Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Bluesweater
Happy Birthday to Itsmeblub & Myonlywish!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Ashes to dust
Daynty
Internationale ster



Lichtelijk verbaasd keek ze hem aan. Geen eerlijke kans, geen nobele zaak. Hij sprak het uit alsof hij het meer als een noodzakelijk kwaad zag dan dat hij het daadwerkelijk een goede daad vond. Even nam ze hem zwijgend in zich op. Het klonk zo tegenstrijdig voor haar. Als hij het niet zozeer een nobele zaak vond, waar haalde hij dan de motivatie vandaan om zijn leven zo op het spel te zetten? Waar haalde hij die toewijding vandaan? Op geëvolueerde mensen jagen was geen spelletje en het was al helemaal niet zonder risico’s. De supermens, zoals zij anderen degenen die een voorsprong door evolutie hadden eens had horen noemen, was sneller, sterker, had een beter gehoor. Fysiek waren geëvolueerden beter in vrijwel alle opzichten, hoewel de mate van evolutie onderling verschilde. Zo was zij niet gezegend met een beduidend beter gehoor of aanzienlijk meer spierkracht. Wel kon ze sneller spieren opbouwen. Waar zij het echter vooral van moest hebben, waren haar snelheid, wendbaarheid en flexibiliteit. Echter, vechtkunst was niet aangeboren, daar had zij ook hard voor moeten trainen, net zoals zij. Door de jaren heen had ze geleerd dat praktijk de beste leermeester was. Als je leven er vanaf hing, pakte je het vechten snel op.
‘Je bent gek dat je dit doet voor andere mensen.’ Niet-begrijpend schudde ze haar hoofd. Raewynn trok haar knieën op en zette zich met haar handen af van de muur, zodat ze op kon staan. Even strekte ze haar benen. Ze voelden nog wat slapjes aan, onwennig. Alsof ze dagenlang niet had gestaan en ze even opnieuw uit moest vinden hoe dat ook alweer voelde. Daarbij hielp het niet bepaald dat het touw haar enkels bij elkaar hield. Het was moeilijk om haar balans te bewaren met haar voeten zo dichtbij elkaar en zonder haar armen te kunnen gebruiken als tegenwicht. Al snel zakte ze iets opzij, dreigde ze haar evenwicht te verliezen. Ze hupte een klein stukje opzij, waarna ze zich tegen de muur links van haar liet zakken, vlak naast het raam in de kamer.
Raewynn draaide haar lichaam iets opzij en keek door het glas naar buiten. Verbazingwekkend genoeg was het glas nog nagenoeg heel, op een kleine barst in de bovenste linkerhoek na. ‘Of je de evolutie nu aan je kant hebt staan of niet, als je geeft om andere mensen, ben je altijd in het nadeel’, voegde ze aan haar vorige woorden toe. Het kwam er meer mompelend uit, als een herinnering voor zichzelf, dan dat de woorden aan de man gericht waren. Het was misschien wel de belangrijkste les die het leven haar geleerd had.
Haar wenkbrauwen bewogen zich naar elkaar toe in een lichte frons eens ze een goede blik op het uitzicht had geworpen. Als ze scheef door het raam heen keek, wist ze enkele tientallen meters aan de rechterkant het rechthoekige silhouet van een ander laag flatgebouw te ontwaren tegen de donkere nachthemel. De vage lijnen van de bomen op het dak konden niet missen.
‘Verdomme, je hield me al langer in de gaten, niet waar? Hoe lang al?’ Haar volgende opmerking bracht een scheve grijns om haar lippen. ‘Ik hoop dat het uitzicht je behaagd heeft.’ Raewynn draaide zich op haar tenen om naar de kamer en liet zich deels op de vensterbank zakken.
‘Hm, laat me even denken.’ Peinzend tuitte ze haar lippen, veinzend dat ze aan het nadenken was over een dergelijke situatie. ‘Je hebt gelijk. Ik zou je hartstikke afgemaakt hebben als je te dichtbij was gekomen.’ Nonchalant haalde ze haar schouders op, waarna ze er met een luchtige ondertoon in haar stem en een serieuze blik in haar ogen aan toevoegde: ‘Maar daar is het nog niet te laat voor.’
Haar ogen gingen naar het zwijn - of wat daar nog van over was - boven het vuur. ‘Aha, dat verklaart waarom dat rotbeest er toch vandoor ging. Ja, als het moet, zou ik ook iemand van achteren besluipen’, gaf ze schouderophalend toe. ‘Maar wat is daar nou leuk aan?’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Hoewel Raphael haar nauwlettend in de gaten hield toen ze overeind strompelde, greep hij niet in toen ze begon te bewegen. Aan haar handelingen was heel goed te zien dat ze niets zou kunnen doen en aan haar lichaamshouding kon hij zien dat ze het ook  niet van plan was. De spanning en agressiviteit leken een beetje weggezakt te zijn, al vermoedde hij dat ze zeker nog wel wachtte op een mogelijkheid om hem te overmeesteren en er vandoor te gaan.
'Niet alleen voor andere mensen,' verbeterde hij haar, 'deels ook voor mezelf. Maar het belangrijkste is dat de evolutie voor te veel spanningen zorgt. Ik weet niet of je de wereld in de gaten hebt gehouden, maar er is een vrij grote groep mensen die zichzelf beter voelt en de mensen die niet geëvolueerd zijn wil onderdrukken. Als we de evolutie handmatig op gang kunnen brengen, kunnen zorgen dat die ongelijkheid verdwijnt, dan is die kans op onderdrukking ook weg. Dat... Dat heeft niets te maken met om mensen geven.'
Al moest hij eerlijk toegeven dat er wel mensen waren voor wie hij dit deed. Geen mensen die nog leefden, maar mensen die het leven net zo erg hadden verdiend als hij, of de jonge vrouw tegenover hem. Mensen die gestorven waren voor het onderzoek, mensen die overmeesterd en vermoord waren door de geëvolueerde groep. De wereld was altijd oneerlijk, of er nou een kernramp aan vooraf was gegaan of niet. Men zocht altijd wel een manier om de oneerlijkheid in stand te houden, zo leek het. En als er al een God was, gaf hij telkens weer de middelen om een ongelijkheid te creëren. Raphael geloofde niet in een hogere macht. Zijn ouders wel, vandaar zijn naam, maar wat had dat hen uiteindelijk opgeleverd? Veel pijn en uiteindelijk de dood. Raphael snoof.
Hij volgde de blik van de jonge vrouw naar het raam en hetgeen dat erachter lag. Dat was een wat makkelijker onderwerp, er was minder zwaarte aan verbonden dan waar hij net aan gedacht had. 'Een kleine week,' gaf hij direct toe. 'En ja, van het uitzicht heb ik zeker kunnen genieten.' Dat laatste was een wat speelsere reactie op haar vraag, want hij had gemerkt dat in de vraag zelf ook al een ondertoon had gezeten.
Nog even hield hij haar in de gaten, totdat ze zich op de vensterbank had laten zakken, waarna hij zich weer op het avondmaal focuste. Het beest was zo goed als gaar en hij sneed er alvast een stuk vlees af om te controleren of het daadwerkelijk goed was. Dat bleek zo te zijn. Hij rommelde wat in een tas, haalde er een schaal uit waar hij wat van het vlees in deed, vulde dit aan met een beetje van zijn eigen voorraden voor de afwisseling en hij zette het op de grond neer.
'Je kan het altijd nog een keer proberen,' antwoordde hij nonchalant. De pretlichtjes in zijn ogen zou ze niet kunnen zien, maar het leek hem wel degelijk interessant. Zo lang hij zijn voordeel behield, wilde hij best met haar in gevecht raken. Het zou een goede uitdaging zijn, een goede training. Vaak kreeg hij niet de kans om met geëvolueerde mensen te trainen.
