Savagery schreef:
Margaux werd wakker van het getjilp van vogels buiten het raam, de zon scheen fel door de gordijnen. Ze voelde een warme omhelzing om zich heen en besefte dat ze in Henry's armen lag. Hij leek al een tijdje wakker te zijn, maar gaf geen krimp om Margaux de rust te geven die ze nodig had. Margaux voelde de liefde in zijn omhelzing, wat ervoor zorgde dat ze haar ogen iets langer sloot.
Henry keek haar met een dromerige uitdrukking aan, zijn hand streelde zachtjes door haar haar. "Goedemorgen," zei hij nonchalant, met een kleine glimlach om zijn lippen. Margaux kon het niet helpen, maar voelde een vlindertje in haar buik toen ze weer in zijn ogen keek. "Sinds je de stallen bent ontsnapt, heb je precies alleen met mannen gelegen 's nachts. Ga je alle dieren in het kasteel af?" grijnsde hij, een vleugje sarcasme in zijn stem. Margaux kon niet anders dan lachen om zijn opmerking. Margaux voelde echter toch een schuldig gevoel haar overvallen toen ze terugdacht aan de avond ervoor, waar ze eerst had genoten van Torrance’s gezelschap, en nu bevond ze zich in Henry's omhelzing. Ze kon het gevoel niet van zich afschudden dat er iets niet klopte en dat ze afstand moest nemen van beide broers. Henry voelde haar ongemak en probeerde haar gerust te stellen, maar ze kon het niet helpen dat ze het gevoel had dat ze een fout had gemaakt. “Ik weet wat je denkt,” zei Henry terwijl hij zachtjes over haar haar streek. “Maar je hoeft je niet schuldig te voelen. We maken allemaal fouten, en wat er tussen jou en Torrance is gebeurd, is nu verleden tijd.” Echter deed dit niet Margaux van gedachten veranderen.”'Ik denk dat het het beste is als ik terugga naar mijn eigen kamer,” zei ze zacht. "Voor iedereen’s bestwil." Henry keek haar begrijpend aan en knikte. “Waar jij je het beste bij voelt,” zei hij terwijl hij haar een kus op het voorhoofd gaf. “Maar weet dat ik de weg naar je kamer ken.” vervolledigde hij met een knipoog.
Toen ze de warmte van het dekbed verlieten, voelden Henry en Margaux allebei de kilte van de ochtendlucht op hun huid. Henry, nog steeds zonder shirt, pakte snel een vers overhemd uit zijn kast en begon zich om te kleden in het bijzijn van Margaux. Margaux merkte dat ze in slaap was gevallen in haar outfit van de avond ervoor en voelde zich niet al te fris. “Ik ga even een kleine douche nemen in mijn kamer,” zei Margaux terwijl ze zich uitrekte. Henry knikte instemmend. “Wacht nog een minuutje, dan kunnen we samen vertrekken.” zei hij terwijl hij naar een flesje cologne griste om deze in twee keer in zijn nek en op tijd borst te spuiten. Een bekende geur vulde de ruimte, eentje waar ze de hele nacht van heeft kunnen genieten. Margaux keek toe hoe hij zich door de kamer bewoog, zijn spieren golvend onder zijn shirt. Toen Henry klaar was met zich klaarmaken, wendde hij zich tot Margaux en schonk haar een warme glimlach, waarmee hij aangaf dat hij klaar was om de kamer te verlaten. Samen liepen ze de slaapkamer uit, de gang in. Toen ze de hoek omsloegen, kwamen ze oog in oog te staan met Torrance. Hij zag er slordig en moe uit, met donkere kringen onder zijn ogen en een onverzorgd uiterlijk. De sfeer tussen hen was gespannen, maar tot ieders verbazing stapte Torrance naar voren en trok hij Henry in een dikke knuffel.
Terwijl Margaux de broers zag omhelzen, besefte ze dat Torrance's gedrag van de vorige avond niet zomaar een dronken uitbarsting was, maar een schreeuw om hulp. Hij worstelde duidelijk met iets, en ze wist dat ze daarop moest reageren.
Ze stapte voorzichtig op hem af en probeerde het moment tussen hem en Henry niet te verstoren. "Torrance, gaat het?" vroeg ze zachtjes. Hij keek naar haar op met wazige ogen, en ze kon zien dat hij nog steeds de effecten voelde van de alcohol van de vorige avond. "Ik ben in orde," mompelde hij, maar Margaux kon zien dat hij dat niet was. Ze wachtte geduldig tot het moment voorbij was en nam Torrance toen voorzichtig bij de arm, zodat hij op haar kon leunen. "Laten we je aankleden en klaarmaken voor het ontbijt," zei ze, in een poging zo vrolijk mogelijk te klinken. Torrance knikte, maar bleef verder stil.
Margaux hielp Torrance voorzichtig zijn kamer in, zijn gewicht voelde zwaar op haar schouders terwijl ze zijn struikelende pas ondersteunde. Het was moeilijker dan ze had verwacht, maar ze knarste haar tanden en hield vol. Toen ze eenmaal binnen waren, leidde ze hem voorzichtig naar zijn bed en liet hem er met een zucht op vallen. Ze nam even de tijd om op adem te komen en de kamer te overzien. Het viel haar op dat de kamer in een staat van wanorde verkeerde: kleren en lege flessen lagen lukraak verspreid. Ze wist dat ze hem moest helpen zich op te frissen en aan te kleden, dus liep ze naar zijn kledingkast om iets gemakkelijks en warms voor hem te zoeken. Terwijl ze de kleren voorzichtig op zijn bed legde, voelde ze zich verdrietig over de toestand waarin hij verkeerde. Hij zag er zo verloren en kwetsbaar uit, zo ver verwijderd van de zelfverzekerde en zorgeloze broer die ze had gekend. Ze wist dat ze hem moest helpen, en dus liep ze naar de badkamer om de douche voor hem aan te zetten. Maar toen ze de deur opendeed, zag ze een schokkend tafereel. De spiegel was verbrijzeld, de glasscherven lagen verspreid over de wastafel en de vloer. Haar hart zonk toen ze snel naar Torrance’s knokkels keek en de wonden zag, een duidelijke indicatie van de beroering die hij doormaakte. Ze wist dat dit slechts het topje van de ijsberg was, en dat er nog veel meer onder de oppervlakte lag waar ze niets van wist. Ze wist dat ze er voor hem moest zijn, om hem te helpen met wat hem dwars zat. Met een zwaar gemoed zette ze de douche aan en liep terug naar zijn bed waar ze zich voorzichtig naast hem zette. "Hé," fluisterde Margaux zachtjes, in een poging Torrance's aandacht te trekken. Hij keek naar haar op, zijn ogen wazig en bloeddoorlopen van het drinken van de vorige avond. "Zware nacht, hm?" vroeg ze, haar ogen dwalend naar de donkere kringen die zich rond zijn ogen hadden gevormd. "Maar maak je geen zorgen, er wordt straks een heerlijke ontbijttafel voor je gedekt. Probeer ervan te genieten, en kom dan terug naar je kamer om tot rust te komen," adviseerde ze hem, terwijl ze een zachte hand op zijn schouder legde. "Je hebt het nodig," voegde ze eraan toe.
Margaux wist niet zeker of haar woorden tot hem doordrongen, maar zwijgen kon ze niet. Terwijl ze hem aankeek, voelde ze een schuldgevoel. Als ze de tijd kon terugdraaien, zou ze alles gedaan hebben om dit te voorkomen. "Het spijt me," zei ze, haar stem vol emotie. Haar ogen begonnen te branden van onuitgebluste tranen, maar ze vocht om ze tegen te houden. Ze wilde hem niet nog meer belasten dan ze al had gedaan. Voorzichtig nam ze zijn hand in de hare en onderzocht de wonden op zijn knokkels. Ze waren rauw en rood, een bewijs van de gebeurtenissen van de vorige nacht. "Ik wou dat ik alles kon terugnemen wat ik heb gezegd en gedaan om je zo te kwetsen," zei ze, haar stem nauwelijks hoorbaar. "Het was nooit mijn bedoeling je zoveel pijn te doen." Ze liet zijn hand los en verschoof, om hem wat ruimte te geven. Ze wilde hem niet verdringen of hem ongemakkelijk laten voelen. Ze wilde alleen dat hij wist dat ze er voor hem was en dat ze veel om hem gaf.
“Verfris je, kleed je om en ga, ik zorg er wel voor dat het hier gezelliger wordt” zei Margaux, doelend op de chaos in zijn kamer. Het leek echter meer op een bevel. “Alsjeblieft… Sire” voegde ze eraan toe.