Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
19 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Light up a spark
Demish
Internationale ster



Dain bewonderde de trouw die Dimitri bezat. Wellicht had de man het bij het juiste eind gehad toen hij hem als eerste de hulp wilde bieden, aangezien de verpleegkundige haar reactie uitbundig was geweest. En dat was een understatement. Nu was Dain het echter eens met de verpleegster en de jonge vrouw die zich bij hen had gevoegd. Dimitri had beter kunnen gaan, zodat hij niemand zou hinderen. Gelukkig had zijn rechterhand naar zijn order geluisterd. Als Dain hem de opdracht niet had gegeven, dan had de jonge verpleegkundige geen schijn van kans gemaakt. Dimitri was niet voor haar geweken, hoe dapper ze zich ook had opgesteld.
Hij leerde al snel dat de jonge vrouw geen verpleegkundige was. Tenminste, de oudere verpleegkundige zou niet op die manier spreken tegen iemand die ervaren was in het vak, leek hem. Maar op dit moment voelde zijn hoofd zo licht aan dat hij van niets meer zeker was. Nogmaals werd hem benadrukt dat hij niet in slaap mocht vallen. Iets wat nog lukte nu hij rechtop zat en zijn ogen had geopend, maar hij betwijfelde of hij nog in staat was om het lang vol te houden.
‘Jij bent een nieuw gezicht,’ merkte Dain op, toen ze bij hem op de rand van het bed kwam zitten en zijn arm voorzichtig in haar schoot plaatste. Het deed pijn, maar niet genoeg om hem van zijn stuk te brengen. Het waren de willekeurige steken gevuld met scherpe pijn die hem van zijn stuk brachten. De koele doek gleed over zijn arm, op de plekken waar de stof niet lag. Het was en kalmerend gevoel. Alsof ze het zouden kunnen oplossen.
De jonge vrouw reageerde echter niet meteen op zijn woorden.
‘Kom op, moest je me niet weerhouden van in slaap vallen? Het minste wat je dan kan doen, is met me praten. Ik ben Dain-‘
‘Heer Dain Sindri, luitenant voor één van de patrouilles van de Onyx.’ Ze verraste hem door zijn hele titel te noemen. ‘Ik weet wie je bent.’ 
Dain had gehoopt dat de klank van haar stem hem zou afleiden van de pijn, maar hij voelde hoe de andere verpleegster de dunne stof van zijn armen knipte. Op de plekken waar de stof aan zijn arm was gelijmd door middel van zijn eigen bloed, voelde het alsof zijn huid er af werd gesneden door een scherp mes.
Zijn schouders doken iets ineen van de pijn en hij moest zijn kiezen op elkaar houden om te voorkomen dat hij vocaal zou zijn over wat hij nu voelde. Een stevige hand nam zijn schouder vast. De verpleegster keek hem met een strenge blik aan, duidend op dat hij voor zijn eigen best wil zo stil mogelijk zou moeten blijven zitten. Zelfs Dain wilde liever geen schaar in zijn arm, maar het deed anders wel verdomd veel pijn.
‘Wat is er gebeurd?’ Het was degene die hij niet kende die hem de vraag stelde. Ondertussen bleef ze gefocust op het opschonen van zijn arm. De doek die ze vast had, was al besmeurd met bloed en vuil. ‘Ik dacht dat jullie onverslaanbaar waren?’ voegde ze op een droge toon aan toe.
‘Dat waren we. Ik bedoel, dat zijn we – Mijn god!’ Zijn zin werd onderbroken door wederom een stuk stof dat van zijn huid werd verwijderd, nog pijnlijker dan de vorige. Hij wist zijn vloekende woorden in te houden, wetend dat iedereen om hem heen zijn best deed om hem zo goed mogelijk van dienst te zijn. Hij begon zich echter wel af te vragen of ze hem niet hadden kunnen verdoven met medicijnen of kruiden.
‘De groep opstandelingen was groter dan we hadden verwacht. Ze hadden wapens en ze wisten ook hoe ze er mee om moesten gaan. Degenen die geen wapens hadden, wisten enkele van ons te onderscheppen. Ze waren voorbereid.’ 
‘E’n van hen greep een zwaard van één van mijn soldaten en…’ Hij wierp een blik op zijn arm. De rest van het verhaal sprak voor zich. Delen van het gevecht vlogen door zijn gedachten, maar het was niet zijn eigen nederlaag of de uiteindelijk overwinningen van zijn mannen. Het was hetgeen wat daarna was gekomen. Al de wanhoop, pijn en machteloosheid die hij had gezien die hem bleven achtervolgen. 
Daynty
Internationale ster



Alles in haar schreeuwde dat ze moest maken dat ze wegkwam. Alleen waar kon ze heen? Omdraaien en wegrennen was geen optie, daar waren de andere soldaten die haar achtervolgden immers. Ze kon hun voetstappen horen. Het zou niet lang duren voor ze dit steegje bereikt hadden. 
De persoon die de soldaat had neergehaald maakte eindelijk zijn blik los van het roerloze lichaam en keek haar aan. De jeugdigheid in zijn gelaatstrekken verraste Rheana. Hoewel zijn gezichtsuitdrukking grimmig stond, zag ze meteen dat hij niet veel ouder kon zijn dan zijzelf. 
‘Rheana, is het niet?’ Zijn stem was zacht en warm, met een zwaar accent dat ze niet goed kon plaatsen. ‘We houden je al een tijdje in de gaten.’
Verbijsterd staarde ze hem aan, terwijl ze zich afvroeg of ze zijn woorden goed verstaan had. Hoe wist hij haar naam? Wie waren de “we” waar hij het over had? En wat bedoelde hij er in godsnaam mee dat ze haar al een tijdje in de gaten hielden? 
‘Wie ben jij?’ vroeg ze. Hoewel de jongen geen dreiging meer uitstraalde, stapte Rheana langzaam achteruit. ‘En waar heb je het over?’
‘Dat leg ik liever uit als we onderweg zijn.’
‘Ik heb liever nu een antwoord.’ Argwanend nam ze hem in zich op. Hij had een dolk aan zijn riem hangen, maar verder leek hij niet bewapend. Ze keek naar de soldaat op de grond. Hij had ook geen wapens nodig. Zou de soldaat nog leven? 
‘Maak je niet druk, hij is alleen bewusteloos.’ Het was alsof hij haar gedachten kon lezen. ‘Maar dat betekent dat we hier weg moeten voor hij bijkomt.’
Rheana stond op het punt om te zeggen dat ze geen hulp nodig had, toen het geluid van laarzen die op de kinderkopjes stampten beduidend harder werd. Haar achtervolgers kwamen dichterbij. De jongeman voor haar wist het ook: hij trok veelzeggend een wenkbrauw op. 
Nog één keer overdacht ze haar opties - of het gebrek daaraan - alvorens zich met een zucht gewonnen te geven. Met een wildvreemde meegaan klonk als alles waarvoor haar moeder haar altijd gewaarschuwd had, maar in ieder geval betekende het dat ze uit handen van de soldaten zou blijven. En terwijl ze onderweg zouden zijn naar wat voor plek hij haar ook meenam, zou ze tijd hebben om te bedenken hoe ze hem af kon schudden. Eén persoon ontvluchten was bovendien een stuk makkelijker dan vier soldaten afschudden. 
Als hij haar lang genoeg zou laten leven om een plan te kunnen bedenken, althans. 