Hij sneed nog een stuk vlees af, herhaalde het ritueel met een andere schaal. 'Je begrijpt vast wel dat ik je handen niet los ga maken zodat je kunt eten,' vertelde hij haar, 'maar ik zal je niet laten verhongeren. Staat zo slecht op mijn staat van dienst. Dus kom even hier zitten, dan voer ik je wel.' Zo klonk het bijna schattig. Bijna.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Raewynn voelde zijn ogen op haar branden terwijl ze bewoog. Niet heel de tijd, maar frequent genoeg om haar geen moment te gunnen waarop ze iets uit zou kunnen halen. Daar zou ze echter mee wachten tot een ander moment. Hij kon onmogelijk haar handen heel de tijd vast laten zitten, vroeg of laat zou er een situatie komen waarin dat simpelweg onpraktisch zou zijn. Ze hoefde enkel geduld te hebben. Fijn, dacht ze sarcastisch bij zichzelf, want geduld was zo’n sterk punt van haar.Raewynn hield haar hoofd iets schuin en nam zijn gezichtsuitdrukking zorgvuldig in zich op. Hij verraadde weinig, hield zijn gelaat redelijk uitgestreken terwijl hij praatte over waarom hij dit deed.Kort snoof ze toen hij begon over een groep geëvolueerden die zichzelf verheven vonden boven de andere mensen. Ze hadden zich gevestigd in een oude stad in een gebied waar relatief veel mensen zich ophielden vanwege de vruchtbare grond en gematigde temperaturen. De geëvolueerden terroriseerden de omgeving daar. Het had nog het meeste weg van een plan om daar hun eigen gebied te stichten, hun eigen land. Ze had eens in een stoffig, oud boek gelezen dat er daar vroeger veel van waren geweest. Landen. Heel de wereld was verdeeld geweest in landen, grenzen als onzichtbare lijnen door het landschap. Kwetsbare, breekbare lijnen – dat was wel gebleken.Zijn gezichtsuitdrukking verraadde niets. Het was de korte hapering in zijn stem die haar geïnteresseerd haar ogen iets samen liet knijpen. Ze kon er niet helemaal haar vinger op leggen wat die hapering betekende. Interessant was het in ieder geval wel.‘Ik heb gehoord van die geëvolueerde groep, ja’, antwoordde ze. In het oranje licht van het vuur kroop een ietwat wrange en tegelijkertijd kwajongensachtige grijns over haar gezicht. ‘Geloof me, daar weet ik alles van.’Raewynn besloot het verder te laten rusten. Om andere mensen geven, het was een gespreksonderwerp dat zij liever uit de wegging, waarvan ze liever deed alsof het niet bestond. Iets aan de reactie van de man gaf haar de indruk dat hij er een soortgelijk inzicht op nahield.‘Een week al?’ Haar wenkbrauwen bewogen zich iets omhoog en ze schudde kort haar hoofd. ‘Heeft niemand je geleerd dat het niet netjes is om een vrouw te begluren?’ Ondanks haar woorden grijnsde ze. ‘Maar ik ben blij dat het uitzicht je goed beviel.’Raewynn keek opzij, wierp nog een blik uit het raam. De restanten van de stad die zichtbaar waren, lagen er even verlaten en stilletjes bij als ze gewend was van de vorige avonden. Een kleine drie dagen geleden was ze bij toeval op de ruïnes gestuit toen ze het zwijn het bos uit gevolgd was. Ze prefereerde een bosrijke omgeving boven een stad, maar dit was zo'n grote plaats nog niet en het had wel wat, al die vervlogen glorie. Bovendien wist je nooit wat voor middelen er wellicht nog te vinden waren in de vele verlaten gebouwen.Zijn haast uitdagende woorden lieten haar kort lachen. ‘Ik kan je beloven dat ik het zeker nog een keer zal proberen’, antwoordde ze. Ze schroomde er niet voor om hem dat zo direct te vertellen. Ze wist hoe uitputtend het mentaal kon zijn om te weten dat de vijand vroeg of laat iets uit zou halen. Met een beetje geluk zou hij de komende nachten geen oog dicht doen. ‘En dan zul je er spijt van hebben dat je dit hebt gezegd.’Raewynn keek toe hoe hij het vlees op twee schalen legde. De geur hing al een tijdje in de kamer en liet haar buik zacht rommelen. Na de inspanning die ze had geleverd om het zwijn te vangen, kon ze wel een goede maaltijd gebruiken.‘Je hebt die leuke halsband van je toch? Waarom zou je mijn handen niet losmaken? Je gaat me echt niet voeren, vergeet het maar.’ Het maakte niet uit hoe leeg haar maag aanvoelde, ze weigerde om zich als een klein kind te laten voeren – al was het alleen maar door de denigrerende manier waarop hij het gezegd had. ‘Je kunt vast wel een andere oplossing bedenken met dat geniale brein van je.’
Hadesu
Wereldberoemd



Door de manier waarop ze bepaalde dingen zij en hoe ze keek, vermoedde Raphael dat er meer achter haar woorden zat dan enkel hetgeen dat ze zei. Het verraadde dat ze de groep beter kende dan ze daadwerkelijk toegaf, al kon Raphael niet direct plaatsen op welke manier. Hoorde ze bij hen? Dat leek hem onwaarschijnlijk, dan had ze hier niet in haar eentje verscholen gezeten. Het leek hem waarschijnlijker dat ze de groep vermeed, net zoals hij en iedereen die bij de groep onderzoekers hoorde. De wrangheid in haar stem leek dat te bevestigen, al praatte ze er snel weer overheen. Was zij ook op zoek naar een veilige plek, buiten de spanningen tussen de geëvolueerden en zij die niet geëvolueerd waren? Zo lang ze onder de radar bleven, waren ze veilig. Zo lang hun positie niet verraden werd, waren ze veilig voor deze oorlog die aan het ontketenen was. Één wereldverwoestende oorlog was blijkbaar niet genoeg geweest voor de mensheid.
Raphael wist dat de geëvolueerde mensen, in ieder geval die specifieke groep, op zoek was naar de onderzoekers waar hij voor werkte. Logisch natuurlijk, want ze streefden ernaar om het verschil tussen de twee groepen mensen te doen verdwijnen. Daarom was het van belang dat iedereen elkaar vertrouwde binnen de organisatie. Daarom konden de proefpersonen de basis nooit levend verlaten. Ze hoefden de locatie maar aan één verkeerd persoon door te spelen en het was gedaan met het nobele streven. En met iedereen die er werkte, want ze hadden geen schijn van kans tegen een grotere groep met mensen die veel sterker waren dan zij. Geen enkele kans.
Even trok hij een geamuseerde wenkbrauw op toen ze begon over manieren en wat wel en niet netjes was. Ze speelde een spelletje met hem, dat wist hij heus wel. Het was echter een spelletje dat hij ook kon spelen, waar hij zelfs vrij bedreven in was geworden. 'Als het enige comfort is, ik heb wel degelijk weggekeken terwijl je je aan het omkleden was,' zei hij op geruststellende toon, al verraadde de glans in zijn ogen dat het nog steeds om een toneelspel ging. Vanaf hier kon hij haar toch niet exact zien, maar wel wanneer ze het gebouw verliet, of iets raars zou doen. Niet dat ze hier al een week zaten, hij had haar eerder ontdekt in het bos. Toen was het onopgemerkt in de gaten houden een stuk lastiger geweest, omdat iedere tak kon kraken en iedere windvlaag kon hem verraden. In de stad was het makkelijker geweest.
'Geef me een seintje als je van plan bent je poging te doen,' antwoordde hij nonchalant. Alsof hij rustig zou slapen met een geëvolueerde aan zijn zijde. No way. Ondertussen sneed hij het vlees in kleinere stukken, terwijl hij nadacht over een andere oplossing. Die was vrij snel gevonden, dus hij zette de schaal bij haar neer en keek haar doordringend aan. 'Die halsband kan iets meer dan vijftigduizend volt door je lichaam heen jagen. Maak één onverwachte beweging en ik gebruik hem, duidelijk?' Het zou zeker niet dodelijk zijn, maar ze zou wel een flinke schok krijgen en haar lichaam zou er wel even door van slag zijn. Het zou hem in ieder geval genoeg tijd geven om haar weer onder controle te krijgen en vast te binden. Met één hand op de knop waarmee hij het voltage door haar lichaam zou jagen, maakte hij de touwen rond haar pols in zoverre los dat ze zich kon bewegen. De rest moest ze zelf maar doen - hij had de tijd nodig om weer op afstand te komen, zodat ze geen kans had om hem aan te vliegen. 'Je zult met je handen moeten eten, je snapt vast wel dat ik je geen bestek aan ga reiken.' Hij werd liever niet bekogeld met rondvliegend keukengerei, om eerlijk te zijn.
Even keek hij nog naar haar, twijfelend. 'Eet smakelijk.'

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Het ontging haar niet dat hij net iets langer naar haar bleef kijken nadat ze uitgepraat was. Raewynn bleef even terugkijken voor ze haar blik afwendde, opnieuw naar de duisternis achter het raam toe. De situatie waarin ze zat, had ze aan niemand anders dan zichzelf te wijten. Misschien vond ze dat nog wel het ergste. Ze was laks geweest. Ze had haar aandacht een paar minuten laten verslappen en dat was voor de man lang genoeg geweest om zijn slag te slaan. Hoe had ze hem kunnen missen? Hoe was zijn aanwezigheid zo volledig aan haar aandacht ontsnapt? Ze stelde zichzelf een beetje gerust met de gedachte dat hij getraind was. Zij was ongetwijfeld niet de eerste geëvolueerde die hij te pakken had gekregen. Daar was zijn techniek veel te geraffineerd voor, was zijn houding veel te achteloos en ontspannen voor. Arrogant – dat label was wel enigszins op hem van toepassing, vond ze. Ze kon niet anders dan eerlijk toegeven dat zijzelf dat eveneens was geweest, te overmoedig wat betrof haar kwaliteiten. Ze had zichzelf teveel laten verblinden door het feit dat de evolutie aan haar kant stond. Ze was sterker, sneller, leniger, maar ze was niet onverslaanbaar. Dat bleek nu wel.
Een geamuseerd glimlachje deed haar mondhoeken iets opkrullen. Zo kort en direct als hij tot nu toe was geweest, had ze niet snel achter hem gezocht dat hij mee zou gaan in haar opmerkingen, in haar spelletje. Het was een aangename verrassing dat hij dit wel deed. Het gaf haar een sprankje hoop dat hij de slechtste nog niet was, en dat ook zijn aandacht niet onverwoestbaar was. Nu ze hier toch bij hem vastzat, kon ze maar beter proberen zich nog enigszins te vermaken in de situatie, niet waar?
‘Dan heb je het beste uitzicht gemist’, reageerde ze met een brede grijns terwijl ze hem even aankeek. Vanaf haar plek bij het raam zag ze al dat hij haar onmogelijk zo goed had kunnen zien. Het flatgebouw met de bomen op het dak bevond zich toch een aardig eindje verderop. De oranje gloed van het vuur achter één van de ramen op de tweede verdieping zou het enige zijn geweest dat hij vanaf hier had kunnen zien. En wanneer ze het gebouw verliet, natuurlijk. Ergens was het een onbehaaglijke gedachte – het idee dat hij haar al gevolgd had vanaf het moment dat ze naar buiten was gestapt. Raewynn bleef zichzelf afvragen of ze het had kunnen voorkomen. Als ze één keer vaker of beter over haar schouder had gekeken, als ze iets langer stil was blijven staan om haar blik langs alle verlaten gebouwen te laten gaan, zou ze hem dan ontdekt hebben voor hij een pijl in haar schouder schoot?
Hij merkte droogjes op dat ze hem maar een seintje moest geven als ze van plan was om iets uit te halen. Raewynn lachte kort. ‘Wie weet doe ik dat wel. Het is altijd leuker als ze terugvechten’, grijnsde ze vervaarlijk.
Vijftigduizend volt. Ze was niet heel goed met elektriciteitsspanningen, maar vijftigduizend klonk als pijnlijk veel elektriciteit. Dat testte ze liever niet uit zonder zeker te weten dat het, het waard was. Raewynn zette zich zachtjes af van de vensterbank en schuifelde een klein stukje naar voren richting het vuur. Eerst zakte ze met haar knieën op de houten vloer, waarna ze zich opzij liet zakken tot ze een beetje comfortabel zat. Met haar vingers frunnikte ze ongeduldig aan het touw, tot ze de knoop los genoeg had gekregen om haar handen eruit te bevrijden. Ze strekte haar vingers en draaide een keer met haar polsen. Even bekeek ze de schade: een paar rode striemen ontsierden haar huid, op de plekken waar het ruw touw daarlangs was gegaan. Hij had haar polsen niet bepaald zachtaardig vastgebonden, maar dat had ze misschien ook wel een beetje aan zichzelf te danken.
Het amuseerde haar om de twijfeling in zijn houding te zien. Zou hij zich afvragen of hij zijn leven op het spel aan het zetten was door haar handen los te maken? ‘Eet smakelijk’, reageerde ze met een flauwe glimlach. Raewynn pakte de schaal van de grond en nam met een paar vingers het gebraden stuk vlees beet. Ze nam er een grote hap van. Genietend kauwde ze erop, terwijl de ietwat zoute, vettige smaak zich over haar tong verspreidde. Tijdens het kauwen bestudeerde ze de man tegenover haar. Ditmaal niet op een roofdierachtige manier, alsof ze hem afspeurde op zwakten, maar gewoon. Ze keek naar hem, nam hem in zich op. Het was lang geleden sinds de laatste keer dat ze op deze manier met iemand had gepraat.
‘Wat is je naam?’ vroeg ze tussen twee happen door. ‘Ik zou toch moeten weten met welke geniale jager ik te maken heb.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Toen ze eenmaal was gaan zitten, begon te eten, liet hij zijn wantrouwende, twijfelende houding wat varen. Geheel ontspannen was hij niet, dat zou hij niet meer worden voordat hij haar afgeleverd had, maar hij kon genoeg rust vinden om zelf ook van zijn avondeten te genieten. Het was een prettige afwisseling, het zoute vlees van het varken tegenover zijn normale maaltijden, die een stuk praktischer en minder smaakvol waren. Het vette vlees droop nog toen hij zijn tanden erin zette, een teken dat het precies goed was. Het was dan wel geen kunst om dit vlees goed te bereiden, hij was blij dat het gelukt was en dat het ergens naar smaakte. Vaak hoefde hij dit namelijk niet klaar te maken, dus in principe had het ook anders kunnen lopen.
Tijdens het eten was hij in zijn hoofd niet bezig met de jacht, of zijn prooi. Het was niet zo dat hij haar vergat, uit het oog verloor, maar zijn gedachten dwaalden af. Wanneer was de laatste keer dat hij zo smaakvol gegeten had? Dat moest tijden geleden zijn, tijdens een jacht die hij in groepsverband had moeten uitvoeren. Het stond hem nog vaag bij dat ze toen ook vers vlees hadden gehad. Natuurlijk hadden ze in het onderzoekscentrum niets te klagen qua maaltijden, maar de versheid was niet de belangrijkste factor. Ze kregen voedzame, hapklare brokken die vrij smakeloos waren. God, Raphael keek er altijd naar uit als hij op jacht was en tijd had om op beesten te jagen. Dat smaakte zo veel beter en was een van de belangrijke redenen dat hij nooit zou stoppen met jagen. Zelfs al vonden ze een manier om het DNA te veranderen en de ongelijkheid te verslaan, Raphael was er heilig van overtuigd dat dit was waar hij voor leefde. Het jagen, waar dan ook op. Als er geen jacht meer gemaakt hoefde worden op de geëvolueerden, zocht hij wel iets anders om op te jagen. Zo lang hij maar buiten was, zijn eigen leven kon leiden en het idee had dat hij zijn eigen keuzes kon maken. Dit was dan ook een van de redenen dat hij niet meer in groepen jaagde. Het alleen jagen beviel hem veel beter.
Eventjes hadden ze in stilte gegeten, beide verzonken in hun eigen gedachten. Tenminste, daar ging hij vanuit. Toen hij vanuit zijn ooghoek een blik op zijn gevangene wierp, leek ze bijna ontspannen. Alsof ze even niet bezig was met een ontsnappingspoging. Hoewel Raphael zich ervan bewust was dat het allemaal schijn kon zijn, deed het hem goed. Als ze enkel gingen strijden, een ellenlang gevecht over wie de baas zou zijn, zouden ze allebei dodelijk vermoeid worden uiteindelijk. En het resultaat zou hetzelfde zijn, want de halsband gaf hem een groot voordeel.
Haar vraag bracht hem even van zijn stuk. Nu hij erover nadacht, was het een logische vraag. Hij had haar zo lang bestudeerd, maar wist haar naam ook niet. Zij wist die van hem niet. Namen waren geen geheimen om te bewaren, maar dingen om te delen. Daar waren ze voor.
'Raphael,' antwoordde hij dan ook. 'Naar de engel. Misschien heeft dat invloed gehad op mijn intelligentie. Hoe mag ik jou noemen?'
Vroeger was de grap vaker gemaakt, dat Raphael talenten had die door God gegeven waren. Het was geen grapje waar hij erg om kon lachen, maar hij was aan de opmerkingen gewend geraakt. Hij was niet gelovig, dus deerde  het hem weinig wat erover gezegd werd. Gelukkig maar, want geloof speelde maar een kleine rol in het leven. Het was een beetje op de achtergrond geraakt na een kernoorlog en wat natuurrampen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Vanuit haar ooghoeken zag Raewynn dat de man zich iets ontspande zodra ze rustig zat en begon met haar eten. Zijn meer relaxte houding zorgde ervoor dat ze de spanning in haar eigen spieren ook iets los kon laten, alsof ze tot dat moment steeds half in de veronderstelling was geweest dat hij ieder moment nog een onverwacht trucje uit kon halen. Een verrassing zo nu en dan kon ze wel waarderen, maar een verdovende pijl in haar schouder was niet bepaald wat ze zou noemen een “aangename verrassing”.
In stilte genoot ze van de smaak van het vlees. Het was een erg welkome afwisseling na de bij elkaar geraapte maaltijden waarvan ze de afgelopen weken geleefd had. Veelal was het een verzameling van eetbare dingen die ze onderweg verzamelde en oud, ingeblikt voedsel. Soms verbaasde het haar hoelang dat laatste meeging zolang het enigszins fatsoenlijk opgeborgen was. Niet al het eten uit de al jaren oude blikjes en potjes smaakte nog erg goed, maar het merendeel ervan was eetbaar – en daar deed ze het wel voor. Toch zou geen enkel blik bonen of saus op kunnen tegen de rijke smaak van vers vlees. Daar was de lange, over drie dagen verspreide jacht het zeker waard voor geweest. Daarvoor zou het, het haast nog waard zijn geweest om neergeschoten te worden.
Raewynn slikte alweer de laatste hap door en ging even met haar tong langs haar lippen om het vet dat daar achter was gebleven weg te likken. Ondertussen wachtte ze op een antwoord van de man tegenover haar. Ze was benieuwd wie hij was, of ze zijn naam wellicht eerder voorbij had zien komen of horen. Sommige jagers haalden er plezier uit om hun naam achter te laten op gebouwen, restanten daarvan of op bomen of rotsen. Altijd vergezeld van het logo van de organisatie die achter de jacht op geëvolueerden zat. Raewynn was er vrij zeker van dat ze dat niet zozeer deden om aan andere jagers aan te geven dat zij daar al waren geweest – de meeste mensen verplaatsten zich immers continu – maar vooral om geëvolueerden schrik aan te jagen. Om ze te laten weten: ‘We zitten achter jullie aan.’
Haar wenkbrauwen bewogen zich sceptisch iets omhoog bij het horen van zijn naam. Ze zeiden wel eens dat een naam veel zegt over een persoon – zijn ouders hadden geen slechtere naam kunnen kiezen voor hem.
‘Naar de engel?’ Kort snoof ze. ‘Als engelen al bestaan of ooit bestaan hebben, dan ben jij wel het laatste wat ik daarbij in gedachten zou hebben.’ Nogmaals liet ze haar blik over hem heen gaan, inwendig nog steeds lichtelijk ongelovig over dat uitgerekend hij naar een engel vernoemd was. Waren engelen niet juist altijd afgeschilderd als wezens de goedheid zelve?
‘Raewynn is de naam’, zei ze terwijl ze haar vingers afveegde aan de onderkant van haar broek. Daar kleefden toch nog restjes opgedroogde modder afkomstig van de straten aan. ‘Vernoemd naar niets, denk ik.’

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het was verleidelijk om nog een stuk vers vlees af te snijden, op te eten. Toch deed Raphael dit niet, hoe graag hij ook wilde en hoezeer zijn lichaam ook schreeuwde dat hij meer voedingsstoffen nodig had. Op niet al te lange termijn zou het eten van te veel vlees zijn lichaam uit balans brengen. Hij zou er alleen maar meer honger van krijgen. Beter was het als hij het overige vlees zoutte en bewaarde voor de terugreis, zodat ze onderweg ook nog wat lekkers te eten hadden. Ja, zé. Hij mocht de vrouw dan gevangen hebben, hij mocht haar dan naar een onderzoekscentrum gaan brengen waar ze haar hoogstwaarschijnlijk zouden doden voor haar DNA, dat betekende niet dat Raphael haar onmenselijk zou behandelen. Een noodzakelijk kwaad, zo had hij er eerder over gedacht. Als dit dan toch haar laatste weken waren, dan maar zo comfortabel mogelijk. Tot een bepaalde hoogte.
Het verbaasde hem niet dat zijn naam een reactie uitlokte bij de vrouw. Het deed hem zelfs even glimlachen, aangezien ze niet de eerste was die een soortgelijke opmerking maakte. Maar ach, hij had ook al ontdekt dat hij met deze dame wel een redelijk woordje kon wisselen en al te serieus nam hij haar opmerkingen, die bedoeld waren om hem te steken, toch al niet. Hij pakte de touwen weer op en kwam naar haar toe, draaide haar handen op haar rug en bond ze weer aan elkaar voordat ze de kans kreeg om te reageren. 'Ze zeggen ook dat Lucifer ooit God zijn favoriete engel was,' antwoordde hij rustig, waarna hij de knopen goed legde. Hij was niet hardhandig geweest, maar wel snel, waardoor ze nu weer vastgebonden zat. Hij kende haar niet goed genoeg om te kunnen voorspellen wat voor gekke dingen ze uit zou halen als hij haar losliet, hij kende haar al helemaal niet goed genoeg om haar helemaal niet meer vast te binden. Ging waarschijnlijk ook niet gebeuren. 'Dus als je die lijn van beredenering wil volgen, ligt het misschien juist wel voor de hand dat ik Raphael genoemd ben. Trouwens, goedheid is voor interpretatie vatbaar.' Hij grijnsde. Hij had deze discussie al zo vaak gevoerd dat hij alle argumenten en tegenargumenten wel kende. Raphael, de engel, zou goed moeten zijn, was in werkelijkheid een jager, slecht, blah blah.
Haar naam leidde hem wel even af. Het waren vreemde klanken, die op een bepaalde manier toch in harmonie met elkaar leken te zijn. Raewynn was een naam die hij nog niet eerder gehoord had, dus het moest een bijzondere naam zijn. Het had vast wel een betekenis, maar Raphael vroeg zich af of ze zelf überhaupt op de hoogte was van de betekenis. Ouders gaven hun kinderen niet zomaar een naam, niet in deze wereld. Niet dat het nog uitmaakte.
'Aangenaam kennis te maken, Raewynn,' zei hij, beleefder dan hij daadwerkelijk was. Hij zou haar hand schudden, maar die had hij alweer vastgebonden achter haar rug. Oeps. Raphael richtte zijn aandacht op het gebraden vlees en begon stukken af te snijden. Hij zou ze moeten zouten, maar dat kon hij wel. Dan zou hij nog meerdere dagen kunnen genieten van dit beest, anders zou het vlees binnen de kortste keren niet meer te vreten zijn.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Of deze man had veel te veel tijd om na te denken over alle mogelijke reacties die men op het horen van zijn naam kon geven, of hij had de opmerking dat hij niet bepaald deed denken aan een engel vaker gehoord. Raewynn schatte de kans op beide dingen erg hoog in. Hij leek haar wel een type dat liever dingen in zijn eentje deed, met zijn cynische opmerkingen en onbewogen gelaat – wat anders deed hij helemaal alleen op jacht? Menig ander mens zou, als diegene zich al het gevaarlijke idee van jagen op een geëvolueerde in zijn hoofd had gehaald, toch minstens met twee personen gaan.
Anderzijds kon ze zich tevens erg goed voorstellen dat zij niet de eerste was die een opmerking maakte over hetgeen waarnaar hij vernoemd was. Vernoemd naar een engel. Het was gewoon te makkelijk om daar iets over te zeggen en zo’n kans liet zij nooit liggen. Hij had het er enkel nog makkelijker op gemaakt door te benoemen dat hij naar de aartsengel vernoemd was.
Als ze alleen was geweest (lees: als ze niet iemands gevangene was geweest) had ze nog een stuk vlees gegeten. De vettige, zoute smaak was verslavend. Nadat ze de afgelopen dagen vooral op koolhydraatrijk eten had geleefd, schreeuwde haar lichaam dat ze meer vet eten binnen moest krijgen nu. Eten dat wat dichter in calorieën was, zodat ze er langer mee vooruit kon. Jammer genoeg had ze dat niet meer voor het zeggen.
‘Moet dat nou echt?’ Met tegenzin weerstond ze de neiging om tegenkracht te zetten met haar armen op het moment dat hij haar polsen opnieuw aan elkaar bond. ‘Wat nou als ik beloof om me te gedragen?’ Raewynn tilde haar hoofd op om naar hem omhoog te kijken en toverde een onschuldig glimlachje rond haar lippen toen hij om haar heen liep, terug naar zijn plek bij het vuur. Even geleden zou ze geen woord ervan gemeend hebben, maar nu ze wist waar hij haar naartoe zou brengen, lag dat net iets anders. Het idee was dan wel in een opwelling van wraak in haar gedachten opgekomen, zo gek vond ze het eigenlijk nog niet. Hoe vaak had ze zich wel niet ingebeeld dat ze wraak kon nemen voor alles? Van de chaos aan emoties die haar in de weken daarna in een greep hadden gehouden, was dat het enige dat over was gebleven: een wraakzucht zo diep en intens dat het pijn deed. Vanbinnen at het haar langzaam op, stukje bij beetje, tot ze er op een dag aan onderdoor zou gaan. Het nemen van vergelding was voor haar de enige manier om dat te stoppen.
Raewynn lachte spottend. ‘Ik zou graag zeggen dat, dat insgelijks is, maar helaas.’ Ze keek toe hoe hij de rest van het vlees in kleinere stukken begon te snijden terwijl in haar hoofd de klank van haar naam nagalmde. Het was lang geleden dat ze iemand haar naam hardop uit had horen spreken. Ze kwam wel eens mensen tegen, maar nooit praatte ze lang genoeg met anderen om een reden te hebben hen haar naam te geven. Bovendien kon ze het niet riskeren dat de geëvolueerden van de elite-samenleving die ze gesticht hadden, haar naam ergens opvingen en haar zo eenvoudig op zouden kunnen sporen. Nu al helemaal niet. Gevangen zijn door één jager was meer dan genoeg.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



De hongerige blik op het vlees was hem niet ontgaan. Natuurlijk wilde ze ook meer van het zwijn dat ze gevangen had, maar het was nu eenmaal niet verstandig om je ineens helemaal vol te gaan proppen. Niet als je al dagen op schamelere voorraden leefde. Waarschijnlijk wist ze dat zelf ook wel, al zei haar blik iets anders. Raphael kon het aan haar uitleggen, maar hij vermoedde dat ze eigenlijk wel wist dat het niet goed was om ineens zo veel te eten.
Uit zijn tas haalde hij wat spullen om het vlees mee te conserveren, al liet hij een paar stukken liggen. Die waren voor morgen en hoefden daarom niet gezouten te worden. Binnen 24 uur zou het vlees nog prima smaken zonder dat hij er rotzooi overheen gooide. De andere stukken werden opgeborgen, een klusje dat nogal wat tijd kostte. Het was een lekker vet zwijn geweest, met veel vlees eraan. Iets waar ze nog veel dagen van zouden kunnen genieten.
'Ik wilde dat ik je op je woord kon vertrouwen,' antwoordde Raphael met een glimlach, maar hij maakte geen aanstalten om haar weer los te maken. 'Geef me één goede reden waarom ik zou geloven dat je niet nog een poging zou doen om me aan te vallen en er vandoor te gaan, dan zal ik overwegen om je niet meer vast te binden.' Hij geloofde toch niet dat ze met een overtuigende reden zou komen, dus hij vermoedde dat hij met zijn uitdaging wel veilig zat. Als je het al een uitdaging kon noemen.
Het begon al laat te worden, de laatste zonnestralen verdwenen achter de gebouwen en de lucht werd donker. Als de nacht helder was geweest, zou je de sterren nu kunnen zien, flikkerende lichtjes hier duizenden kilometers hiervandaan. Vandaag niet, de wolken blokkeerden de hemel en daarmee ook het licht van de maan en sterren. Het was echt donker.
Raphael pakte een van zijn dekens, gooide deze over Raewynn heen. Het zou niet heel erg comfortabel zijn, maar beter dan niets. Morgen zouden ze hun reis  beginnen, een reis die nog een aardige tijd zou duren. Minstens twee weken, schatte Raphael. Als het weer tegenzat, misschien wel langer. Als Raewynn besloot om tegen te werken, nog langer zelfs. 'We gaan morgen eerst wat van jouw voorraden halen uit jouw schuilplaats,' deelde Raphael haar mee. Dan hoefde hij zijn deken niet meer aan haar uit te lenen en zou ze zelf ook comfortabeler kunnen slapen. 'Daarna gaan we op weg, dus probeer wat te slapen. Ik weet dat je sneller bent, meer uithoudingsvermogen hebt en wat dan ook, de tocht zal nog steeds zwaar zijn.'

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Hij was haar ticket naar wraak. Als hij haar een beetje zou kennen, zou hij weten dat dat de enige reden was die hij nodig had om haar niet steeds vast te binden. Al kon ze niet beloven dat ze hem niet alsnog aan zou vallen of hem op zijn minst af zou schudden zodra ze de locatie van de organisatie aan hem ontfutseld had.
‘Omdat je meer aan me hebt als ik mijn handen en benen kan gebruiken zonder dat er touwen in de weg zitten’, zei ze. ‘Later zul je me er dankbaar voor zijn.’ Raewynn ging hem de ware reden niet aan zijn neus hangen, nog niet althans. In het ideale scenario zou ze de locatie op een subtiele manier uit hem weten te krijgen, zonder dat hij zich zou realiseren dat hij daarmee een fout begaan was. Daarna kon ze hem afschudden - dood of levend, dat lag aan hoe moeilijk hij het haar zou maken.
Alleen de kans op dat ideale scenario was waarschijnlijk miniem, bedacht ze zich terwijl ze toekeek hoe hij het vlees conserveerde. Ze was nog nooit iemand tegengekomen die de spullen die daarvoor nodig waren gewoon in zijn tas had zitten. Vanuit haar standpunt kon ze veel negatieve dingen over hem noemen, maar goed voorbereid was hij wel.
Raewynn trok haar benen op en plaatste haar voeten voor zich op de grond. Door haar benen daarna te strekken schoof ze zichzelf een stuk achteruit, zodat ze haar rug tegen de muur tegenover het raam kon laten zakken. Erg comfortabel was het niet met haar armen nog tussen het koude, harde oppervlak en haar lichaam in. Achter haar rug probeerde Raewynn haar handen iets te bewegen en haar polsen te draaien. Het touw gleed langs haar huid, liet een branderig, schurend gevoel achter, maar gaf geen centimeter mee.
Vanonder haar wimpers hield ze Raphael in de gaten. Hij was nog steeds druk bezig met het inpakken van de stukken vlees. Dan was misschien wel de enige troost in deze situatie - het vooruitzicht dat ze in ieder geval een paar dagen kon genieten van de rijkelijke smaak ervan. Wel een beetje jammer dat ze het moest delen.
Raewynn bewoog haar bovenlichaam een klein stukje naar voren en spande haar armspieren aan. Deze keer probeerde ze met meer kracht haar polsen te bewegen. Tot haar frustratie was het enige resultaat dat het touw dieper in haar huid sneed. Over goede voorbereiding gesproken - het was onmogelijk normaal touw dat hij gebruikte. Gewoon doorsnee touw was afkomstig van decennia geleden, aangetast door de tijd en de weersomstandigheden. Met een zachte zucht liet ze zich terug tegen de muur zakken. Dit ging niet werken.
Een nukkig geluidje verliet haar lippen toen hij doodleuk mededeelde dat ze nog spullen van haar op zouden gaan halen. Alsof het de normaalste zaak van de wereld was dat het aan hem was om haar voorraden te plunderen, waar zij bij was nog wel. Raewynn zag er echter ook kansen in. Zij kende haar schuilplaats beter dan hij. De gangen en verlaten kamers van de tweede verdieping, het trappenhuis. Op welke treden je wel en niet kon staan. En hij zou in zijn eentje niet zoveel spullen kunnen dragen. Nu hij het vlees ook nog eens mee moest nemen, bleef er weinig ruimte over voor ander proviand.
‘Welterusten dan maar.’ Ze grijnsde flauwtjes naar hem, waarna ze zich op haar zij positioneerde en haar ogen sloot. Probeer wat te slapen, zei hij, alsof dat ging lukken met haar armen in zo’n beknelde positie.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Verrassend genoeg verliep de nacht rustig. Raphael sliep niet veel, maar hij was wel uitgerust toen hij de volgende ochtend zijn ogen opende. Het zag ernaar uit dat zijn reisgenote nog niet wakker was, al kon het natuurlijk ook zijn dat ze haar ogen gewoon gesloten gehouden had. Helemaal op de hoogte van de vaardigheden van deze jonge vrouw was Raphael niet. Hij wist dat ze een aantal standaard vaardigheden had die alle geëvolueerden zo'n beetje hadden, maar hij kende ook gevallen die nauwelijks hoefden te slapen of eten. Van dat laatste leek geen sprake te zijn, maar verder kon hij natuurlijk niet zomaar dingen gaan uitsluiten.
De zon, die net aan het opkomen was, vertelde hem dat het nog redelijk vroeg was. Misschien maar beter ook, dan konden ze vrij vroeg vertrekken en dan zouden ze veel afstand kunnen afleggen voordat ze weer moesten stoppen voor de nacht.
Vrijwel geruisloos kwam Raphael overeind om wat etenswaren te pakken. Hij wilde net Raewynn aanstoten om haar wakker te maken, toen hij een geluid hoorde. Het was een zacht geluid, eerder een geschuifel, maar het was voldoende voor zijn getrainde zintuigen om op scherp te gaan. Hij stootte Raewynn aan, die haar ogen opende, maar gebaarde haar direct dat ze stil moest zijn. Zij zou het zachte geschuifel ook moeten horen, dat wist hij zeker.
Raphael moest een afweging maken en hij had weinig tijd om te beslissen. Ze werden belaagd en de kans was groot dat het meer dan één persoon was: Anders ging je geen twee mensen aanvallen, waarvan er eentje geëvolueerd was. Dat betekende dat hij zou moeten vechten en hij wist nu al dat hij dat niet ging winnen. Nee, hij had Raewynn nodig. Maar hoe groot was de kans dat ze er niet vandoor zou gaan, of zich bij haar aanvallers zou voegen?
De tijd was op. Het geschuifel viel stil en dat was de stilte die voor de storm uit ging. Raphael wist het, Raewynn moest het ook weten. Hij moest het risico nemen.
Met het mes dat hij in zijn laars droeg sneed hij de touwen rondom haar voeten los. Die had hij toch los moeten maken als ze op pad gingen, dus daar was hij wel op voorbereid. Hij nam nu echter ook het risico om haar handen weer los te maken, zodat ze bijna vrij was om te doen wat ze wilde. Het enige dat hij nu nog had om haar te controleren, was de halsband die hij haar om had gedaan.
Hij had geen seconde later moeten zijn.
Een oerkreet klonk en vanuit het niets kwam een groepje mensen op het tweetal afrennen. Raphael herkende ze niet, maar aan de snelheid waarmee ze bewogen wist hij dat het geen gewone mensen waren. Instinctief greep hij naar zijn boog, maar die droeg hij natuurlijk niet. Het enige dat hij had waren de messen die hij droeg. Dat moest dan maar.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Verrassend genoeg was Raewynn al snel in slaap gevallen nadat ze haar ogen had gesloten de vorige avond. Niet zozeer doordat ze wist dat Raphaël haar levend en in één stuk nodig had, maar vooral door de gedachte dat hij heel wat minder ontspannen ging slapen met een geëvolueerde zo dichtbij. Noem het kinderachtig, maar dat was toch wel iets waarover ze zich had kunnen verkneukelen voor ze in slaap was gevallen.
Al een tijdje zweefde ze ergens tussen de wereld van slapen en wakker zijn, af en toe wegdommelend, verwikkeld in het overdenken van haar plan. Het was de vorige avond haar hoofd binnen geslopen en had haar vanaf dat moment niet met rust gelaten. Afgezien van wat lichte twijfels hier en daar over een paar aspecten van het plan, werd ze er zekerder van iedere keer dat ze erover nadacht.
Raewynn hoopte dat het een droom was. Het geluid van voetstappen dat af en toe hoorbaar was, zo zacht dat het makkelijk een speling van de wind kon zijn, van de geluiden van het gebouw, had ze nog als droom kunnen bestempelen, ware het niet dat ze er geen gerust gevoel bij had. Nu klonk er ook geschuifel van schoenen over een vloer en heel even meende ze een zweem van gefluister op te vangen.
Raphaël had het ook gehoord. Raewynn opende haar ogen toen ze aan werd gestoten door hem. Meteen gebaarde hij haar om stil te zijn, wat hem op een enigszins laatdunkende blik kwam te staan. Hoe slecht dacht hij dat haar gehoor wel niet was? Als hij iets hoorde, dan hoorde zij het zeker.
Ze duwde zichzelf overeind tot ze zat en keek langs hem heen. De lucht had nog een donkere kleur, maar de eerste felle stralen van de zon kwamen al boven de horizon uit. Nu het licht op het raam scheen, was pas goed te zien hoe vies het glas was.
Raewynn bracht haar blik terug naar de man voor haar. In haar ogen lag dezelfde vraag die ze van de peinzende uitdrukking op zijn gezicht af kon lezen: hoe ging hij dit aanpakken? De kans dat wie hen ook naderde met goede bedoelingen kwam, was nihil. Goede intenties bestonden vrijwel niet meer in deze wereld - alleen eigenbelang.
Het geschuifel hield op. Het werd stil. De spanning in de lucht was haast tastbaar. Ingespannen keek ze naar Raphael, die haar toch lichtelijk verraste door de touwen door te snijden.
‘Verstandige keuze’, mompelde ze. Vlak daarna klonk er een luid geschreeuw. Met veel geweld werd de deur van de ruimte open getrapt. Het hout kwam met een klap tegen de muur tot stilstand en in een flits van armen en benen en wapens stormden er mensen naar binnen. Zodra ze hun snelle bewegingen zag, werd haar vermoeden bevestigd: geëvolueerden. En ze wist precies waarvoor ze hier waren.
‘Alsof door één persoon opgejaagd worden niet al genoeg is’, mopperde ze terwijl ze een gebalde vuist ontweek en de voeten van de eerste belager onder hem vandaan schopte. Raewynn rolde opzij om te voorkomen dat de man bovenop haar belandde en schoot naar de tas toe waar ze Raphaël de vorige avond haar dolk in op had zien bergen. Ze griste de tas van de grond en trok de rits open. Voor ze de kans had om daarin naar haar wapen te zoeken, kwam een tweetal geëvolueerden haar kant op. Tussen hen door ving ze een glimp op van nog twee geëvolueerden, die Raphaël druk bezig hielden.
Ze keek terug naar de twee mensen die op haar af liepen. Eén van hen was een man van eind twintig met een lelijk litteken dat over de rechterkant van zijn gezicht liep en een vervaarlijke grijns om zijn lippen. In zijn handen had hij een houten knuppel.
De andere persoon was een stuk jonger - verrassend jong zelfs. Raewynn schatte hem jonger in dan zijzelf was, duidelijk een nieuweling. Hij had een touw in zijn handen en deed zichtbaar zijn best om niet nerveus over te komen. Hij slaagde daar niet erg in - en dat begreep ze volkomen. De groep geëvolueerden waar zij vandaan kwamen, zat al enkele maanden achter haar aan. Niet iedereen die ze stuurden, kwam levend terug.
Een kort moment kruiste haar blik met die van de man, die zijn knuppel zichtbaar steviger in zijn handen nam en over zijn schouder naar achteren bracht, klaar om uit te halen. Met dat hij op haar af stormde, ontmoetten haar vingers in de tas het koele metaal van haar dolk. De vorige keer had ze hem er vanaf laten komen met dat lelijke litteken, ditmaal was ze niet zo genadig.

@Hadesu 
Hadesu
Wereldberoemd



Het waren er vier. Het leken er in eerste instantie meer, door de snelheid waarmee ze bewogen, maar het waren er slechts vier. Vier razendsnelle, supersterke supermensen. Twee van hen gingen voor Raewynn, twee voor hem. Dat verraste hem enigszins, geloofden ze dat hij één vijand misschien nog zou kunnen verslaan? Wie weet. Het was voor Raphael in ieder geval duidelijk dat ze geen goede intenties hadden en dat hij zwaar de pineut ging zijn. Vanuit zijn ooghoek zag hij Raewynn nog heel even, maar op dit moment moest hij maar accepteren dat ze even zijn bondgenote was. Ze had het een goede keuze genoemd, al twijfelde hij eraan dat ze zo meewerkend zou blijven wanneer ze, áls ze, deze aanvallers verslagen hadden.
Het zag er in ieder geval niet al te positief uit.
Was Raphael een gewone, ongetrainde man geweest, dan had hij direct het onderspit gedolven tegen deze geëvolueerde man en vrouw. Nu kreeg hij het voor elkaar om hun brute, snelle aanvallen een aantal keer te ontwijken. Het was duidelijk dat beiden ervaren vechters waren, maar hun training was niet zo zwaar en ruw geweest als die van Raphael. Dat was het enige voordeel dat hij had.
Met één van de dolken haalde hij uit naar de vrouw, die de aanval ternauwernood ontweek door naar achteren te springen. De man maakte van de opening gebruik om met gebalde vuist uit te halen. Raphael wist zijn gezicht te beschermen, maar ving de klap op met zijn arm en verloor zijn evenwicht, waardoor hij op de grond landde en de dolk uit zijn hand vloog. Zijn tweede dolk zat netjes aan de tas die Raewynn had doorzicht voor haar wapens, dus dat was geen optie: Het was te ver weg en te veel risico.
Ineens viel zijn oog op de pijlkoker, die door het vechten omgerold was. De pijlen waren wat verspreid geraakt, maar de punten glinsterden in het ochtendlicht. Raewynn had niet van het verdovingsmiddel geweten. Misschien wisten deze mensen het ook niet, misschien gaf het hem een kans. Zijn enige kans.
Raphael graaide naar de pijlen en kreeg er drie te pakken. Eentje viel direct weer uit zijn handen toen hij een trap kreeg, maar hij herstelde zich snel. Ditmaal wierp hij zich op de man, die dat niet verwacht leek te hebben. De pijl boorde zich in de schouder van de man en hoewel diens gezicht even verkrampte van de pijn, lachte hij het al snel weg en trok hij de pijl uit zijn schouder. Het zou nog even duren voordat het middel zou werken, dus tot die tijd moest Raphael volhouden. Nog even.
De vrouw was veel sneller dan de man. Haar raken was lastiger, al hoopte Raphael dat ze afgeleid zou raken als ze merkte dat de man met wie ze samen vocht ineens in elkaar zakte. Het tweetal werkte zo synchroon samen dat ze bijna wel een band móesten hebben.
Nog één pijl in zijn hand. De vrouw hield hem strak in de gaten, de man zocht naar een nieuwe opening. Raphael voelde hoe zijn arm klopte van de dreun die hij had ontvangen. Er glinsterde iets in de hand van de vrouw. Zijn dolk. Natuurlijk had zij de dolk opgepakt toen hij die had laten vallen.
'Nu!' riep de vrouw, waarop ze ineens op hem af kwam rennen, dolk in de aanslag. De man probeerde haar te volgen, maar direct merkte Raphael dat het middel begon te werken. Dat leidde de vrouw ook even af en in dat moment van zwakte zag Raphael een kans om de tweede pijl in haar zij te steken. Ze slaakte een kreet van pijn en haalde naar uit met de dolk, wat Raphael een lelijke snee op zijn wang bezorgde. Een vloek verliet zijn mond toen hij zijn handen voor zijn gezicht sloeg, alsof dat de pijn zou doen stoppen.

@Daynty 
Daynty
Internationale ster



Het was niet zo dat ze graag iedere dag in een gevecht belandde, maar Raewynn moest toegeven dat het een vermakelijke uitdaging was om het op te nemen tegen deze mensen. Iedere keer dat wat overbleef van deze groepjes met hangende pootjes terugkeerde naar hun basis, werden er de volgende keer personen gestuurd die net een tikkeltje beter waren. Net iets sneller, net iets sterker, net iets vaardiger in een vechttechniek of met bepaalde wapens. Het voelde bijna alsof ze iedere keer dat ze weer aan hen ontkomen was, een level omhoog ging. Inmiddels was het al enige tijd geleden sinds het laatste echte gevecht dat ze had gehad en ze had er eigenlijk wel zin in om haar vechtkunsten weer eens op de proef te stellen.
Raewynn pakte de dolk uit de tas en smeet deze van haar af op de grond. Een fractie van een seconde daarna ging de man in de aanval. Met een rotvaart suisde de knuppel door de lucht, op de zijkant van haar lichaam af. Haar vrije hand schoot naar voren en hield het wapen tegen voor het tegen haar arm aan sloeg. Ze klemde haar vingers om het hout en gaf er een flinke ruk aan, waardoor de man van zijn plaats moest komen. Hij stapte naar voren. Raewynn bracht haar gewicht naar haar achterste voet en gaf de man een trap in zijn buik. Hij wist de knuppel nog net weer uit haar hand te trekken toen hij achterover tuimelde. Alles gebeurde in slechts enkele seconden.
Vanuit haar ooghoeken zag ze de andere persoon naar voren stappen, de jongen. Waar hij net alleen nog een touw in zijn handen had gehad, hield hij nu twee lange messen vast. Raewynn grijnsde. Eindelijk iemand die met soortgelijke wapens vocht - ze hoopte dat hij er een beetje vaardig mee was. Het liefst had zij ook haar andere dolk bij de hand gehad, maar die lag nog in de tas.
Raewynn boog haar knieën iets en bracht haar armen een stuk omhoog, klaar om een eerste aanval van de jongen op te vangen. Ze hoopte dat de andere man nog even op de grond zou blijven, al was ze er bang voor.
Zodra de jongen naar voren bewoog in een eerste aanval, zag ze het twijfelachtige uit zijn houding verdwijnen. Zijn aanval was snel en precies. Uit zijn ogen kon ze niet afleiden waar hij van plan was aan te gaan vallen. Hij hield ze strak op haar gezicht gericht.
‘Let op, we hebben haar levend nodig’, hoorde ze een vrouwelijke stem op de achtergrond nog roepen.
Raewynn kon niet ontkennen dat ze de jongeman enigszins onderschat was. Hij vocht zelfverzekerd en verrassend en bood haar zowaar een echte uitdaging. Verbeten weerde ze zijn aanvallen af en sloeg ze zelf toe met haar dolk. Het lemmet gleed langs zijn bovenarm, een diepe snee achterlatend. Hij was er even zichtbaar door verrast. Raewynn wilde van het moment gebruik maken om een volgende klap toe te dienen, toen zich plots twee armen van achteren om haar heen klemden. De knuppelman was weer overeind gekomen. Met al haar kracht wierp ze zich naar achter, sloeg ze de man met zijn rug tegen de muur aan. Voor haar kwam de jongen met de messen op haar afgestapt, een kleine grijns op zijn gezicht, in de veronderstelling dat het gevecht hiermee gedaan was.
Raewynn maakte gebruik van het feit dat de man haar zo stevig vastklemde en hief haar voeten op van de grond, om deze hard in de buik van de jongen te plaatsen. Hij vloog een stuk achterover in de kamer. Ze ramde haar achterhoofd tegen de neus van de man achter haar en ontworstelde zich aan zijn greep. Net voordat de jongen één van de messen in haar schouder kon rammen, dook ze opzij. Ze rolde over de grond naar één van de pijlen vlakbij Raphael. Ze griste het ding van de grond en in een draai boorde ze het ding in de borstkas van de man met de knuppel. De uithaal waar hij mee bezig was, verloor iets aan kracht. Dat maakte het helaas niet minder pijnlijk toen de knuppel tegen haar schouder aan sloeg. Dezelfde schouder waar Raphael gister een pijl neer had geschoten.
De adem van de man stokte in zijn keel en hij greep naar de pijl die uit zijn hart stak. Het verdovingsmiddel was leuk, maar Raewynn had niet langer het geduld om te wachten tot het in zou zijn gewerkt.
Een beweging vanuit haar ooghoeken leidde haar weer af. De messenjongen kwam opnieuw haar kant op. Raewynn greep de man bij zijn armen en trok zijn lichaam tussen dat van haar en de messen in, waardoor de jongen zijn eigen teamlid in de rug stak. Ze kon de schrik op zijn gezicht zien.
Ze duwde de man van haar af. Hij zakte stuiptrekkend ineen op de houten vloer. Voor de jongen de kans had om van de schrik te herstellen, sloeg Raewynn één van de messen uit zijn hand. Zodra hij met de andere uithaalde - een veel minder geraffineerde uithaal dan eerst - greep ze zijn arm vast en brak ze zijn onderarm op haar knie. Bloed welde op uit de plek waar het bot door zijn huid heen stak. Het andere mes viel uit zijn hand, kletterde op de grond.
Ondanks dat haar schouder protesteerde van de pijn haalde ze met haar vuisten uit naar het gezicht van de jongen. Ze was niet tevreden met alleen een gebroken arm, daarmee zou hij er veel te goed vanaf komen. Na een paar rake klappen duwde ze hem met zijn rug tegen de muur naast de deur, de dolk tegen zijn keel aan. De doodsangst in zijn ogen deed haar goed.
‘Vertel je baas dat ik er nu wel echt klaar mee ben om achterna gezeten te worden’, gromde ze. Om haar woorden kracht bij te zetten duwde ze de dolk strakker tegen zijn huid. Hij spartelde om tussen haar en de muur vandaan te komen. ‘Heb je dat begrepen?’
Ze kreeg niet meteen een antwoord en duwde haar onderarm steviger tegen hem aan. Bloed lekte uit zijn neus en zijn lip en ze wist zeker dat hij morgen een blauw oog erbij zou hebben. Het was verleidelijk een einde aan hem te maken, maar er moest iemand zijn om de boodschap over te brengen.
‘Ik vroeg of je het had begrepen?’
Hij mompelde iets dat op een bevestiging leek.
‘En nu maken dat je hier wegkomt’, snauwde ze. Raewynn haalde haar dolk weg en duwde hem de gang op. Even bleef ze kijken, om hem steun zoekend bij de muur weg te zien strompelen. Vervolgens draaide ze zich om naar Raphaël. De man met wie hij in gevecht was geweest lag verdoofd op de grond, vechtend tegen het spul dat zijn spieren krachteloos maakte. Uit de zij van de vrouw stak ook een pijl, maar zij had haar krachten nog niet verloren - en daar maakte ze gebruik van. Terwijl Raphael zijn handen voor zijn gezicht had, hief zij de dolk in haar hand. Raewynn wist dat Raphael nooit snel genoeg zou kunnen bewegen om de genadeslag af te wenden. Ze schoot naar voren en met haar eigen dolk reet ze in één krachtige beweging de keel van de geëvolueerde open. Het bloed gutste uit de wond en spatte op Raphael.
Raewynn duwde het lichaam van de vrouw opzij en ging rechtop staan. Ze keek opzij naar de andere man die de gevolgen van Raphaels pijlen onderging. Zijn gezicht stond strak van de woede en frustratie - als blikken konden doden, waren zowel zij als Raphael er alsnog geweest.
Raewynn hurkte naast de man neer, keek hem even kil aan en haalde haar dolk ook langs zijn keel. Ze konden het niet gebruiken als hij de verdoving onverwacht te boven zou komen.
Met de zweem van een tevreden glimlach op haar gezicht, draaide ze zich terug naar Raphael. Hij stond op het punt om zichzelf rechtop te duwen. Raewynn plaatste een voet op zijn borstkas en hield hem zo tegen de grond aangedrukt. Afkeurend klakte ze met haar tong.
‘Dat dacht ik niet.’ Ze zou hem haar bewegingsvrijheid niet weer laten ontnemen nu ze het net terug had. Aan de rand van haar blikveld zag ze iets bewegen. Zijn hand. Onopvallend probeerde hij te reiken naar de laatste nog intacte pijl die op de grond lag. Raewynn bukte en raapte de pijl op van de grond, om de punt ervan in het levenloze lichaam van de vrouwelijke geëvolueerde te steken. Hoe handig de pijlen ook waren tegen andere geëvolueerden, ze kon niet het risico lopen dat Raphael zijn laatste pijl tegen haar zou gebruiken.
Met een zelfingenomen grijns bracht ze haar ogen terug naar zijn gezicht. Opnieuw boog ze zich voorover, ditmaal om de afstandsbediening van de halsband uit zijn broekzak te halen. Even bestudeerde ze de knopjes, tot ze het knopje gevonden had dat het slot los liet klikken. Ze wierp de halsband op de grond.
‘Geen pijlen en geen halsbanden meer.’ Ze haalde haar voet van zijn borstkas en vermorzelde de afstandsbediening onder haar schoen. ‘En als je slim bent, haal je ook geen andere trucjes uit.’
Raewynn glimlachte even zoetjes, waarna ze zich van hem wegdraaide en het elastiek uit haar haren trok. Haar staart was door het vechten hals uitgezakt.
Met langzame passen liep ze door de kamer, langs de drie bewegingloze lichamen, ondertussen voorzichtig voelend aan haar pijnlijke schouder.
‘Ik zei toch dat het een goede keuze was om me los te maken’, zei ze tevreden terwijl ze neerhurkte naast de knuppelman en een speldje met het embleem van de organisatie geëvolueerden waar zij bij hoorden, van zijn shirt af trok.

@Hadesu 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste