Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
SpencerReid
honky tonk bedonkedonk
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Ashes to dust
Daynty
Internationale ster



You can't wake up, this is not a dream

Een orpg met Hadesu

Raewynn Daelore Lazaren
"She was not fragile like a flower, she was fragile like a bomb."




@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Raphael Greyson
Somewhere weakness is our strength, and I'll die searching for it




@Daynty go go go!
Daynty
Internationale ster



Dit keer zou het haar niet ontkomen.
Met haar bruine ogen vastgepind op de donkere, vaalgrijze vacht plaatste ze zorgvuldig haar ene voet voor haar andere, vanuit haar ooghoeken kijkend waar ze de volgende stap kon zetten. Het steegje lag vol afval dat niet verging. Stukken metaal van iets dat ooit een container was geweest, blokken steen, afgebrokkeld van de gebouwen aan weerskanten van het smalle weggetje. Fragmenten van een beter verleden.
Het dier bleef stilstaan. Een paar knorrende geluiden liet het horen terwijl het met zijn neus over de grond snuffelde, zoekend naar eten. Raewynn haar lippen weken iets uiteen en zacht liet ze haar adem ontsnappen. Iedere spier in haar lichaam was straks aangespannen, klaar om in actie te komen zodra het juiste moment daarvoor zich aandeed.
Nog een paar passen, zei ze in gedachten tegen zichzelf, nog een klein beetje dichterbij. Terwijl ze geruisloos nog een kleine meter dichterbij sloop, bewoog ze haar rechterarm langs haar hoofd naar achter. Raewynn hield haar pas in en bracht haar evenwicht meer naar haar achterste voet. Ze had haar kaken stevig op elkaar geklemd van concentratie. Haar hele wezen was gefocust op het eten dat zich op nog geen tien meter afstand van haar bevond. Of bijna eten, want eerst zou ze het zwijn moeten weten te vangen.
En dat was makkelijker gezegd dan gedaan.
Raewynn klemde haar vingers steviger om het lemmet van haar dolk en telde in haar hoofd van drie naar nul. Vlak voordat ze haar arm in een flits naar voren bewoog en het mes met dodelijke snelheid uit haar hand vloog, schrok het zwijn ergens van. Het tilde met een rug zijn kop op, waarna het er vandoor ging. Op een haartje na miste haar wapen zijn doel, om zich in plaats van in de hals van het dier in het zand te boren.
‘Wat!?’ bracht ze ontsteld uit. Het had haar onmogelijk kunnen zien. Waar was het van geschrokken? ‘Verdomme, rotbeest.’ Raewynn zette meteen haar benen in beweging. Al rennend griste ze de dolk uit het zand, om achter het dier aan te gaan. Het zwijn zou niet aan haar ontsnappen, niet alweer. Dat weigerde ze te laten gebeuren, al zou ze al haar energie ervoor moeten geven. Ze kon niet nog een dag leven op knollen en zure, verlepte besjes uit het bos naast het stadje.
Haar schoenen slipten over het zand toen ze achter het zwijn aan de bocht om stoof. Het dier was snel, maar zij was sneller. Langzaam maar zeker liep ze op hem in, centimeter voor centimeter. De vervallen gebouwen schoten aan haar voorbij, veel sneller dan een gewoon mens ooit zou kunnen rennen.
Haar mondhoeken bewogen zich omhoog tot een zelfingenomen grijns op het moment dat het dier een oude parkeergarage in rende, aangetrokken door de schaduwen daar. Nu zat het in de val - dacht ze.
Raewynn moest al haar krachten bij zetten om de steile helling naar de eerste verdieping op te komen. Onder het rennen nam ze de dolk opnieuw goed in haar handen. Het zwijn schoot voor haar uit over de betonnen vloer, recht op een trapgat af. Zonder vaart te minderen rende het de trap naar beneden op. En weg was het.
Raewynn verminderde vaart en kwam net op tijd stil voor de afgrond waar ooit een trap had gezeten. Een deel van het gebouw was volledig weggeslagen, alleen het afdak van de trap was nog intact. Hijgend van de inspanning leunde ze iets voorover, keek ze over de rand van de parkeergarage heen. Het zwijn lag spartelend naast een oud elektriciteitskastje, niet voldoende in staat om zich te bewegen zodat het weg zou kunnen komen. Waarschijnlijk was het niet goed terecht gekomen, zo’n heel hoge val was het immers niet geweest. Vier, vijf meter, zeker niet meer.
Ze stak de dolk terug achter de riem van haar broek en hurkte neer op de grond, waarna ze ging zitten en haar benen over de rand heen zwaaide. Ze plantte haar handen naast haar op het beton. Met een brede grijns zette ze zichzelf af, om na een paar seconden soepel op haar voeten terecht te komen. Een sprong die menig mens haar niet snel na zou doen - maar zij was dan ook niet zomaar een mens.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hij hield haar nu al een paar dagen in de gaten.
Daar waren meerdere redenen voor. Ten eerste moest hij honderd procent zeker zijn dat zij van de juiste soort was. Als hij een fout maakte, een verkeerde prooi mee terugbracht, zou het hem duur te komen staan. Daarom nam hij zijn tijd, observeerde hij de jonge vrouw met haar lange, donkere lokken. Iedere beweging nam hij in zich op. Ze was menselijk, maar tegelijkertijd onmenselijk. Sneller, sterker, meer bestand tegen de woeste wereld om hen heen.
Dat was direct de tweede reden dat hij haar al meerdere dagen in de gaten hield. Hij moest haar zwakke punt ontdekken. Fysiek was ze sterker dan hij, al was ze tengerder en kleiner. Ze was sneller dan hij, al waren zijn benen langer. Ze had een beter gehoor, beter zicht en kon meer pijn verdragen dan hij.
Ze was van een geëvolueerde soort.
Raphael wist dat zijn enige kans om haar te overmeesteren lag in een verrassingsaanval. Wanneer ze bezig was met iets anders, of wanneer ze sliep. Zelfs dat laatste was risicovol, want de kans dat ze ontwaakte en hem alsnog zou verslaan, was zeer aanwezig. Gelukkig was hij getraind. Dit was wat hij deed, waar hij voor getraind was. Fysiek en mentaal mochten de geëvolueerde mensen superieur aan hem zijn, hij was daar juist op getraind. Ze waren allemaal zo getraind.
