Demish schreef:
Dit was het. Dit was het moment waarop ze eindelijk de grot zouden verlaten, het moment waarop er niet meer met hun hersenen zou kunnen worden gespeeld. Phyre zou niet meer hoeven twijfelen aan wat echt was en wat niet, ze zou niet meer na hoeven denken bij elke beweging die ze maakte. Haar hand zou niet meer in die van Dwayne hoeven liggen om er zeker van te zijn dat hij nergens naar toe zou gaan, dat ze elkaar niet kwijt zouden raken. Als ze de grot eenmaal zouden hebben verlaten, zou alles wat er daar binnen was gebeurd slechts nog een herinnering zijn. Sommigen prettiger dan anderen.
Dwayne vroeg haar om hem te vertrouwen. Phyre had nog nooit zo erg iemand vertrouwd als dat ze nu deed. Ze had elk woord dat Dwayne uit had gesproken geloofd, ze had er niet eens aan getwijfeld. Ook de heks die hun toe had gesproken, had ze meteen vertrouwd. Iets wat misschien niet het meest doordachte was wat ze ooit had gedaan, maar Phyre had het brandende verlangen om de grot te verlaten niet meer kunnen negeren. Ze had er alles aan willen doem om er zo snel mogelijk uit te komen. En dit, hier staan met Dwayne, met beide een kristal in hun hand, dit… Dit was het moment. Phyre durfde Dwayne volledig te vertrouwen en ze volgde zijn voorbeeld door haar eigen kristal ook in de muur te drukken.
Niet veel later voelde ze zijn sterke armen om haar heen. Hij beschermede haar tegen de kracht die was ontstaan. Tegen het sterke licht dat van de kristallen af kwam en de magie die hen omringde. Phyre had haar armen op haar beurt stevig om Dwayne zijn middel geslagen en ze had zich overgegeven aan zijn bescherming. Ze wist niet wat er om haar heen gebeurde. Of ze het juiste hadden gedaan en er een opening zou worden gecreëerd, of dat ieder moment de grot in zou kunnen storten omdat één van hen het verkeerde kristal had gepakt.
Het licht werd steeds feller en Phyre moest haar ogen dichtknijpen. Ze verstopte haar gezicht in Dwayne zijn borstkas. Voor heel even leek het alsof de wereld stilstond. Alsof er niets meer was. Geen grot, geen kristallen, alleen zij en Dwayne. Er was niets meer te horen. Zelfs het kloppende hart van Dwayne leek ze niet te kunnen horen.
Het eerste wat ze hoorde was Dwayne zijn hart, kloppend in zijn borstkas. Het tweede waren de krakende takken onder haar voeten toen ze Dwayne los liet en ze een stap naar achteren had gezet.
Phyre moest wennen aan haar omgeving. Ze zag de grijze lucht, de dode bomen en de onvruchtbare grond. Ze had nooit gedacht dat ze zo blij zou zijn om deze troosteloze omgeving te zien.
‘We zijn er uit…’ sprak ze zacht uit verbazing. Ze waren uit de grot. Het was hen gelukt. Ze hadden alle proeven overleefd en ze stonden weer buiten. De grot was nergens te bekennen, alsof het een hersenspinsel van hen beide was geweest. Al had Phyre absoluut niet de hersens om alles wat ze had gezien en had gehoord te verzinnen.
Plotseling leek het verhaal van Dwayne en de heks tot haar door te dringen. Zij en Dwayne waren de uitverkorenen. Zij moesten de oorlog stoppen, maar hoe kon iemand erop toevertrouwen dat twee mensen een gehele oorlog zouden kunnen stoppen? Ze hadden elkaars verschillen misschien geaccepteerd en ze hadden elkaar nauwelijks als vijanden gezien, maar zij waren maar met z’n tweeën. De legers van Corderian en Neveah waren immens groot en men zou nooit luisteren naar een duo dat zichzelf de uitverkorenen zou noemen.
‘Die heks,’ begon Phyre, waarna ze haar hoofd schudde. ‘We kunnen dit niet doen? Wie gaat er nou naar ons luisteren? Waarom zouden ze naar ons luisteren? Als we alleen al zouden beginnen over het opheffen van de spreuk, wat zou betekenen dat iedereen zijn krachten zou verliezen, dan gaat niemand naar ons luisteren!’ De paniek sloeg toe bij Phyre nu ze zich realiseerde wat voor druk er op haar schouders was komen te liggen. Zij kon de oorlog niet beëindigen, ze kon niemand overtuigen dat het een goed idee was om niet te vechten, zeker niet als dat zou betekenen dat alle krachten zouden verdwijnen, haar eigen kracht meegerekend. Phyre haar kracht was zo sterk, maar ook zo belangrijk voor haar. Het was iets waar ze zichzelf mee kon verdedigen, maar ook hetgeen waar ze haar neefje mee kon vermaken. Ze wist niet of ze dat wel kwijt wilde, laat staan dat ze anderen zou moeten overtuigen om te stoppen met vechten en hun krachten los te laten.
‘Ik denk niet dat ik dit kan doen, Dwayne!’ riep Phyre, terwijl ze begon te ijsberen tussen de dode bomen door. Ze wist eigenlijk vrijwel zeker dat ze dit niet kon. ‘Ik kan niet twee hele volken overtuigen om hun krachten op te geven en te stoppen met vechten? E-en wat als het niet lukt? Wat als die heks besluit dat ze de verkeerde uitverkorenen heeft gekozen? Wat dan?!’ Phyre wist niet veel van dit soort verhalen, maar ze gokte dat als een uitverkorene haar taak niet zou uitvoeren, er een grote kans bestond dat de heks een einde aan haar leven zou maken.