De luitenant was verrassend spraakzaam voor iemand die op het randje van bewusteloosheid en misschien zelfs de dood lag. Een verwonding aan de arm leek minder erg dan neergestoken worden in de buik of borst en vaak was het dat ook, maar ook door de armen liep een belangrijke ader en als hij maar genoeg bloed verloor, vloeide het leven vanzelf uit hem weg. De soldaten met wie hij was geweest hadden de stof om zijn arm gedaan om het bloeden te stelpen, maar veel beter hadden ze zijn arm af kunnen binden. Ergens verbaasde het haar dat ze daar niet aan hadden gedacht. Hadden ze dat niet geleerd op de militaire academie? 
Het had Rheana haast onzichtbaar laten glimlachen toen hij haar bij het uitspreken van zijn titel een moment verbijsterd aan had gekeken. Ze had haar huiswerk gedaan, ze had wel gemoeten. Wel moest ze eerlijk toegeven dat ze hem niet onmiddellijk had herkend. Pas toen ze op het bed zat en ze hem van dichterbij zag, kon ze zijn gelaatstrekken, besmeurd met bloed en modder, plaatsen. Tot dan toe had ze zijn gezicht alleen op tekeningen gezien. Tekeningen die verrassend dichtbij de werkelijkheid in de buurt waren. Het enige dat ze eraan op te merken had, was dat hij in het echt nog knapper was. 
Geboeid luisterde ze naar zijn korte verslag over wat er was gebeurd, hoewel ze probeerde haar interesse te maskeren door ondertussen door te gaan met het schoonmaken van de wond. Hij had het over opstandelingen. Waren die er nog steeds? En met zo’n grote groep dat ze een patrouille Onyx hadden kunnen verrassen en verwonden. 
Alleen verwonden was niet doden en Rheana wilde er niet aan denken wat er gebeurd was met de opstandelingen eens de Onyx terug hadden geslagen. Want dat hadden ze zeker. 
Terwijl ze zijn arm stevig vasthield zodat de verpleegster het laatste stuk bebloede stof kon verwijderen, bestudeerde Rheana Dains gezicht. Ze had het gevoel dat er iets was dat hij niet vertelde. Over wat er was gebeurd nadat hij gewond was geraakt. Eigenlijk wilde ze hem er naar vragen, maar ze betwijfelde of hij het zou vertellen en of zij het wel echt wilde weten. 
‘Alle opstanden waren toch al neergeslagen?’ vroeg ze, de gretigheid naar antwoorden wegdrukkend. Ze hoopte dat ze voor de luitenant overkwam zoals ze probeerde: als een bediende die weinig wist van militaire zaken en van wat er buiten de kasteelmuren gebeurde. 
Demish
Internationale ster



Oog in oog hadden ze gestaan.
Het was een moment dat in werkelijkheid maar een paar seconden had geduurd, maar Dain had het in slowmotion voor zijn ogen zien gebeuren. Hoe de soldaat naast hem met een flinke steen was geraakt op de arm, waardoor hij in een reflex zijn zwaar los had gelaten. Het ijzeren wapen had even in de lucht gevlogen, maar een hand had er naar gegrepen en toen was het zwaard, gemaakt van metaal uit Veros, in handen geweest van één van de opstandelingen.
‘Nu is het een eerlijk gevecht, luitenant.’ De man had het zwaard geheven, klaar om aan te vallen. Dain had zich snel hersteld en had de eerste slag geblokkeerd. Botsend metaal had door de lucht geklonken, al was hij niet de enige die een opstandeling op afstand probeerde te houden met zijn wapen. De opstandeling in kwestie leek echter niet zomaar op te geven. Aan zijn bouw te zien was hij sterk, had hij getraind. Hij hield het wapen behendig vast, wat betekende dat hij ervaring had. Een waardige tegenstander, tegen Dain zijn verwachtingen in.
Met zijn jarenlange training zou zelfs deze situatie geen problemen moeten opleveren voor Dain. Toch was het gevecht zwaarder dan dat hij had gedacht. Hij had al veel energie verbruikt, had een aantal van zijn eigen soldaten in veiligheid gebracht en hij had zelfs een enkele opstandeling neergeslagen. Zijn fysieke gesteldheid drong door in zijn bewegingen. Hij was minder snel, raakte niet meteen zijn belager.
Even drong het door zijn hoofd dat hij misschien wel wilde verliezen. Dat hij deze mensen een winst gunde, een stukje hoop. 
Het was dat moment dat hij geraakt werd door het zwaard. Ondanks de bescherming die hij droeg, sneed het metaal in zijn vlees en met een schreeuw liet hij zijn eigen zwaard los en greep hij naar zijn linkerarm. Het was de arm waar hij mee vocht. Bloed droop door zijn kleding en vingers heen. Dit was echter niet de tijd om op te geven.
Met zijn rechterhand greep hij naar zijn zwaard en blokkeerde hij wat een genadeslag had kunnen zijn. Met zijn rechterhand was hij lang niet zo vaardig. Voor nu maskeerde de adrenaline de pijn, maar hij wist niet hoe lang het zou duren. 


Het laatste stuk stof werd van zijn arm gehaald. Door de samenwerking van de twee vrouwen was de wond op zijn arm zichtbaar. Het was te zien waar het zwaard hem precies had geraakt. Dain draaide zijn hoofd weg. Ondanks dat hij een hoop gewend was, keek hij niet graag naar zijn eigen bloed en eventuele spieren of botten die zichtbaar waren.
‘Er zijn altijd mensen die echten voor wat zij vinden dat goed is.’ Het was waar. Ze hadden een groot deel van de opstandelingen en rebellen opgepakt. De meesten van hen verbleven in verschillende werkkampen. Kampen die niet alleen in Avarena stonden, maar ook in Laerin. De kampen werden steeds voller, maar dat was niet de zorg van Dain. Al zou het dat misschien wel moeten zijn, aangezien hij deels verantwoordelijk was voor de mensen die waren overhandigd aan de opzichters. Toch waren er nog altijd doorbijters. Mannen en vrouwen die bleven vechten tegen de keizer en de generaal. Nu Dain had gezien wat er met Avarena was gebeurd en hoe zij werden behandeld, snapte hij hun mentaliteit maar al te goed.
Twijfelend keek hij naar de bediende, wat ze in zijn hoofd was aan haar kleding te zien. De meeste bedienden waren niet al te geïnteresseerd in de politiek en wat het met zich mee bracht. Misschien een enkeling, maar lang niet iedereen zou zich er over uit laten of een soldaat aanspreken om de stand van zaken te horen. Hij kon het haar echter niet kwalijk nemen dat ze hem er naar vroeg, aangezien het haar opdracht was om hem wakker te houden en dit het meest voor de hand liggende onderwerp was.
‘Dit moet gehecht worden,’ sprak de verpleegkundige. ‘Kun je je vingers bewegen?’
Dain slikte en oog zijn vingers lichtjes, maar het deed teveel pijn om ze daadwerkelijk naar beneden te brengen. Ook bleef één van zijn vingers achter, wat in zijn ogen niet veel goeds betekende. Hij hoopte dat het tijdelijk was.
‘Ik zal de naald en draad pakken, evenals de medicijnen. Je kan zijn hoofd controleren op eventuele valwonden.’ De verpleegster was zo weer vertrokken, wat de twee alleen achter liet. Dain zuchtte en bekeek zijn omgeving. Hij zag veel meer verplegers rondrennen en meerdere soldaten lagen, of zaten zoals hij, op één van de bedden en werden behandeld.
Daynty
Internationale ster



Terwijl Rheana plaatsmaakte voor de verpleegster, zodat die de wond kon hechten, dacht ze na over de woorden die Dain had gesproken.  Er zijn altijd mensen die vechten voor wat zij vinden dat goed is. Als ze niet beter had geweten, zou ze bijna denken dat het niet de luitenant was van wie die uitspraak afkomstig was, maar haar broer. Het was precies iets dat hij zou zeggen. Er is altijd hoop, hoe klein ook. En dat laatste, kleine beetje moet je vinden en laten ontbranden tot een vuur. 
Oh Nathaniel, houd alsjeblieft vol, smeekte ze in gedachten zoals ze ontelbare keren had gedaan de afgelopen maand. Ze probeerde te doen wat hij had gezegd: zich vastklampen aan het beetje hoop dat nog in haar restte, in plaats van zich te laten consumeren door de gedachte dat hij in één van Avarena's meest gruwelijke gevangenissen zat. Ze kon alleen maar hopen dat ze hem op tijd kon bevrijden.
Maar daarvoor moest ze het Laerinse verzet eerst nuttige informatie bezorgen. Informatie die de gewonde man voor haar haar zou kunnen geven. 
'Blijven praten,' spoorde ze hem aan, haar nieuwsgierigheid verstoppend onder medische noodzaak. Hopelijk, waarschijnlijk, werd hij te zeer geplaagd door de pijn dat hij geen vraagtekens zou zetten bij haar interesse in dit onderwerp.
'Klopte de informatie die jullie hadden gekregen dan wel? Krijgen jullie dat wel van een betrouwbare bron?' Rheana besefte zich heel goed dat ze met vuur speelde door dit soort vragen te stellen. Daarom, in een poging de sfeer luchtig te houden en hem af te leiden van eventuele verdenkingen, voegde ze eraan toe: 'Wij hebben je niet helemaal opgelapt zodat je de volgende keer weer overrompeld kan worden door opstandelingen.'
De verpleegster zette de laatste steek van de hechtingen, waarna ze de draad vastzette en het overtollige deel afknipte. 'Ik wil je hier op korte termijn inderdaad niet weer zien met een nieuwe wond,' bromde ze, terwijl ze de hechtspullen in een doek rolde. 'En actieve dienst zit er voorlopig toch niet in voor je. Waag het niet om wel gekke dingen uit te gaan halen. De pezen naar je hand zijn heel, maar een paar zijn wel beschadigd. Het genezingsproces heeft tijd nodig en te snel weer gaan staan zwaaien met een wapen, zal het niet bevorderen.' 
Daarna richtte de vrouw zich tot Rheana. 'Houd hem nog even wakker. Hij kan dit drinken tegen de pijn.' Ze reikte een beker aan met een drapje dat nog het meeste weghad van een stroperige thee. Had ze dat al die tijd al bij de hand gehad? Rheana's blik kruiste een moment met die van de verpleegster en voor een fractie van een seconde meende ze iets van een fonkeling in haar ogen te zien. Had de vrouw expres gewacht met het geven van het drankje? Om een Onyx, vaak zo koppig en arrogant, een lesje te leren?
'Ik zal madame Velisi zeggen dat jij hem zal bedienen en verzorgen tot de wond genezen is,' vervolgde de verpleegster. 'Ze regelt maar iemand om je oude taken over te nemen. Er zijn niet veel bedienden met medische kennis.' 
Na die woorden verdween de vrouw in de drukte van de ziekenboeg.
Demish
Internationale ster



‘Ik heb al het vertrouwen in mijn bronnen.’ Tenminste, dat had hij altijd gehad. Dain kende zijn informaten, evenals de anderen die werkten voor het leger van generaal Arrion. Geen van hen zou zo onbezonnen zijn om hen voor te liegen, wetend wat de straf hiervoor zou zijn. 
Zijn ogen gleden over haar gezicht. ‘En als ik jou was, zou ik oppassen met vragen stelen over zaken waar je niets mee te maken hebt.’ Zijn toon was waarschuwend. Ze had hem dan wel aan de praat gehouden en ze had goed werk verricht, als hij de goedkeurende blik van de verpleegster moest geloven, maar dit was een vraag die een bediende niet zomaar zou stellen. Hij wist niet of het pure interesse was, of dat deze dame een andere agenda had. Hij vermoedde het eerste. Ze was er enkel één die haar nieuwsgierigheid voorbij was gegaan.
De preek die hij van de zuster kreeg, was overduidelijk. Ze wilde hem hier de komende paar dagen niet zien. De wond op zijn arm was serieus. Zo serieus zelfs dat ze hem vertelde dat hij niet in dienst zou mogen treden. In ieder geval geen actieve dienst. Ze behandelde hem echter alsof hij in een boom had gehangen en niet had opgelet, waardoor hij nu een gebroken been op had gelopen. Dat terwijl hij een grote groep had weten te verslaan. Met moeite en een snijwond in zijn arm, maar het was hem wel gelukt. Hij besloot om echter geen grote mond op te zetten tegenover de verpleegster. Iets wat Dimitri wel zou hebben gedaan als hij nog steeds aan zijn zijde had gestaan.
Het drankje wat zijn pijn zou verlichten, kwam in zijn ogen als mosterd na de maaltijd. Als het zijn pijn had kunnen verminderen, dan had hij dat wel eerder willen drinken. Bijvoorbeeld voordat ze in zijn huid had lopen prikken met een naald. Al was dat niet het meest pijnlijke geweest. Nu zou het zijn effect vast nog niet hebben verloren, maar de timing was alles behalve handig.
Het feit dat hij op non-actief was gesteld bleef door zijn hoofd spoken. Wat betekende dat precies? Hij zou het de generaal moeten laten weten, uiteraard. Hem vragen of er ander werk voor hem was. Wellicht op de academie van de Onyx, waar hij zelf ook jaren had getraind. Omdat zijn lichaam tijdelijk te slecht was om te vechten, betekende het nog niet dat hij zijn kennis niet zou kunnen overdragen. 
Ook gaf het hem tijd. Tijd om na te denken over hetgeen wat hij had gezien. Hij zou al zijn gedachten een plekje kunnen geven, nadenken. Wellicht was het zo slecht nog niet dat hij een tijdje uit het slagveld zou blijven.
Om er zeker van te zijn dat hij geen gekke dingen zou doen, zoals de zuster het had omschreven, werd de jongedame naast hem aan hem toegewezen. Zij zou hem moeten verzorgen totdat hij weer genezen was. En bedienen. Met zijn positie had hij meerdere bedienden gehad, maar nooit zo persoonlijk. Hij wist niet eens of de vrouw wel de autoriteiten had om zomaar een bediende aan iemand toe te wijzen. Waarschijnlijk wel.
Dain keek opzij en hij meende verbazing te zien in het gezicht van de jonge vrouw. Dit was duidelijk niet haar werk. Ze was een bediende, die toevallig medische kennis had en nu was ze aangewezen op hem. En hij op haar.
‘Aangezien we nog wel even op elkaar aangewezen zijn, kun je me dan ook je naam vertellen?’
Daynty
Internationale ster



Ze had er alles mee te maken! De generaal, de opstand, het falen ervan. Ze had er de ultieme prijs voor betaald. Haar ouders, dood. Haar vrienden, dood of afgevoerd naar werkkampen. Haar broer, gearresteerd. Niet eens omdat haar ouders deel hadden genomen aan de opstand, want dat hadden ze niet, maar omdat ze simpelweg tot het volk behoorden dat door de keizer als minderwaardig werd gezien. Een volk dat alleen goed was om te dienen als slaven, om zichzelf dood te werken in kampen of om in de slechtste en armste wijken van steden te wonen. Meer dan eens hadden de groepen soldaten die de arrestaties en deportaties verrichtten onder leiding gestaan van één of meerdere Onyx, de elitekrijgers die alles in goede banen moesten leiden. Genadeloos, efficiënt en dodelijk. 
Hij had geen idee hoeveel zij ermee te maken had. Het liefst had Rheana die woorden in zijn gezicht geschreeuwd, maar ze wist de kolkende mengeling van verdriet en woede te onderdrukken zoals ze zo vaak had gedaan de laatste dagen. Ze zette slechts een masker van kalmte op en knikte. 
Rheana staarde de verpleegster verbijsterd na, terwijl ze de woorden van de vrouw tot zich door liet dringen. Had ze zojuist de sprong gemaakt naar Dains persoonlijke bediende, voor zolang hij die nodig zou hebben? Eerst kon ze haar oren niet geloven, maar zijn stem liet het tot haar doordringen dat dit inderdaad de realiteit was. Vanbinnen kon ze wel huilen van geluk. Geen afgedankte klusjes meer, geen klusjes meer waarbij ze niets nuttigs te weten kwam. Persoonlijke bediende van een luitenant van de Onyx klonk als een positie waarbij ze interessante dingen te weten zou kunnen komen - als ze het goed aanpakte. In ieder geval had ze haar contactpersoon bij het verzet eindelijk iets gunstigs te melden.
‘Mijn naam is Rheana,’ antwoordde ze. Ze overhandigde hem de beker met het pijnstillende drankje.
‘Goed, Rheana.’ Het klonk nog een beetje onwennig hoe hij haar naam uitsprak, alsof hij aan de klank ervan moest wennen. ‘Ik ben niet van plan om hier te blijven liggen. Mijn vertrekken zijn in de zuidvleugel.’ 
‘Met alle respect, maar ik denk niet dat het verstandig is om al zoveel te lopen.’ Hoewel ze niet bekend was met de zuidvleugel zelf, wist ze wel dat deze zich aan de andere kant van het kasteel bevond. 
Ze had verwacht dat hij tegen haar woorden in zou gaan, maar in plaats daarvan knikte hij. ‘Dat is waarom je Dimitri mag gaan halen. De soldaat die je hebt weggestuurd even geleden.’
Rheana herinnerde zich heel goed wie Dimitri was. De soldaat die haar had aangekeken alsof hij haar ging vermoorden. Heel enthousiast werd ze dan ook niet van deze opdracht. En waar zou ze Dimitri in vredesnaam kunnen vinden? 
‘Hij staat waarschijnlijk meteen op de gang hier.’ Het was alsof Dain haar gedachten kon lezen. ‘Nee, eigenlijk weet ik wel zeker dat hij daar staat.’
‘Ik ben zo terug.’ Met lood in haar schoenen begaf Rheana zich naar de uitgang van de ziekenboeg. Zodra ze de dubbele deuren door stapte, zag ze Dimitri al staan. Hij leunde met zijn schouder tegen een pilaar in de gang en in zijn handen draaide hij gedachteloos een dolk rond. De nonchalante manier waarop hij met het wapen speelde, liet hem er gevaarlijk uitzien. 
Ze was net over de drempel gestapt toen hij zijn hoofd optilde en zijn blik de hare kruiste, bijna alsof hij haar aanwezigheid had aangevoeld. Het was meteen duidelijk dat hij er nog niet overheen was dat ze hem weg had gestuurd: zijn ogen vlamden en hij zette zich af van de muur. 
‘Ben je gekomen om me nog een keer weg te sturen?’ vroeg hij honend. Hij hief zijn kin en keek op haar neer. 
Zonder de drukte van de ziekenboeg om haar heen voelde Rheana zich een stuk kwetsbaarder. Ze stelde zichzelf gerust met de gedachte dat ze hem in ieder geval goed nieuws bracht dit keer. ‘Nee, zijn wond is gehecht en verbonden. Hij heeft om je gevraagd. Hij heeft je hulp nodig om naar zijn vertrekken te gaan.’


Demish
Internationale ster



Rheana.
Het was een naam die hij nog niet eerder had gehoord, maar het paste bij haar. Met haar donkere haar en ogen maakte ze een mysterieus plaatje. Een naam die niet bekend was, vulde dat plaatje alleen maar aan. In positieve zin. En nu was de mysterieuze bediende, die hij niet kende, aan hem toegewezen als zijn bediende. Haar reactie kon hij moeilijk pijlen. Wie weet was ze wel alles behalve blij dat ze haar schoonmaaktaken achterwege zou moeten laten, al moest hij toegeven dat hij dat niet voor kon stellen. Als hij corvee had gehad op de academie, had hij als jonge jongen flink geklaagd over de viezigheid. Niet dat dat hem ervan had weerhouden om het de volgende week minder vies te maken voor de ander.
De stroperige thee die Rheana hem had overhandigd, zag er alles behalve aantrekkelijk uit. Hij was bekend met de medicijnen en ze waren alles behalve lekker om te nemen, maar het was voor een groter belang. Als Dain een paar slokken van de dikke substantie zou moeten nemen om vervolgens van de stekende pijn af te zijn, dan was dat maar zo.
Hij had voor Dimitri gevraagd met een reden. Ondanks dat Rheana nu zijn bediende was, betekende niet dat hij alles open en bloot voor haar neer zou leggen. Hij kende haar net enkele minuten. Hij wist niet wat haar bedoelingen waren en daar moest hij alert op blijven, herinnerde hij zichzelf. Het was een veiligere keuze om Dimitri te laten komen, met hem naar zijn vertrekken te gaan zodat hij de brief zou kunnen schrijven.
Dain zijn ogen gleden naar zijn verwonde arm en corrigeerde zijn gedachten. Hij zou de brief aan Dimitri moeten dicteren, zodat hij hem zou kunnen schrijven.
Met tegenzin nam Dain de eerste slok van het medicijn. Een zware smaak prikte op zijn tong en het gleed moeizaam door zijn keel naar beneden. Hij wilde zich niet laten kennen en dronk dapper de rest op, hopend dat hij de werking snel zou merken.
‘Zó slecht zie je er nog niet uit.’ De bekende stem van Dimitri deed Dain opkijken van de donkere smurrie die nog in het kopje was achtergebleven. Hij moest wel een grapje maken, want Dain voelde zich vreselijk. ‘Die meid weet ook niet wat ze wil. Ze stuurt me weg en nu haalt ze me weer op. Wie is zij om mij te vertellen wat ik moet doen?’
‘Rheana is door de verpleegster toegewezen om mij te verzorgen en te bedienen totdat ik ben geheeld,’ gaf Dain aan. ‘Wat betekent dat je haar nog wel vaker zal tegenkomen.’
‘Zo erg dus?’ vroeg Dimitri, een blik werpend op de verwonde arm van Dain.
Spijtig knikte hij. ‘Non-actief.’
‘Niet?!’ De verbazing in zijn stem galmde de hele ruimte door en trok van enkele omstanders de aandacht. Dain snapte dat hij verbaasd was, of misschien wel in ontkenning. Hij zou dat ook moeten zijn. Het feit dat hij dat niet was, beangstigde hem. Wellicht kon hij het nu nog afschuiven op het medicijn wat hij zojuist had gehad. Dat het hem vlak maakte en al zijn gevoelens afkapte.
‘Ik vrees van wel.’ Dain wilde er echter niet meer aan verspillen. ‘Ik wil naar mijn vertrekken, zodat we daar samen een brief op kunnen stellen voor generaal Arrion. Hij moet weten wat er is gebeurd en ik wil vragen of hij misschien een nieuwe aanstelling voor me heeft, in Veros.’
‘In Veros? Wat houdt je tegen om je aanvoerende taken niet vanuit hier te doen?’ Dain schudde zijn hood. Hij was niet die luitenant. Hij vocht mee met zijn mannen en het zou alles behalve goed voelen om hen te laten vertrekken, terwijl hij zelf in de luxe van het kasteel zou verblijven. Dat was niet hoe hij werkte.
‘Laten we naar de vertrekken gaan. Kom op, ik heb je hulp nodig.’
Dimitri opende zijn mond om te protesteren, maar hij leek zich te bedenken. In plaats daarvan hielp hij Dain van het bed af. Toen hij stond, merkte hij dat het lichte gevoel in zijn hoofd nog niet weg was getrokken.
In de gang stond Rheana. Dain knikte kort naar haar. ‘Ik zal het laten weten als ik nog hulp nodig hebt. Bedankt, voor nu.’
Daynty
Internationale ster



Het was bijzonder moeilijk om de informatie te vergaren die hij nodig had. Er waren slechts weinig mensen die met hem wilden praten. De meesten keken nauwelijks op als hij hen aansprak, alsof ze hem niet hoorden of niet wílden horen. Met iedere persoon die hij probeerde te benaderen en die hem negeerde of fluisterend beval om hen met rust te laten, drong het meer tot Kian door hoe diepgeworteld de angst van deze mensen werkelijk zat. Het was een ontmoedigend besef, maar tegelijkertijd liet het een woede in hem ontbranden zoals hij nooit eerder had gevoeld. Hoe had een handjevol mensen kunnen besluiten om de volkeren die zij als minderwaardig zagen zo te breken? Om ze onder erbarmelijke omstandigheden weg te stoppen in werkkampen, gevangenissen, afgedankte woonwijken of ze te verhandelen als slaven? En het grootste deel van deze mensen had geen idee hoe dichtbij ze waren geweest, hoe dicht de rebellen bij een overwinning waren geweest. Het liefst bazuinde Kian dat heel het kamp rond, hopend dat het een vonkje van hoop zou doen oplaaien, maar hij wist dat de opzichters hem er niet genadig vanaf zouden laten komen als dat nieuws uiteindelijk bij één van hen terecht zou komen - want dat zou het. Niemand wilde met hem praten, maar niemand kon voorkomen dat hij de mensen om hem heen observeerde. Tijdens het werken, tijdens het eten, tijdens het korte stukje lopen van de werkgebouwen of de steengroeve naar de eetzaal en de slaapbarakken. Er waren een paar mensen met wie de bewakers vaker spraken dan met anderen. Hij was er nog niet over uit of de gevangenen in kwestie dat vrijwillig deden of uit angst voor wat er zou gebeuren als ze weigerden, maar hij had het vermoeden dat die mensen doorspeelden wat er leefde onder de gevangenen. 
In een beladen stilte schuifelde de rij voor het eten steeds een stukje verder door. Het enige geluid was afkomstig van het schrapen van de lepels waarmee het keukenpersoneel het eten uit de bakken schepten en op een bord neer kwakten. Het avondeten was deze avond weinig anders dan alle avonden van de afgelopen week: iets dat leek op aardappelpuree met een stroperig mengseltje van vlees en onbestemde groenten. Kian begon de kunst van het eten ervan zonder ervan te gruwelen inmiddels steeds beter door te krijgen. Zo snel mogelijk eten en niet stilstaan bij de textuur, de smaak en de aanblik ervan. Bovendien hielp het om vast te houden aan de gedachte dat hij dit eten nodig had om het hier te overleven. 
Zodra hij eten had, begaf hij zich naar een tafeltje in de buurt van de ingang van de eetruimte. Hij had ervoor gezorgd dat hij als één van de eersten bij het eetgebouw was aangekomen zodat hij dit plekje in beslag kon nemen. De afgelopen twee dagen was hem iets opgevallen in de drukte, maar hij had te ver weg gezeten om het goed te kunnen zien. Deze avond zou daar verandering in komen.


Demish
Internationale ster



Haar ruzie met Valeria was nog niet bijgelegd. Hoe kon dat ook, nu Valeria constant achter een soldaat aan huppelde om hem te bedienen alsof haar leven er van af hing? Enkele momenten waren voorbij gekomen waarop de twee elkaar hadden gezien. Hun ogen hadden elkaar gekruist, maar op het moment dat Valeria haar hand op had gestoken, had Maurelle zich weg gedraaid en haar de rug toegekeerd. Zij was er nog niet klaar voor om het te laten rusten. Het gevoel van verraad zat nog te hoog voor Maurelle om Valeria te kunnen vergeven voor haar zogenoemde promotie.
Gelukkig was er genoeg om Maurelle bezig te houden. Naast het vele werk wat ze dagelijks verrichte, hield ze Kian in de gaten. Ze hadden meerdere keren gesproken, maar Maurelle had ook al het één en ander gehoord over de jongeman. Hij leek haar waarschuwing niet in acht te hebben genomen, want hij had meerdere bewoners van het kamp aangesproken. Natuurlijk hadden de bewoners hun hoofd omlaag gehouden, hadden ze hem geen antwoorden gegeven en hem dezelfde waarschuwing toegesproken, maar dat leek Kian niet te weerhouden van zijn nieuwsgierige aard. Die jongen zou zich nog eens wat op de hals halen, als hij niet oplette. Wellicht een vreselijke straf.
Ook Maurelle had zich al een tijdje in de rij bevonden. Aandacht bekeek ze de mensen die hun dienblad met smurrie al in ontvangst hadden genomen. Niet veel later vond ze Kian, die in zijn eentje aan een tafeltje zat. Ondanks dat ze zijn acties niet goedkeurde, was ze wel benieuwd naar waarom hij het deed. Was hij echt zo naïef dat hij dacht dat ze zomaar zouden kunnen ontsnappen? Dat nog nooit iemand anders dat had geprobeerd? Maurelle kende de gruwelverhalen. Rillingen liepen over haar rug als ze er aan terug dacht. Wie weet zouden die verhalen ook wat angst bij Kian injagen.
Daarnaast brandde ook bij haar de nieuwsgierigheid. Wat als hij wel iets had gevonden? Wat als hij haar kans was om hier weg te komen? Maurelle ging er vanuit dat het nooit zou gebeuren. Zelfs al zou hij een plan hebben, dan nog zouden de soldaten en opzichters het plan achterhalen en dan zouden ze hem bestraffen met de dood. En niet eens een snelle dood. Nee, het zou pijnlijk worden en oneervol. Het beetje mens wat van hem over zou zijn, zou weg worden gestript. Het was niet iets om naar uit te kijken.
Maar toch… Hem uithoren kon geen kwaad, toch? Zelfs al zou hij nooit daadwerkelijk ontsnappen. Wie was zij om die droombubbel meteen te laten knappen? Kian leek haar een verstandig persoon, dus ook hij zou moeten weten dat zijn plannen geen kans van slagen hadden. Zelfs al zou hij het goed voorbereiden.
Het dienblad in haar handen was wederom gevuld met verschillende drabjes. Maurelle wist al jaren dat ze het beter geen blik waardig kon gunnen. Vastbesloten liep ze naar Kian toe en plaatste ze haar dienblad tegenover hem. Ze nam plaats op de stoel en pakte de beker met water. Vreemd genoeg keek ze daar altijd het meest naar uit als ze een maaltijd nuttigde.
‘Ik hoor dat je druk bezig bent geweest,’ zei Maurelle tegen Kian. ‘En dat je niet van plan lijkt te zijn om ook maar naar iemand zijn waarschuwing te luisteren.’
Daynty
Internationale ster



De rij voor het eten groeide gestaag, zelfs tot buiten de deuren van de eetzaal en daarmee buiten Kians blikveld. Er zat weinig anders op dan simpelweg te wachten tot de rij was opgelost, tot de laatste mensen weg werden gestuurd van de plek waar het eten opgeschept werd, omdat de bakken tegen die tijd leeg waren. Het kon niet anders dan dat er met opzet niet voldoende eten beschikbaar was voor alle gevangenen. Hoewel Kian hier pas een week zat, was het hem duidelijk dat alles hier met strakke en harde hand ging. De leugen dat er niet genoeg voorraad was voor de keukens ging er bij hem niet in. Het keukenpersoneel bleef die onwaarheid volhouden en de meesten gingen er vanzelf in geloven als ze het maar vaak genoeg hoorden. Kian kon het hen niet kwalijk nemen. De verklaring dat er niet genoeg eten was, was veel aangenamer dan het idee dat de opzichters de gevangenen met opzet lieten verhongeren. Het zou Kian bovendien niet verbazen als de wachters ervan genoten mensen te zien vechten om de laatste beetjes eten. Alsof ze niets meer dan beesten waren, slechts waardig genoeg om als vermaak te dienen. 
Onbewust had hij zijn handen op de tafel tot vuisten gebald. De opborrelende woede werd abrupt doorbroken op het moment dat iemand de stoel tegenover hem naar achter trok en een bord neerzette. Geïrriteerd keek Kian op, maar zijn gezichtsuitdrukking verzachtte iets toen hij zag dat het Maurelle was. Met een opmerking over waar hij mee bezig was. 
‘Je hebt je oren goed open gehad, zo te horen.’ Kian keek toe hoe ze de beker water naar haar lippen bracht. Of andere gevangenen het tegen haar hadden gezegd of dat ze gesprekken om haar heen had afgeluisterd - ze zou de vaardigheid informatie van anderen te vergaren zoveel beter in kunnen zetten dan om hem in de gaten te houden. 
‘En dat ben ik inderdaad niet van plan,’ beaamde hij. ‘Hoe heb je het gehoord? Van wie?’ 
Maurelle maakte een geluid dat stilhield tussen snuiven en lachen. Het klonk spottend. Kian kneep zijn ogen iets samen.
‘Een gevangene, een nieuweling zelfs, die overal aan het rondvragen is? Dat valt op. Mensen praten erover.’
‘Ze praten erover?’ Kian trok een wenkbrauw op en wierp een blik de zaal door. ‘En ik maar denken dat iedereen hier te bang is om ook maar een woord te zeggen.’
Waarom weigerden ze met hem te praten? Waarom negeerden ze hem of sisten ze hem toe niet tegen hen te praten als ze vervolgens wel met elkaar over hem fluisterden? 
Maurelle moest hem hebben zien denken, want ze gaf het antwoord op zijn vragen voor hij dat zelf kon. 
‘Ze zijn bang voor wat je hen vraagt. Jij hebt niet gezien wat ze doen met degenen die het wagen een poging te doen. Zij en iedereen van wie ze ook maar het kleinste vermoeden hebben dat ze er iets mee te maken hebben, wordt gedood. Gruwelijk en langzaam.’ Ze keek hem indringend aan. ‘Je brengt mensen in gevaar door ze ernaar te vragen. Dus stop ermee.’
De waarschuwing in haar woorden was niet te missen. En misschien zou Kian er dit keer wél naar geluisterd hebben, ware het niet dat Maurelle zelf hem zojuist het antwoord had gegeven op de vraag die hij al heel de week stelde. 
‘Dus er zijn eerder pogingen gedaan?’ Hij kon het niet helpen dat zijn mondhoeken zich omhoog bewogen tot een betekenisvolle grijns. ‘Ik denk dat ik zojuist het antwoord op mijn vraag gevonden heb. Dus je hoeft je geen zorgen meer te maken over de anderen, ik zal ze met rust laten.’


Demish
Internationale ster



Maurelle begon zich steeds meer af te vragen of de jongeman tegenover haar niet een selectief gehoor had. Hij leek alleen maar mee te hebben gekregen dat er anderen waren geweest die geprobeerd hadden te ontsnappen. Dat ze in diezelfde zin had benoemd wat hun straf was geweest en wat er zou kunnen gebeuren met een medeplichtige, leek hem niet eens te zijn opgevallen.
‘Jij hoort echt alleen maar wat je wil horen, of niet?’ vroeg ze aan hem.
Buiten klonk rumoer. Er werd geschreeuwd. De zwakkere stemmen waren overduidelijk van enkele bewoners, terwijl de sterke stemmen hen overschreeuwden. Maurelle schudde kort haar hoofd. Als dit gebeurde, tijdens het eten, dan wist iedereen hoe laat het was. De opzichter hield van spektakels, zeker als hij daarmee zijn punt duidelijk zou kunnen maken. Maurelle wist niet wat er aan de hand was, wie een regel had gebroken. Wie het ook was, waarschijnlijk zouden ze het einde van de dag niet meer meemaken.
De mensen die in de rij stonden werden ruw aan de kant geduwd door soldaten. Nog voordat er iets werd gezegd, legde Maurelle haar bestek neer op de tafel. Dit waren niet de momenten om ongehoorzaam te doen, of kleine regels te breken. Eén verkeerde beweging en zij zou buiten op de schandpaal belanden, waar nu al anderen stonden.
‘Iedereen, naar buiten! Nu!’ De harde stem van één van de soldaten was dwingend genoeg om de meesten te laten stoppen met eten. Velen stonden in stilte op en lieten hun eten voor wat het was. De enkeling die het nog waagde om het bevel te negeren, werd omhoog getrokken en een slagstok kwam gevaarlijk dicht bij hun magere en brosse vingers.
Maurelle keek naar Kian en zag dat hij nog enkele happen eten in zijn mond stopte voordat hij op stond. ‘Kian, stop!’ siste ze. Om te voorkomen dat hij nog etend gezien zou worden, veegde ze met één beweging zijn dienblad van de tafel. Gelukkig overstemde het geluid van buiten, waardoor het niet al te veel aandacht trok van de andere soldaten die aanwezig waren in de eetruimte.
‘Wat gaat er gebeuren?’ Maurelle kon niet bespeuren in zijn stem of hij nieuwsgierig was naar hetgeen wat op het punt stond te gebeuren, of dat hij de inschatting al had gemaakt dat dit foute boel was. Ze hoopte dat laatste. Want anders zou hij nog wel eens iets doms kunnen doen, zoals in de eerste paar minuten dat hij het kamp had betreden.
‘Houd je mond en doe wat ze van je vragen, oké?’ fluisterde Maurelle, waarna ze naar de uitgang gebaarde. Als iemand treuzelde, werd diegene met een flinke duw naar buiten gedrukt. Dat was iets wat Maurelle wilde voorkomen. Voor haarzelf, maar ook voor Kian. Ze wist niet wat hij zou doen als iemand hem vast zou pakken.
Zo beheers als ze kon liep Maurelle naar de uitgang. Op dit soort momenten besefte ze zich weer hoeveel mensen hier gevangen zaten. Ze kon inzien waarom iemand zoals Kian zich soms woedend kon voelen, zich af wilde zetten tegen de keizer en de generaal. Het gekke was dat Maurelle dat gevoel altijd aan de kant had weten te drukken, hoe erg ze het hier ook had. Behalve nu. Dat moest wel de schuld zijn van Kian en al zijn wanhopige bevragingen.
Buiten had een grote groep zich in een halve cirkel verzameld. Er was een afstand gecreëerd tussen de voorste rij door een aantal soldaten. Enkele bewoners van het kamp stonden in het midden van de halve cirkel. Drie in totaal. Alle drie hadden ze hun blik op de grond. Terwijl de één zijn rust probeerde te bewaren, zag ze dat de ander nerveus met zijn vingers aan het spelen was. Als zij op hun plek zou staan, zou ze niet eens weten hoe ze met haar eigen onrust om zou moeten gaan. Zeker niet als ze daar zou staan om haar eigen dood op te wachten. 
Daynty
Internationale ster



Zelfs het kleine beetje avondeten dat ze kregen, werd hem niet gegund. Kian knipperde verbijsterd met zijn ogen en staarde naar zijn dienblad, dat een seconde geleden nog voor hem had gestaan en nu op de kop op de grond lag. Het eten dat van het bord af was gevlogen werd vertrapt onder de voeten van gevangenen die zich naar buiten haastten. 
Hij scheurde zijn blik los van zijn verloren avondeten en volgde Maurelle met de stroom mee naar buiten. Hoewel hij haar waarschuwingen de hele week genegeerd had, luisterde hij nu wel. De ernst van wat er ook aan de hand was, hing bijna tastbaar in de lucht. Het schamele beetje geroezemoes onder de gevangenen was stilgevallen en de meeste gezichten stonden nog grimmiger dan gewoonlijk. Ergens voor hem jammerde een oudere man en hij probeerde zich door de mensenmassa een weg naar achteren te werken. Het viel Kian op dat hij lang niet de enige was die dat probeerde. Het zorgde ervoor dat hij en Maurelle ergens vooraan terecht kwamen, met slechts een paar mensen voor hen. Hij wist niet zeker of dat een goed of een slecht iets was. Hij keek opzij naar de jongedame naast hem, maar zij schudde nauwelijks zichtbaar doch resoluut haar hoofd en hij slikte zijn vraag in, voor deze keer. 
De soldaten hadden de mensen naar de open ruimte voor een rotsplateau gedreven. In een grote halve cirkel stonden ze om de menigte heen, een hand op het gevest van hun zwaard of bewapend met een speer of pijl en boog. Voor het eerst sinds hij in Kamp Haldor was, voelde Kian zich daadwerkelijk in het nauw gedreven. 
Naast hem stootte Maurelle hem aan. ‘Opletten of je hebt een probleem,’ mompelde ze. 
Het duurde even voor zijn hersenen de bijna niet hoorbare woorden verwerkt hadden. Kian keek weg van de soldaten en volgde de blik van alle andere gevangenen naar het rotsplateau. Twee standbeelden torenden omhoog vanuit het steen en keken met hun kille, bewegingloze gezichten neer op de menigte. Tussen de standbeelden ontstond beweging. Een viertal soldaten marcheerde het rotsplateau op en stelde zich op langs de achterkant. De soldaten werden gevolgd door een man die Kian sinds zijn aankomst in het kamp niet had gezien, maar onmiddellijk herkende: opzichter Dragos. Zijn benige gestalte en doodse ogen stonden op Kians netvlies gebrand.
Om hen heen hapten mensen naar adem toen nog meer mensen het rotsplateau opstapten. Meer soldaten, maar deze sleepten drie mensen met zich mee. De soldaten sleurden de drie gevangenen naar de voorkant van het plateau, waar heel de menigte hen kon zien, en dwongen ze daar op hun knieën. Eén van de gevangenen, een vrouw met warrig haar en opgedroogd bloed op haar blote armen en gezicht, zakte vrijwel meteen in elkaar op de grond. De soldaat naast haar snoof en spuugde op haar. 
Kian begon een akelig vermoeden te krijgen van waarvoor dit rotsplateau diende, wat er te gebeuren stond. 
‘Goedenavond, mijn harde werkers.’ Opzichter Dragos stapte naar voren en gebaarde weids naar de mensenmassa voor hem. 
Harde werkers? Meende hij die nu echt? Kian waagde het vanuit zijn ooghoeken een vlugge blik op Maurelle te werpen. Ze keek niet terug, maar aan de spanning in haar kaak kon hij zien dat de woorden ook niet onopgemerkt aan haar voorbij waren gegaan. 
‘Ik ben bang dat ik vandaag brenger van slecht nieuws ben.’ Er klonk geen greintje berouw door in zijn stem. ‘Deze drie hier zijn zo gruwelijk dom geweest om het te wagen een poging te doen om weg te komen uit het kamp.’ 
Kian kon nog net voorkomen dat zijn ogen groot werden van ontsteltenis. Ze hadden een ontsnappingspoging gewaagd? Het kostte hem alle inspanning om zijn masker in de plooi te houden.
‘Maar laat mij duidelijk zijn.’ Dragos’ stem bulderde door de lucht. ‘Níemand komt weg uit mijn kamp.’ De toorn in zijn stem bezorgde zelfs Kian een huivering, maar de dreigend zachte woorden die de man eraan toevoegde, klonken zo mogelijk nog onheilspellender: ‘Niet levend, althans.’
De opzichter zette een stap opzij en wenkte naar iemand achter het rotsplateau. Nog meer soldaten, nog meer gevangenen. Alleen deze gevangenen zagen er niet zo gehavend en levenloos uit als de andere drie. Twee van hen lieten zich zwijgend meevoeren, maar de derde verzette zich hevig. Toen de voorste soldaten opzij stapten, verkilde het bloed in Kians aderen. Het was nog maar een meisje, niet veel ouder dan tien of elf jaar. 

Demish
Internationale ster



Voor de eerste keer leek Kian zich te gedragen. Hij hield wijs zijn mond, maar de kleine bewegingen en de manier waarop hij zijn gezicht angstvallig in de plooi probeerde te houden, verraden hem. Het verbaasde hem vast dat er gevangen waren die zo naïef waren geweest om een ontsnappingspoging hadden gepland. Een mislukte ontsnappingspoging, want ze stonden nu hier. Ondanks dat dit niet de eerste keer was voor Maurelle dat zij en alle anderen bij elkaar waren verzameld om toe te kijken hoe anderen gestraft werden, was het ook nu weer een verrassing welke vorm van marteling opzichter Dragos had gekozen. Zijn straffen waren creatief, zoals hij dat zelf zou omschrijven.
Maurelle hief haar hoofd toen drie extra gevangenen op het rotsplateau werden getrokken. Kian zou ze niet herkennen, of de relatie in zien. Maar Maurelle zag de link meteen. Eén van de gevangenen, een man, was de jongere broer van de gehavende man. De eerste vrouw, degene die haar lichaam nog wel wist te dragen, keek recht in de ogen van haar geliefde. Het jonge meisje was de dochter van de vrouw met het warrige haar. Maurelle had het meisje al vanaf jongs af aan rond zien dwarrelen op het kamp. Nu zou ze moeten toekijken hoe haar moeder gemarteld zou worden. Tot de dood.
‘Dit zijn de mensen die jullie ieder achter zouden hebben gelaten met jullie egoïstische plan,’ zei opzichter Dragos. Hij gebaarde naar de drie geliefden.
‘Nee! Ze zou mij ook meenemen!’ gilde het meisje. In een reflex kneep Maurelle haar ogen dicht. Fout antwoord. Een ontzettend fout antwoord.
‘Is dat zo?’ vroeg Dragos. Hij draaide zich om naar het meisje en knielde voor haar neer. ‘Wellicht moeten we jou dan ook maar daar neer zetten.’
‘Nee!’ gilde haar moeder meteen. Ondanks dat ze al verslagen was, leek ze nog energie over te hebben om haar dochter te beschermen. ‘Lillian, houd je mond. Zeg niets meer, negeer wat ze zeggen en-‘
‘Zwijg, wicht!’ Eén van de soldaten trapte de vrouw op de grond. Dat was het moment dat Maurelle haar ogen weer opende. Ze hoopte dat Lillian naar haar moeder zou luisteren.
‘Om jullie, en iedereen, te laten zien dat het kamp verlaten niet alleen effect heeft op de voortvluchtigen, maar ook op hen die worden achtergelaten, hebben we iets bedacht.’ Maurelle probeerde haar ademhaling onder controle te krijgen. Het schouwspel van Dragos was niet iets wat ze graag bekeek, maar als ze ook maar een klein deel afschuw zou laten weerspiegelen op haar gezicht, dan zou ook zij naar voren getrokken worden. 
Een jonge vrouw stapte naar voren. Maurelle hoefde slechts één keer te kijken om Valeria te herkennen. In haar handen droeg ze een schaal waarop verschillende messen blonken. Met een strak gezicht bood ze enkele soldaten de schaal aan. Iedere soldaat pakte triomfantelijk een mes en bekeek het alsof het een waardevolle prijs was.
De woede borrelde in haar op. Hoe kon Valeria hier aan mee werken?! Hoe kon ze er mee leven dat zij straks een aandeel zou hebben in de dood van drie mensen. Drie mensen die ze kende. Als haar boosheid zou zijn gezakt, dan zou Maurelle begrijpen dat Valeria wellicht geen andere keuze had en dat het haar leven was, of dat van de drie gevangen. Nu vertroebelde haar woede echter al Maurelle haar mogelijkheden om logisch te redeneren. 
Maurelle verwachtte dat de drie geliefden een plek hadden gekregen op de eerste rij, maar de werkelijkheid was anders. De soldaten draaiden zich niet naar de gevangen die een poging hadden gedaan tot ontsnappen. Ze draaiden zich naar de drie geliefden. De punten van de messen glommen in het licht van de ondergaande zon.
Daynty
Internationale ster



De spanning die afstraalde van de jongedame naast hem was onmogelijk te negeren. Vanuit zijn ooghoeken wierp hij een steelse blik op Maurelle, wier lichaam eruitzag als een gespannen veer, die weg kon springen bij de kleinste aanraking. Was het, het jonge meisje op het rotspodium? Waren het de messen die fonkelden in de gouden zonnestralen? Kians blik bleef hangen bij de persoon die de schaal waarop de messen hadden gelegen vasthield. Kende Maurelle haar? 
Er werd hem geen tijd gegund om na te denken over de vragen. De drie soldaten die een mes hadden gekozen stapten naar voren, op de drie ongeschonden mensen af. Van de reactie van het jonge meisje even daarvoor had Kian af kunnen leiden dat de drie op één of andere manier verwant moesten zijn aan de drie gevangenen die een ontsnappingspoging hadden gewaagd. Opzichter Dragos was bovendien duidelijk geweest in zijn woorden: doe een poging en ook degenen van wie je houdt zullen lijden. Hoe wreed dat ook was, ergens was het voor hem een geruststelling: hij had niemand in dit kamp van wie hij hield. Toch waarschuwde een zacht stemmetje diep in hem dat, dat een veel te naïeve gedachte was.
Eén van de soldaten begon met de man helemaal links, die verwant leek aan de bont en blauw geslagen gevangene die gedwongen werd te kijken. Kian wist niet goed wat hij moest verwachten - zouden ze de geliefden doodsteken? Vermoorden als straf voor de anderen? Dat leek hem te mild voor Dragos. 
En dat was het ook.
‘Wist je dat het menselijk lichaam best veel kan overleven?’ begon de opzichter, die geamuseerd toekeek hoe de soldaat de punt van het mes tegen de borstkas van de man plaatste. ‘In een gevecht zijn steken bedoeld om te doden, natuurlijk. Maar er zijn genoeg plekken waar een steek niet dodelijk is.’ Met een grijns om zijn lippen keek Dragos naar de mensenmassa voor hem. ‘Alleen heel erg pijnlijk.’
Op datzelfde moment drukte de soldaat het mes in het bovenlichaam van de man. De vlijmscherpe punt drong precies tussen twee ribben door en gleed vrijwel zonder weerstand het lichaam in. Het was niet snel, het was niet abrupt. Het ging tergend langzaam. Centimeter voor centimeter bewoog de soldaat zijn hand naar voren, tot het heft van het mes tegen de borstkas van de man aan drukte. Zijn ogen waren groot van pijn en hij had zijn mond opengesperd in een geluidloze schreeuw, alsof hij weigerde om opzichter Dragos het genot van dat geluid te geven. Maar toe, zonder enige waarschuwde, draaide de soldaat met een ruk het mes een kwartslag. De schreeuw die over de binnenplaats galmde, ging door merg en been. 
De soldaat trok het mes terug. Heel even dacht Kian dat het daarmee gedaan was, dat de andere soldat de volgende gevangene eenzelfde pijn zou laten voelen. 
De soldaat plaatste het mes nu tegen de zij van de man. Vol afschuw draaide Kian zijn hoofd weg, maar onmiddellijk stootte Maurelle hem aan met haar elleboog. 
‘Blijven kijken,’ siste ze. 
‘Waarom…’ 
Nog een stoot, harder dit keer. 
‘Maar jij…’ 
‘Ssst.’
Kian drukte verwrongen zijn kaken op elkaar en dwong zichzelf om terug te kijken naar het rotspodium, waar de soldaat een derde steekwond toebracht. Na die derde leek opzichter Dragos het genoeg te vinden. Hij gebaarde naar de volgende soldaat. Deze stapte op het jonge meisje af. De grijns op zijn gezicht maakte Kian misselijk en razend tegelijkertijd. Er was een tijd waarin hij had geprobeerd zich in te leven in de soldaten van het keizerrijk - zij voerden immers gewoon hun plicht uit, hadden ook niets te zeggen over de levens die zij in naam van de koning moesten nemen. Maar nu hij dit zag, nu hij zag hoezeer de soldaat genoot van hetgeen dat hij mocht doen, was het voor Kian in één klap duidelijk hoe het echt zat.
‘Nee!’ gilde het meisje op het moment dat de soldaat voor haar neer hurkte. Ze probeerde zich los te rukken uit de handen van de twee soldaten achter haar. ‘Nee! Mama! Ik wil niet, ik wil niet!’ 
Waar opzichter Dragons had genoten van het geschreeuw van de man, oogde zijn gezichtsuitdrukking nu eerder geërgerd. 
‘Soldaat,’ zei hij tegen de soldaat met het mes. ‘Laat dit gejammer ophouden.’ Hij gebaarde naar een andere soldaat. ‘Jij. Help hem.’
De soldaten leken precies te begrijpen wat Dragos bedoelde. Eén van hen greep het hoofd van het meisje vast en wrikte met zijn vingers haar onderkaak naar beneden. Zodra Kian besefte wat ze gingen doen, kon hij het afgrijzen op zijn gezicht niet langer verbergen. 
De soldaat trok zich niets aan van het gespartel van het meisje. Met één geoefende beweging sneed hij haar tong af. 


Demish
Internationale ster



Maurelle snapte Kian. Ze snapte hem maar al te goed. Ze begreep waarom hij zijn hoofd weg wilde draaien. Waarom ieder instinct in zijn lichaam hem vertelde dat hij zich weg moest draaien. Zij had het ook, maar ondertussen had ze geleerd om dat instinct weg te drukken. Ze hoopte dat Kian het in zich zou vinden om dat ook te doen. Want ze zou hem niet nogmaals kunnen waarschuwen met een stoot van zijn elleboog. Dan zou het opvallen bij de opzichter en dan zouden zij en Kian allebei een probleem hebben. Wie weet wat ze hen aan zouden doen, aangezien de grenzen van de soldaten ver waren te zoeken.
Het jonge meisje raakte vandaag alles kwijt. Haar moeder, haar eigen stem. Ze zou moeten communiceren met haar handen, door te gebaren of te schrijven. Haar moeder schreeuwde het uit. De pijn van haar dochter had haar gebroken, samen met het besef dat het haar schuld was dat haar dochter nu op deze manier voort zou moeten leven. Op het geschreeuw van de vrouw na, was het stil. Iedereen om Maurelle heen keek met een strak gezicht, de kaken op elkaar. Toch zouden ze het allemaal eens zijn als er gesteld zou worden dat het meisje het meeste had verloren vandaag. De man, gestoken door het mes op verschillende plekken, zou het nog overleven. Ook hij zou iemand verliezen, maar fysiek zou hij er nog bovenop komen. Lillian niet.
Maurelle zag vanuit haar ooghoeken dat Valeria haar probeerde op te zoeken. Wat wilde ze? Haar met een blik vol spijt aan kijken? Haar duidelijk maken dat dit niet hetgeen was wat ze voor ogen had gehad toen ze de baan als slaaf had gekregen? Als dat zo was, dan was Valeria nog naïever dan Maurelle had gedacht. Slaven werden letterlijk voor alles ingezet wat een soldaat of opzichter kon bedenken. Ze konden geen nee zeggen, want ook dan zouden ze gestraft worden. 
Maurelle negeerde haar, voormalige, beste vriendin.
De laatste soldaat kwam aan bij een man die, tot nu toe, nog altijd standvastig had gestaan. Hij had geen kik gegeven, liet geen emotie zien in zijn gezicht. Had hij zijn lot al geaccepteerd? Of plande hij iets in zijn hoofd? Maurelle wist dat hij hier al jaren was. Nog langer dan zijzelf. Ze schatte in dat hij vrede had gesloten met hetgeen wat nu plaats zou vinden.
‘Jij ziet er erg kalm uit,’ zei de derde soldaat. Hij legde de punt van het mes onder de kin van de man. Niet hard genoeg om zijn huid te beschadigen, maar wel gevaarlijk dichtbij.  ‘Wist je van het plan af?’
‘Nee, dat wist ik niet,’ antwoordde de man. ‘Maar ik accepteer elke straf die jullie passend vinden.’
‘Wat voer jij uit?!’ Opzichter Dragos liep naar de man toe. Hij greep het mes uit de hand van de soldaat. De dreigende blik in zijn ogen, het vermaak op zijn gezicht, het was de typische opzichter die Maurelle kende. Dat hij de man wantrouwde, was nieuw.
‘Ik voer niets uit, meneer.’ Slim, hij verdedigde zichzelf niet meer dan dat. Hij herhaalde enkel de woorden die Dragos zelf uit had gesproken. Maurelle vroeg zich echter wel af wat het was dat Dragos irriteerde. De kalmte? De rust die de man leek te hebben? Wellicht vond hij het verdacht. Maurelle dacht enkel dat de man zich net zo opstelde als ieder ander die toekeek. Accepterend dat dit hetgeen was wat er ging gebeuren.
Dragos bestudeerde de man, maar draaide zich daarna resoluut om. ‘Vermoord ze, nu!’
De andere soldaten richtten zich op de drie gevangenen. Ze werden op de grond geduwd, getrapt en geslagen. Uiteindelijk kwam de genadeslag voor ieder van hen. Hun grootste straf hadden ze echter allemaal al gehad. Ze hadden gezien wat de consequenties waren geweest van hun acties, voordat ze dood waren gegaan. Maurelle keek naar het jonge meisje, dat overeind werd gehouden aan haar haren en werd gedwongen om te kijken. Haar gezicht was besmeurd met bloed, gemixt met kwijl.
‘Laat dit een waarschuwing voor jullie allemaal zijn!’ sprak opzichter Dragos. Eindelijk durfde Maurelle een deel van haar adem te laten ontsnappen, maar haar lichaam stond nog gespannen. Zonder nog een ander woord te zeggen, liep de opzichter weg.
Nu etenstijd voorbij was, was het voor de gevangen logisch dat ze naar hun vertrekken zouden gaan. Jammer genoeg stonden Maurelle en Kian allebei vooraan, waardoor ze zouden moeten wachten totdat de anderen de weg hadden vrij gemaakt.
Tot overmaat van ramp kwam Valeria op Maurelle afgelopen. Defensief sloeg Maurelle haar armen over elkaar. ‘Waag het niet.’
‘Maurelle, alsjeblieft…’
‘Mag je überhaupt wel met me praten?’
‘Ik heb toestemming gevraagd.’ Maurelle schudde haar hoofd. Ze wilde er niets over horen. ‘Je moet weten dat ik dit niet wilde.’
‘Maar je hebt het wel gedaan.’ Haar eigen gedachten veranderden niks aan het feit dat ze mee had geholpen aan de executie.
Maurelle knikte naar Kian, die waarschijnlijk van slag was door het zien van zijn eerste executie. ‘Laten we gaan.’
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste