aangericht, omdat hij zich zo verraden en verdrietig had gevoeld. Toen had hij zijn krachten niet onder controle gehad. Desh keek naar zijn handen, die er nu perfect normaal uitzagen. Hij kon dit. Zolang Calum en Lennon echt deden wat ze hadden gezegd en alleen maar met hem wilden praten, zou het allemaal goed gaan. Als hij die eerdere gevoelens maar kon vergeten. En dat wilde hij wel.
Desh haalde diep adem en liep naar de voordeur. Lennon deed die al voor hem open, waarschijnlijk omdat ze hem had gezien of had gehoord.
‘Hé,’ zei Desh, niet echt zeker of hij Lennon een knuffel moest geven of niet. Waarschijnlijk niet. De laatste keer dat hij dat had geprobeerd, was ze opzij gestapt. Hij snapte het wel. Hij kon haar magie afnemen en dat deed pijn, maar hij wist nu hoe hij dat kon voorkomen. Het gebeurde alleen maar als hij echt geëmotioneerd was.
‘Mag ik binnenkomen?’
Elysium
Internationale ster



Het was niet makkelijk om heksen te vinden, zeker niet voor een groep met weerwolven. Veel van de heksen bleven ver weg van een plek zoals deze. Een plek waar zowel weerwolven en vampiers woonden. Waar een paar heksen terecht waren gekomen. Calum wist niet precies hoe het werkte, maar het had vast overeenkomsten met de roedels die zich bij hun bevonden. 
Roedels waren iets bijzonders. Hetgeen waar de meeste mensen veel waarde aan hechtte. Een plaats waar een weerwolf steun kon vinden, zeker tijdens die nacht in de maand waarop ze het echt nodig hadden. Personen die het begrepen wanneer de dagen daarop lastig waren en je met rust lieten of er juist voor zorgden dat het iets beter gingen. 
Hun hele groep was uit elkaar gevallen. Calum was alleen over met Lennon. Ondanks dat hij altijd wel gehecht was aan zijn eigen tijd en ruimte, voelde dit niet goed. Deels omdat Rhi in het hele plaatje miste, maar ook zeker de andere weerwolven. Eens had dit hele huis vol gezeten, hadden de meiden zelfs hun kamer met elkaar moeten delen omdat er anders geen plaats meer was geweest. 
Calum wist dat het onmogelijk was om iedereen terug te krijgen, misschien moesten ze dat ook niet willen. Toch had hij, na wat overtuiging van Lennon, ingestemd dat ze hun best moesten doen om het recht te trekken met Desh. Voor een deel was dat zeker uit eigen belang. Desh was waarschijnlijk één van de weinigen die hen kon helpen om Rhi vrij te krijgen. Toch was er ook wel een deel van Calum dat zijn jongere vriend miste. Ze hadden veel samen doorgemaakt. Er was een tijd waarop Calum zijn best had gedaan dat Desh niet zou veranderen, niet wetende wat er dan zou gebeuren. Dat hij deels heks was, was de reden dat hij hier niet meer woonde. De woorden die Lotus destijds had geroepen waren waar geweest. Desh was gevaarlijk en kon hen allemaal iets aandoen. Misschien hadden ze hem daar juist in moeten helpen, dan hadden ze hem zeker aan hun kant staan op het moment. 
Lennon was diegene die het voortouw had genomen in het contact met Desh, daarom liet Calum het contact nu ook aan hen beiden over. Al hield hij wel in de gaten wat er in de gang gebeurde. Desh klonk voorzichtig, bijna terughoudend. Iets wat Calum wel begreep. De laatste keer dat ze hier met z’n allen waren, was dat geëindigd in heel wat tranen. Woede vanuit Lotus. Calum die uiteindelijk een knoop door had moeten hakken. 
“Natuurlijk. Kom binnen.” In de gang, stapte Lennon opzij zodat ze Desh aan haar voorbij kon laten lopen. Ze legde haar hand voorzichtig op zijn bovenarm, waar ze voorzichtig in kneep. 
“We zijn blij dat je bent gekomen.” Lennon kon voor haarzelf praten dat ze het prettig vond om Desh na een lange tijd weer te zien. Ze wist dat Calum dat ook deed, maar hij het hem nooit zelf zou vertellen, zo zat de man gewoon niet in elkaar. 
Met z’n tweeën liepen ze naar de woonkamer, waar Calum op ze stond te wachten. Hij knikte, alleen ten teken dat hij het eens was met hetgeen wat Lennon net had gezegd. De ongemakkelijkheid was goed te voelen en Calum wist niet echt wat hij moest doen om het te doorbreken. 
“Als je iets wilt hebben, je weet waar het staat.” Het was Calum zijn manier om te laten weten dat Desh hier welkom was. Dat hij dat altijd zou zijn, als hij een plaats nodig had om zich terug te trekken. Mensen om zijn vrienden te noemen. Calum snapte ook wel dat dit waarschijnlijk niets was bij de plaats waar Desh op het moment woonde met Liam en zijn vriendin. Ergens was Calum stikjaloers op de andere weerwolf. Hij had wel alles wat hij had willen hebben, terwijl Rhi ergens ver weg gestopt zat en hij hier alleen over was gebleven met Lennon. 