@Forever21
Dit was het. Dit was het moment waarop ze eindelijk de grot zouden verlaten, het moment waarop er niet meer met hun hersenen zou kunnen worden gespeeld. Phyre zou niet meer hoeven twijfelen aan wat echt was en wat niet, ze zou niet meer na hoeven denken bij elke beweging die ze maakte. Haar hand zou niet meer in die van Dwayne hoeven liggen om er zeker van te zijn dat hij nergens naar toe zou gaan, dat ze elkaar niet kwijt zouden raken. Als ze de grot eenmaal zouden hebben verlaten, zou alles wat er daar binnen was gebeurd slechts nog een herinnering zijn. Sommigen prettiger dan anderen.
Dwayne vroeg haar om hem te vertrouwen. Phyre had nog nooit zo erg iemand vertrouwd als dat ze nu deed. Ze had elk woord dat Dwayne uit had gesproken geloofd, ze had er niet eens aan getwijfeld. Ook de heks die hun toe had gesproken, had ze meteen vertrouwd. Iets wat misschien niet het meest doordachte was wat ze ooit had gedaan, maar Phyre had het brandende verlangen om de grot te verlaten niet meer kunnen negeren. Ze had er alles aan willen doem om er zo snel mogelijk uit te komen. En dit, hier staan met Dwayne, met beide een kristal in hun hand, dit… Dit was het moment. Phyre durfde Dwayne volledig te vertrouwen en ze volgde zijn voorbeeld door haar eigen kristal ook in de muur te drukken.
Niet veel later voelde ze zijn sterke armen om haar heen. Hij beschermede haar tegen de kracht die was ontstaan. Tegen het sterke licht dat van de kristallen af kwam en de magie die hen omringde. Phyre had haar armen op haar beurt stevig om Dwayne zijn middel geslagen en ze had zich overgegeven aan zijn bescherming. Ze wist niet wat er om haar heen gebeurde. Of ze het juiste hadden gedaan en er een opening zou worden gecreëerd, of dat ieder moment de grot in zou kunnen storten omdat één van hen het verkeerde kristal had gepakt.
Het licht werd steeds feller en Phyre moest haar ogen dichtknijpen. Ze verstopte haar gezicht in Dwayne zijn borstkas. Voor heel even leek het alsof de wereld stilstond. Alsof er niets meer was. Geen grot, geen kristallen, alleen zij en Dwayne. Er was niets meer te horen. Zelfs het kloppende hart van Dwayne leek ze niet te kunnen horen.
Het eerste wat ze hoorde was Dwayne zijn hart, kloppend in zijn borstkas. Het tweede waren de krakende takken onder haar voeten toen ze Dwayne los liet en ze een stap naar achteren had gezet.
Phyre moest wennen aan haar omgeving. Ze zag de grijze lucht, de dode bomen en de onvruchtbare grond. Ze had nooit gedacht dat ze zo blij zou zijn om deze troosteloze omgeving te zien.
‘We zijn er uit…’ sprak ze zacht uit verbazing. Ze waren uit de grot. Het was hen gelukt. Ze hadden alle proeven overleefd en ze stonden weer buiten. De grot was nergens te bekennen, alsof het een hersenspinsel van hen beide was geweest. Al had Phyre absoluut niet de hersens om alles wat ze had gezien en had gehoord te verzinnen.
Plotseling leek het verhaal van Dwayne en de heks tot haar door te dringen. Zij en Dwayne waren de uitverkorenen. Zij moesten de oorlog stoppen, maar hoe kon iemand erop toevertrouwen dat twee mensen een gehele oorlog zouden kunnen stoppen? Ze hadden elkaars verschillen misschien geaccepteerd en ze hadden elkaar nauwelijks als vijanden gezien, maar zij waren maar met z’n tweeën. De legers van Corderian en Neveah waren immens groot en men zou nooit luisteren naar een duo dat zichzelf de uitverkorenen zou noemen.
‘Die heks,’ begon Phyre, waarna ze haar hoofd schudde. ‘We kunnen dit niet doen? Wie gaat er nou naar ons luisteren? Waarom zouden ze naar ons luisteren? Als we alleen al zouden beginnen over het opheffen van de spreuk, wat zou betekenen dat iedereen zijn krachten zou verliezen, dan gaat niemand naar ons luisteren!’ De paniek sloeg toe bij Phyre nu ze zich realiseerde wat voor druk er op haar schouders was komen te liggen. Zij kon de oorlog niet beëindigen, ze kon niemand overtuigen dat het een goed idee was om niet te vechten, zeker niet als dat zou betekenen dat alle krachten zouden verdwijnen, haar eigen kracht meegerekend. Phyre haar kracht was zo sterk, maar ook zo belangrijk voor haar. Het was iets waar ze zichzelf mee kon verdedigen, maar ook hetgeen waar ze haar neefje mee kon vermaken. Ze wist niet of ze dat wel kwijt wilde, laat staan dat ze anderen zou moeten overtuigen om te stoppen met vechten en hun krachten los te laten.
‘Ik denk niet dat ik dit kan doen, Dwayne!’ riep Phyre, terwijl ze begon te ijsberen tussen de dode bomen door. Ze wist eigenlijk vrijwel zeker dat ze dit niet kon. ‘Ik kan niet twee hele volken overtuigen om hun krachten op te geven en te stoppen met vechten? E-en wat als het niet lukt? Wat als die heks besluit dat ze de verkeerde uitverkorenen heeft gekozen? Wat dan?!’ Phyre wist niet veel van dit soort verhalen, maar ze gokte dat als een uitverkorene haar taak niet zou uitvoeren, er een grote kans bestond dat de heks een einde aan haar leven zou maken.
@Forever21