De voetstappen kwamen dichterbij. Hij verborg zich in de schaduwen en zag eerst het kleine beest, daarna de vrouw voorbij komen. Ze was snel, sneller dan het dier dat zich op vier poten uit de voeten probeerde te maken. Ze was geobsedeerd door het wezentje. Raphael realiseerde zich dat dit zijn kans was geweest. Hij had haar enkel hoeven laten struikelen, verdoven, vast hoeven binden... Dan was hij klaar geweest. In plaats daarvan keek hij nu naar de parkeergarage, waar ze in verdwenen was. Haar naar binnen volgen was een te groot risico, dus in plaats daarvan sloop hij dichterbij, zo geruisloos als hem aangeleerd was. Niet naar binnen gaan, maar buiten afwachten of hij iets hoorde. Misschien besloot ze hier te overnachten. Dat zou gunstig zijn, dan had ze zichzelf ingesloten.
Niet dat hij verwachtte dat ze zoiets doms zou doen.
Raphael zijn hand gleed over het wapen dat hij droeg. Hoewel een boog niet het meest snelle wapen was, was het wel effectief en stil. Het klikte niet zoals een pistool, was niet zo lomp als een geweer en richtte evenveel, zo niet meer, schade aan. In de basis had menigeen zijn wapenkeuze primitief genoemd, maar niemand kon om de resultaten heen die Raphael geboekt had: Hij had in zijn korte carrière meer geëvolueerden opgejaagd en levend teruggebracht dan de meeste jagers. Hij was goed in wat hij deed. En zij, het meisje in de parkeergarage, was zijn volgende prooi. Bij haar had hij een goed gevoel, alsof zij degene zou zijn die hem eindelijk verlossing zou kunnen brengen. De sleutel in het DNA, die ervoor zou zorgen dat er geen verschil meer bestond tussen de geëvolueerden en de mensen die normaal waren gebleven. Als de onderzoekers maar genoeg proefkonijnen kregen, moesten ze vanzelf wel uit kunnen vinden hoe ze de evolutie op gang konden brengen. Daar geloofde Raphael heilig in. Daarom bracht hij zijn prooi levend terug.
Niet dat de prooi zelf daar nou zo blij van werd.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Een paar centimeter veerde ze door haar knieën zodra haar voeten de grond raakten. Met nog steeds dezelfde grijns op haar gezicht keek ze op, streek ze enkele uit haar staart losgeraakte lokken haar terug achter haar oren. In haar borstkas voelde ze haar hart hevig tekeer gaan en haar handen tintelden iets. Het welbekende gevoel van adrenaline, van de kick van de jacht. En het was nog beter nu deze geslaagd was.
Op haar gemak liep ze om het elektriciteitskastje heen naar het zwijn dat kermend op de grond lag. Het lag op zijn zij, spartelde met de poten in de lucht, wanhopig zoekend naar een houvast. Terwijl ze dichterbij kwam, nam ze het dier een moment onderzoekend in zich op. De vacht zag er dofjes en stug uit en her en der zat opgedroogde modder. De straten van de stad waren veranderd in modderpoelen tijdens de hevige stortregens van de afgelopen week. Als het hard genoeg regende, spoelde het zand op sommige plekken genoeg weg om het asfalt of de klinkers die eronder verscholen gingen, bloot te leggen.
Op het achterwerk van het dier zaten een paar lichtere vlekken, subtiel kleurverschil in de vacht. ‘Heb ik je toch mooi te pakken’, mompelde ze triomfantelijk. Ze had diezelfde vlekken vaak gezien de afgelopen dagen. Het was haar nog nooit gebeurd dat een prooi zo vaak aan haar had weten te ontsnappen.
Even bleef haar blik hangen bij de donkere ogen van het zwijn. Ze waren zwart, door de schemering haast niet te onderscheiden van zijn vacht, maar de angst die erin lag was onmiskenbaar. Heel even trok een onbestemd, enigszins bedrukt gevoel door haar lichaam. Het was nooit leuk die doodsangst te zien, maar tegelijkertijd gaf het een vreemde sensatie. Het idee dat zij het laatste was dat een levend wezen zou zien.
Raewynn schudde kort haar hoofd, drukte het gevoel weg naar de achtergrond. Voor dat soort gevoelens was geen plaats in deze wereld. Niet meer.
Uit haar laars trok ze een mes tevoorschijn. Een slag kleiner dan haar dolk was, handiger om dit soort klusjes mee te doen. Met één hand hield ze het spartelende lijf van het zwijn wat meer op z’n plek, terwijl ze met de andere het mes met een strakke beweging langs de keel van het dier haalde.
‘Hè, moest dat nou echt?’ mopperde ze in zichzelf toen enkele bloedspetters op haar shirt en over haar handen spatten. Nog even bleef het dier stuiptrekken in het gras, tot de spieren ervan uiteindelijk langzaam verslapten.
Raewynn keek even peinzend om haar heen, langs de verlaten gebouwen aan de kruising waar de parkeergarage zich bevond. Ze voelde zich kwetsbaar zo aan de kant van de weg, maar aan de andere kant - ze was hier nu een paar dagen en had geen enkel teken van leven gezien.
Gehurkt bleef ze voor het dode zwijn zitten. Ze zag het niet zitten om het dier mee te slepen naar haar schuilplek aan de rand van de stad, niet als ze het zou moeten tillen. Het was een aardig groot exemplaar dit keer en ze wilde geen spoor van bloed achterlaten. Mocht er dan ergens in deze godvergeten plaats toch iemand rondlopen, dan had ze diegene net zo goed een uitnodiging kunnen sturen met “hé, mijn schuilplaats is in dat oude flatgebouw in het oosten, ja die met die bomen op het dak”. Nee, ze zou eerst moeten wachten tot dit zwijn zo goed als geen bloed meer in zich had. Met een zucht kwam ze overeind, om zich op het elektriciteitskastje neer te laten zakken. Nu al verveeld speelde ze met het mes in haar handen. Geduld was niet bepaald haar sterkste punt.

@Hadesu 

Hadesu
Wereldberoemd



Het was niet de eerste keer dat hij haar hoorde praten. Dat deed ze vaker, dan sprak ze tegen zichzelf of tegen een dier of ding dat voorhanden was. In dit geval was het het zwijn dat ze gevangen en gedood had. Raphael begreep het wel, de constante eenzaamheid was iets waar menigeen gek van kon worden. Hij niet. Dat maakte hem zo geschikt voor het jagen. Hij was geduldig, stil en kon uren afwachten, zonder verveeld te raken. In tegenstelling tot de vrouw met de donkere ogen.
Nog even zou hij wachten. Dit was perfect. Ze moest wachten, zou vanzelf verveeld raken, haar waakzaamheid laten varen en dan was ze een makkelijke prooi. Als hij nog even wachtte, had hij haar zo te pakken. Dat niet alleen, hij zou ook nog eens een heerlijk voedzaam avondmaal hebben. Hoewel hij proviand mee had gekregen toen hij op jacht ging, was dat nauwelijks voldoende om een man van zijn postuur op kracht te houden. Het was exact genoeg, maar daar was dan ook wel alles mee gezegd.