“We hebben niet zo heel erg veel thuis hoor.” Waarschuwde Lennon hem nog. Desh leek enkel zijn hoofd te schudden, ten teken dat hij op het moment niets wilde hebben. Dat nam Lennon aan als punt dat ze nu echt iets anders moesten gaan doen dan ongemakkelijk met z’n drieën blijven staan. Ze ging op de bank zitten en trok wat aan de aan van Desh, ten teken dat hij bij haar moest komen zitten, vervolgens knikte ze naar de andere bank in de ruimte, waar Calum vaak op zat. 
“Dit is fucking ongemakkelijk en dat gaat het waarschijnlijk ook nog wel eventjes blijven, maar het gaat niet helpen als we hier met z’n drieën in stilte blijven zitten.” Begon Lennon dan ook. Ze wist niet waar dit gesprek naar toe ging, misschien zou het hen wel nergens brengen. Dan hadden ze het in ieder geval geprobeerd. 
Lennon keek opzij naar Desh. Ze wist nog heel goed dat ze er achter was gekomen dat er iets met hem aan de hand was, nog voordat hij een wolf was geworden. Er waren een paar avonden geweest waarop ze hem mee had genomen naar haar kamer. Daar waren wat zoenen gevallen. Lennon wist niet precies hoe het was gebeurd, wat er nou precies met Desh was. Hij was heks en weerwolf en hij kon misschien magie van anderen afnemen. Maar op welke manier dat gebeurde, wist Lennon ook niet. Ze ging er vanuit dat het vroeger nooit bewust was geweest. Dat de momenten waarop ze tintelingen in haar armen had gevoeld en had gezien dat er iets niet had geklopt aan haar lichaam, waarschijnlijk net zo vreemd voor Desh waren geweest als voor haar. 
“We hebben het gewoon opgefuckt een tijdje geleden.” Er was geen andere benaming voor. Lennon wist net zo goed als Calum dat ze iets hadden gedaan wat niet had gekund. Zij waren er misschien niet aan begonnen, maar ze hadden Lotus niet tegen gehouden aan haar woorden. Hadden zelfs wat geknikt en hadden Desh de deur uit laten gaan. 
“Een roedel is een plaats waar iedereen zichzelf moet zijn.” Het was Calum wiens woorden het duidelijkst waren. Hetgeen waar hij ook de hele tijd over na had gedacht. Zeker nu er helemaal niets meer van hun groep over was. Dat was aan henzelf te danken en dat wist hij maar al te goed. Al kon hij wel genieten van de rust die er was sinds Lotus weg was. Het maakte Lennon ook een heel stuk dragelijker. 
Demish
Internationale ster



Het was onmogelijk om niet te hopen op verbetering. Het bleven zijn vrienden. Vrienden waar hij ontzettend veel mee had gedeeld en had meegemaakt. Hij had altijd wel verlangd naar dat gevoel, om dat weer terug te krijgen. Hij had Liam nog altijd, en hij had Rain en Bailey. Maar het was toch anders. Calum en Lennon waren weerwolven en die begrepen hem. Liam deed dat ook wel, maar Desh wist dat hij meer nodig had dan één persoon. Hij had een roedel nodig. Een groep wolven waar hij op terug kon vallen. Dat hij die had verloren, was hem wel zwaar gevallen. Zeker aan het begin. 
Desh had zijn vrienden nooit pijn willen doen, op wat voor een manier dan ook. Toen hij een weerwolf was geworden, was er een hoop mis gegaan. Er waren dingen gebeurd waar hij geen controle over had gehad. Toen hij echter nog geen weerwolf was geweest, had hij wel magie van een ander af kunnen nemen. Iets waar hij pas achter was gekomen tijdens zijn avonden met Lennon. Het was altijd gebeurd zonder dat hij het door had gehad. Hij had haar vast gehad en de magie in zijn lichaam was gaan werken zonder dat hij het in de gaten had gehad. Daardoor had hij wel eens magie van haar afgenomen. Ze had er nooit iets over gezegd tegen de anderen. Dat waardeerde hij nog steeds.
‘Het was nooit mijn bedoeling om jullie pijn te doen. Echt niet.’ Hij wist dat het wel was gebeurd. Daarom hadden ze zich zorgen gemaakt over hun eigen veiligheid. Omdat zijn magie onvoorspelbaar was geweest en hij niet had geweten hoe hij er mee om had moeten gaan. Dus hij had hun reactie wel begrepen, maar ze hadden er wel iets anders mee gekund. Ze hadden hem kunnen helpen. Ze hadden samen met hem naar Rain kunnen zoeken, in de hoop dat zij hem zou helpen. In plaats daarvan hadden ze er voor gekozen om hem weg te sturen, zodat hij geen probleem meer zou zijn. En dat was wel hoe hij zich toen had gevoeld. Een probleem. Iets wat opgelost had moeten worden. 
‘Maar nu gaat het beter! Naylene heeft heel erg geholpen met het houden van de controle, totdat ze weg ging. En Cameron en Rain heeft me geleerd hoe magie precies werkt,’ legde hij uit. Hij zou niemand meer pijn doen. In ieder geval niet zomaar. Hij wist dat zelfs Rain nog wel eens de controle kon verliezen, als ze echt heel erg boos of geëmotioneerd was. Maar dat gebeurde niet vaak bij hem. Hij wist nu wat hij kon doen om er voor te zorgen dat er niks zou gebeuren.
‘Ik ben blij dat ze je hebben kunnen helpen,’ zei Lennon. Desh knikte. Hij ook. Als Naylene hem nooit had gevonden, dan was hij waarschijnlijk vertrokken uit de stad. Hij had hier niet meer kunnen wonen, hij had geen andere plek gehad. Gelukkig had Naylene voor hem gezorgd, hem achtergelaten bij Cameron en Rain. Zij hadden precies geweten hoe ze hem hadden kunnen helpen. ‘En Liam helpt je ook, toch?’
Desh knikte. Liam hielp hem heel erg goed. Omdat Liam al veel jonger een weerwolf was geworden, wist hij precies hoe hij het beste om kon gaan met de avonden waarop de maan vol was. Desh vond het nog steeds alles behalve prettig. Dat zou het waarschijnlijk ook altijd blijven, maar Liam was altijd bij hem. Er was geen moment dat hij van zijn zijde week, waardoor ze de nachten goed door kwamen. En in de ochtenden deden ze het vaak rustig aan en verzorgde Bailey een goed ontbijt. Aan het begin had Desh wel getwijfeld over wat hij van haar had gevonden, maar hij waardeerde haar aanwezigheid heel erg.
Voorzichtig ging Desh op de bank zitten. Het was ooit zijn bank geweest. Een bank waar ze met z’n allen op hadden gezeten, terwijl er op de tafel bakken met gefrituurde kip hadden gestaan en ze hun dagen met elkaar door hadden besproken. Het voelde gek om nu hier te zitten.
‘Is dit waarom jullie me hebben uitgenodigd? Om te zeggen dat jullie spijt hebben van wat er het afgelopen jaar is gebeurd?’ vroeg Desh aan Lennon en Calum. Lennon had net al gezegd dat ze het op hadden gefuckt. Zij hadden het fout gedaan. Hij was blij om dat te horen, want dat betekende dat ze het niet allemaal op hem gooiden. Er was dan wel iets met hem gebeurd, maar het was niet zijn schuld geweest.
Lennon knikte en kwam naast hem zitten. ‘We hadden het anders aan moeten pakken. Wij allemaal. Ook Lotus.’ Lotus was degene die het hardst had geroepen dat Desh hier niet meer had kunnen wonen. Nu was Lotus weg, waarschijnlijk opzoek naar haar dochter en Cameron. Iets wat Desh wel begreep. Ze waren altijd in de buurt geweest. Nu waren ze aan de andere kant van de wereld. Al was het wel een stuk rustiger nu zo goed als iedereen daar naar toe was gegaan. De stad leek weer een goede sfeer te hebben en dat was fijn, al speelden er nog genoeg dingen.
Lennon legde haar hand op Desh zijn schouder en keek vervolgens naar Calum, wat waarschijnlijk een hint was voor hem om ook nog iets te zeggen. 
Elysium
Internationale ster



Lennon was degene die het contact had gezocht. Natuurlijk had hetgeen wat ze met Calum had besproken in haar achterhoofd gezeten. Ze wist echter ook dat ze het alleen met de man op een gegeven moment niet meer uit zou houden. Een groep was prettig, meerdere mensen om op terug te vallen. Ze hadden Desh nodig, misschien zelfs Liam. 
De groep terug krijgen zou echter niet gebeuren door alleen te zeggen dat het hen speet. Er zat zeker spijt, maar ze hadden ook beiden besloten dat ze Desh nodig hadden om Rhi terug te krijgen. De rest van de vampiers die opgesloten zaten, maakte weinig uit. Lennon had nog wel even nagedacht over Ashton. Hij ging er echter vandoor op de momenten dat het moeilijk werd. Er was dan ook een grote kans dat hij zich niet bij Rhi bevond. 
Lennon wilde dat Calum iets zou zeggen. Hij wist niet hoe hij om moest gaan met dit alles. Moest hij doen alsof er helemaal niets aan de hand was en ze Desh hier alleen maar naar toe hadden gehaald om weer vriendjes te worden. Dat was namelijk de grootste bullshit ooit en Desh zou het niet prettig vinden als hij daar uiteindelijk achter zou komen. 
“Ik zou heel eerlijk met je zijn Desh.” zei Calum dan ook. “Je weet hoe ik je altijd heb gezien, als een soort van jonger broertje.” 
Calum was zelf heel erg jong geweest toen hij de weerwolf kant in hem had getriggered. Vanaf dat moment had hij al moeten veranderen. Hij had Liam toen leren kennen en vanuit daar hadden ze het samen gedaan. Ze waren de verloren Desh tegen gekomen toen ze eindelijk op hunzelf hadden kunnen gaan wonen en hadden hem onder hun hoede genomen. Ze hadden geweten van zijn gen, maar niet van de magie die zich in zijn lichaam had genesteld. Vanaf dat moment hadden ze er beiden alles aan gedaan om er voor te zorgen dat Desh nooit zou hoeven te veranderen in een vampier. Juist door zijn magie had hij echter een dood op zijn naam. 
“Je weet dat ik er alles aan had willen doen om je dit allemaal te besparen. Het is shit dat ik de belofte die ik je ooit heb gedaan nooit heb na kunnen komen.” Al was Calum altijd heel erg stellig geweest en had hij gezegd dat Desh dat alles niet mee had hoeven maken. Dat ze er met z’n allen voor zouden zorgen dat hij nooit hoefde te veranderen. Nu moest hij het toch en had hij het al vrij snel in zijn eentje moeten doen.
“En dat alles is echt kut. Maar ik denk niet dat ik je hier heen had gevraagd als ik niets te vragen had. Je weet hoe ik daar in ben.” Calum was niet iemand die zijn gevoelens aan de grote klok hing. Hij wilde best toegeven wanneer hij iets verkeerd had gedaan en dat had hij zeker gedaan als het ging om Desh. Uit zijn eentje had hij echter geen toenadering gezocht. 
“Dus jullie hebben mij gewoon nodig.” Desh zijn gezicht veranderde. Wat ook niet gek was met hetgeen wat hij net had gehoord. Lennon merkte dat het mis zou kunnen gaan, al kon ze de eerlijkheid van Calum zelf behoorlijk waarderen. Zelfs had ze liever dit gehoord dan een of andere bullshit smoes, die niet eens de waarheid weerspiegelde. 
Lennon wierp echter nog een blik naar Calum. Ze snapte waar hij vandaan kwam, maar het was niet de de bedoeling dat ze Desh nu al weer weg zouden jagen, nu hij er nog maar net was. 
“We gaan nu helemaal niets van je vragen. Wat Calum bedoelt is dat we hopen dat er weer een groep komt en als dat er eenmaal is, we ook voor elkaar zorgen. Dat we elkaar helpen wanneer het nodig is, maar we gaan geen misbruik van je maken.” Lennon wist altijd precies wat ze moest zeggen. Ze had in de jaren wel geleerd hoe ze met haar woorden om moest gaan, wat ze moest zeggen om iemand op een plaats te krijgen die zij graag wilde hebben. Ondanks dat ze Rhi zelf ook graag terug wilde hebben, wilde ze ook echt wat ze net had gezegd. Ze wilde dat er een groep terug kwam. Dat ze meer mensen had om op terug te vallen. Rhi zou een van die personen kunnen zijn, maar Desh ook zeker. 
“Ik weet echt niet meer wat ik met jullie moet geloven. Al die tijd hebben jullie niets van je laten horen en nu zoeken jullie ineens weer contact.” Desh haalde zijn handen door zijn blonde haren. Lennon kon wel aan hem zien dat hij geraakt was, verward. De onzekerheid waarmee hij naar binen was gekomen was veranderd en het was niet eens zo gek. 
“Calum is verliefd.” zei Lennon met een plagerige lach. 
“Oh fuck off.” mompelde de man daar op terug.
“Kijk zie je!” Lennon stootte Desh met haar elleboog aan en knikte vervolgens naar het gezicht van Calum, waaraan wel echt te zien was dat er gevoelens zaten voor Rhi. Niemand leek echt te begrijpen waarom. Lennon snapte het wel. Rhi was gevaarlijk, had een eigen wil, was interessant. Dat was hetgeen wat Lennon in haar had getrokken. Het was niet veel meer geweest dan een avond plezier samen. Wat er tussen Calum en Rhi was, was niet echt heel erg duidelijk. Maar de twee leken op een zelfde lijn te zitten. In ieder geval tegenover de andere vampiers die in de stad waren geweest. Nu hadden ze het wel voor elkaar gekregen dat die weg waren gegaan. 
“Neem het hem niet kwalijk. Hij zit met zijn hoofd de hele tijd bij haar. Wat echt super leuk is, want hij is er echt makkelijk mee te pesten.” Lennon had vaak genoeg de rand bij Calum op gezocht, iets wat vaak voor gelach bij Desh had gezorgd. Dat waren de momenten die ze nu ook graag weer terug wilde hebben. 
Demish
Internationale ster



Hij had kunnen weten dat er iets vast aan had gezeten. Dat ze hier niet echt waren om de strijdbijl te begraven en weer vrienden te worden. Ze hadden iets van hem nodig. Calum had iets van hem nodig. Desh wist precies wat het was, maar daar kon hij Calum niet bij helpen. Hij wilde het al niet, maar zelfs als hij geen loyaliteit naar Rain had gevoeld, had hij het waarschijnlijk niet gekund. Daardoor was hij nog lang niet goed genoeg. Dat soort spreuken waren ontzettend sterk en Rain had vast haar best gedaan om er voor te zorgen dat niemand het zomaar zou kunnen verbreken. 
‘Oh, Calum is verliefd? Dat is natuurlijk de beste reden om tegen hetgeen wat Rain heeft gedaan, in te gaan,’ zei Desh sarcastisch. Ze vroegen het niet direct aan hem. Calum had echter wel duidelijk gemaakt dat hij hier niet zomaar was. En nu Lennon wat informatie had gegeven, snapte Desh waarom hij hier was. Calum wilde zijn vriendin terug. De meest gevaarlijke vampier die Desh ooit had ontmoet. Ze zat niet voor niets opgesloten, ver buiten de stad in een huis dat niemand meer zou kunnen vinden. Rain had het goed opgelost. Zoiets zou Desh nooit kunnen verbreken, daar was de spreuk veel te sterk voor.
‘Had je geen andere vampier kunnen kiezen om verliefd op te worden, Cal? Linn, Naylene, Edyn?’ stelde Desh voor, wat gelach van Lennin opleverde. Hij en Lennon hadden de anderen wel eens dwars gezeten. Ze hadden grapjes gemaakt en de anderen een beetje gepest. Desh had wel door dat Lennon dat nu ook probeerde te doen en hij wilde er graag in mee gaan. Dat was immers hetgeen wat ze altijd hadden gedaan en het voelde bijna normaal aan.
Hij heeft Linn sowieso wel gedaan, maar dat maakt niet uit. We kunnen hem altijd nog inschrijven voor een dating-app voor bovennatuurlijke wezens, als dat echt zijn type is,’ grapte Lennon, waardoor Desh lachend zijn hoofd schudde en haar een high five gaf. Hij wist dat ze een grapje maakte, maar hij snapte oprecht niet wat Calum aan had getrokken tot de vampier. Ze was geen aardig persoon. Ze was zelfs verschrikkelijk. Ze was alleen maar naar Boise gekomen om een ander het leven zuur te maken, en ze had Calum daar voor gebruikt. Dat was een vreselijk iets om te doen! En Desh wist dat Calum het niet had op vampieren, maar hij had Linn nooit dood willen hebben. Dat was echt de invloed van Rhi geweest. 
‘Oh fuck off, jullie allebei,’ zei Calum. ‘Sowieso heb jij daar niks over te zeggen, Lennon.’ Er was iets aan de manier waarop Calum haar naam noemde, dat Desh liet denken dat er meer aan de hand was. Hij trok zijn wenkbrauwen op en draaide zich naar haar toe. Hij wist dat Lennon nooit echt een voorkeur had gehad voor wie er bij haar in bed had gelegen, als het maar iemand was geweest tot wie ze zich fysiek aangetrokken had gevoeld. Dat had zowel een man of vrouw kunnen zijn.
‘Nee!’ zei Desh verbaasd. ‘Jij…’ Hij draaide zich vervolgens naar Calum. ‘En jij ook? En je bent verliefd op haar?’ Desh schudde zijn hoofd. Er was veel gebeurd in het huis van de weerwolven, maar dit sloeg toch wel alles. Lennon en Calum hadden met dezelfde vrouw in bed gelegen. En nu bleek het ook nog zo te zijn dat Calum verliefd op haar was. ‘En dat is niet ongemakkelijk?’
Calum haalde zijn schouders op. ‘Ik denk dat Lennon wel toe kan geven dat Rhi beter af is in mijn bed dan in het hare.’
‘Oké, genoeg informatie,’ zei Desh en hij hield zijn handen omhoog. Hij wist dat Lennon hier eeuwen op door zou kunnen gaan en daar had hij op dit moment geen behoefte aan. Al voelde het ontzettend fijn om hier te zitten en grappen te kunnen maken, zoals ze dat altijd hadden gedaan. Misschien had Lennon wel gelijk en zou het ooit weer normaal kunnen worden. Zouden ze voor elkaar kunnen zorgen, zoals ze dat hoorden te doen in een roedel en een vriendengroep.
‘Oh, kom op, Deshie.’ Lennon lachte en ging met haar hand door zijn haren, zodat die uit zijn gezicht werden geduwd. ‘Heb jij geen leuk vriendinnetje? Rain, misschien?’ 
Desh schudde zijn hoofd. ‘Nee, joh. Rain en ik? Nooit.’ Rain was heel erg lief voor hem geweest en ze had hem opgevangen. Ze had hem dingen geleerd en ze was heel geduldig met hem geweest, maar Rain voelde voor hem eerder als een grote zus. Iemand van wie hij dingen kon leren en iemand die hij vertrouwde. Daarnaast had Rain al aan eigen liefdesleven, hoe ingewikkeld die ook was. ‘En je denkt duidelijk niet aan Rhett. Ik weet niet precies wat er tussen die twee is. Elke keer als ik er naar vraag, doet Rain heel erg vaag. Maar ze vinden elkaar overduidelijk leuk.’
‘En Liam heeft Bailey. Je zit dus alleen maar tussen die stelletjes. Dan is het maar goed dat je hier bent gekomen,’ zei Lennon. Ze kwam overeind en pakte van ene bijzettafeltje een aantal folders, met daarop de menu’s van verschillende restaurants. ‘Wil je blijven eten? Jij mag kiezen.’
Desh keek twijfelend naar de folders. Hij wilde wel blijven eten. Hij vond het prettig om hier weer eens te zijn en om samen met Lennon en Calum te praten, maar hij wilde hier niet blijven als ze hem straks aan het einde van de avond zouden vragen om hen te helpen. ‘Ik blijf alleen eten als we het niet over magie-shit hebben, of wat dan ook.’
‘Beloofd!’ riep Lennon meteen. Desh keek opzij naar Calum. Hij wist dat Calum er alleen maar mee in zou stemmen om zijn vertrouwen te winnen, maar hij had ook niks anders van hem verwacht. Zoals Calum zelf ook al had gesuggereerd: hij was heel transparant in wat hij wilde en wat hij daar voor zou doen.
Elysium
Internationale ster



De groep was in de afgelopen maanden behoorlijk gegroeid. Van de drie jonge mannen die samen hadden gewoond in een huis aan de rand van de stad Boise, waren ze naar vijf gegaan. Lennon en Lotus waren twee verloren zielen geweest. Zo had Lennon zich in ieder geval gevoeld toen ze de andere vrouw tegen was gekomen op een ochtend na een volle maan. De vrouw had haar verteld over een stadje, niet ver van waar Lennon voor die avond een plaats had gevonden in het bos. Boise. Een plaats waar meerdere bovennatuurlijke wezens hadden geleefd. Ze had gesproken over heksen, maar ook over een groep weerwolven. 
Ondanks dat Lennon zich prima in haar eentje had vermaakt, had ze ook wel behoefte gehad aan een groep waar ze op terug had kunnen vallen. Het had in ieder geval wel betekend dat ze haar reis door Amerika niet verder had kunnen zetten. Ze was wel her en der andere weerwolven tegen gekomen, had de avonden met hun doorgebracht waarop het nodig was geweest, maar had ook zo haar pleziertjes gehad. 
Lotus had haar echter meegenomen naar een stad waar ze zich had kunnen settlen. Waar twee andere weerwolven en iemand met het weerwolf gen samen hadden gewoond en voor elkaar hadden gezorgd. Dat het niet Lotus haar reden was geweest om een goed groep te krijgen, was iets wat ze veel later pas achter was gekomen. Op dat moment had het niet uit gemaakt waarom ze precies bij de groep waren gekomen, het ging er om dat ze er waren en dat ze een groep waren. Ze konden zich naar hun leeftijd gedragen, maar ook de serieuze onderwerpen bespreken over hoe ze hier waren gekomen.
Lennon was al snel in gesprek geraakt met Lotus, die haar had verteld dat ze bewust de keuze had gemaakt om een weerwolf te worden. Iets waar ze ook nog best wel trots over had verteld. Zelf had Lennon het niet begrepen. Een weerwolf zijn was geen pretje, zeker niet op die ene nacht in de maand. Om daar zelf voor te kiezen. De bewuste keuze te maken om iemand te vermoorden. Lennon had niet begrepen, ze had het Lotus echter niet kwalijk genomen. Ieder had zijn eigen verleden en niet alles was rozengeur en maneschijn. Haar eigen verhaal lag echter iets verder af van hetgeen wat Lotus had gedaan. 
Bij de rest van de weerwolven was het iets moeilijker gegaan, maar beetje bij beetje had ze de verhalen gehoord. Of het nou tijdens een rustig middag was of een dronken avond. De verhalen waren bij elkaar gekomen. Zelfs die van Calum, waarna Lennon had besloten dat hij toch wel het meeste mee had moeten maken. Iets wat ze niet had gezegd, de man had door zijn blikken al wel laten weten dat hij geen blikken vol medelijden wilde hebben.  
Omdat ze zoveel ellende hadden meegemaakt, iedereen wel, probeerde ze zoveel mogelijk lol te maken met z’n allen. Vandaag waren ze met z’n allen de tuin in getrokken. Het was heerlijk weer. De zon stond hoog aan de hemel. Het was midden in de zomer, waardoor het super warm was in Boise. 
Liam en Calum zaten samen met een biertje in de zon. Lotus had haar handdoek neergelegd, waar ze in haar bikini op was gaan liggen. Lennon had er een hele tijd naast gelegen, totdat ze zelf ook wat te drinken had willen hebben. Onderweg was ze Desh tegen gekomen en ze had hem met haar meegewenkt. 
Desh was de jongste man van de groep. De enige die nog niet echt een weerwolf was, omdat zijn gen nog niet was getriggered. De hele groep probeerde hem te helpen met de gevoelens die door zijn lichaam heen gingen. De woede die soms naar boven kon komen. Bij Desh was het misschien gek, want het leek niet alsof hij überhaupt woede in zijn lichaam kon hebben. Hij zag er onschuldig genoeg uit. Iedereen had echter wel gezien dat hij ook dezelfde soort eigenschappen had als ieder ander in het huis. 
Lennon had de kraan binnen open gezet, zodat niet iedereen mee kon luisteren buiten. “Ik denk dat iedereen wel toe is aan wat verkoeling.” zei ze lachend tegen Desh, die haar wat verbaasd aan had gekeken omdat ze hem mee naar had gevraagd. 
Desh had niet meer nodig dan die woorden om te begrijpe wat Lennon van plan was. Al snel werden er een paar emmers uit de kastjes gehaald en werden die gevuld met water. 
“Als jij nou naar Lotus heen loopt. Die heeft het denk ik toch niet door. Lee en Cal zouden alleen maar moeten lachen en zijn daardoor zo afgeleid dat ik toe kan slaan.” Gaf Lennon als plan, voordat ze de kraan weer dichtdraaide. Vanaf dat moment moesten ze voorzichtig zijn met wat anderen hoorden.
Desh liep zoals afgesproken als eerste naar buiten, langs Liam en Calum, die hem alleen maar even aankeken met een grijns op hun gezicht. Lotus had nog steeds haar ogen gesloten en leek niet door te hebben wat er om haar heen gebeurde. Dat gaf Desh de kans om de emmer met water over haar heen te gooien. Op dat moment kwam ook Lennon naar buiten geslopen en deed precies hetzelfde met de mannen die met haar rug naar haar toe zaten.
“What the fuck?!” Klonk van verschillende kanten. Lotus was overeind geschoten en keek met een boos gezicht in de richting van Desh. Calum had zich omgedraaid, maar had moeite met naar Lennon kijken omdat er nog genoeg druppels over zijn gezicht heen liep. Liam was overeind gesprongen van de schrik.
“We krijgen jullie wel!” Het was Liam die de oorlog uit had geroepen en dat was ook wat ze hadden gekregen. Die hele middag had bestaan uit het gooien van water. Lennon en Desh waren al snel vastgenomen door Calum en Lotus, terwijl Liam de tuinslang op hen beiden had gericht. 
Doorweekt waren ze uiteindelijk bij elkaar gaan zitten. Lachend. Blij dat ze elkaar hadden. Ze waren misschien een disfunctionele groep, maar ze waren wel een groep, wat betekende dat ze elkaar hadden. Ook op dit soort momenten, om te vergeten wat hun leven precies in hield. 
Demish
Internationale ster



De spreuk van Naylene had haar werk gedaan. Ze had Ashton uitgedroogd en zijn lichaam was tot niets meer in staat. Alles leek vast te zitten, alsof hij versteend was. Zijn huid schuurde over zijn botten en zelf ademen was haast onmogelijk. Maar zijn gedachten gingen maar door. Iedere dag probeerde hij een oplossing te bedenken. Een manier om uit deze verschrikkelijke staat te komen. Hij haatte Naylene voor wat ze hem had aangedaan. En waarom? Om aan Michael te bewijzen dat hij geen gevaar voor hun relatie was. In Ashton zijn ogen liet dit alleen maar zien dat zolang hij levend en wel was, hij een bedreiging was. Hij was alleen out of the picture als hij ook letterlijk verdween en nooit meer terug zou komen, zoals nu.
Toch hadden ze niet goed genoeg nagedacht over zijn gevangenis. Ze hadden hem dan wel opgesloten en in al die weken had hij geen menselijk bloed naar binnen kunnen krijgen, maar het oude pand was verlaten en werd wel bezocht door dieren. Dieren die hij, met ontzettend veel pijn en moeite te pakken had weten te krijgen. Hij had geleefd op de kleine beetjes bloed van ratten en vogels. Niet zijn smaak, absoluut niet, maar het was genoeg voor hem om iedere dag weer een beetje op kracht te komen. Zijn lichaam functioneerde nog lang niet, maar de uitdroging die Naylene had veroorzaakt, was afgezwakt. Zijn huid had weer een iets normalere kleur en hij kon zich voortbewegen, al kostte dat laatste wel energie. En een groot deel had hij niet om te bewegen, want er was een spreuk op het pand geplaatst, waardoor zijn ring geen effect op hem had. Het sieraad wat hem normaal tegen de zon beschermde, werkte nu niet meer.
Iedere dag had Ashton geluisterd of er mensen in de buurt waren geweest. Of hij iemand deze kant op had kunnen lokken. Hij had voor een lange tijd niks gehoord. Hij had voldoende aan het bloed van de dieren, maar hij had een mens nodig om hier uit te komen. Er woonde een heks in Japan, Vivian. Ze kenden elkaar al een hele tijd en Ashton vond dat hij nog aardig wat gunsten bij haar had te vragen. Hij had haar nodig om de spreuken te verbreken, zodat hij uit zou kunnen breken. Hij had echter geen telefoon meer, dus hij kon Vivian niet bereiken. Een mens dat in de buurt zou zijn, was wel een optie.
Vandaag was de dag dat Ashton eindelijk twee stemmen had gehoord. Zwak, in de verte. Twee vrouwen. Van wat Ashton had kunnen opvangen, waren ze aan het rondtrekken en was het een stel. Ashton had al bedacht hoe hij het aan zou vliegen als ze er eenmaal zouden zijn, maar hij moest de twee dames eerst naar de verlaten loods zien te lokken.
Als vampier kon hij de gedachten van anderen beïnvloeden. Als hij dichtbij iemand was, kon hij veel meer dan van ver af. En met meer bloed op was hij sterker, wat zijn vaardigheid ook alleen maar verbeterde. Nu had hij het moeten doen met smekende woorden en beelden van de loods. Die had hij afgevuurd op de vrouwen, smekend of ze hem konden helpen. Het had gewerkt, want ze waren er bijna. Hij hoorde het aan hun stemmen. Zelf had hij plaatsgenomen op de grond, liggend zoals hij zijn eerste weken hier door had gebracht. Zijn plan was dat de vrouwen zouden schrikken en naar hem toe zouden rennen, zodat hij gemakkelijk toe zou kunnen slaan. Want ook dat zou hem veel energie kosten en het was juist belangrijk dat hij zijn energie nu op de juiste manier zou gebruiken.
Met veel moeite kwamen de twee jonge vrouwen de loods binnen. De één slaakte een gil bij het zien van zijn lichaam, wat hij als levenloos aan hen had gepresenteerd. De ander rende naar hem toe. ‘Wees niet dood, wees alsjeblieft niet dood.’
‘Jij wilde hier komen!’ Wees de andere vrouw haar terecht. Ashton moest zijn best doen ome en glimlach te onderdrukken. De vrouw die naar hem toe was gerend, was bij hem neergeknield. Ze voelde eerst zijn pols en draaide hem vervolgens om. Ashton opende zijn ogen en zag het geschrokken gezicht van de vrouw. 
‘Hij leeft nog!’ liet ze haar vriendin weten.
‘Nauwelijks…’ merkte Ashton op. ‘Maar daar kunnen jullie me bij helpen.’ Dat was waarom ze hier waren. Zonder twijfel trok Ashton de vrouw naar zich toe en zette hij zijn tanden in haar hals. Geen spelletjes, geen dwang. Geen controle over haar gedachten of over die van haar vriendin. Alleen maar haar bloed en zijn tanden die ruw haar nek open trokken. Het was weken geleden dat hij bloed had gehad en het smaakte naar meer. Hij wilde zijn gezicht in haar nek duwen, al het bloed proeven wat ze in zich had en dan nog zou het niet genoeg zijn. Het geschreeuw achter hem moedigde hem alleen maar meer aan.
De vrouw viel binnen enkele seconden dood neer op de grond, haar nek in een rare hoek gebogen en het laatste beetje bloed van haar lichaam plakte aan haar huid, die volledig kapot was gescheurd door Ashton. Hij kwam overeind en draaide zich naar de andere vrouw. Bij het ontmoeten van zijn ogen gilden ze opnieuw, draaide ze zich om en rende ze van hem weg.
Nu Ashton bloed op had, voelde hij zich als herboren. Het was niet genoeg om op te leven nadat hij zo’n lagentijd niks had geproefd, maar op dit moment voelde hij zich alsof hij de wereld aan kon. Hij rende achter de vrouw aan en haalde haar met gemak in. Met zijn hand rond haar keel duwde hij haar tegen de muur aan. ‘Denk maar niet dat je zomaar weg kunt komen, kleintje. Je vriendin smaakte goed en ik ben benieuwd naar jou, maar ik zal beloven dat ik iets voorzichtiger ben met jou.’ Hij gaf wat extra druk op haar hals, waar hij haar slagader voelde kloppen. ‘Want ik heb je ergens voor nodig. Je moet iets voor me doen.’
‘Nooit!’ stribbelde de vrouw tegen, zo overstuur dat ze niet eens iets anders kon verzinnen. Ashton boog zich naar haar toe en ook haar bloed vulde zijn mond. Hij dronk gulzig en slordig, waardoor het bloed over zijn kin druppelde en het mengde met het overgebleven bloed van zijn vorige slachtoffer. Zoals beloofd liet hij de vrouw echter op tijd los. Hij vond het zelfs nog in zijn hart om haar wat van zijn bloed te geven, zodat ze heelhuids terug zou kunnen naar de stad.
‘Kijk, dat viel toch wel mee?’ Ashton veegde haar haren uit haar gezicht en hield vervolgens zijn vingers onder haar kin. Vervolgens keek hij haar diep in de ogen aan. ‘Je moet voor mij terug naar de stad, Tokio. In Harajuku woont een vrouw, Vivian. Vertel haar dat je door Ashton bent gestuurd, en dat hij haar nodig heeft en vertel haar waar ik ben. En wees vooral niet bang om haar er aan te herinneren dat ik al eens iets heel groots voor haar heb gedaan, dus ze staat bij me in het krijt. En je gaat niet bij haar weg voordat ze er mee instemt om hier te komen en deze shit voor me op te lossen. Ik heb genoeg gehad van rattenbloed.’
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste