Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Wecantbefriends
💜💜💜
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
16 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Pagina: | Volgende | Laatste
O | A rebellion among the stars
Daynty
Internationale ster



This was imperial, this was lasting, this is gone


Een orpg met Bo <3

---

Zaniah Erendyz, kroonprinses van Silurian





Elijah Woods



@Demish 
Demish
Internationale ster




Nirah Khan





Ryszard Zajac


Demish
Internationale ster



Voor iemand met hoogtevrees hadden de rebellen hem echt op de verkeerde plek geplaatst. 
Zodra hij de glazen lift in was gestapt, had hij zijn rug gekeerd naar het uitzicht waar iedereen zich normaal gesproken aan vergaapte. De skyline van Silurian bestond uit vele wolkenkrabbers, allemaal zorgvuldig gebouwd met de mooiste en duurste materialen. Het centrum krioelde van de mensen, snelle treinen en door de mens gebouwde parken waar het gras net iets te groen was en in scène gezette watervallen bleven stromen. In de avond, wat het nu was, was het net alsof men naar een lichtshow keek.
Zijn baas, de hoofdwachter van de koninklijke soldaten, had hem zojuist van zijn gebruikelijke verdieping geplukt met de boodschap dat hij voortaan zijn werk ergens anders zou uitvoeren. 
Ryszard werkte al minimaal zes jaar als wachter en dat hij zo plotseling werd overgeplaatst, beangstigde hem. Op zijn eigen verdieping kende hij de wachters, de routine die daar de dagelijkse sleur in stand hield. Die routine kwam van pas als hij zijn eigen plan moest trekken. Dan wist hij precies wie hij moest ontwijken, waar hij wel naar toe kon en wanneer hij op zijn plek moest blijven staan.
De hoofdwachter scande haar gezicht en kreeg daarna toegang tot het bedieningspaneel wat de lift hoger zou brengen dan Ryszard gewend was. Ze zouden naar de koninklijke vertrekken gaan, helemaal bovenin.
De lift kwam in beweging, te snel naar zijn zin. Ondanks dat hij zich om had gedraaid, waren de deuren ook van glas en kon hij nog altijd waarnemen hoe snel de lift zich verplaatste. Naast hem praatte zijn baas, maar geen van haar woorden bereikte hem.
Zijn lichaam voelde ongemakkelijk en het zweet brak hem uit. Hij gunde zichzelf een kort moment om op adem te komen en sloot zijn ogen.
‘- en dat is waarom de koning heeft verzocht dat we haar van een lijfwacht voorzien. Zajac, luister je naar me?’
Ryszard dwong zichzelf om zijn ogen te openen. Hij was opgelucht om te zien dat de teller in de lift bijna zijn einddoel had bereikt en dat ze ieder moment aan zouden komen op de verdieping die de hoofdwachter in had getoetst. Hij herkende het nummer van de verdieping. Hier bevonden zich de sport- en trainingszalen 
‘Ik luister, mevrouw,’ zei hij, terwijl hij na ging welke woorden hij misschien had gemist. ‘De koning heeft verzocht dat zijn dochter ten alle tijden wordt vergezeld door een lijfwacht. Iemand die haar beschermt en in de gaten houdt.’ Het was vanzelfsprekend dat de koning een lijfwacht voor zijn dochter wilde. Zelf had hij die bescherming al, evenals zijn vrouw.
‘Precies. De dreiging in de derde ring en in de buitenlanden neemt toe. Zojuist nog is er een melding gemaakt van een groep rebellen die vluchtelingen naar binnen probeert te smokkelen. De prinses heeft bescherming nodig, jouw bescherming.’
‘Ja, mevrouw.’
Nirah. Dat was zijn eerste gedachte bij het horen van de woorden. De leidster van de rebellen hield zich al maanden bezig met het ongezien naar binnen smokkelen van vluchtelingen uit de buitenlanden. In de stad, zelfs in de derde ring, was het veilig. Veiliger dan de buitenlanden, waar veel mensen probeerden te vluchten van de verschrikkelijke leefomstandigheden. Nirah hielp die mensen.
De glazen lift kwam eindelijk tot stilstand en de deuren schoven voor hem open. Zo snel als hij kon zette hij een stap naar voren, blij om verlost te zijn van de glazen doos die veel te snel omhoog was bewogen. Zijn baas versperde zijn weg met haar arm.
‘Wat advies: prinses Zaniah is… moeilijk, rusteloos. Ze zal haar uiterste best doen om te achterhalen waarom haar vader een lijfwacht voor haar heeft verzocht.’ Ryszard opende zijn mond om te vertellen dat hij niets los zou laten, maar daar leek zijn baas niet op te doelen. ‘Ze zal jouw stilte alleen maar zien als een uitdaging, dus pas op.’
De waarschuwing voor de doortastendheid van de prinses leek niet voldoende te zijn. Zodra ze de trainingsruimte binnenliepen, zag Ryszand haar vurig inslaan op een stootzak. Ze was overduidelijk getraind om te vechten, want haar klappen waren precies en haar houding was stevig. Toch bewoog ze licht op haar voeten.
Door de vurigheid waarmee ze sloeg, twijfelde Ryszand of iemand haar al had ingelicht over haar nieuwe lijfwacht.
‘Prinses Zaniah,’ sprak de hoofdwachter. Ze wachtte tot de prinses hen had gezien en toestemming had gegeven om dichterbij te komen. 
Ryszard had Zaniah slechts een paar keer voorbij zien lopen, maar met haar schoonheid was dat altijd genoeg geweest om zijn aandacht te trekken. Die ene keer dat ze hem recht in zijn ogen aan had gekeken en hij kennis had gemaakt met de diepe, blauwe kleur van haar irissen stond nog in zijn geheugen gegrift.
Zowel Ryszard als zijn baas maakten een buiging naar de prinses. Hij nam een rustpositie aan, zoals hij geleerd had te doen in het bijzijn van een lid van het koninklijk huis. Zijn geweer gericht naar de grond en zijn rug gerecht.
‘Hoogheid, sta mij toe om u voor te stellen aan Ryzard Zajac. Hij is al jaren één van de beste koninklijke soldaten en vanaf heden is hij uw persoonlijke lijfwacht, op verzoek van de koning.’ Zijn baas gaf hem een zetje naar voren en Ryzard gaf een saluut.
‘Het is een eer, prinses.’
Als Nirah, of één van de andere rebellen, hem zo zou zien, zouden ze vast erg tevreden zijn. Niemand had het ooit tot in de koninklijke vertrekken geschopt.
Daynty
Internationale ster



Voor een van de belangrijkste personen in Silurian voelde Zaniah zich op dit moment bijzonder onzichtbaar. Met haar vingertoppen volgde ze de grillige gouden lijnen die het glanzende oppervlak van de marmeren vergadertafel doorspekten, terwijl ze luisterde naar een discussie tussen een generaal van het leger en de koning Yurgen Erendyz, haar vader. 
‘Koning Lyndon van Shawes verzoekt om extra militairen uit Silurian voor escortes van goederen over de interstedelijke spoorlijn,’ las de generaal voor vanaf het scherm van zijn tablet. 
‘Nog meer militairen?’ bromde koning Erendyz ontstemd. ‘We hebben vorige week nog een peloton soldaten beschikbaar gesteld voor precies hetzelfde doel.’
De generaal scrolde door het document dat hij voor zich had. ‘Kennelijk hebben ze onrust in Shawes. De extra militaire escortes van de goederentreinen zijn nodig om de goederenstroom veilig te houden.’
‘Wat is het ook alweer dat we uit Shawes krijgen?’
‘Grondstoffen voor cement en graanproducten,’ antwoordde Zaniah zonder op te kijken. 
Haar vader snoof. ‘Vertel koning Lyndon dat we zijn verzoek weigeren,’ gaf hij de generaal als opdracht. ‘We kunnen onze soldaten beter inzetten van bij het bewaken van cement en graan.’
Zaniahs vingers vielen stil op de tafel en ze keek met een ruk op. ‘Maar dat zijn producten voor—’
‘Zoals u wenst, majesteit.’ De generaal onderbrak haar alsof ze helemaal niets had gezegd. 
Ze moest de neiging weerstaan haar handen tot vuisten te ballen en draaide zich naar haar vader. ‘Vader, die producten zijn voor de derde ring. Als de transporten belaagd worden dan—’
‘Oh, vergeet niet koning Lyndon eraan te herinneren dat hij ons ook geen militaire steun wilde verlenen toen de transporten buiten Silurian lastig werden gevallen door de Buitenlanders,’ voegde de koning toe aan zijn opdracht aan de generaal. 
Zaniahs handen prikten om op tafel te slaan en te eisen dat ze naar haar zouden luisteren, dat ze haar op zijn minst uit zouden laten praten, maar ze liet zich met een verwrongen gezicht terugzakken in haar stoel en klemde haar kaken op elkaar. Het had haar maanden van smeken bij haar vader gekost voor hij haar had toegelaten om zo nu en dan een vergadering bij te mogen wonen. Ze herinnerde zich nog hoe enthousiast ze ervoor was geweest. En hoe gedesillusioneerd ze na de eerste vergadering terug naar haar vertrekken was gelopen. Bij een vergadering zitten en daadwerkelijk iets in mogen brengen, bleken twee heel verschillende dingen te zijn. Het grootste gedeelte van de tijd gedroegen de aanwezigen zich alsof zij helemaal niet in dezelfde ruimte was als hen. 
‘Yurgen.’ William Erendyz, de jongere broer van de koning en tevens zijn meest vertrouwde adviseur, zette zich iets rechterop. ‘De prinses heeft een punt. Het cement is hard nodig voor de bouw van nieuwe woningen in de derde ring. Sommige flats puilen uit van de bewoners.’ 
Zaniah beantwoordde Williams bemoedigende blik met een dankbare glimlach. Hij nam het vaak voor haar op als de anderen haar buitensloten. Misschien omdat hij wist hoe het was om dichtbij de macht te staan, maar er net naast te vallen. 
‘Ze mogen allang blij zijn dat ze binnen de veiligheid van de Muur wonen,’ veegde de koning Williams woorden aan de kant.
Nu veerde Zaniah wel overeind. Ze legde haar handen op tafel en keek haar vader aan. ‘Zo kun je niet—’
Voor de derde keer in korte tijd werd ze onderbroken, dit keer door de deur van de vergaderzaal die onaangekondigd open zwaaide. Met een ruk draaide Zaniah zich om, klaar om uit te vallen naar de persoon die het waagde zomaar binnen te vallen, maar bij het zien van de vrouw in de deuropening slikte ze haar woorden in. Het was generaal Winther, een van haar vaders meest gerespecteerde generaals. 
‘Majesteit, het spijt me dat ik u zo stoor.’ Haar stem klonk alsof ze de talloze verdiepingen naar de vergaderzaal met de trap omhoog had gerend en haar borstkas zwoegde op en neer. ‘Ik heb nieuws voor u. Het is…’ Haar ogen schoten naar Zaniah en weer terug naar de koning. ‘...belangrijk.’
Zaniah wist al wat dat betekende voor haar vader zich naar haar toedraaide. 
‘Zaniah, dat was het wel voor jou voor vandaag. Ga maar kijken of je je moeder nog kan helpen met de voorbereidingen voor het feest overmorgen.’
‘Waarom mag ik hier niet bij zijn? Waar gaat dit nieuws over?’
Het gezicht van de koning verharde. ‘Dit gesprek hebben we al eens gevoerd. Laat me niet nog een keer herhalen wat ik toen heb gezegd.’
‘Dit gaat over hetzelfde waardoor ik ineens een lijfwacht nodig heb, of niet?’ Zaniah snoof en kwam overeind van haar stoel. Voor haar vader nog iets kon zeggen, beende ze de vergaderzaal uit. In het voorbijgaan wierp ze generaal Winther een donkere blik toe. 
Zodra de deuren van de vergaderzaal achter haar dichtvielen, liet Zaniah haar adem in een diepe zucht ontsnappen. Ze ging met een hand door haar donkere haren en bleef voor de ramen van de brede gang staan, kijkend naar de talloze gebouwen die glinsterden in het zonlicht. Een goede koningin zijn voor haar volk, dat was het belangrijkste dat ze wilde. Maar hoe kon ze ooit een goede koningin zijn als haar vader haar continu weghield bij belangrijke politieke zaken? Hoe moest ze ooit leren wat het bestuderen van een koninkrijk allemaal inhield als ze daar geen kans voor kreeg? 
Zaniah liet haar hoofd achterover zakken en sloot haar ogen. De mensen in Silurian waren gesteld op haar, dat wist ze. Van de koninklijke familie begaf zij zich het vaakst buiten de centrumring, om de stad en de mensen te zien op het straatniveau, in plaats van altijd maar vanaf de bovenste verdiepingen van de twee torens die het midden vormden. Ze stopte veel geld en aandacht in liefdadigheid, dat was het enige dat ze kon doen voor de mensen zolang haar vader weigerde haar inspraak te geven op staatszaken. Hun gouden prinses, noemden de mensen haar. Zij zou voor een goede toekomst zorgen. 
Maar wat als ze dat niet kon? 
Resoluut blies Zaniah haar adem uit. Ze opende haar ogen, draaide zich weg van het panoramische uitzicht en beende naar de lift om haar naar de verdiepingen van de koninklijke familie te brengen. Het gevoel dat ze zou falen, dat ze de mensen teleur zou stellen, had zich als een donkere wolk samengepakt boven haar hoofd. Ze haatte het. Ze haatte het branderige gevoel in haar ogen - en niets hielp zo goed om dat weg te drukken als het omzetten in woede en iets in elkaar slaan. 
Niet veel later stond Zaniah in de sportzaal, haar tot vuisten gebalde handen ingezwachteld met tape, en liet ze al haar frustratie los op de bokszak die voor haar hing. Ze was zo gefocust op haar slagen dat ze pas doorhad dat er iemand de sportzaal binnen was gekomen toen de stem van de kapitein van de wacht haar bereikte. Terwijl de vrouw met een wachter in haar kielzog dichterbij kwam, schudde Zaniah een paar losgeraakte plukjes haar naar achteren. 
Het verraste haar om te zien hoe jong de wachter die haar lijfwacht zou worden, was. De lijfwachten van haar ouders waren ouder, hadden al jarenlang in de koninklijke wacht of in het leger gediend. Ze vroeg zich af wat deze jongeman had gedaan dat hij zo’n reputatie op had gebouwd dat ze hem hadden gekozen als haar lijfwacht. 
‘Dankjewel, Meera,’ knikte Zaniah naar de kapitein van de wacht. De vrouw beantwoordde haar knikje met een korte buiging van haar hoofd, waarna ze de trainingsruimte verliet. 
‘Je bent precies op tijd.’ Zaniah liep terug de sportmat op en draaide zich grijnzend om naar Ryszard. ‘Ik heb een vechtpartner nodig. En wie beter dan een soldaat?’
Hij keek haar een momentlang zwijgend aan, alsof hij zich afvroeg of ze haar woorden serieus meende of dat het een grapje was. Uiteindelijk schraapte hij zijn keel. ‘Met alle respect, hoogheid, maar dat lijkt mij geen goed idee.’ 
‘Waarom niet? Je gaat me toch niet vertellen dat je bang bent dat je van mij verliest?’ Ze trok de staart in haar haren strakker aan. ‘Dan kan ik net zo goed mijn eigen lijfwacht zijn.’
Ze had verwacht iets van schrik of paniek over zijn gezicht te zien flitsen, maar hij bleef haar beleefd aankijken. ‘Dat bedoel ik niet, hoogheid.’
Nu trok Zaniah quasi verontwaardigd een wenkbrauw op. ‘Dus je wil zeggen dat ik niet goed genoeg kan vechten? Begin je je eerste werkuur altijd met het beledigen van de persoon die je moet beschermen?’
Eindelijk vertoonde het kalme masker op zijn gezicht een barstje, zij het een erg kleine. Zijn ogen flitsten naar links en daarna naar rechts, alsof hij zocht naar iemand anders in de ruimte die hem uit deze situatie kon redden. 
Zaniah lachte. ‘Het was maar een grapje,’ wuifde ze haar woorden weg. ‘Maar ik heb wel serieus een vechtpartner nodig.’
‘Heeft u geen personal trainer die met u kan trainen?’ opperde Ryszard. 
‘Jawel.’ Ze spreide haar armen uit en draaide een rondje om haar as, gebarend naar de lege zaal. ‘Maar die is nu niet hier, of wel?’ 
Ryszard volgde haar blik de zaal door. Zijn ogen bleven hangen bij een stootkussen dat naast de mat lag. Na een korte zucht trok hij de band van zijn geweer over zijn hoofd en legde hij het wapen zorgvuldig op een bank aan de kant. 
‘Ik kan deze wel voor u vasthouden, als u erop staat,’ zei hij terwijl hij het stootkussen van de grond raapte en voor zijn lichaam bracht. 
‘Spreek me alsjeblieft gewoon aan met “je”.’ Zaniah plaatste haar voeten goed op de mat, bracht haar vuisten voor haar bovenlichaam omhoog en begon met gerichte slagen op het stootkussen te slaan. ‘Zoveel ouder dan ik kan je niet zijn.’ Tussen haar slagen door wierp ze hem een vragende blik toe. 
‘Ik ben vierentwintig,’ beantwoordde hij haar onuitgesproken vraag. Tevreden met het feit dat haar inschatting klopte, knikte ze. Hij was twee jaar ouder dan zij was - en hij had het nu al geschopt tot lijfwacht. Zou hij weten waarom haar vader ineens persoonlijke bescherming voor haar wilde? Het kon haast niet anders dan dat hem dat verteld was. Zelfs een simpele soldaat wist nog meer over de veiligheidssituatie dan zij. 
Zaniah gaf nog een harde klap tegen het kussen voor ze haar armen langs haar lichaam liet vallen. ‘Wil je echt niet vechten?’ probeerde ze nog een keer. ‘Je hoeft niet bang te zijn dat je erdoor in de problemen komt. Ik heb het je immers zelf gevraagd.’
Ryszard liet het stootkussen iets zakken om zijn armspieren wat rust te geven. ‘Dat lijkt mij geen goed idee,’ herhaalde hij zijn eerdere antwoord. 
‘Zeg je dat ook tegen vijanden die je aanvallen?’ Een vleugje ergernis weerklonk in haar stem. 
‘Natuurlijk niet,' antwoordde hij.
Haar mondhoeken kropen omhoog tot een slinkse grijns. ‘Misschien moet ik dat dan eens proberen.’ En voor hij de tijd had om te bedenken wat dat precies betekende, haalde ze met haar vuist uit naar zijn kaak.
Demish
Internationale ster



Het ontmoeten van prinses Zaniah was als een wervelvind. Haar vragen en opmerkingen tolden om hem heen en ze gaf hem nauwelijks rust om na te denken over zijn woorden, want binnen de kortste keren had ze die al verdraaid. Veel kon hij er niet tegenin brengen, want hij werkte nu voor haar. Het liet hem afvragen of Meera hem uit had gekozen omdat hij bekwaam genoeg was, of dat ze simpelweg iemand had moeten kiezen waarvan ze hoopte dat hij of zij niet meteen zou klagen over de prinses.
Houd je rustig, sprak hij tegen zichzelf. Dit was een buitenkans voor Nirah en de rebellen. Als hij contact met haar zou opnemen, dan zou ze in haar handjes knijpen met de informatie. Jammer genoeg kon hij Nirah niet zomaar bereiken. De technologie in de twee torens was uitmuntend en er bestond een kans dat de technische beveiliging hun communicatiespoor zou oppikken.
Het leek dat hij de prinses eindelijk af had geleid van al haar vragen toen ze was begonnen met het inslaan op het stootkussen, maar al snel bleek dat ze maar voor een deel gefocust was op haar bewegingen. Het ene moment drong ze aan dat hij wel met haar zou vechten, het andere moment haalde ze uit met haar vuist.
In een reflex liet hij de stootzak uit zijn handen vallen. Hij greep haar vuist vast en voorkwam zo dat de prinses hem zijn eerste dag zou belonen met een blauwe plek op zijn kaaklijn. Daar zouden de andere soldaten vast om lachen.
Hun handen zweefden in de lucht, zijn greep stevig rond die van haar. Haar blauwe ogen lieten hem niet los. Ze was zich vast aan het bedenken wat voor straf ze hem zou geven nu hij haar had gestopt, aan had geraakt. Hij had spijt van zijn snelle beslissing. Hij had zich moeten laten slaan.
Langzaam vormde er een glimlach rond haar volle lippen. ‘Interessant.’
‘Vergeef me, hoogheid.’ Rys liet haar hand los en zette een stap naar achteren. 
Zaniah overbrugde vrijwel meteen de afstand die hij had gecreëerd. ‘Ryszard, was het toch?’
Hij knikte.
Ze kneep haar ogen iets samen. ‘Ik ga je Rys noemen.’
‘Het is Ryszard, prinses.’ Hij had niet het idee dat het normaal was dat ze zijn naam afkortte. Niemand had dat ooit gedaan. Zij stond er dan wel op dat hij haar informeel aan zou spreken, een idee waar hij nog aan moest wennen, maar het geven van bijnamen was in zijn ogen nog een paar stappen verder.
Zaniah had zich omgedraaid en pakte haar fles met water, waar ze een aantal slokken van nam.
‘Je bent een snelle vechter, Rys.’ Ze keek over haar schouder. Ryszard zijn lippen vormden zich tot een dunne lijn bij het horen van de afkorting, wat de prinses alleen nog maar meer leek te amuseren. ‘Laten we eens kijken of je mij bij kan houden.’
Ze had haar laatste woord nauwelijks uitgesproken of ze had zich alweer omgedraaid, dit keer met haar voet. Ryszard bukte, geschrokken door haar snelle beweging. Zaniah was niet van plan om te stoppen met haar training, zeker niet nu ze een partner had opgeëist.
Zaniah stapte naar voren en gaf hem nauwelijks de tijd om zijn positie aan te nemen. Het was duidelijk dat ze vertrouwde op haar snelheid, omdat ze wist dat hij meer spierkracht had. Hij blokkeerde haar eerste slag en ontweek haar tweede.
Nog steeds was hij van mening dat hij niet met de prinses zou moeten vechten, maar de prinses in kwestie leek daar maling aan te hebben. Het beste wat hij kon doen, om de prinses te sparen en zichzelf niet in een gevaarlijke situatie te laten belanden, was verdedigend vechten. Hij liet haar dichtbij komen, ontweek hier en daar een stoot en Zaniah raakte zelfs een keer zijn maag met een venijnige trap.
Langzaam kwam hij overeind, zijn handen rustend op zijn knieën terwijl hij zijn lichaam tijd gaf om te herstellen van de klap. Hij hoopte dat hij niet iedere keer de klos zou zijn als ze wilde trainen. Misschien moest hij haar personal trainer opzoeken om te vragen of hij wat vaker een sessie wilde inplannen.
Zaniah gunde hem minder tijd om bij te komen. Hij bespeurde frustratie in haar gezicht, maar ze uitte zich niet verbaal. In plaats daarvan stormde ze op hem af en deed ze een poging om hem te vloeren.
Met een snelle beweging greep hij haar middel vast en gebruikte hij haar eigen gewicht, en snelheid, tegen haar. Hij werkte haar op de grond, oplettend dat hij niet te ruw was, en pinde haar handen boven haar hoofd.
‘U… Je,’ corrigeerde hij zichzelf, ‘bent inderdaad snel. Maar om je te beschermen, moet ik sneller zijn.’
De prinses onder hem grijnsde, haar blauwe ogen glommen slinks. Ze trok haar handen uit zijn losse greep en wist hem op de grond te werken. 
Haar hand rustte op zijn borstkas en ze boog iets naar hem toe. ‘Dan heb je nog wat training nodig, Rys.’
Daynty
Internationale ster



Zaniah liet hem niet meteen los toen ze hem tegen de grond gewerkt had. In plaats daarvan nam ze een kort moment om zijn gezicht van dichtbij in haar op te nemen. Haar ogen dwaalden van de rossige tint in zijn haren naar zijn ogen, die een mengeling waren van grijsgroene tinten met een schittering van goudbruin rond de pupil, en vanaf daar via zijn lippen naar zijn scherpe kaaklijn. Ondanks dat zijn gelaatstrekken verraadden dat hij jong was, lag er een geconcentreerde blik in zijn ogen, eentje die liet blijken dat hij zijn werk erg serieus nam. Het paste bij de rest van zijn verschijning, bij zijn kalme, beheerste houding, zelfs nu zij hem tegen de grond gedrukt hield. 
Zaniah voelde een licht schuldgevoel over haar heen vallen. Hij probeerde zijn werk te doen - belangrijk werk, waar de kapitein van de wacht hem persoonlijk voor had uitgekozen - en zij dwong hem om met haar te trainen. En voor wat? Omdat ze gefrustreerd was over haar vader en de generaals? Omdat ze liever wegrende van de angst de mensen teleur te stellen dan het onder ogen te zien? 
Bijna had ze de neiging om Ryszard haar verontschuldigingen aan te bieden, maar in plaats daarvan liet ze hem los en kwam ze overeind, om haar hand naar hem uit te steken en hem ook terug op zijn voeten te helpen. 
‘Het is zeker geen goed moment om je nu te vragen of je mij wil leren schieten met dat?’ Zaniah knikte naar zijn geweer, die op het bankje tegen de muur lag, en keek vervolgens terug naar Rys, net op tijd om zijn ogen zichtbaar groter te zien worden. Geamuseerd hief ze haar kin iets. Ze zette een kleine stap naar voren, in de richting van het bankje. Vanuit haar ooghoeken zag ze Ryszard zijn spieren aanspannen, alsof hij op het punt stond zichzelf tussen haar en het wapen in te gooien, zodat ze het niet in handen kreeg.
Met een lach draaide Zaniah zich weg van het bankje. ‘Maak je maar geen zorgen, dat zou ik niet van je vragen. Mijn vader zou je wat aandoen als je mij een geweer in mijn handen laat hebben — en mij ook.’
Ryszard knikte zuinig en ze begreep hem volkomen. Het vooruitzicht de toorn van de koning over zich heen te krijgen was niet bepaald een prettige. Ze keek toe hoe hij naar het bankje toeliep, zijn geweer oppakte en het wapen voorzichtig weer omhing. Meteen oogde hij een stuk meer ontspannen.  ‘Je hebt geluk dat je geen geweer mag hanteren. Dat het niet nodig is.’
Zaniah bukte om haar waterfles van de grond op te pakken, terwijl ze nadacht over zijn woorden. Ze mocht inderdaad van geluk spreken dat ze geen wapen bij zich hoefde te dragen. In sommige wijken van de derde ring was dat wel anders, en in de woeste Buitenlanden die zich eindeloos ver achter de muur uitstrekten al helemaal. Toch voelde het niet alsof zijn woorden helemaal klopten.
‘Zit er zo’n groot verschil tussen geen wapen dragen en altijd iemand bij je in de buurt hebben die wel gewapend is?’ peinsde ze hardop. Haar ogen gleden langs Rys’ geweer, langs zijn uniform en de naambadge die daarop geborduurd was. Ze had geen geweer nodig, omdat híj haar wapen was. 
‘Degene met het wapen is degene die zijn leven moet geven in een onveilige situatie.’ Ryszards stem klonk neutraal, hij bracht het gewoonweg als een feit, maar Zaniah kon het niet helpen dat het voelde alsof hij haar een verwijt maakte. Want hij had wel gelijk - de lijfwachten moesten hun leven riskeren voor de koninklijke familie. Zij moesten zich tussen haar en het gevaar in gooien.
‘Ik zou willen dat dat niet nodig was.’ Het was nog een ding op het steeds langer wordende lijstje dat ze in gedachten bijhield van dingen die ze zou willen veranderen. Ooit, als zij koningin was.
Zaniah schudde de gedachten van zich af en griste haar handdoek van het bankje. ‘Dat was wel weer genoeg training voor vandaag,’ mompelde ze, meer tegen zichzelf dan tegen Rys, maar ze voelde de instemming haast van hem af golven. Ze liep voor hem uit de trainingszaal uit en de gang op, waar ze ongeduldig een paar keer op het knopje van de liften drukte. Het fitnesscomplex van de koninklijke familie bevond zich op een van de hogere verdiepingen en was alleen bestemd voor haar en haar ouders, even eventuele gasten die ze zelf meebrachten. Voor haar persoonlijke vertrekken moesten ze naar de bovenste verdieping van de zuidelijke toren. 
‘Kapitein Meera heeft je al rondgeleid over de verdiepingen van mijn familie, toch?’ Ryszard knikte als antwoord. ‘Heeft ze je ook mijn persoonlijke vertrekken al laten zien?’
Nu schudde hij zijn hoofd. Het was een ietwat stramme beweging. Heel even was Zaniah bang dat hij misschien een spier verrekt had doordat ze hem tegen de grond had gedrukt, maar dat kon niet. Zo hard was het niet gegaan. Ze hield haar hoofd iets schuin en nam hem nogmaals in haar op. Hij leek gespannen bijna, maar wie weet zat ze er wel helemaal naast. Hij keek op van de dichte liftdeuren en zijn blik kruiste met die van haar. De glimp van spanning die ze op zijn gezicht had gemeend te zien, verdween meteen.
‘Het leek de kapitein beter als je mij dat zelf zou laten zien,’ zei hij, haar aandacht terug brengend naar haar vraag. 
Er klonk een zachte ping en de deuren van een van de liften gleed geruisloos open. 
‘Dan zal ik dat meteen doen als we er zijn.’ Zaniah stapte voor hem uit de lift in, liet het bedieningspaneel haar gezicht scannen en drukte vervolgens op het knopje voor de juiste verdieping. 


Demish
Internationale ster



In de lift staan met de prinses was misschien nog wel erger dan met kapitein Meera. Ryszard had altijd al geweten dat de prinses op de hoogste verdieping van de zuidelijke toren verbleef, maar de realisatie daarvan kwam pas bij hem binnen toen prinses Zaniah de laatste knop induwde met haar galante vingers. Net zoals eerder draaide hij zich weg van het uitzicht, wachtend totdat ze bij haar vertrekken zouden arriveren.
Het idee dat hij iedere dag, meerdere keren, in de lift zou moeten stappen, maakte hem misselijk. Hij zou er aan moeten wennen.
De deuren van de lift schoven open en Zaniah nam hem mee naar haar vertrekken. Hij wist niet goed wat hij had moeten verwachten bij de woonplek van een prinses. Het grote bed met zachte kussens en glanzende dekens was geen verrassing voor Rys, maar het dakraam boven haar bed was dat wel, eveneens als de boekenkasten die rijkelijk gevuld waren en het bureau waar tekengerei op rustte. 
De ruimte waar ze sliep was slechts een klein onderdeel van haar vertrekken. Ze bezat haar eigen keuken en badkamer en de woonkamer keek uit op de stad. Hoge ramen reikten van het plafond tot aan de vloer en Ryszard nam zich voor om nooit te dichtbij die ramen te komen.
Het was een ruimte die luxe in- en uitademde. Hij was haast vergeten dat de prinses hem had vergezeld, totdat ze achter hem kuchte. 
‘Ik zou graag willen douchen,’ kondigde de prinses aan. Haar ogen vielen op hem. ‘Of moet ik dan ook nog in je zicht blijven?’
Rys hield zijn hoofd schuin, het enige in zijn uitgestreken masker dat aangaf dat hij de vraag van de prinses niet had verwacht. Haar woorden waren niet gehuld in een verleidelijke toon. Hij bespeurde zelfs ergens een zweem van ontevredenheid. Ze zat overduidelijk niet op hem te wachten en het stond haar niet aan dat haar vader een lijfwacht voor haar had geregeld.
Ryszard schudde enkel zijn hoofd. ‘Ik moet alleen controleren of de ruimte veilig is. Daarna krijg je de privacy waar je recht op hebt.’
Hij zette een stap naar de badkamer en legde zijn hand op de deurklink, maar de woorden van Zaniah weerhielden hem om binnen te treden. ‘Ben je bang dat ik mezelf iets aan ga doen?’ 
Ryzard bekeek haar van top tot teen, zonder te weten wat hij moest antwoorden op haar vraag. Zonder haar een antwoord te geven, stapte hij de badkamer binnen. 
Zelfs deze ruimte was groter dan zijn eigen vertrekken. Hij zou al zijn meubels en zijn badkamer hierin kwijt kunnen en dan nog zou er ruimte over zijn. Alles glom van het marmer, de prinses had de luxe om te kunnen kiezen tussen een groot bubbelbad en een ruime douche waar zeker meerdere mensen tegelijk in zouden kunnen en het rook naar dure zeep en parfum.
Hij vroeg zich af in hoeverre de prinses besefte hoeveel rijkdom zich in alleen al in haar badkamer bevond, terwijl mensen in de derde ring badkamers tien keer zo klein met elkaar moesten delen. Kort schudde hij zijn hoofd. Het was niet eerlijk om de prinses kwalijk te nemen dat zij in rijkdom was geboren.
Vlug controleerde hij de gehele ruimte, maar het was vrij duidelijk dat niemand zich had verstopt achter een stapel handdoeken die aanvoelden als fluweel.
Ryszard stapte naar buiten en gebaarde naar de badkamer. ‘Het is veilig.’
Zaniah had haar donkere haren uit haar staart gehaald en ze golden nu over haar schouders naar beneden. Haar sportkleding had ze omgewisseld voor een zijden badjas. Terwijl ze bewoog gleed de stof langs haar benen en onthulde het haar lange, blote benen.
Hij dwong zichzelf om zijn blik niet te laten afdwalen.
De prinses stopte in de deuropening en keek over haar schouder. ‘Je kunt wat te drinken voor jezelf pakken uit de keuken, als je wil.’
‘Dankjewel.’ Hij gaf haar een kort knikje en wachtte totdat ze de badkamerdeur achter zich had gesloten. Hij liep naar de keuken, maar bedacht zich halverwege. Hij was alleen in de vertrekken van de prinses. Nirah zou een moord plegen voor een kans als deze. Zodra ze zou horen dat hij hier in alle vrijheid rond kon lopen, zou ze willen dat hij opzoek ging naar bruikbare informatie voor haar en het verzet.
Het voelde vreemd om misbruik te maken van Zaniah haar gastvrijheid, maar hij moest onthouden waarvoor hij hier daadwerkelijk was. Het werken voor de koninklijke wacht was niets meer dan een dekmantel. Het beschermen van de prinses was niets meer dan dat.
Nieuwsgierig liep hij naar het bureau waar zijn oog al eerder op was gevallen. Stilletjes trok hij een paar lades open, maar hij werd al snel teleurgesteld. Diep van binnen wist hij ook dat de prinses geen belangrijke documenten op haar kamer bewaarde. Sterker nog, iedereen wist dat de prinses buiten de belangrijkste beslissingen werd gehouden.
Ryszard sloot de lades weer en liep verder. Bij de grote boekenkast kwam hij tot stilstand. Hij liet zijn vingers over de ruggen van de boeken glijden. Het waren voornamelijk boeken over andere koninkrijken en over hoe de wereld eruit had gezien voordat alles was veranderd. De prinses bezat zelfs boeken over uitgestorven talen, zoals Verosiaans en Eanthisch. Echter had ze ook boeken over hedendaagse talen.
Hij pakte een ander boek, zonder uitgebreide kaft en titel, en vouwde het open. Op de ene pagina was een gedroogde bloem zorgvuldig opgeplakt, op de andere pagina leken alle eigenschappen te zijn opgeschreven, met hier en daar kleine, gedetailleerde schetsen ernaast.
Langzaam liet hij zich zakken op een stoel, terwijl hij door het boek bladerde. Bladzijde na bladzijde was gevuld met prachtige bloemen en gedetailleerde beschrijvingen. Hij bladerde terug naar het begin en zag de naam van Zaniah daar geschreven.
Van alle verhalen die rondgingen over de prinses, had hij nog nooit het verhaal gehoord over het meisje dat leergierig was, nieuwsgierig naar de natuur.
Hij wenste bijna dat hij dat wel had gehoord.
Daynty
Internationale ster



De warme stralen van de douche verdreven de laatste restjes spanning uit Zaniahs lichaam en uit haar gedachten, haar achterlatend met alleen nog een sluimerende onvrede over de onwetendheid waarin haar vader haar hield. Ze sloot haar ogen, legde haar hoofd in haar nek en liet het water over haar gezicht stromen. Ze wist dat haar vader het deed omdat hij van haar hield. Hij wilde dat ze zich kon focussen op het ontwikkelen van haar eigen leven, op talen en haar andere interesses. Hij wilde niet dat ze zich zorgen zou maken over dingen die haar zouden verontrusten. Het maakte niet uit hoe vaak ze hem vertelde dat ze daar klaar voor was, dat de onzekerheid waarin hij haar hield erger was. Het was alsof hij het simpelweg niet wilde horen - misschien omdat zijn eigen jeugd abrupt was afgekapt toen hij op zijn negentiende plots de troon over moest nemen. Dat maakte het moeilijk om echt boos op hem te zijn. 
Het weerhield haar er echter niet van om er alles aan te doen om erachter te komen waarom ze plots een lijfwacht nodig had. 
Toen Zaniah even later de badkamer uit kwam, trof ze Ryszard aan op een comfortabele fauteuil in haar kamer, waar hij door een boek bladerde. Haar wenkbrauwen bewogen zich een stukje omhoog vanwege de vrijpostigheid die hij had genomen door daar te gaan zitten, in plaats van in de zitkamer hiernaast of bij de deur te blijven staan. 
De deur van de badkamer viel met een zachte klik achter haar dicht. Door het geluid keek Rys met een ruk op van de bladzijden en vlak daarna sloeg hij het boek snel dicht. Nu pas zag Zaniah dat het niet zomaar een boek was dat hij uit de boekenkast had gevist. De donkere kaft zag er een tikkeltje verweerd uit en erop preikten in gouden letters haar initialen. 
Met een paar stappen stond ze bij de fauteuil en griste ze haar bloemenboek uit zijn handen. ‘Ik had gezegd dat je drinken mocht pakken in de keuken, niet dat je tussen mijn boeken mocht neuzen,’ zei ze kortaf. Ze stapte langs de stoel heen naar de plank die gevuld werd met boeken net zoals deze. Hij had een van haar oudere schetsboeken gepakt, zag ze, eentje waarin haar schetsen nog vol zaten met imperfecties. Ze wilde niet dat andere mensen het zagen. 
‘Je hebt gelijk.’ Rys was omhoog geschoten uit de stoel en boog zijn hoofd. ‘Het spijt me, hoogheid. Ik moest de kamer controleren en deze boeken vielen op, ze zagen er zo anders uit.’
‘En dus dacht je dat je die zomaar kon bekijken?’ Zaniah schoof het boek zo hard tussen de andere boeken dat het met een knal tegen de achterkant van de kast tot stilstand kwam. ‘Wat is er gebeurd met de privacy waar je het even geleden nog over had?’
Het was niet haar bedoeling om zo tegen Rys uit te vallen, maar dit was precies de reden waarom zij nooit had staan springen om een lijfwacht, in tegenstelling tot haar ouders, die al zolang zij zich kon herinneren geschaduwd werden door bodyguards waar ze ook gingen. Het gevoel continu in de gaten gehouden te worden voelde voor haar eerder verstikkend dan veilig. 
‘Ik had het niet moeten doen, het spijt me,’ herhaalde Ryszard zijn verontschuldiging, zijn ogen nog steeds strak op het vloerkleed onder haar blote voeten gericht. 
Zaniah woelde met een hand door haar vochtige haren. ‘Nu we het hier toch over hebben,’ zei ze op een rustigere toon, ‘Hoe zit het eigenlijk precies nu ik jou als lijfwacht heb? Kapitein Meera zou me er meer over vertellen, maar daar is ze niet aan toegekomen.’ Ze schoot in een stel pantoffels en liep langs Rys heen haar slaapkamer uit, ervan uitgaand dat hij haar zou volgen. ‘Ben je altijd bij me? Moet je altijd in dezelfde ruimte zijn als ik?’ Eenmaal in de keuken schonk ze een glas water in voor zichzelf. Ze plaatste haar handen op het aanrechtblad en keek naar Rys, die haar inderdaad stilletjes gevolgd was en zijn blik langs het aanrecht en de kastjes liet gaan. De keuken in haar vertrekken was er vooral voor de sier. Zaniah gebruikte hem vrijwel nooit om te koken. Meestal deed een van de koks dat of liet ze Elyane, haar dienstmeisje, iets ophalen uit de centrale keukens. 
‘Ik moet te allen tijde bij je in de buurt zijn,’ antwoordde hij terwijl zijn blik bij haar bleef hangen. ‘Als je naar je vertrekken gaat, controleer ik of die veilig zijn en daarna is het niet nodig voor mij om direct bij je te zijn. Ik ben dan in een aangrenzend vertrek of op de gang. Als er toch iets is, zal ik dat horen en ingrijpen.’
‘Altijd?’ vroeg ze. ‘Dag en nacht?’
‘In de avonden en ‘s nachts neemt een collega het van mij over. Maar mijn vertrek grenst aan jouw vertrekken, dus ik kan er snel zijn als er iets gebeurd.’ Ryszard vouwde zijn handen achter zijn rug. ‘En als je ergens naartoe gaat, dan moet ik mee.’
Zaniah trok een barkruk onder het uitstekende deel van het aanrecht weg en ging erop zitten. ‘En al deze beveiliging is nodig omdat er gevaar voor mij dreigt?’ Ze sprak de vraag luchtig uit, onbezwaard, alsof het simpelweg een constatering was en geen poging om te vissen naar de reden dat Rys haar moest beveiligen. 
‘Het is een voorzorgsmaatregel voor als er gevaar dreigt,’ antwoordde hij op de onverstoorde toon waarop hij al de hele tijd praatte. Ze begon te vermoeden dat ook hij de opdracht had gekregen om tegen haar te zwijgen over de reden. 
‘En over wat voor soort gevaar hebben we het dan zoal?’ probeerde ze nog een keer. 
Ryszards kalme masker vertoonde een fractie van een seconde een klein barstje toen hij zijn adem hoorbaar uitblies. ‘Het heeft geen zin om te proberen mij uit te horen, hoogheid. Ik heb orders gekregen dat ik niets mag vertellen. Als je wil weten wat de reden is, dan zal je dit moeten opnemen met zijne majesteit, met je vader.’
Zaniah zette haar lege glas met een klap terug op het aanrecht en grimaste. ‘Hoe verrassend.’
Demish
Internationale ster



‘Rori? Rori, wat is jullie positie?’
Doodse stilte was haar antwoord. Haar vingers duwden het oortje nog iets steviger in haar oorschelp, bang dat ze het kleinste geluid toch had gemist. Met een tikje op de zijkant verhoogde ze het volume, maar er was enkel een zachte ruis hoorbaar. Wanhopig staarde ze naar de kaart van de tunnels voor haar, haar ogen gefixeerd op het gemarkeerde station waar Rori de groep mensen naar toe zou moeten leiden.
‘Rori, hoor je mij?’ Nirah haalde diep adem en probeerde haar frustratie niet kenbaar te maken. De laatste keer dat zij de tunnels had betreden, was ze een patrouille van de stadswacht tegen het lijf gelopen. De sporen daarvan waren nog steeds zichtbaar op haar rechterschouder. Ze wilde niet dat Rori hetzelfde lot zou ondergaan, laat staan de twee gezinnen die ze Silurian in probeerde te smokkelen.
‘Nirah?’
Opgelucht liet ze zich terugzakken in haar stoel. ‘Fucking hel, Rori. Je moet ten alle tijden bereikbaar zijn, zeker tijdens dit soort missies.’ Iets wat ze het jongere meisje niet zou hoeven te vertellen. Zodra Rori oud genoeg was geweest om de tunnels te betreden, was ze onderdeel geweest van het verkenningsteam. Sinds een aantal maanden  hielp ze ook met het naar binnen smokkelen van gezinnen uit de buitenlanden. De gezinnen hoopten een beter leven op te bouwen achter de veilige muren van Silurian.
‘Er was een patrouille in de buurt, ik moest voor de zekerheid het signaal kwijtraken,’ legde Rori uit. Vervolgens sprak ze tegen de twee gezinnen die ze met zich mee had, maar de connectie was te zwak om te kunnen horen wat ze precies zei.
Nirah zuchtte en kneep in de brug van haar neus. ‘Waar zijn jullie nu?’
‘We zijn bij Atlantica naar links afgebogen. Wardlow is niet ver meer, daar zal ik ze afzetten.’ Nirah haar ogen volgden nauwlettend de uitgestippelde route. Het liefst was ze zelf mee gegaan de oude metrotunnels in, zodat ze de twee gezinnen in veiligheid had kunnen brengen. Haar verwonding belemmerde haar echter teveel. Althans, dat beweerde Elijah. Nirah zelf vond het onzin, maar Elijah had een paar zeer overtuigende argumenten gehad.
Nu moest ze op Rori vertrouwen. Iets wat ze al haar hele leven deed, maar het gebrek aan controle beangstigde haar. Als er iets mis zou gaan, dan zou Rori het zelf moeten oplossen.
‘Houd me op de hoogte. En vertel me als je het vermoeden hebt dat er een patrouille in de buurt is. Dan weet ik wat er aan de hand is.’
‘Is goed, zusje,’ zei Rori op een plagende toon, haar stem zorgenloos en zeker. Nirah kreeg braakneigingen wanneer ze zo liefkozend tegen haar praatte. Vrijwel altijd antwoordde ze automatisch dat ze geen zusjes waren. Niet echt. Deze keer hield ze zich echter in, alsof ze wist dat er onheil in de lucht hing.
Nirah draaide zich om in haar stoel en staarde naar de hoge ramen. In een ver verleden hadden ze uitgekeken op de landingsbanen van een vliegveld. Nu was een deel afgeplakt met zwarte vuilniszakken, maar in sommige hoeken was het materiaal gescheurd of had het losgelaten, waardoor dunne strepen van de zon het oude gebouw binnendrongen. 
Bedachtzaam staarde ze naar de dunne zonnestralen, terwijl ze haar schouder rond draaide. Het dunne, verkoelende kompres wat Elijah aan had gebracht, bewoog met haar mee alsof het een tweede huid was. Het verzachtte de pijn aanzienlijk. Toch bleef haar huid strak aanvoelen en waren haar spieren stroef.
‘Nirah, we krijgen problemen.’ Nirah schoot overeind en draaide zich weer naar haar bureau. Ze trok de kaart van het tunnelsysteem naar zich toe en markeerde de plek waar Rori zich ongeveer bevond.
‘Wat voor problemen? Kunnen jullie je terugtrekken in een andere tunnel?’
‘We kunnen alleen terug, maar ik denk dat ze- Shit!’ Rori haar woorden werden afgebroken en het geluid van afgevuurde geweren waren hoorbaar op de achtergrond. In de verte hoorde Nirah een kind gillen.
‘Rori! Rori, probeer ze terug te leiden naar de splitsing,’ drong Nirah aan. Haar vingers volgden de lijnen, maar trilden oncontroleerbaar in de lucht. Dit was precies waarom ze mee had moeten gaan. Het slechte voorgevoel dat op was komen zetten toen Rori had geopperd om alleen te gaan, was er niet voor niets geweest. En nu zat ze in de problemen.
‘Ze weten wat ze moeten doen. Ze-’ De eerste woorden klonken blikkerig, de rest van de zin viel volledig weg en Nirah hoorde alleen maar nog maar de chaotische achtergrondgeluiden van een gevecht.
Onrustig wiebelde Nirah heen en weer. Ze startte haar tablet op en probeerde op te zoeken wie er nog meer in de buurt was van Rori, wie haar te hulp zou kunnen schieten. Ze scrolde door haar contacten en aantekeningen, maar geen van de rebellen die ze bij de stad had gepositioneerd, was dichtbij genoeg om Rori op tijd te kunnen bijstaan.
‘Verdomme!’ Gefrustreerd duwde ze de tablet aan de kant. ‘Rori, ben je er nog?’
‘Nirah! Ik… Ik denk niet dat ik ze kan afhouden. Ze zijn met teveel.’
‘Je moet! Dat is geen vraag, maar een bevel.’ Kippenvel trok over haar armen en een brok vormde in haar keel. Rori kon niet opgeven. Daar was ze te sterk voor. Zelfs als klein meisje had ze dagenlang in haar eentje in een tent kunnen overleven, diep in de buitenlanden. Nirah had haar gevonden, uitgedroogd en uitgehongerd, maar levend. Samen met haar ouders hadden ze haar meegenomen.
Diezelfde nacht had Rori al gezegd dat ze zusjes zouden kunnen zijn. Nirah, die toen al veel te realistisch was geweest voor haar jonge leeftijd, had dat afgehouden. Toch waren ze hand-in-hand in slaap gevallen.
En nu zou ze dat nooit meer kunnen doen.
Rori haar gehijg was hoorbaar aan de andere kant van de verbinding. Ze huiverde en kreunde. Ze was gewond. 
‘Rori, luister. Probeer deze kant weer op te komen. Ik kan iemand jouw kant op sturen. Misschien Ryszard, als hij weg kan uit de Torens. Of misschien is Elijah in de buurt. Iemand.’
‘Nir… Het is…’ Weer viel de verbinding weg. Gefrustreerd sloeg Nirah op de tafel, waarna ze vloekte door de pijn die door haar schouder trok.
‘Je haalt het wel,’ hield Nirah vol, maar de verbinding was nog steeds zwak. Ze kon uit de overige geluiden niet opmaken wat er gebeurde, maar ze zag het voor zich. De gezinnen gevangen genomen, of gevlucht. Rori die tegen de muur in de tunnels was gezakt, haar ademhaling zwaar en haar lichaam bebloed.
Vervormde stemmen weerklonken in haar oortje, gevolgd door een harde klap. Geschrokken draaide ze haar gezicht weg. Een harde piep was als enige nog hoorbaar en bleef aanhouden.
‘Nee.’ Niah schudde haar hoofd en trok haar oortje uit. Ze mikte het op de grond en veegde de kaart met daarop de tunnels van haar bureau.
Dit konden ze niet doen. Ze konden haar niet wegnemen. Niet Rori, met haar lichtbruine ogen en sproeten die haar hele gezicht vulden. Niet het meisje dat, tegen alle kansen in, toch als haar zusje was gaan aanvoelen.
‘Ze gaan hiervoor boeten,’ mompelde ze tegen haarzelf. Ze wilde niet denken aan het eenzame lichaam van Rori en aan de pijn die het veroorzaakte. Ze kón er niet aan denken. Wat ze wel kon doen, was een manier bedenken waarop ze Rori zou wreken, en de twee gezinnen. 
De koning kon niet langer iedereen uit Silurian houden en hij had geen recht om iedereen te doden die naar binnen probeerde te komen. Hij kon iedere rebel elimineren, hij kon Rori van haar afnemen, maar zij zou terugslaan. 
En ze wist precies hoe.
De opwellende tranen in haar ooghoeken drong ze terug, de brok in haar heel slikte ze weg. Ze raapte haar tablet van de grond en zocht in haar online documenten tot ze had het gevonden: de aankondiging van het jubilieumbal. De koning had de belangrijkste mensen uit Silurian uitgenodigd om te herdenken dat eeuwen geleden hun wereld was veranderd.
Het was de perfecte plek voor een aanslag.
Daynty
Internationale ster



De vederlichte stof van de jurk viel als een zwierige waterval rond haar benen. Op een stel hoge hakken draaide Zaniah langzaam een rondje voor de spiegel, om haar outfit voor het feest van alle kanten te bekijken. In een snelle oogopslag leek de jurk een warme, dieppaarse kleur te hebben, maar als ze bewoog dan schitterden er talloze tinten paars en donkerblauw over de iriserende stof heen, als de veren van een pauw alleen dan in een andere kleur. 
‘Dit moet een van de mooiste jurken zijn die je ooit hebt gedragen.’ Elyane stond bij de spiegel en keek bewonderend naar het kledingstuk. ‘Het lijkt alsof de stof van kleur verandert elke keer als je beweegt.’ 
Zaniah bleef met haar gezicht naar de spiegel toe stilstaan en liet haar blik over zichzelf heen glijden. Met een hand ging ze langs de jurk, de stof voelde zijdezacht aan. ‘Ik denk dat ik het wel met je eens ben daarover,’ antwoordde ze terwijl ze wegstapte van het reflecterende oppervlak. ‘Het is een prachtige jurk.’
Elyane maakte zich los van de muur waar ze tegenaan leunde en liep om Zaniah heen om haar lange, donkere lokken te herschikken op haar rug. ‘Dat komt ook doordat hij jou simpelweg prachtig staat. Alle jurken zien er altijd zo geweldig uit als jij ze draagt.’
Een minzame glimlach bewoog Zaniahs mondhoeken omhoog. ‘Dat weet ik,’ zei ze, maar het compliment van haar dienstmeisje gaf haar wel degelijk een goed gevoel. Ze wachtte geduldig tot Elyane klaar was met het wegkammen van de laatste imperfecties uit haar haren, die ze deze avond in een simpel, los kapsel zou dragen. 
‘Heb je zin in het feest?’ Elyane legde de borstel weg en reikte Zaniah de ketting aan die ze eerder die avond uit had gekozen om te dragen. ‘De andere meisjes waren de hele week in de stress met het regelen en voorbereiden van alles. Hare majesteit de koningin, je moeder, was kennelijk onverbiddellijk met alle eisen die ze had.’
‘Heb ik zin in het feest? Wat is dat voor vraag, El?’ Zaniah nam de fijne, gouden ketting aan en ging dichterbij de spiegel staan om het sieraad om te doen. Het druppelvormige hangertje van donkere amethist bungelde tegen de blote huid van haar hals. ‘Ik heb altijd zin in een feest.’ Maar deze avond misschien wel meer dan anders. Feesten waren niet ongewoon onder de elite in het centrum van de stad, maar er waren niet vaak feesten zo groot als die van vanavond. Voor het jubileumbal ter ere van het vijfhonderdjarige bestaan van Silurian was alles uit de kast getrokken. Ze kon zich goed voorstellen dat haar moeder alles tot in de kleinste detail geregeld had, en dat de bedienden die daarbij hadden geholpen een aantal zware weken achter de rug hadden. 
Maar het feest was ook een gelegenheid om haar gedachten naar iets anders te verplaatsen. De vergadering van twee dagen geleden spookte nog steeds door haar hoofd. Het was Zaniah niet gelukt om te achterhalen waarom ze een lijfwacht nodig had en wat het dringende nieuws was geweest waarmee generaal Winther de vergadering had onderbroeken. Het enige dat ze wist, was dat er iets aan de hand was geweest bij de Muur, die de derde ring en daarmee de stad scheidde van de Buitenlanden.
‘Dat was inderdaad een domme vraag van me,’ gaf Elyane met een lachje toe. ‘Maar je bent klaar om te gaan.’ Via de spiegel zag Zaniah haar een blik op de deur van haar slaapkamer werpen. ‘Hij staat vast al te wachten.’
‘Hij?’ Zaniah trok ietwat verbaasd een wenkbrauw op. ‘Hij heeft een naam Elyane, het is Ryszard.’ 
Elyane schokte met haar schouders. ‘Vind je hem niet een beetje… eng?’
Zaniah kon het niet helpen dat ze moest grijnzen bij het zien van de verontruste uitdrukking op het gezicht van haar dienstmeisje. ‘Hij is erg serieus over zijn werk en hij praat niet zoveel, maar eng?’ Bedenkelijk tuitte ze haar lippen, waarna ze haar hoofd schudde. ‘Tenzij je van plan bent om mij iets aan te doen, El, dan zou ik inderdaad heel bang voor hem zijn.’ 
Elyane sputterde nog wat, maar Zaniah wuifde het lachend weg. Ryszard was niet eng, hij was hooguit… gesloten. Hoewel ze zich wel kon inbeelden dat Elyane hem in zijn uniform en met zijn geweer intimiderend vond. Zelf moest ze ook nog wennen aan zijn continue, stilzwijgende aanwezigheid. Ze was er nog niet helemaal over uit wat ze daarvan vond. 
Na een laatste blik in de spiegel verliet Zaniah haar slaapkamer. In de ruime woonkamer van haar vertrekken stond Ryszard al te wachten, zijn handen op zijn rug gevouwen, welke hij naar de ramen toegedraaid had. Zaniah wilde er bijna een opmerking over maken - de lucht kleurde dieporanje en roze door de ondergaande zon. Het was zonde dat Rys zijn rug ernaartoe had gekeerd. 
Bij het tikken van haar hakken op de marmeren vloer keek hij op. ‘Prinses Zaniah… hoogheid.’ Hij bleef net een seconde te lang naar haar kijken voor hij vlug zijn hoofd even boog. ‘Bent u- Ben je klaar om te gaan?’
Zaniah glimlachte geamuseerd. Als er iets was wat ze over haar lijfwacht had geleerd de afgelopen twee dagen, dan was het wel dat hij altijd bedachtzaam was, in zijn houding en in zijn spraak. Het was niets voor hem om zo over zijn woorden te vallen, hoewel hij zich snel hersteld had. 
‘Wat is er, Ryszard?’ zei ze, nog steeds glimlachend, terwijl ze langs hem heen liep. ‘Heb je nog nooit eerder een vrouw in een jurk gezien?’ 

Demish
Internationale ster



In twee dagen was Ryszard meer verrassingen tegen gekomen dan in de zes jaar dat hij werkte voor de koninklijke wacht. Iedere keer dat hij verbaasd was geweest, of wanneer er iets was gebeurd waar hij niet op had gerekend, was het afkomstig geweest van de prinses. Ondanks dat ze zeker een slecht humeur kon hebben en haar opmerkingen altijd snel en gevat waren, zag hij nog steeds niet de prinses die de hofhouding en kapitein Meera hadden beschreven.
Hij had een slimme vrouw gezien. Eentje die zich kon verliezen in haar boeken en kon lezen zonder dat ze door had dat de tijd verder tikte. Hij had een glimp opgevangen van haar perfectionisme toen ze het schetsboek uit zijn handen had getrokken en daarna nogmaals toen hij haar had zien schetsen. Zodra hij had gekeken, had ze het papier weggetrokken. Hij had haar geschaduwd tijdens de voorbereidingen voor het feest en hij had gegniffeld toen ze de bloemist uit had gelegd wat het verschil precies was tussen de bloemen waar de koningin om had gevraagd en de bos die de bloemist had geleverd.
Desalniettemin was het een zware baan. Hij ging laat in de avonden naar bed en stond vroeg in de ochtenden op. Hij was nog niet gewend aan zijn nieuwe vertrekken, die grensden aan die van de prinses. Sinds hij zijn intrek had genomen, had hij de gordijnen nog niet geopend. Hij wilde niet eens in de buurt komen van de hoge ramen. 
Zijn hoogtevrees was echter niet hetgeen wat hem het meeste dwars zat. Het was het verhaal wat rond was gegaan in de Torens. Een deel van de stadswacht had bij een vergaan metrostation een groep mensen aangetroffen die de stad in hadden gewild. Wat er precies was gebeurd, was niet bekend. Ryszard wist dat Nirah er iets mee te maken moest hebben, maar hij had haar niet kunnen bereiken. Daardoor vreesde hij het ergste.
Hij moest hoop houden, ook omdat hij nog moest melden dat hij toe was gewezen aan de prinses als haar persoonlijke lijfwacht. Die informatie reikte nog niet verder dan zijn eigen kennis. Ryszard had zelfs geprobeerd om Isaac op te zoeken, een rebel die undercover werkte in de hofhouding van de koning, maar ook Isaac was nergens te bekennen. Dat maakte de afgelopen dagen eenzaam, zelfs in het bijzijn van prinses Zaniah.
Voor het bal om Silurian te vieren had hij zijn uniform ingewisseld voor een donkergroen pak. Het was de kleur van de koning en hij stond erop dat de lijfwachten het droegen, om zo geen argwaan te wekken bij zijn gasten. Ook zijn geweer had hij achter moeten laten. Echter, hij zou niet onbewapend de balzaal instappen. Op verscheidene plekken in zijn pak had hij een aantal wapens verstopt.
Prinses Zaniah betrad de ruimte, gevolgd door een dienstmeisje dat hij al vaker had gezien in de afgelopen dagen. Meestal ontweek ze hem, wat hem het idee gaf dat hij haar af schrok. 
Hij had niet verwacht dat het beeld van de prinses hem zo van zijn stuk zou brengen. Ze zag er adembenemend uit in haar dieppaarse jurk, die schitterde en van kleur veranderde bij de meest minimale beweging die ze maakte. Haar haren golfden natuurlijk over haar schouders en zelfs in haar ogen was de statigheid terug te vinden. Het was voor het eerst in twee dagen dat Ryszard haar zag als een echte prinses en dat verraste hem meer dan dat het zou moeten doen.
Het was zelfs Zaniah opgevallen en daar maakte ze meteen gebruik van, zoals ze al vaker had gedaan in de afgelopen dagen. Ze stelde vragen en zocht constant naar een kleine opening. Eentje die hij haar niet vaak gaf, maar als hij dat wel deed, dan haakte ze daar meteen op in.
Hij schonk haar de kleinste glimlach die hij in zich had. ‘Geen die er zo koninklijk uitzag als jij, hoogheid,’ zei Ryszard en hij gaf haar een eerbiedig knikje. ‘Zullen we vertrekken? Ze wachten beneden op je.’
Zaniah glimlachte, maar hij zag dat ze zijn antwoord niet helemaal had verwacht. Ze zei echter niets en knikte, waarna ze samen met hem naar de lift liep. Na al die jaren was hij er nog steeds niet over uit wat hij het ergste vond aan de lift: naar boven of naar beneden reizen.
Ryszard drukte de juiste knop in. De balzalen bevonden zich ongeveer in het midden van de zuidelijke Toren. De lift kwam langzaam in beneden en hij sloeg zijn ogen neer. Hij deed alles om te voorkomen dat hij voor zich uit moest kijken en moest ondergaan hoe hoog ze zich bevonden. Zijn oog viel op de onderkant van haar jurk, die nog meer verschillende tinten leek te bevatten nu de schaduwen en de zon voor een magisch schouwspel zorgden.
De lift stopte zijn bewegingen op de juiste verdieping en de deuren schoven open. Opgelucht zette Ryszard een stap naar buiten, gevolgd door Zaniah. De gang was, op een paar wachters, redelijk verlaten. De meeste gasten waren al gearriveerd. 
‘Ik zal laten weten dat ze je kunnen aankondigen.’ Ryszard liep langs haar heen naar de twee wachters die de deuren openden voor de gasten en vertelde hen dat de prinses was gearriveerd. Snel liep hij terug naar Zaniah, zodat hij zijn plaats achter haar in kon nemen. Op gepaste afstand, vanzelfsprekend.
De deuren naar de zaal vlogen open en alle feestgangers draaiden zich naar hen om. 
Niet naar ons, verbeterde Ryszard zichzelf in zijn hoofd. Ze draaiden zich om naar hun Gouden prinses.
‘Dames en heren, de kroonprinses van Silurian. Hare koninklijke hoogheid: Zaniah Erendyz.’
Daynty
Internationale ster



De rit in de lift naar de juiste verdieping was in stilte verlopen, maar in Zaniahs gedachten hadden Ryszards woorden nageëchood, het compliment dat hij haar had gegeven als reactie op haar opmerking, hoewel ze niet wist of hij het oprecht meende of dat hij zich verplicht voelde zo te reageren vanwege haar status. 
De aankondiging van de wachters bij de deuren trok haar aandacht weg uit haar mijmerende gedachten. Bij het zien van de met mensen gevulde zaal voelde Zaniah een golf van ontspanning over haar heen spoelen. De mensen betekenden vermaak, afleiding. Bijpraten met vriendinnen en net iets teveel glazen drinken om helemaal helder te blijven.
Een glimlach vormde zich op haar gezicht op het moment dat ze de drempel over stapte en de treden afdaalde de balzaal in.Het maakte niet uit hoeveel feesten ze hier al had bijgewoond, de pracht van de zaal verwonderde haar iedere keer. De ramen reikten van de vloer tot aan het hoge plafond, waar enorme kroonluchters schitterden in het zachte licht. De diepzwarte, marmeren vloertegels waren gepoetst tot ze glommen als spiegels. Diep in de nacht, wanneer de zon achter de horizon verdwenen was en de duisternis zich als een deken over de stad uitrolde, zou het lijken alsof de vloer van de balzaal naadloos overvloeide in de sterrenhemel. 
Zaniah groette een paar mensen terwijl ze langs de rand van de zaal naar het podium toeliep, waar haar ouders op haar stonden te wachten. Zodra ze zich bij hen had gevoegd, stopten de muzikanten hun lied en zwakte het gepraat af tot een zacht geroezemoes.
Koning Yurgen Erendyz stapte naar voren. De gasten vielen nu helemaal stil, keken verwachtingsvol naar hun leider in afwachting van zijn toespraak. 
‘Goedenavond, mijn beste gasten.’ De stem van de koning bulderde door de zaal. ‘Met veel genoegen heet ik jullie welkom op deze mooie avond. Vandaag is een bijzondere dag, eentje waarvan ik me ongelooflijk vereerd voel dat ik hem mee mag maken. Vandaag is het vijfhonderd jaar geleden dat mijn voorouder, Karan Erendyz, het koninkrijk Silurian stichtte te midden van de chaos en onherbergzaamheid waarin de wereld verkeerde.’ 
Er steeg een gejuich op uit de mensenmassa die de zaal vulde. Met een brede glimlach op haar gezicht klapte Zaniah mee met de gasten, terwijl ze een blik uitwisselde met haar moeder. Haar vader kon als geen ander toespraken geven, en de herinnering aan alle eeuwen die Silurian had doorstaan, liet een gevoel van trots in Zaniah opwellen. Misschien was niet alles perfect in de stad, het was wel een veilige haven. Een baken van rust en vrede in een onherbergzame, desolate wereld. Een koninkrijk opgebouwd vanaf de ruïnes van de stad die er ooit had gelegen. 
Het vulde haar met trots dat zij dat alles op een dag zou mogen besturen. En tegelijkertijd legde dat idee een strakke knoop in haar maag. Wat als ze daar geen recht aan kon doen?
Terwijl haar vader verder uitweidde over enkele hoogtepunten uit de geschiedenis van Silurian, waaronder de bouw van de Torens, liet Zaniah haar blik onopvallend de zaal doorglijden. Veruit de meeste gezichten herkende ze. Vrijwel de hele elite was aanwezig, evenals bijzondere genodigden uit de tweede ring, zoals eigenaars van grote bedrijven of derderingers die zich ver omhoog hadden weten te werken. De nieuwe gezichten in de zaal waren vooral langs de muren daarvan te vinden, in de vorm van de koninklijke wachters die om de zoveel meter opgesteld stonden. Ook in de zaal zelf ontwaarde Zaniah meer van het kenmerkende, donkergroene pak dat de koninklijke wacht voor deze gelegenheid droeg. Ze waren in grotere getale aanwezig dan normaal. Was dat omdat dit zo’n groot feest was of was dit om dezelfde reden dat Rys haar niet uit het oog mocht verliezen? 
Zaniah schoof de gedachten weg uit haar hoofd en bracht haar aandacht terug naar de toespraak van haar vader. Vanavond was het feest, een avond om te genieten, niet om na te denken over zaken waar ze toch geen antwoord op kreeg.
‘Ik zou graag willen proosten.’ De koning nam een glas champagne van het dienblad van een toegesnelde bediende. Zaniah en haar moeder volgden zijn voorbeeld, evenals de gasten. Yurgen hief zijn glas. ‘Op vijfhonderd jaar Silurian, dat het nog lang mag bestaan onder mijn heerschappij, die van mijn prachtige dochter en de vele generaties na haar.’
Haar glimlach ging over in een uitgelaten grijns en met de rest van de gasten hief ze haar glas, waarna ze een slok nam van de sprankelende champagne. 
‘Laten we nu genieten,’ sloot de koning zijn toespraak af, en met een handgebaar naar de muzikanten werd een nieuw nummer ingezet. Zaniah maakte aanstalten om het podium te verlaten, maar haar vader hield haar tegen. 
‘Zaniah,’ glimlachte hij hartelijk. ‘Ik weet dat we de afgelopen tijd niet altijd op één lijn zitten, maar ik ben ook trots op jou. Op alles dat je doet voor de stad en op de prachtige, onafhankelijke jonge vrouw die je aan het worden bent.’ Haar vader legde een hand in haar nek en drukte een kus op haar voorhoofd. ‘Veel plezier vanavond.’
‘Dankjewel, pap,’ antwoordde ze, waarna ze zich snel omdraaide en ze het podium af haastte, hopend dat de tranen die een moment achter haar ogen hadden geprikt niemand opgevallen waren. Vanuit haar ooghoeken zag ze Ryszard zich zwijgend bij haar voegen toen ze zich tussen de mensen door wurmde naar de plek waar ze vanaf het podium een van haar beste vriendinnen had gespot. 
‘Zaniah!’ Reyna duwde een bankier en zijn gezin onsubtiel opzij en stoof op Zaniah af, haar armen al gespreid voor een omhelzing. ‘Je ziet er geweldig uit! Je jurk, wauw!’ Reyna stapte weer achteruit en met open mond bekeek ze de paarse stof. ‘Die kleur… Het lijkt wel magie.’
Zaniah grijnsde breed en draaide een rondje voor haar. ‘Dankjewel, Rey. De kleermaker heeft zichzelf absoluut overtroffen. Maar jij ziet er ook geweldig uit, groen heeft je altijd al goed gestaan.’ Over de rand van haar champagneglas liet ze haar blik langs Reyna’s lichtgroene, zijden jurk gaan. De kleur paste perfect bij de warme tint van haar huid en de sieraden die haar armen, hals en oren sierden. 
‘Je vaders toespraak was geweldig.’ Reyna sloeg de laatste slok in haar glas achterover, zette het weg op het lege dienblad van een langslopende bediende en haakte haar arm door die van Zaniah. Zaniah liet zich door haar meevoeren naar de bar langs de muur tegenover die waar het podium zich bevond. Ze merkte dat haar vriendin een steelse blik over haar schouder wierp, waarna ze zich iets dichter naar haar toe bewoog. 
‘Die waakhond van je gaat me toch niet iets aandoen omdat ik je aanraak?’ vroeg ze lachend en op een gedempte toon. 
Zaniah glimlachte weemoedig, wetende dat Ryszard het waarschijnlijk alsnog had kunnen verstaan. ‘Noem hem niet zo, Rey,’ zei ze. ‘Hij is mijn lijfwacht. Een mens, geen waakhond.’
‘Moet hij altijd bij je zijn? De hele dag?’
‘Behalve als ik in mijn vertrekken ben.’ Bij de bar maakte ze zich los van Reyna, om een cocktail te bestellen. Ze draaide zich een kwartslag bij en keek even naar Ryszard, twijfelend of ze hem moest vragen of hij ook iets te drinken wilde of niet.
Demish
Internationale ster



De balzaal liet zijn maag omdraaien, maar hij hield zijn gezicht in de plooi. Nu het buiten nog licht was, was er nog voldoende onderscheid tussen de glanzende, zwarte tegels en de schemering. Zodra de zon volledig zou verdwijnen, zou het lijken alsof de zwarte vloer op zou gaan in het heelal. Hij hoopte dat de vloer tegen die tijd zo bezaaid zou zijn met dansende gasten dat het hem nauwelijks zou opvallen.
Voor nu was de prinses voldoende afleiding. Waar ze ook naar toe liep, al leek ze meer te zweven door de donkere ondergrond, hij volgde haar. Eerst naar het podium waar de koninklijke familie hun gasten ontving en de koning zijn speech gaf. Vervolgens in de mensenmassa. Hij probeerde zijn afstand te behouden, terwijl hij de mensen identificeerden die de prinses aanspraken. Dat zijn aanwezigheid was opgevallen bij een vriendin van de prinses, ging hem niet onopgemerkt. Hij deed echter alsof hij de opmerking niet had gehoord en volgde de twee naar de bar.
‘Ik drink niet tijdens mijn werk,’ beantwoordde hij haar twijfelende blik. Hij was misschien gekleed voor de avond, maar het was zijn taak om de prinses te schaduwen en haar te beschermen in onveilige situaties. Ryszard kon het zich niet veroorloven om zijn zintuigen te dempen met alcohol.
‘Iets non-alcoholisch dan?’ stelde Zaniah voor, maar ook daarop schudde hij zijn hoofd. Hij was hier niet om feest te vieren met de prinses. Sterker nog: hoe langer hij rondkeek naar de gasten, hoe meer hij zich afvroeg of ze wel wisten wat er buiten Silurian gebeurde, of zelfs al in de derde ring. De koning had gesproken alsof Silurain een veilige thuishaven was voor iedereen, maar in werkelijkheid hadden ze hun deuren gesloten en had lang niet iedere inwoner het waardevolle leven wat de koning had benoemd.
Hij probeerde de toespraak de rest van de avond uit zijn hoofd te zetten terwijl hij Zaniah volgde. De momenten waarop ze dichter naar de ramen toe liep, om samen met een paar andere goedgeklede vrouwen de zonsondergang te aanschouwen, waardeerde hij iets minder dan de momenten waarop ze stond te dansen of bij de bar nog wat drinken haalde.
Momenteel was ze in gesprek met een jonge diplomaat die haar aan had gesproken. Zach Latvale, wist hij uit zijn hoofd. Hij had de gastenlijst uitvoerig bestudeerd. De diplomaat was ongetwijfeld een beetje stoffig, maar geen bedreiging.
De deuren van de zaal sloegen open en zijn ogen dwaalden af. Het was te laat om nog nieuwe gasten te verwelkomen, maar al snel zag hij een groep bedienden, gekleed in uniformen van de keukens, de zaal betreden. Enkele droegen een grote schaal, waarvan de inhoud was verborgen onder een klos. Anderen duwden een kar met kleine hapjes rond. Ryszard wilde zich weer terugdraaien, maar toen viel hem een bekend gezicht op: Isaac. 
In eerste instantie voelde hij opluchting, omdat hij Isaac de afgelopen dagen niet had gesproken. De opluchting maakte echter snel plaats voor achterdocht. Isaac was geen bediende, hij werkte ook niet in de keukens. Op een avond zoals deze zou hij zich niet eens in de balzaal moeten bevinden.  Snel controleerde Ryszard de positie van Zaniah. Ze stond nog steeds te praten met de diplomaat.
Langzaam en onopvallend bewoog hij zich tussen de mensen om beter zicht te krijgen op Isaac en de groep die zojuist binnen was gekomen. Toen hij dichterbij stond, herkende hij meerdere gezichten. Hij herkende een jonge jongen met blond, piekerig haar en een permanente, nerveuze blik. Ryszard wist dat hij nog niet lang voor de rebellen werkte.  Hoe meer gezichten hij af ging, hoe meer nieuwe leden hij ontdekte.
Had Isaac ze naar binnen gesmokkeld? Dat kon haast niet anders. Ryszard stapte af op Isaac, van plan om hem te vragen wat er aan de hand was en waarom Nirah hem niet had geïnformeerd. Was dit de reden dat hij haar al die tijd niet had kunnen bereiken? Ryszard slikte en keek de zaal rond. Wat als Nirah hem expres overal buiten had gehouden? 
De de aanstekelijke lach van Zaniah trok zijn aandacht en hij draaide zich naar haar toe. Zelfs in twee dagen was het hem gelukt om haar stem te herkennen tussen al het andere ruis. De, haast melodieuze, klanken bereikten zijn oren voordat anderen dat deden. Hij vroeg zich nog steeds af hoe haar stem zou klinken in een andere taal.
Het besef raakte hem zo plotseling dat hij een stap naar achteren zette. Hij moest haar de beschermen. Wat Nirah ook had gepland, wat de reden ook was dat er meerdere rebellen rondliepen in de balzaal, hij had de taak gekregen om haar te beschermen en die zou hij niet kunnen verwaarlozen.
Hij liet zijn plan om Isaac aan te spreken achterwegen en zocht naar kapitein Meera. Hij vond haar in gesprek met William Erendyz, de adviseur en jongere broer van de koning. Het gesprek oogde enigszins enerverend, maar de alertheid van kapitein Meera straalde van haar af terwijl ze met de man converseerde.
Ryszard benaderde de twee en maakte een korte buiging naar de man. ‘Adviseur Erendyz,’ begroette hij de man, waarna hij zich tot zijn eigen kapitein richtte. ‘Kapitein, weet u of er extra personeel is ingehuurd voor deze avond? Personeel uit, bijvoorbeeld, de hofhouding van de koning?’
‘Al het personeel is goedgekeurd, Zajac. Ik heb de lijst vanmiddag nog doorgenomen. Er zijn na eergisteren geen aanpassingen meer gedaan.’
Eergisteren. Dat was de dag waarop er een incident was bij de muur, bedacht Ryszard zich.
‘En wie heeft die lijst voor het laatst aangepast?’
‘Ik, natuurlijk.’ William Erendyz trok wantrouwend een wenkbrauw op. ‘Is dit waar de lijfwacht van mijn nichtje zich mee bezig houdt?’
Ryszard negeerde de man. De puzzelstukjes vielen langzaam in elkaar. Nirah had iets gepland. Dit was voor het eerst in lange tijd dat er zoveel belangrijke mensen samen kwamen op een plek.  Zo kort na een incident bij de muur… Het kon geen toeval zijn.
‘Kapitein, ik heb een aantal gezichten bij het personeel gezien die ik niet herken. Misschien komen ze zelfs niet overeen met de namen op de personeelslijst.’
Kapitein Meera keek schichtig om zich heen en greep Ryszard bij zijn arm. ‘Hoe zeker ben je van je zaak, Zajac? We willen de gasten, en de koning, niet onnodig alarmeren.’
‘Heel zeker,’ zei Ryszard, waarna hij naar William keek. ‘Ik vergeet geen gezichten.’
Daynty
Internationale ster



Het feest gaf haar geen moment rust. Als ze niet met vriendinnen bijpraatte of met hen bediscussieerde hoe de jongens van hun leeftijd uit de elite eruitzagen vandaag, dan was ze wel in gesprek met andere vrouwen of zwierde ze in iemands armen over de dansvloer. Die drukte hulde zich als een vertrouwde, warme deken om haar heen. Het gaf haar gedachten geen tijd om af te dwalen en het dempte het altijd onrustige gevoel dat onder haar huid kriebelde, als een monster wiens honger nooit helemaal gestild was. 
‘...zorg ik voor de banden met Shawes.’ Naast haar ging Zach verzitten op de barkruk, en Zaniah dwong zichzelf om haar ogen los te maken van het uitzicht en terug te kijken naar hem. ‘Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk die banden zijn. Shawes is het koninkrijk dat het dichtstbij ons ligt en—’
‘Zach,’ onderbrak Zaniah hem met een vriendelijke, maar onverzettelijke glimlach. ‘Ik ben de kroonprinses, je hoeft mij niet te onderwijzen in koninkrijksrelaties, dat hebben mijn leraren vroeger al meer dan genoeg gedaan.’
Het gezicht van de jonge diplomaat schoot meteen vol kleur en hij stamelde wat woorden. Zaniah bracht haar glas naar haar lippen en nam een slok, terwijl ze toekeek hoe Zach zichzelf bij elkaar probeerde te rapen nu ze het onderwerp waar hij zo vertrouwd mee was, had afgekapt. Het was amuserend, maar tegelijkertijd voelde ze zich lichtelijk schuldig voor hem. Ze kende Zach al langere tijd. Hij was de jongste generatie in een familie van vooraanstaande Siluriaanse diplomaten en zonder twijfel een aanwinst voor het koninkrijk. Ze wist dat hij ongelooflijk goed was in zijn werk, maar nu ze hem zo zag, kon ze het niet helpen dat ze zich afvroeg hoe hij zijn mannetje kon staan tegenover buitenlandse machthebbers en gehaaide diplomaten, maar zich zo liet intimideren door een prinses. 
‘Het spijt me,’ zei hij eens hij zichzelf herpakt had. ‘Dat is natuurlijk helemaal waar.’
Met een loom handgebaar wuifde Zaniah zijn verontschuldiging weg. ‘Je bent niet de enige die dat wel eens vergeet.’ Ze schoof haar lege cocktailglas over de bar en gebaarde de barman voor een nieuwe. De vijfde - of was het inmiddels al de zesde? - van de avond. 
‘Er is wel iets anders waar ik in geïnteresseerd ben dat jij me vast kan vertellen.’ Zaniah draaide zich iets meer naar Zach toe, die onmiddellijk iets rechterop ging zitten. ‘Er was laatst een incident bij de muur. Mijn moeder riep me net weg uit een vergadering om te helpen met het feest toen generaal Winther binnenkwam om mijn vader en zijn adviseurs daarover in te lichten, dus ik heb helaas gemist wat er precies aan de hand was. Maar jij hebt daar vast iets over gehoord.’
‘Oh, dat incident, ja, daar heb ik wel het één en ander over gehoord.’ Zach leek een tikkeltje teleurgesteld met hetgeen dat ze hem vroeg, maar ze was te gretig voor een antwoord op haar vraag om daar langer bij stil te staan. Het nieuws van een incident bij de muur had ze te horen gekregen van een soldaat die ze had weten te strikken voor een gesprek na zijn training in de noordelijke toren, maar hij had de details ervan niet geweten. En het was geen verrassing dat haar vader het onderwerp had afgewimpeld toen ze hem ernaar had gevraagd. 
Zaniah hield haar hoofd iets schuin en trok een wenkbrauw op naar Zach, wachtend tot hij verderging. 
‘Maar ik weet er het fijne niet van,’ zei hij. ‘Het wordt strikt binnen de top gehouden.’
Zaniah snoof geërgerd, maar herstelde vlak daarna haar glimlach. ‘Dus het heeft niets te maken met de onrust rond de transporten vanuit Shawes?’ 
Nu schudde Zach meteen zijn hoofd. ‘Dan had ik het wel geweten. Voor zover ik weet, heeft koning Lyndon van Shawes die onrust inmiddels alweer onder controle, in ieder geval voor nu. En anders zou het zeker niet zorgen voor een conflict bij Silurians muur.’
Langzaam knikte Zaniah. Ze roerde met het rietje door haar nieuwe cocktail terwijl ze verwerkte wat Zach verteld had. Het bevestigde vooral wat ze al vermoedde: wat er ook aan de hand was in of buiten Silurian, het had niets te maken met de transporten. Dat maakte het vraagteken over wat het dan wel was waarvoor ze een lijfwacht nodig had, enkel groter. 
‘Vertel eens, wat denk jij dat er aan de hand zou kunnen zijn dat de veiligheid van Silurian mogelijk bedreigd?’ probeerde ze. Zach mocht dan buiten de kennis van het incident worden gehouden - zoals het grootste deel van Silurians belangrijke functionarissen blijkbaar - maar hij had ongetwijfeld zijn professionele inschattingen. 
‘Nou, er is wel iets… Maar ik weet niet of—’
‘Of je dat mag zeggen?’ Zaniah lachte spottend, waarna ze kort een hand op zijn onderarm legde. ‘Je bent een volwassen man, Zach. Een diplomaat nota bene. Je hoeft niet altijd maar te luisteren naar anderen, vind je niet?’ 
Zach mompelde iets instemmends en Zaniah zette een van haar meest effectieve wapens in om hem over de streep te trekken: haar mooiste glimlach. 
‘Oké dan.’ Zach keek schichtig om zich heen. ‘Ik vermoed dat er in de Buitenlanden misschien...’
Achter haar schraapte iemand nadrukkelijk haar keel. ‘Hoogheid, het spijt me dat ik u stoor, maar—’
‘Waarom doe je het dan?’ De sneer was over haar lippen voor ze er erg in had. Zaniah draaide zich met een ruk om, om in het wat beduusde gezicht van Ryszard te kijken. Maar aangezien ze niet van plan was haar woorden terug te nemen omdat het haar daadwerkelijk ergerde dat hij uitgerekend nu haar gesprek onderbrak, hief ze haar kin en keek ze hem aan. 
‘Het is dringend.’ Rys liet zich niet zo eenvoudig van de wijs brengen door haar scherpe blik. Sterker nog, hij leek het nauwelijks op te merken. ‘Kan ik u even spreken?’ Zijn ogen schoten heen en weer langs de bar en bleven even op Zach hangen voor ze weer bij haar terugkwamen. ‘Onder vier ogen.’
De ergernis in haar lichaam borrelde verder op, maar ze kon niet tegen Rys uitvallen met Zach als toeschouwer erbij. Ze excuseerde zich bij de diplomaat, liet zich van de barkruk glijden en liep een paar meter van de bar weg naar een rustig plekje bij de ramen. 
‘Wat is er aan de hand dat niet kan wachten tot na het feest?’ vroeg ze, de irritatie duidelijk hoorbaar in haar stem. 
‘Er zijn aanwijzingen dat je veiligheid in gevaar is.’
‘En hoe is dat ineens?’ Zaniah draaide zich om en sloeg haar armen over elkaar. Ryszard keek weer de zaal door en dit keer volgde ze zijn blik. Een frons verscheen tussen haar wenkbrauwen bij het zien van kapitein Meera, die bij twee paleiswachten langs de muur stond en druk in haar oortje aan het praten was. Toen Zaniah verder keek, zag ze ook andere wachters zich verplaatsen door de zaal. 
‘Dat leg ik zo uit. Ik moet je vragen om mee te komen.’ De onrust in Ryszards stem joeg haar hartslag omhoog. Hij was altijd zo kalm. ‘Nu direct,’ voegde hij er dringend aan toe. 
‘Maar…’ Zaniah schudde verward haar hoofd en drukte haar handen tegen haar buik. ‘Ik kan toch niet zomaar weggaan?’
‘Prinses Zaniah, alsjeblieft. We moeten nú gaan.’ Ryszard stapte naar voren en dwong haar met een hand in haar rug om in beweging te komen en richting de uitgang van de balzaal te lopen. 
‘Maar mijn ouders…’ Ze keek achterom naar de gevulde zaal. ‘En de gasten.’ 
‘Voor je ouders wordt gezorgd.’ Zijn antwoord was kortaf en nu ze verder verwijderd waren van de gasten, verplaatste hij zijn hand naar haar bovenarm om haar weer in beweging te trekken. ‘De gasten zullen—’
Ze beklommen net de treden naar de deur toen een oorverdovende knal vanaf de bar door de ruimte galmde. 
Demish
Internationale ster



De oorverdovende knal zette alles in slowmotion. Tegelijkertijd leek de tijd juist sneller te lopen. De druk van de knal duwde hun lichamen naar voren en de traptreden verdwenen onder hun voeten. Ryszard deed het enige wat hij op dat moment kon doen en greep de prinses vast. Met zijn lichaam beschermede hij dat van haar, zijn armen voorkwamen dat ze met een harde val terecht kwam. Om hen heen vlogen miljoenen glasscherven. Hij kon alleen maar hopen dat de prinses niet gewond raakte.
Met Zaniah onder zich landde hij op het plateau voor de deur. Zijn handen waren al gehavend door het glas en ook langs zijn gezicht druppelde bloed, maar het enige waar zijn aandacht naar toe werd getrokken, was het gepanikeerde geschreeuw van de menigte. Hij had geen tijd om na te denken wat er zojuist was gebeurd, wat Nirah had gedaan. Hij moest de prinses in veiligheid brengen.
Rys duwde zichzelf overeind en nam Zaniah vast bij haar armen, zodat hij ook haar omhoog kon helpen. Kort bestudeerde hij haar, maar op een kreukelige jurk, een paar schrammen en wat kleine glasscherven in haar haren, leek ze ongedeerd. 
‘Je moet hier weg.’ De rebellen waren nog steeds in de zaal. De explosie kon een afleiding zijn, een moment van chaos waarop er een opening werd gecreëerd voor ze. Hij leidde Zaniah door de deuren heen, maar hij keek bij de doorgang nog over zijn schouder naar de commotie die zojuist was veroorzaakt.
Zijn blik kruiste die van Isaac, die net als iedere andere bediende reageerde alsof hij ook in een noodramp was beland. Ryszard schudde zijn hoofd en bracht zijn aandacht weer bij de prinses, die hij zo snel mogelijk naar de lift loodste. Ze passeerden meerdere wachters en soldaten die op het geluid af kwamen.
Ze arriveerden bij de lift en zo snel als hij kon voerde hij alle beveiligsscans uit. Zijn hoofd was te vol met vragen en gedachten om ook maar na te denken over dat hij de glazen lift betrad terwijl hij werd omgeven door de duisternis. Ongeduldig toetste hij de juiste verdieping in. Pas toen de liftdeuren dichtgleden en de machine omhoog schoot, had hij het gevoel dat hij zijn ademhaling weer onder controle kon krijgen.
Als kapitein Meera hem meteen had geloofd, als adviseur Erendyz hun gesprek niet had verstoord, dan had hij Zaniah misschien nog op tijd de zaal uit kunnen krijgen. Als Nirah hem simpelweg had verteld wat er zou gebeuren, wanneer, dan had hij zich voor kunnen bereiden. Hij keek naar de prinses. Ze leunde tegen de wand van de lift, haar blik gericht op het uitzicht, maar tegelijkertijd leek ze het niet in haar op te nemen. Haar had omklemde haar pols. Daar was ze misschien op gevallen.
De lift stopte en Ryszard hield zijn hand op naar Zaniah, waarna hij de gang controleerde. Boven leek het alsof de explosie niet plaats had gevonden. Hij knikte naar de prinses en legde haar hand op haar rug.
‘We gaan naar mijn vertrekken.’ Als iemand de prinses zou zoeken, dan zouden ze als eerste naar haar vertrekken gaan. Ondanks dat zijn kamers aan die van haar grensden, hoopte hij dat ze daar veiliger was. Zaniah gaf hem een haast onzichtbaar knikje, maar ze volgde hem desalniettemin.
Hij opende zijn eigen vertrekken met de beveiliging en liet de prinses als eerste de donkere ruimte betreden. De gordijnen voor zijn ramen hielden de kleinste straal van het maanlicht buiten. Ryszard deed het licht aan en sloot de deur achter zich.
Zaniah stond tegenover hem, haar vingers tegen haar lippen gedrukt en een diepe frons op haar gezicht.
‘Ik weet zeker dat je ouders ook veilig zijn. Kapitein Meera heeft hun lijfwachten als eerste geïnformeerd.’ Ryszard schudde glas van zijn mouwen en ging voorzichtig met zijn hand langs zijn gezicht om de schade vast te stellen.
‘Wat…’ Zaniah hapte naar adem, ‘wat was dat?’
Nirah. Nirah had enkele rebellen bij elkaar geroepen, de jongere en nieuwere leden, en had iets gevaarlijks gepland. Iets roekeloos, waar ze een hoop levens voor had willen opofferen. Als hij had gekund, had hij nu contact met haar opgenomen om zijn woede kenbaar te maken. Mensen waren gewond, dood. Hij had dood kunnen gaan als hij Isaac en de anderen niet had herkend. Deed dat haar dan niets?
Geen van die gedachten kon hij echter hardop uitspreken. Ryszard liep naar haar toe en legde zijn handen op haar schouders. Voorzichtig haalde hij een paar glassplinters uit haar haren. ‘Dat was een poging van een zeer wanhopig iemand.’
Zaniah haalde rillerig adem en stapte naar achteren. ‘Ik zou beneden moeten zijn. De gasten… Mijn ouders-’
‘Zijn zo veilig als ze kunnen zijn,’ verzekerde hij haar. Misschien was ze teveel geschrokken en had ze zijn eerdere opmerking niet gehoord. ‘De meeste gasten bevonden zich niet direct naast de bar. Een groot aantal heeft het, hoop ik, overleefd.’
‘Kan dit niet… Is het niet gewoon een ongeluk?’ stamelde ze. Ryszard vroeg zich af in welke wereld de prinses precies leefde dat ze kon hopen dat een explosie per ongeluk plaatsvond. Hij wilde haar geruststellen en gelijk geven, maar hij wist dat de realiteit anders in elkaar stak.
‘Het was geen ongeluk.’ Hij bracht het voorzichtig, maar de woorden klonken nog altijd hard over zijn lippen. ‘We kunnen hier het beste wachten totdat ik bericht krijg van kapitein Meera. Als alles veilig is, kan ik je naar je ouders brengen.’
Daynty
Internationale ster



Het was geen ongeluk.
Zaniah schudde haar hoofd, en bleef haar hoofd schudden tot ze zich neer liet zakken op de rand van het bed in Rys’ kamer en haar hoofd in haar handen verborg. Het was een poging van een heel wanhopig iemand, had Rys gezegd. Wat kon iemand zo wanhopig maken om over te gaan tot een daad als dit? 
Zaniah begroef haar vingers in haar haren, de kort steekjes van pijn afkomstig van de wondjes op haar handen negerend. Haar oren suisden na van de klap en haar gedachten waren verdwaasd, alsof ze door het water moesten reizen voor ze haar bereikten. Nu de adrenaline begon af te zwakken, werd de pijn in haar lichaam kenbaar. Een dof gebonk aan de linkerkant van haar ribbenkast, een zeurende pijn in haar linkerpols en het branderige gevoel van de sneetjes en schrammen die de glasscherven waar ze op was gevallen hadden veroorzaakt. 
Er ging een deur in de kamer open en met een ruk keek ze op, hopend op een soldaat of bediende met nieuws over haar ouders, maar het was slechts Ryszard die de deur naar zijn badkamertje open had getrokken. Terwijl ze luisterde hoe hij in een paar kastjes rommelde, gleed haar blik naar de ramen. Een benauwd gevoel kneep haar borstkas samen bij het zien van de dichte gordijnen. Ze zocht verder naar een ander raam, maar die was er niet. Het waren alleen de gordijnen en de muren, die ineens een stuk dichterbij leken dan eerst. 
Zaniah schoot overeind van het bed en greep het dichtstbijzijnde stuk stof van het gordijn vast, om deze met een ruk open te trekken. Achter het raam ontvouwde zich het nachtelijke landschap van de stad, met daarboven de sterrenhemel. Meteen ebde de spanning iets weg uit haar lichaam. 
‘Ik heb…’ In de vage reflectie van het glas zag ze Ryszard de badkamer uit komen. Hij hield wat in zijn handen, maar was stil blijven staan en keek langs haar heen naar de ramen. ‘De gordijnen kunnen beter dicht blijven,’ zei hij. 
Zaniahs vingers klemden zich steviger om de stof heen, zonder aanstalten te maken om deze weer te sluiten. ‘Waarom?’
De reflectie van Ryszard liep naar zijn bed toe en legde daar de spullen op neer. ‘Ik weet niet wie er precies achter deze aanslag zat, of ze nog meer van plan zijn. Het is beter als niemand van buiten kan zien dat hier licht brandt.’
Langzaam trok ze het gordijn weer dicht. Met iedere centimeter die de stof voor het uitzicht gleed, voelde ze haar hartslag een stukje omhoog gaan. Het enige dat haar hielp om haar gedachten af te leiden van de benauwde ruimte, was het woord dat Rys gebruikt had. 
‘Een aanslag?’ herhaalde ze radeloos. ‘Is dat wat het was?’ 
Zijn zwijgen was genoeg van een antwoord. Na een gebaar van zijn hand nam Zaniah weer plaats op het bed. Ze zag nu dat hij een verbanddoos en een vochtige handdoek uit de badkamer had gepakt. Hij schoof een stoel naar het bed toe, pakte een van haar handen en ging zwijgend aan de slag met het wegvegen van het bloed. Zaniah liet hem in stilte zijn gang gaan. Ze staarde naar de wondjes op haar hand, terwijl ze zich bedacht dat het vele malen erger had kunnen zijn. Als Ryszard haar niet had weggehaald bij de bar, als zij nog langer tegen hem in was blijven gaan. 
‘Hoe wist je het?’ vroeg ze toen hij een kleine pleister plakte op een van de ergere sneeën. ‘Dat er gevaar was.’
Rys controleerde haar armen op andere verwondingen en antwoordde niet meteen op haar vraag. Zaniah ging onrustig verzitten op het bed. Was dit nog zoiets dat hij haar niet mocht vertellen?
‘Het viel me op dat er een onbekend gezicht tussen het personeel zat,’ antwoordde hij uiteindelijk. Zijn woorden klonken weloverwogen, zorgvuldig gekozen. Ze vroeg zich af welke details hij voor haar wegliet. ‘Ik had de foto’s bekeken en onthouden als voorbereiding, daarom zag ik het.’
Weer schudde Zaniah haar hoofd. ‘Wie zou zoiets doen? Wie zou zoveel levens in gevaar brengen?’
Haar vader had ongetwijfeld vijanden, zowel binnen zijn eigen kringen als in de andere koninkrijken, maar zouden die tot zoiets in staat zijn? Dat was iets dat ze weigerde te geloven. Zij zouden niet roekeloos iets tot ontploffing brengen op een feest, wetende dat het een oorlogsverklaring uit kon lokken. En weer een oorlog was niet iets waar mensen op zaten te wachten na de verwoesting van vijf eeuwen geleden.
Alweer antwoordde Ryszard niet op haar vraag. Hij draaide zich weg van haar en kwam overeind. Vlak voor hij naar de badkamer kon lopen, hield Zaniah hem tegen. 
‘Jij bent ook gewond,’ zei ze. Ze nam de vochtige doek uit zijn hand en gebaarde hem om nu plaats te nemen op het bed. Hoewel ze ergens het liefst tegen hem wilde schreeuwen dat hij haar moest vertellen wat hij wist, kon ze het hem niet kwalijk nemen dat hij stil bleef. Wellicht had ook hij niet alle antwoorden. Immers, als iemand de gebeurtenis van vanavond aan had zien komen, zou het feest vast verplaatst zijn. 
‘Het is niet zo erg,’ wimpelde Rys haar woorden weg. ‘Ik laat er later vanavond wel iemand naar kijken, als de rust terug is.’
‘Ik kan er naar kijken.’ Zaniah blokkeerde zijn pad toen hij alsnog naar de badkamer wilde lopen. 
‘Dat kan ik niet van je vragen,’ mompelde hij. ‘Je bent de kroonprinses.’ 
‘En zonder jou was ik waarschijnlijk aan stukken geblazen.’ De hardheid in die woorden schokte haar en ze verzachtte haar toon. ‘Laat me dit doen.’ Ze wilde iets te doen hebben, iets om haar aandacht op te richten, zodat ze niet ging nadenken over de beelden van rondvliegende scherven die nog achter haar netvlies rondspookten, en het angstige geschreeuw dat nagalmde in haar oren.
Terwijl Ryszard plaatsnam op het bed, spoelde ze de doek om in de badkamer, waarna zij op de stoel ging zetten. Ze zag meteen dat hij er een stuk slechter aan toe was dan zij. De lijfwachten droegen een dun, kogelwerend vest onder hun pak, maar dat beschermde hun armen niet. De mouwen van zijn jasje en het witte overhemd daaronder waren op verschillende plekken doorboord met rafelige gaten, waar bloed langs de randen in de stof was getrokken. Ook in zijn gezicht zaten schrammen en sneeën veroorzaakt door de rondvliegende glasscherven. 
Die zouden haar blote armen en haar rug hebben geraakt als hij zich niet voor haar had geworpen, besefte ze. 
Rys schudde het jasje van zijn schouders. Zwijgend keek Zaniah toe hoe hij daarna de knoopjes van zijn overhemd losmaakte en ook dat kledingstuk uittrok. Het enige dat verraadde dat ze handelingen hem pijn deden, was de strakke lijn van zijn kaken en de spanning in zijn gespierde bovenlichaam.
Ze schoof de stoel dichter naar hem toe en legde zijn hand op haar schoot. Ze wisselde de natte doek om voor een pincet, om eerst de restjes van glasscherven die achter waren gebleven in sommige van de grotere wonden voorzichtig weg te halen. Het secure werkje had het gewenste effect. Het maakte haar gedachten leeg, net zoals het minutieus natekenen van bloemen altijd deed. 
Af en toe trok Rys zijn arm samen, maar verder bleef hij keurig stil zitten. Zaniah boog zich dichter naar hem toe om beter bij de wonden bovenaan zijn arm te kunnen en zeker te weten dat ze geen glassplinters miste. Heel even keek ze omhoog naar zijn gezicht, vlak naast het hare. Hij had zijn hoofd iets in zijn nek gelegd en zijn ogen waren gesloten. Hij zag er kalm uit, sereen bijna, alsof hij niet vlak daarvoor op het nippertje aan de dood ontsnapt was. 
‘Hoe doe je dat toch?’ mompelde ze, meer tegen zichzelf dan tegen Rys. Hij opende echter even zijn ogen en keek haar vragend aan. Zaniah pulkte een laatste scherfje uit zijn bovenarm en pakte de vochtige doek erbij. ‘Zo kalm blijven,’ verduidelijkte ze. Ze keek even naar haar eigen handen, die zo hevig trilden dat het haar verbaasde dat het gelukt was alle scherfjes uit zijn arm te vissen. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Pagina: | Volgende | Laatste