Forever21 schreef:
Dwayne bekeek de man, de tovenaar, met een vragende blik. Hij vond het eigenlijk maar een erg vreemd mannetje. De manier waarop hij ook de hand van Phyre schudde vond hij niks. Alhoewel hij wel duidelijk merkte dat er geen greintje van kwaad heerste in het kleine lichaampje van het mannetje, voelde hij zich niet volledig op gemak bij hem.
Fidus leek meer te weten dan Dwayne en Phyre en ook dat stond hem niet aan. Hij haatte het wanneer mensen meer wisten dan hij en al helemaal als het hemzelf als onderwerp had. De roddels die vaak verspreid werden in Corderian waren niet eens meer te tellen. Meestal groeiden ze uit van kleine probleempjes en ergenissen tot grote ruzies. Mensen namen de roddels vaak gewoon maar aan zonder het nieuws bij de persoon zelf te halen.
Toen de man een vuurtje maakte was Dwayne al helemaal terughoudend geworden. Hij was degene die het vuur moest maken, het was niet de bedoeling dat een een of andere tovenaar hen weer zou helpen. Hij was van mening dat hij het allemaal best zelf kon en daar had hij deze zogenaamde Fidus helemaal niet voor nodig.
"Wees eens even duidelijk," klonk de stem van Dwayne toen, krachtig van toon. Heel rustig legde hij vervolgens zijn hand op de arm van Phyre om haar dichtbij hem te houden. Zodra gevaar zou dreigen kon hij haar beschermen en dat zou hij doen koste wat kost.
Fidus trok als antwoord zijn grijze wenkbrauwen vragend op. Het leek wel alsof hij een beetje beledigd was. Dwayne had bijna gedacht dat het mannetje hen zou aanvallen toen hij vervolgens zijn schouders ophaalde.
"Natuurlijk, Dwayne," begon Fidus vervolgens rustig terwijl hij in een van de kasten begon te zoeken. De kasten zaten vol stof en de planken zagen er vervallen uit, Dwayne kon er niet met zijn gedachten bij dat Fidus daar iets kon vinden.
"Kijk," zei Fidus toen waarna hij een handje vol glimmende steentjes uitreikte naar Dwayne.
"Wat moet ik zien?" vroeg Dwayne vervolgens met een grijns op zijn gezicht.
"Deze zijn voor jou, je moet je in je hand pakken! Dan werken ze pas. Je zult dan begrijpen dat ik jullie alleen wil helpen!" zei Fidus toen vrolijk. Hij stopte de steentjes in Dwayne's vrije hand en ging toen een eindje van hem weg staan.
In het begin voelde de steentjes gewoon aan als simpele, koude stenen tot Dwayne opeens voelde dat de steentjes begonnen te gloeien. Heel sterk maar geleidelijk voelde hij het vuur als lava weer door zijn armen heen stromen, het leek wel alsof het vuur werd aangewakkerd door deze steentjes. Hoe koud hij zich net had gevoeld, des te warmer voelde hij zich nu. De steentjes veranderde langzaam van de grijze, glimmende kleur naar een warmere, rode kleur.
Het was alsof de steentjes zijn krachten weer hadden hersteld. Hij voelde zich herboren.
"Geweldig hé" merkte FIdus toen op met een brede glimlach op zijn gezicht. "Oh en voor jou Phyre heb ik ook nog iets, wacht even."
@Demish
Dwayne bekeek de man, de tovenaar, met een vragende blik. Hij vond het eigenlijk maar een erg vreemd mannetje. De manier waarop hij ook de hand van Phyre schudde vond hij niks. Alhoewel hij wel duidelijk merkte dat er geen greintje van kwaad heerste in het kleine lichaampje van het mannetje, voelde hij zich niet volledig op gemak bij hem.
Fidus leek meer te weten dan Dwayne en Phyre en ook dat stond hem niet aan. Hij haatte het wanneer mensen meer wisten dan hij en al helemaal als het hemzelf als onderwerp had. De roddels die vaak verspreid werden in Corderian waren niet eens meer te tellen. Meestal groeiden ze uit van kleine probleempjes en ergenissen tot grote ruzies. Mensen namen de roddels vaak gewoon maar aan zonder het nieuws bij de persoon zelf te halen.
Toen de man een vuurtje maakte was Dwayne al helemaal terughoudend geworden. Hij was degene die het vuur moest maken, het was niet de bedoeling dat een een of andere tovenaar hen weer zou helpen. Hij was van mening dat hij het allemaal best zelf kon en daar had hij deze zogenaamde Fidus helemaal niet voor nodig.
"Wees eens even duidelijk," klonk de stem van Dwayne toen, krachtig van toon. Heel rustig legde hij vervolgens zijn hand op de arm van Phyre om haar dichtbij hem te houden. Zodra gevaar zou dreigen kon hij haar beschermen en dat zou hij doen koste wat kost.
Fidus trok als antwoord zijn grijze wenkbrauwen vragend op. Het leek wel alsof hij een beetje beledigd was. Dwayne had bijna gedacht dat het mannetje hen zou aanvallen toen hij vervolgens zijn schouders ophaalde.
"Natuurlijk, Dwayne," begon Fidus vervolgens rustig terwijl hij in een van de kasten begon te zoeken. De kasten zaten vol stof en de planken zagen er vervallen uit, Dwayne kon er niet met zijn gedachten bij dat Fidus daar iets kon vinden.
"Kijk," zei Fidus toen waarna hij een handje vol glimmende steentjes uitreikte naar Dwayne.
"Wat moet ik zien?" vroeg Dwayne vervolgens met een grijns op zijn gezicht.
"Deze zijn voor jou, je moet je in je hand pakken! Dan werken ze pas. Je zult dan begrijpen dat ik jullie alleen wil helpen!" zei Fidus toen vrolijk. Hij stopte de steentjes in Dwayne's vrije hand en ging toen een eindje van hem weg staan.
In het begin voelde de steentjes gewoon aan als simpele, koude stenen tot Dwayne opeens voelde dat de steentjes begonnen te gloeien. Heel sterk maar geleidelijk voelde hij het vuur als lava weer door zijn armen heen stromen, het leek wel alsof het vuur werd aangewakkerd door deze steentjes. Hoe koud hij zich net had gevoeld, des te warmer voelde hij zich nu. De steentjes veranderde langzaam van de grijze, glimmende kleur naar een warmere, rode kleur.
Het was alsof de steentjes zijn krachten weer hadden hersteld. Hij voelde zich herboren.
"Geweldig hé" merkte FIdus toen op met een brede glimlach op zijn gezicht. "Oh en voor jou Phyre heb ik ook nog iets, wacht even."
@Demish