In zijn hoofd liep hij alle informatie nog een keer langs. Alles wat hij de afgelopen dagen over deze vrouw te weten was gekomen. Hij was haar toevallig tegen het lijf gelopen in deze stad. Niet letterlijk, hij was er vrij zeker van dat zij in de veronderstelling verkeerde dat het hier verlaten was, maar hij wist dat zij er was. Direct had hij al zijn vermoedens gehad. Normale mensen leefden vaak niet eenzaam, maar in kleine groepjes. Ter zelfbescherming. Mensen die in een geëvolueerde staat waren, werden vaker verstoten door die groepen, waardoor ze eenzaam achterbleven. Misschien was het ook een kwestie van vertrouwen, of wantrouwen. Iedereen wist dat het gevaarlijk was om geëvolueerd te zijn in deze wereld. Maar het was lastig verborgen te houden, omdat het zulke simpele dingen in je leven beïnvloedde. Ze waren nu eenmaal sneller, hadden een betere conditie, bouwden makkelijker spiermassa op en waren van nature veerkrachtiger en sterker. Zulke dingen kon je niet makkelijk verbergen. Toen deze dame de jacht op het zwijn geopend had, had Raphael haar dan ook precies in de gaten gehouden. De snelheid waarmee ze bewoog en de uren dat ze het volhield verraden haar al snel.
Tijd verstreek. Raphael telde in zijn hoofd nog een keer van honderd naar nul, voordat hij diep ademhaalde en de parkeergarage betrad. Zijn laarzen dempten het geluid van zijn stappen vrijwel volledig, daar waren ze dan ook op ontworpen. Terwijl hij liep trok hij zijn boog en een pijl met een blauwe streep tevoorschijn. De punt van deze pijl was gedrenkt in een verdovende vloeistof, waardoor hij zijn prooi makkelijker zou kunnen overmeesteren en vastbinden. Een laffe truc misschien, maar één op één viel er normaal niet te winnen van een geëvolueerde.
Hij kreeg haar in zicht. De verveling was, ondanks de schaduwen, op te maken uit haar gezicht. Ze speelde met een mes. Erg geconcentreerd leek ze niet en ze had hem overduidelijk niet opgemerkt. Raphael spande zijn boog, richtte zorgvuldig en liet de pijl wegschieten. Hij had op een schouder gericht, het was zeker niet de bedoeling dat de verwondingen fataal zouden worden.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Het was donker vanavond. In het westen lag nog een dunne streep dieporanje over de horizon, onderbroken door de resten van gebouwen die nog overeind stonden, als de laatste tanden van een rot gebit. Een onheilspellende skyline was het, maar wel eentje waar zij een vreemd soort rust in kon vinden. Niet in deze wereld was zeker, behalve de verwoesting. Wie had gedacht dat ruïnes zo mooi konden zijn?
Een glimp maanlicht prikte door de wolkensluier heen en weerkaatste in het lemmet van haar mes. Het zwakke licht hulde alles in een onheilspellende, bleke sluier. Alsof alle kleur door een onzichtbaar monster werd weggezogen uit de omgeving. De nacht kon inderdaad een monster zijn.
Raewynn maakte haar ogen los van het mes en verlegde haar blik naar het zwijn aan haar voeten. Waar het bloed een kleine minuut geleden nog rijkelijk uit de diepe snee in de hals van het dier vloeide, drupte het nu nog enkel. Een zachte zucht verliet haar lippen. Nog even en ze kon het meenemen. Ze kon de smaak van heerlijk gebakken vlees al bijna proeven - al drie dagen lang. Sommigen zouden zeggen dat ze gek was door haar zinnen zo op één ding vast te pinnen, om daar haar energie aan te verspillen. Die mensen wisten niet waar ze over praatten, hoe opdringerig eenzaamheid kon zijn. En ze wisten al helemaal niet hoe verslavend de jacht kon zijn. De spanning, de adrenaline.
Raewynn legde het mes naast haar op het kastje en plaatste haar handen naast haar bovenbenen op het koude metaal. Dit zwijn was zeker een uitdaging geweest, hoe het eerder deze avond op het laatste moment aan haar dolk ontsnapt was. Waar was het toch van geschrokken? Nu ze niets anders had om zich mee bezig te houden, kwam die vraag opnieuw omhoog in haar gedachten. Ze wist zeker dat het haar niet gezien of gehoord kon hebben. Ietwat verontrust beet ze op haar onderlip. Was het van iets anders geschrokken? Van iemand anders?
Raewynn stond op het punt zich van het elektriciteitskastje af te laten glijden, toen een beweging vanuit haar ooghoeken haar aandacht trok. Onmiddellijk schoot haar hartslag omhoog. Ze krulde haar vingers om de rand van het kastje heen en draaide haar hoofd iets bij, haar oren gespitst op ieder geluidje in de omgeving. Een fractie van een seconde meende ze iets te hebben zien bewegen in het spiegelende oppervlak van het mes. Of was de eenzaamheid haar nu echt parten aan het spelen?
Een suizend geluid verbrak de doodse stilte van de nacht. Meteen duwde ze zichzelf overeind, een handeling die minder dan een seconde in beslag nam - één seconde te lang. In een reflex greep ze naar haar rechterschouder, vanaf waar een intense pijn zich verspreidde. Al snel ontmoetten haar vingers iets langs en duns dat zich in haar schouder geboord had.
‘Wat krijgen we nou…’ bracht ze verbijsterd uit. Raewynn klemde haar kaken op elkaar en trok met één stevige ruk het projectiel uit haar schouder, terwijl ze met haar andere hand haar dolk tevoorschijn trok. Kort kreunde ze van de pijn.
Met open mond van pure verbazing en een furieuze blik in haar ogen keek ze naar de pijl die ze vasthield. Wie had de grote fout gemaakt om haar te beschieten? Ze keek naar de parkeergarage, naar de verdiepingen die in schaduwen gehuld waren. Er bestond geen twijfel over dat wie haar belager ook was, zich ergens daar verscholen hield.
Raewynn smeet de pijl van zich af en rende met enkele grote passen terug de parkeergarage in. Naast dat ze vastbesloten was de verantwoordelijke spijt te laten krijgen van deze actie, had ze hier tevens beschutting. Die pijl had maar een paar centimeter meer naar links hoeven zitten en ze was er geweest.
Terwijl ze de helling van de parkeergarage op liep, merkte ze dat haar benen slapjes aan begonnen te voelen. Ze negeerde het, dwong zichzelf om door te lopen. Alleen nu begon ook de weg voor haar te draaien voor haar ogen. Wat gebeurt er? Met haar hand zocht ze steun bij de muur, waar ze vlak daarna met haar hele gewicht tegenaan zakte. Ze voelde de spieren van haar benen hevig trillen om haar staande te houden. Vanuit haar borst kroop een benauwd gevoel omhoog richting haar keel. Angst. Wat was er in godsnaam aan de hand?

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was een perfect schot geweest. Hij had geanticipeerd dat ze zou gaan bewegen, waardoor de pijl niet zou komen waar hij hem richtte. Daar had hij op ingespeeld en nu had hij precies haar schouder geraakt. Een goede plek. Niet fataal, dat zeker niet, maar ze zou er wel last van hebben en de verdoving zou zich vrij snel door haar lichaam verspreiden.
Het was amusant om te zien dat ze zijn kant op kwam lopen. Natuurlijk had ze uiteindelijk door gehad wat zijn positie was, maar de verdoving was haar te snel af. In principe maakte ze het voor hem alleen maar makkelijker, door alvast naar hem toe te lopen.
Nogmaals telde hij van honderd naar nul, daarna kwam hij uit zijn schuilplek. Hoewel de nacht aan het vallen was, scheen het licht van de maan fel genoeg om hem zicht te geven op zijn prooi. En zij zou hem ook kunnen zien. De verdoving zorgde er niet voor dat de vrouw het bewustzijn verloor, maar verslapte enkel haar spieren, waardoor ze weerloos was.
Even keek het tweetal elkaar aan. Ze moest zich nu wel realiseren wat er aan de hand was, wie er op haar had gejaagd en waarom. Een flauwe glimlach gleed over het gezicht van Raphael, waarna hij zich voor haar op zijn hurken liet zakken. Vanaf zijn zij pakte hij een stuk touw, dat hij om de polsen van de vrouw bond. Het touw was steviger dan een gemiddeld touw, speciaal getest en ontwikkeld om mensen met onmenselijke kracht tegen te kunnen houden. Hier zou ze zichzelf niet zomaar uit kunnen bevrijden, zeker niet met de ingewikkelde knopen die hij erin legde.
Toen hij er zeker van was dat ze vastgebonden was, zowel enkels als polsen, checkte hij haar lichaam voor wapens. Het mes was snel gevonden, dat was op de grond gevallen toen haar spieren dienst begonnen te weigeren, maar ook de dolk en alle andere dingen die ze eventueel als wapen kon gebruiken, vond hij en borg hij veilig op.
Nu pas besteedde hij weer aandacht aan de persoon zelf. De glimlach werd wat breder toen hij een vlaag van angst zag. 'Maak je maar geen zorgen, ik ben niet van plan je te vermoorden,' zei hij. Dat was de gehele waarheid. Híj was niet van plan om haar het leven te brengen. Daar was ze te kostbaar voor. Hij zou niet weten wat hij met de DNA moest, daar waren andere mensen voor. Mensen die er meer van wisten.
Hij tilde de vrouw op. Ze woog nauwelijks iets, dus het was simpel om haar over een schouder te gooien. De verdoving zou nog wel even blijven werken, in ieder geval tot hij bij zijn eigen plaats van overnachting was. Op zijn gemak begon hij te lopen, naar de plek waar het zwijn lag. Toch fijn dat zij het avondeten alvast geregeld had, dan hoefde hij dat niet te doen. Een tweede stuk touw werd gebruikt om om het beest heen te binden, waarna hij het avondeten mee kon slepen. Dat was wel een stukje zwaarder, maar geen van zijn vrachtjes kon op dit moment tegenstribbelen. Het gevoel van macht dat dit hem iedere keer weer gaf, was onvoorstelbaar. Raphael vond zichzelf geen sadist, hij deed nu eenmaal wat nodig was voor de mensen die niet geëvolueerd waren, maar hij kon niet ontkennen dat de jacht hem opwond.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Haar vingers krasten langs de ruwe, betonnen wand van de smalle asfaltweg die met een flauwe draai omhoog liep. Ondanks de pijn drukte ze haar hand steviger tegen de muur aan, alsof de kleine, uitstekende betonstukjes haar overeind zouden houden.
‘Fuck’, vloekte ze. Met haar andere hand steunde ze op één van haar bovenbenen, maar dat gaf haar slechts een paar seconden langer genoeg stabiliteit. Een paar wankele passen zette ze naar voren voordat haar benen het begaven. Met een doffe klap zakte ze op het asfalt. De landing op de harde ondergrond dreunde pijnlijk na in haar schouder en het mes glipte uit haar handen. Ze kromp iets ineens van het lawaai dat het maakte toen het op de grond belandde. Het metalige geluid echode door de kale gang. Daar ging haar plan om haar belager te besluipen - al zat dat er sowieso niet in zolang haar spieren dienst weigerden. Het voelde alsof ze zenuw voor zenuw losgekoppeld werden van haar hersenen, waarbij ze steeds een stukje meer controle verloor. Had ze een te erge inspanning geleverd net? Was de achtervolging van het zwijn teveel gevraagd van haar lichaam? Dat had ze nog nooit meegemaakt. Was ze dan verkeerd geland, misschien? Terwijl ze met haar elleboog op de grond steunde, tastte ze met haar andere hand naar haar rug. Was de sprong te hoog geweest? Ze had van hogere dingen gesprongen zonder problemen, maar wellicht was er iets verkeerd geschoten in haar rug dit keer? Ze was aan het vechten tegen haar nu steeds zwakker wordende armen en de akelige gedachten dat het misschien een interne verwonding was die haar parten speelde, toen het geluid van voetstappen haar oren bereikte.
Ze schraapte de laatste restjes kracht bij elkaar om haar hoofd op te kunnen tillen en haar ogen op te slaan naar de persoon die op haar af gelopen kwam. Een moment lang kruiste haar blik met de zijne. Ze zag hoe zijn mondhoeken zich vlak daarna iets omhoog bewogen in een glimlach. Die lach liet de puzzelstukjes op zijn plaats vallen. Hij was het. Hij had de pijl afgevuurd, maar niet voor er een verdovend of verlammend spul op te smeren. Het klonk als een logische verklaring - en gek genoeg luchtte haar dat op. Een mens, immers, kon ze bevechten, een interne verwonding niet.
Wanhopig probeerde Raewynn om tegen te stribbelen toen hij een touw om haar enkels en polsen bond, maar het lukte haar nauwelijks nog om haar vingers te bewegen. Laat staan dat ze uit zijn buurt kon komen. Naast een gevoel van angst, voelde ze zich vooral ongelooflijk gefrustreerd. Gefrustreerd omdat haar lichaam niet deed wat ze wilde. Hij zat zo dichtbij en tegelijkertijd was hij volstrekt onbereikbaar voor haar.
Zijn woorden waren weinig geruststellend. Met ogen die vuur schoten keek ze hem aan. ‘Daar ben je vast te laf voor’, snoof ze. Met haar armen en benen mocht ze dan wel niets kunnen doen, haar scherpe tong was ze gelukkig niet verloren. ‘Een beetje met pijlen schieten vanaf een afstandje. Durf je niet dichterbij te komen?’ Raewynn was zich ervan bewust dat ze niet bepaald in een positie was om hem uit te dagen, maar er zou een heel wat sterkere verdoving nodig zijn voor ze haar mond zou houden.
De woede in haar lichaam groeide toen hij ook het zwijn mee besloot te nemen. Haar eten. Het eten waar ze verdomme drie dagen achteraan had gezeten! ‘Kun je niet voor je eigen eten zorgen, klootzak’, siste ze. Vanuit haar ooghoeken keek ze opzij, bekeek ze de boog en de smalle koker met enkele pijlen die over zijn andere schouder hingen. Hij had de fout gemaakt haar polsen voor haar lichaam aan elkaar te binden, waardoor deze nu boven haar hoofd hingen. Ze hoopte voor hem dat zijn vertrouwen in de kracht van de verdoving terecht was, want zodra ze een beetje van haar kracht terug zou krijgen, zou ze hem laten voelen hoe het was om door zo’n pijl doorboord te worden.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was vrij amusant om haar te horen praten. Alsof ze hem daarmee uit zijn tent kon lokken, er daarmee voor zou kunnen zorgen dat hij een fout maakte. In tegendeel, het vertelde hem alleen maar meer over haar. Blijkbaar had ze een scherpe tong en een fel temperament. Het was niet moeilijk om haar boos te krijgen. Interessant, daar konden ze in het onderzoekscentrum vast wel mee werken. Ze zouden beter kunnen bestuderen hoe sterk de geëvolueerde mensen nou echt waren als ze haar uit haar kast konden lokken. Al met al was dit een goede aanwinst.
'Durf ik niet dichterbij te komen?' herhaalde hij haar vraag, terwijl hij in een gestaag tempo door liep. Het was nog maar enkele minuten lopen, dan waren ze al bij zijn plek. Enkele honderden meters bij haar schuilplaats vandaan, maar dat hoefde hij haar niet aan haar neus te hangen. 'Natuurlijk durfde ik dat niet. We hebben niet allemaal de fysieke en mentale capaciteiten die jij hebt, helaas. Dus ik moest het wel slim spelen, domme meid.'
Met een ruk trok hij het lichaam van het zwijn een gebouw binnen. Hij had hier al enkele nachten geslapen, in een hoek vlakbij het raam. Vanuit het raam had je perfect uitzicht op het gebouw waar zij al een tijdje haar schuilplaats had, het was dan ook een strategische keuze geweest om hier te gaan wonen: Hij kon haar locatie wel zien, zij zou hem nooit kunnen zien, zelfs als hij een vuur stookte. Het was perfect geweest.
De vrouw werd op de grond gezet, tegen een muur. Het zou nog een kwartiertje duren voordat de verdoving uitgewerkt was, maar Raphael was al voorbereid op het volgende deel van deze jacht.
Niet alle spullen die hij had, kon hij meenemen als hij achter een prooi aan ging. Een deel van de spullen moest hij achterlaten, zoals zijn proviand. Ook nog enkele handige voorwerpen, zoals de halsband die hij nu in zijn handen nam, kon hij  niet onderweg meebrengen. Het ding was zwaar en van metaal gemaakt. Hij klikte het vast rond de hals van de vrouw, controleerde of het ding niet te strak zat en activeerde het apparaat. Een klik, waarna de band even zoemde. Dit was hoe hij haar onder controle zou kunnen houden. Wanneer ze iets probeerde, kon hij met een kleiner apparaatje een stroomschok afgeven. Effectief, want een stroomschok kon ook als spierverslapper werken. Niet dat Raphael het ding graag gebruikte, het was eerder waarschuwing voor zijn prooi. Als zij zich misdroeg, kon hij altijd ingrijpen. Gedroeg ze zich, zouden ze samen een nog best aangename reis tegemoet gaan. Hij borg het kleinere apparaatje, de afstandsbediening, voor nu veilig op.
'Het zou zonde zijn als we jouw gevangen prooi niet zouden gebruiken,' zei hij kalm, al was het misschien een wat late reactie op haar woorden van eerder. Het zwijn, dat ook naar binnen gesleept was, zou een goede maaltijd voor hen beiden bieden, en dan nog voorraden voor onderweg. Raphael maakte alvast een stapel hout klaar voor een goed vuur. Eerlijk, hij had honger.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Ingespannen tuurde Raewynn naar haar handen. Het kostte haar al haar concentratie om haar vingers te buigen. Iedere centimeter voelde alsof ze tegen een onzichtbare kracht aan het vechten was. Het deed haar denken aan die keer dat ze haar in een kooi hadden gestopt. Kille metalen spijlen overal om haar heen, haar eraan herinnerend hoe oneerlijk het leven was, wat voor wreedheid zich in mensen kon nestelen als ze bang waren. Bang. Alsof zij het monster was.
Als het kon, had ze haar vuisten gebald en hem een stomp in zijn onderrug gegeven. ‘Als je slim bent, had je me met rust gelaten’, gromde ze.
Onder zijn voeten wisselde de zandgrond zich af met asfalt. Verraderlijke gaten en kuilen, waarin plasjes water van de stortbuien bleven staan, wist hij aardig behendig te ontwijken, ondanks dat hij niet één, maar twee extra gewichten met zich mee sleepte. De ogenschijnlijk moeiteloze tred waarmee hij zich voortbewoog, gaf haar de indruk dat hij dit vaker had gedaan. Net zoals de manier waarop de pijl haar met doeltreffende precisie had geraakt. Raewynn had gedacht had het een fout was dat de pijl haar schouder getroffen had. Nu hij haar had gezegd dat hij haar niet zou vermoorden, wist ze dat de pijl precies daar was beland waarop hij gericht had.
Even sloot ze haar ogen. De ergste pijn was afgezwakt tot een doffe, zeurende pijn op de achtergrond. Wel voelde ze iets warms over de huid van haar schouder kriebelen - bloed. Bijna had ze een opmerking gemaakt over zijn gebrek aan zorgen voor de wond als hij haar zo graag in leven wilde houden. Alleen zo slecht was het niet dat de wond nog steeds bloedde.
Op het moment dat ze haar ogen weer opende, net op tijd om hem over een drempel een gebouw in te zien stappen, lag er een kleine, scheve grijns om haar lippen. Hij hield er vast geen rekening mee dat de verdoving door het bloedverlies eerder haar lichaam uit was. Daar tegenover stond dat het bloedverlies wellicht duizeligheid zou veroorzaken, maar dat had ze ervoor over.
Raewynn zakte met haar rug tegen de muur aan nadat hij haar neer had gezet. Wantrouwend observeerde ze hoe de man in een tas rommelde, zoekend naar iets. Haar ogen werden groot toen ze zag wat hetgeen was waarnaar hij zocht: hij had een halsband in zijn handen. Raewynn spande de spieren in haar been aan om hem een trap te geven. Het kwam er niet eens bij in de buurt.
Alsof enkel een halsband niet al voldoende was, zette hij het ding aan. Ze kon wel raden wat er zou gebeuren als hij het apparaatje dat hij bij zich hield gebruikte. Zorgvuldig prentte ze in haar geheugen waar hij het kastje opborg.
Raewynn keek zwijgend toe hoe hij een vuur maakte, waarna hij bezig ging met het zwijn. Vanbinnen woedde de frustratie onafgebroken in haar. Nog heel even, sprak ze tegen zichzelf in gedachten terwijl ze ditmaal haar hele handen een beetje bewoog. Haar ogen volgden iedere beweging die hij maakte, observeerden de manier waarop hij bewoog en hoe vaak hij een vlugge blik op haar wierp.
Hoe meer minuten er verstreken, hoe sneller haar hart begon te slaan. Ze had vaker in benarde situaties gezeten, maar deze verdiende een speciale plek bovenaan de lijst. Ze had maar één kans om hier weg te kopen - en die zou ze niet door haar vingers laten glippen.
Naarmate de adrenaline in haar lichaam opliep, voelde ze de kracht stukje bij beetje terug sijpelen in haar spieren. Nog één keer wachtte ze tot hij een blik op haar had geworpen.
Zodra hij terugkeek naar het zwijn, schoot ze naar voren. Ze had een paar seconden voordat hij bij de afstandsbediening van de halsband kon komen en dat zag ze liever niet gebeuren. Raewynn vloog hem van achteren aan en sloeg haar armen over zijn hoofd heen. Het touw dat nog steeds rond haar polsen zat, drukte ze tegen zijn keel aan en zo hard mogelijk trok ze hem naar achter om zijn luchtpijp af te knellen. Haar bewegingen waren niet zo snel als gewoonlijk, hadden nu hetzelfde tempo als dat van ieder gewoon mens, maar hopelijk stond het verrassingselement aan haar kant.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het had zo mooi kunnen. Ze hadden een redelijk goede tijd kunnen hebben. Elkaar verhalen vertellen, elkaar beter leren kennen. Hij had haar kunnen uitleggen waarom hij dit deed. Dat hij haar nodig had, maar wist dat ze niet uit zichzelf naar de onderzoekers zou komen. Hij had haar kunnen vertellen waarom het van belang was dat ze levend mee terugging.
Maar nee. Geëvolueerde mensen waren egoïstisch. Ze zouden er alles aan doen om hun krachten, hun geheimen, voor zichzelf te houden. Ze hadden nu eenmaal iets speciaals en dat wilden ze niet delen met de normale mensen, die hunkerden naar dezelfde kracht. Dat zij toevallig uitverkoren was, was niet haar schuld. Dat ze zo egoïstisch was, het anderen niet gunde, nam hij haar wel kwalijk. En dat ze ook nog zoiets doms probeerde te ondernemen, terwijl de verdoving nog niet geheel uitgewerkt was, stelde hem diep teleur.
Ze was sterk, maar niet sterk genoeg. Hij had het voordeel dat hij jarenlang getraind had, terwijl haar kracht en vaardigheid aangeboren waren. Raphael had geleerd om te gaan met situaties waarin hij in het nadeel was, verrast werd, of op welke andere manier dan ook belemmerd werd. Dus toen hij de touwen om zijn hals voelde, schrok hij slechts even. Een snelle inschatting van de situatie resulteerde erin dat hij zich realiseerde dat hij geen tijd zou hebben om een stroomschok te leveren. Nog niet. Eerst moest hij haar van zijn nek af krijgen, want nu werd zijn luchtpijp nogal beklemd. Was dit haar manier om hem uit te schakelen? Wederom: Hij was teleurgesteld.
Raphael greep de jonge vrouw bij haar bovenarmen en trok met al zijn kracht, terwijl hij zelf voorover boog. Hierdoor vloog ze over hem heen, verloor ze haar grip op zijn hals en landde ze uiteindelijk met een klap op haar rug. Het was duidelijk dat ze nog niet al haar krachten terug had, anders had ze wel meer kracht in haar aanval gestoken. Raphael zette een knie in haar rug, pakte een nieuw stuk touw en maakte het oude dat om haar polsen zat, los. Ditmaal bond hij haar handen achter haar rug vast, zodat ze zo'n trucje niet opnieuw uit kon halen. Hij vervloekte zichzelf dat hij er niet bij na had gedacht, maar tegelijkertijd was het een goede test geweest. Ze was dom, maar niet zó dom dat ze niets deed. Ze had vechtlust. Dat kon alleen maar interessant worden.
Toen hij haar opnieuw vastgebonden had, duwde hij haar weer terug tegen de muur. 'Doe nou niet, anders moet ik je je avondeten ontzeggen,' mompelde hij, alsof er niets gebeurd was. Even wreef hij over zijn hals, waar wat rode plekken op verschenen waren, maar niets permanents. Gelukkig maar.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Soms vergat ze hoe sterk mensen konden zijn. Dan viel ze in een moment van onoplettendheid terug op de aanname dat zij per definitie sterker was. Alleen af en toe, dan was er een gewoon mens dat haar eraan herinnerde dat ze haar alertheid geen moment mocht laten varen. Het kwam zelden voor dat iemand haar verraste met zijn vechtkunsten, maar deze man was er zo eentje.
Zodra ze zijn handen rond haar armen voelde, vervloekte ze zichzelf dat ze niet langer had gewacht om de verdoving meer uit te laten werken. Raewynn plantte haar voeten in de vloer en leunde verder naar achter, zette zich schrap voor zijn volgende handeling. De kracht waarmee hij haar over zijn hoofd heen slingerde, overviel haar. Een kort, verbaasd geluidje glipte over haar lippen, gevolgd door een kreun op het moment dat ze tegen de grond klapte. De dreun op de stoffige houten planken deed sterretjes voor haar ogen dansen. Voor een kort moment bleef ze verdwaasd liggen, gedesoriënteerd knipperend met haar ogen en starend naar het grauwe plafond boven haar. Het duurde slechts heel even, die desoriëntatie, maar tegen de tijd dat haar gedachten weer helder waren, lag ze al op haar buik en bond de man haar handen opnieuw vast, ditmaal achter haar rug. Geërgerd onderging ze het. Ze baalde ervan dat ze deze ene kans verpest had. Hij zou niet nogmaals de fout maken om haar handen voor haar lichaam vast te binden, daar was hij te slim voor, zoals hij haar eerder al fijntjes had laten weten.
Ze zuchtte kort, gefrustreerd, en liet haar hoofd tegen de muur achter haar aan zakken. Niet alleen had deze mislukte poging om hem uit te schakelen haar trots gekrenkt, het had er eveneens voor gezorgd dat de pijn in haar schouder aan was gezwollen. Ze schoof wat heen en weer langs de muur, probeerde op zo’n manier te gaan zitten dat de pijn minder was. De pogingen mochten weinig baten.
‘Je gastvrijheid laat nog wel wat te wensen over’, merkte ze honend op. ‘Tenzij je je gasten natuurlijk graag half ziet leegbloeden natuurlijk.’ Raewynn schudde een lok haar uit haar gezicht en keek hem aan. ‘Dat valt me wel een beetje tegen van die verdoving van je. Blijkbaar kan het mijn spieren prima plat leggen, maar het verdooft de pijn niet bepaald.’
De kalmte was een beetje teruggekeerd in haar lichaam, voor zolang dat zou mogen duren. In gedachten was ze vrijwel geen seconde niet bezig met hoe ze hier weg zou kunnen komen. Duidelijk was dat ze deze man niet nogmaals moest onderschatten, zoals ze net wel had gedaan. Zwijgend monsterde ze zijn handelingen. Zijn bewegingen waren rustig, gecontroleerd. Onder de stof van zijn shirt zag ze zijn spieren zich opbollen en ontspannen terwijl hij bezig was met het zwijn. Het kon niet anders dan dat hij regelmatig trainde - en niet alleen om spiermassa te kweken. Hij was totaal niet in paniek geraakt toen ze hem aan had gevlogen. Hij was slechts even geschrokken, waarna hij zich razendsnel herpakt had. Ze moest zeggen dat hij de eerste was die haar zo onbewogen uitschakelde. Ze haatte het, maar tegelijkertijd intrigeerde het haar. Hij bracht haar een uitdaging en ze hield wel van een goede uitdaging zo nu en dan.
‘Dus, ga je me nog vertellen wat je plan nu verder is? Ik denk dat ik toch op zijn minst wel het recht heb om dat te weten.’ Raewynn keek naar zijn hals, waar een paar vage rode striemen zichtbaar waren in de flakkerende gloed van het vuur. Het stemde haar toch enigszins tevreden dat hij een paar dagen een herinnering aan haar zou hebben. ‘Ik verwacht wel een geniaal plan hoor, als je zegt zo slim te zijn.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Verbaasd keek hij op toen ze over de wond op haar schouder begon. Om heel eerlijk te zijn had hij er nog geen aandacht aan besteed, maar nu ze zijn aandacht erop vestigde realiseerde hij dat de wond redelijk aan het bloeden was. Dat was niet goed. Hij moest haar zo veel mogelijk intact houden, ervoor zorgen dat ze in perfecte staat afgeleverd werd bij de onderzoekers. Verwondingen of overmatig bloedverlies droegen niet bij aan haar bruikbaarheid.
Nog één keer draaide hij het zwijn, dat al redelijk begon te geuren naar een heerlijk avondmaal, waarna hij uit zijn tas wat medische spullen haalde. Ontsmettingsmiddel, een paar watten en iets om de wond mee af te plakken. 'Je hebt gelijk,' zei hij. Hij besloot om haar spelletje mee te spelen, gewoon met haar mee te praten. 'Het is erg onbeleefd van me om je er zo bij te laten zitten.'
Hij ging voor haar zitten, positioneerde zichzelf zo dat hij bij haar schouder kon, maar zij niets zou kunnen ondernemen tegen hem. Met zijn onderarm drukte hij haar bovenlichaam iets tegen de muur aan, zodat hij de wond kon ontsmetten zonder dat ze ging tegenstribbelen. 'Dit kan even prikken,' waarschuwde hij, al gaf hij haar geen tijd om zich voor te bereiden op de pijn: Direct duwde hij de watten, gedrenkt in het ontsmettende goedje, tegen de wond. Hoewel hij voelde dat ze iets ineenkromp, negeerde hij dat terwijl hij de restjes bloed rondom de wond wegveegde. Hij had in ieder geval geen botten of spieren geraakt met zijn pijl, de wond was vrij oppervlakkig en had alleen wat hevig gebloed. Zorgvuldig plakte hij de wond af, waarna hij weer overeind kwam en zijn spullen op begon te bergen. Hierna nam hij zijn plek bij het vuur weer in, dat vrolijk knisperde.
Eventjes keek Raphael naar de jonge vrouw. Het was geen kwestie van vertrouwen, uiteindelijk zou ze toch wel weten waar hij haar naartoe zou brengen, maar hij vroeg zich af hoe hij het makkelijk kon verwoorden. Was ze te vermurwen? Wie weet. 
'Het is niet mijn plan,' begon hij bedachtzaam, 'maar dat van een organisatie die veel groter is dan ik. Een organisatie die tegen oneerlijkheid is. Want dat is waar het om draait. Ik heb jarenlang getraind om zo sterk te worden als ik ben, terwijl jij niets speciaals hebt hoeven doen om zo sterk en snel te zijn. Het zit in je DNA en daar kan je niets aan doen. Maar eerlijk is het niet, niet tegenover de mensen die datzelfde DNA niet delen. De organisatie onderzoekt manieren om dit DNA te repliceren in het lichaam van mensen die er niet mee geboren zijn, simpelweg. Maar daar hebben ze wel proefpersonen voor nodig. En om proefpersonen te krijgen, heb je jagers nodig. Getrainde, slimme jagers die hun prooi levend terug weten te brengen. Want alleen levend hebben we iets aan jouw DNA.'
Hij ging iets meer ontspannen zitten en een jongensachtige grijns speelde even rond zijn lippen. 'Maar je hebt wel gelijk, ik vind mezelf best slim.'

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raewynn trok haar wenkbrauw iets op bij het zien van de vlaag verbazing die over zijn gezicht trok. Hij ging het toch niet menen dat hij serieus was vergeten dat hij haar nog geen uur geleden neergeschoten had? Met een pijl en boog nog wel. Een onconventioneel wapen - geweren en pistolen waren favoriet voor lange afstanden. Nadeel van een schietwapen was dat je een projectiel nodig had om af te vuren en kogels waren schaars. In de oostelijke streken had ze geruchten gehoord over plaatsen waar mensen een techniek hadden weten te ontwikkelen om nieuwe kogels te maken, of iets dat voor een kogel door kon gaan althans. Het gros van de munitie was er decennia geleden in een paar maanden doorheen gejaagd. De voorraden van legers, particulieren en andere wetshandhavers waren waarschijnlijk vlak na het uitbreken van de oorlog geplunderd. Bijna alle opslagplaatsen waren allang geleden leeggehaald. Bijna alle.
Hoe dan ook, ze had mensen vele creatieve, zelf in elkaar gezette wapens zien gebruiken, maar een boog kwam niet vaak voor. Vooral niet zo’n geavanceerde als hij had. Althans, voor zover ze het wapen over zijn schouder had zien hangen, zag het er niet uit als een erg provisorisch wapen gemaakt van bij elkaar geraapte materialen. Het maakte de “waarom”-vraag er des te groter op.
‘Zo zo, meneer heeft toch nog manieren.’ Een flauwe grijns gleed over haar gezicht. Ze keek kort naar de spullen die hij uit zijn tas had gepakt voor ze haar hoofd iets opzij draaide zodat hij bij de wond kon. De verleiding om nu iets uit te halen, was erg groot, hij was immers zo dichtbij. Raewynn zou echter niet dezelfde fout maken als net. Ze mocht het niet weer overhaasten, vooral niet nu haar schouder zo beroerd voelde. Wel kon ze een beetje troost halen uit het feit dat het over een paar dagen waarschijnlijk aardig genezen zou zijn. Hopelijk zou ze zoveel tijd hebben.
Raewynn onderdrukte een kreun en kneep haar ogen dicht toen hij de wond ontsmette. Het prikte venijnig, alsof er vonken rond dansten over haar huid. Het prikte nog steeds lichtjes op het moment dat hij klaar was en zich terug bewoog naar het vuur. Raewynn strekte haar benen voor zich uit en keek naar hem, luisterend naar zijn uitleg. Al snel nadat hij over haar aangeboren kracht begon, begon het haar te dagen. De oneerlijkheid, de woede of jaloezie om het feit dat niet iedereen de voordelen van een geëvolueerd lichaam had, het onderzoek naar het DNA. Ieder woord dat hij erover zei, klonk haar akelig bekend in de oren. Hoe lang geleden was het dat een ander bijna exact dezelfde woorden tegen haar gesproken had? Liggend in het gras aan de voet van een beboste helling, omringd door de kou van een kristalheldere, maanloze nacht. Ze had nog nooit zoveel sterren gezien.
Een korte seconde verstreek voor ze zich realiseerde dat hij uitgepraat was. Gelukkig gooide hij er nog een opmerking over zijn intelligentie achteraan. Ze liet een zuinig lachje horen. ‘Dus je doet dit om iedereen een eerlijke kans op overleven te geven, hm?’ zei ze bedachtzaam. Hoe meer ze erover nadacht, hoe meer de flarden van een plan zich in elkaar begonnen te passen in haar hoofd. De organisatie waarover hij sprak, moest dezelfde zijn. Dat moest. ‘Wat een… nobele zaak.’ Raewynn kon niet voorkomen dat er een beetje sarcasme in haar stem lag, hoewel het niet sarcastisch bedoeld was. In feite verachtte ze de pogingen van de normale mensen om DNA te repliceren, om te spelen met de evolutie. Haar ware mening was echter een detail waarvan hij niet op de hoogte hoefde te zijn. ‘Al is het niet erg nobel om daarvoor iemand neer te schieten. In de rug nog wel. Van zo’n zelfverzekerde, getrainde jager had ik toch wel wat meer verwacht.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



'Ik zou het geen eerlijke kans of nobele zaak willen noemen,' reageerde Raphael direct. Hij was zich terdege bewust van de offers die gebracht werden voor dit onderzoek en wond daar dan ook geen doekjes omheen. Niet dat het veel uitmaakte, ze kon nu toch niet meer weg. Of ze nou wel of niet meewerkte, haar lot zou er niet door veranderen. Niet meer. Ze zat vastgebonden, had een prachtige halsband en er was geen mogelijkheid voor haar om te ontsnappen zo lang hij haar een beetje in de gaten hield.
Raphael dacht terug aan eerdere jachten. Hoewel hij al zijn hele leven trainde, was hij nog maar enkele jaren echt aan het jagen. En een jacht kon soms maanden duren. Niet alle keren was hij succesvol geweest, maar het waren ook leermomenten geweest. Soms kwam de geëvolueerde weg. Soms kwamen ze om het leven. Raphael had één keer meegemaakt dat een geëvolueerde zichzelf van kant had gemaakt toen hij even niet oplette. Het was angstaanjagend geweest. Niet alleen de dood zelf, maar ook het idee dat iemand zichzelf liever van kant maakte dan een aantal mensen, die minder bedeeld waren, te helpen. Sindsdien had hij zijn aanpak iets gewijzigd. Niet té veel, maar hij probeerde duidelijker te maken waarom hij deed wat hij deed. Hij wilde niet dat ze hem zagen als een slecht persoon, al was hij dat misschien wel in hun ogen. Hij deed wat goed was voor zijn  mensen, voor de mensen die niet geboren waren met het juiste DNA. Hij geloofde er heilig in dat het mogelijk moest zijn en als daar een aantal mensen voor moesten sterven, ware het zo. Uiteindelijk zou de hele maatschappij er beter van worden. De spanningen die nu rezen tussen de geëvolueerde mensen en zij die niet geëvolueerd waren, zouden verdwijnen. Iedereen zou weer gelijk aan elkaar worden. Was het dan egoïstisch om dat na te streven?
Hij schudde zijn hoofd, alsof hij daarmee de gedachten weer van zich af kon schudden. Hij glimlachte flauw toen ze weer terugkwam op de manier waarop hij haar had overmeesterd. 'Je kent je eigen kracht, beter dan ik waarschijnlijk in kan schatten. Probeer maar een situatie te bedenken waarin ik je had kunnen overmeesteren zonder je van een afstand neer te schieten, zonder zelf te veel risico te lopen.' Dat de boog altijd zijn wapen van keuze was, liet hij achterwege. De boog had hij ooit gevonden, was vroeger waarschijnlijk gebruikt als sportwapen, maar met wat aanpassingen en verbeteringen was het ding nu letaal en prachtig. De pijlen had hij voor een deel gevonden, voor een deel zelf gemaakt naar het voorbeeld van de gevonden projectielen.
'Daarbij, volgens mij zag ik jou eerder vandaag nog exact hetzelfde doen bij dit arme zwijn, al heb ik hem heel misschien gealarmeerd voordat je raak kon gooien,' zei Raphael, de grijns op zijn gezicht nog iets breder dan hij daarvoor geweest was.

@Daynty 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste