Daynty schreef:
Eenmaal op straat waren de geluiden van het feest weer volop te horen. In plaats van meteen haar weg terug naar de herberg te zoeken, bleef Rheana even staan kijken naar de feestgangers verderop. Aan het einde van de straat zag ze een klein stukje van versierde marktkraampjes, lachende feestgangers en lampionnen die tussen de kramen hingen. Een feest voelde zo misplaatst, maar tegelijkertijd lonkte de vrolijkheid naar haar. Heel even kijken bij de kraampjes kon geen kwaad toch? Na haar gesprek met Kaspian voelde ze zich al een stuk minder gespannen dan voor die tijd en eigenlijk zat ze er nog niet op te wachten om alweer terug te gaan naar de herberg, waar ze alleen maar in het krappe kamertje kon zitten met veel te veel tijd om na te denken.
Nog voor ze de knoop in haar hoofd helemaal door had gehakt, voerden haar benen haar al richting het plein aan het einde van de straat. Rheana hees tas met eten beter over haar rug en glipte tussen twee kraampjes door het plein op. Verwonderd keek ze omhoog naar de lampionnen die door de lucht waren gespannen. Ze lieten de omgeving baden in een warm, gouden licht en tussen de lampionnen hingen talloze bloemen om de lente mee te vieren.
De mensen om haar heen waren zo druk bezig met drinken, praten en lachen dat niemand op haar lette. Met langzame passen liep Rheana een rondje over het plein, waarbij ze uitgebreid in haar opnam wat er bij de kraampjes uitgestald lag. Sieraden, edelstenen, kunstwerken, prachtige stukken stof. Bij een kraampje met bewerkte houtfiguren bleef ze iets langer staan. De man erachter glimlachte vriendelijk en liet haar rustig rondkijken. Even nam ze hem in zich op en beeldde ze zich in dat het niet deze man was, maar Dain van wie dit kraampje was. Zou hij in een ander leven misschien liever voor dit hebben gekozen dan voor het vechten en moorden?
Doe niet zo absurd. Hij heeft er zelf voor gekozen om een Onyx te worden.
Rheana knikte kort naar de man en liep snel verder. Ze was bijna aan het einde van haar rondje toen haar blik viel op een kraampje dat wat werd weggedrukt door twee andere. Met grote ogen bekeek ze alle kralen die er uitgestald lagen. Kralen van glas in alle kleuren van de regenboog, kralen van steen, ronde kralen en kralen in talloze figuurtjes. Ernaast lagen koorden in verschillende soorten en maten. Zodra Rheana voor het kraampje stond, wist ze dat ze iets zou kopen. Ze móest iets kopen, al deze kralen schreeuwden haar naam.
‘Goedenavond jongedame’, glimlachte de oudere vrouw achter het kraampje vriendelijk. ‘Ik heb nog nooit iemand met zoveel verwondering naar mijn handelswaar zien kijken. En ik doe dit al heel erg lang.’
Rheana had een paar seconden nodig om het zware, Verosiaanse dialect van de vrouw uit te puzzelen, maar lachte toen. ‘De kralen zijn allemaal prachtig’, reageerde ze. Hoe kon ze hier ooit een keuze uit maken? Het liefst nam ze ze allemaal mee.
In haar zak voelde ze naar het geldbuideltje. Er zaten nog een paar muntstukken in. Kon ze het maken om Dains geld stiekem uit te geven aan iets voor zichzelf?
Hij merkt het toch niet. Peinzend boog Rheana zich dichter naar de kralen van glas toe. Als ze zei dat al het geld op was gegaan aan eten, zou hij geen reden hebben om daaraan te twijfelen. Bovendien kreeg ze al een maand geen loon nu ze weg was van het kasteel, dus was het niet alleen maar eerlijk om dan een klein beetje van haar baas te nemen?
Ondanks dat hier niemand was om haar te betrappen, bonkte haar hard in haar keel toen ze naar de glaskralen gebaarde. ‘Ik zou graag een paar van deze willen.’
‘Erg goede keuze’, knikte de vrouw instemmend. Ze pakte een klein juten zakje om de kralen in te doen. ‘Welke wil je graag? En hoeveel?’
Rheana schudde de muntstukken uit het geldbuideltje en liet ze zien. ‘Hoeveel kan ik er hiervoor krijgen?’
‘Een stuk of dertig’, antwoordde de vrouw na een inschattende blik op het geld. ‘Maar omdat ik kan zien hoe mooi je ze vindt, zal ik daar veertig van maken.’
Met grote ogen keek Rheana haar aan. ‘Dat… Dat is heel erg lief van u. Dankuwel’, stamelde ze. Ze wees de kleuren aan die ze mooi vond en koos er ook een rolletje koord bij. Het zakje met kralen stopte ze goed weg in de zak van haar jurk, waarna ze de vrouw nogmaals bedankte en haar weg vervolgde. Voor het eerst in tijden lag er een brede glimlach op haar gezicht. Voortdurend ging ze even met haar hand naar haar zak, om te controleren of dit alles geen droom was. Dain had gezegd dat ze op de academie misschien wat tijd voor zichzelf zou hebben tussen het werken door. Ze hoopte met heel haar hart dat hij gelijk had.
Via een korte straat belandde Rheana op een enorm plein. De mensenmassa aan de zijkant was zo dicht dat ze er nauwelijks doorheen kwam en in het midden waren mensen aan het dansen. Ze werkte zich tussen de mensen door toen een hand haar arm vastgreep. Geschrokken draaide ze zich om. Had toch iemand haar gezien bij de kralen?
Maar het was een onbekend, lachend gezicht waar ze in keek.
‘Je kan hier niet zonder masker rondlopen!’ riep de feestganger boven de muziek uit. Voor ze het wist, had het meisje een masker voor haar gezicht gelegd en de touwtjes vastgemaakt. ‘Hier, neem wat drinken. Geniet!’
Voor Rheana goed en wel besefte wat er gebeurd was, was het meisje alweer tussen de mensen verdwenen. Ietwat onwennig voelde ze aan het masker dat haar ogen en neus bedekte. Haar vingers gingen al naar de touwtjes om ze los te maken, maar toen bedacht ze zich.
De vrolijkheid, de muziek. Nu ze hier toch was, kon ze daar wel even van genieten, toch? Ze kon eventjes vergeten dat ze in Veros was en dat ze over twee dagen op de academie zou zijn. Rheana trok het lint uit haar vlecht, zodat ze haar haren los kon schudden. Dimitri ging ook naar het feest, had Dain gezegd. Ze wilde niet dat hij haar per ongeluk herkende.
Eenmaal op straat waren de geluiden van het feest weer volop te horen. In plaats van meteen haar weg terug naar de herberg te zoeken, bleef Rheana even staan kijken naar de feestgangers verderop. Aan het einde van de straat zag ze een klein stukje van versierde marktkraampjes, lachende feestgangers en lampionnen die tussen de kramen hingen. Een feest voelde zo misplaatst, maar tegelijkertijd lonkte de vrolijkheid naar haar. Heel even kijken bij de kraampjes kon geen kwaad toch? Na haar gesprek met Kaspian voelde ze zich al een stuk minder gespannen dan voor die tijd en eigenlijk zat ze er nog niet op te wachten om alweer terug te gaan naar de herberg, waar ze alleen maar in het krappe kamertje kon zitten met veel te veel tijd om na te denken.
Nog voor ze de knoop in haar hoofd helemaal door had gehakt, voerden haar benen haar al richting het plein aan het einde van de straat. Rheana hees tas met eten beter over haar rug en glipte tussen twee kraampjes door het plein op. Verwonderd keek ze omhoog naar de lampionnen die door de lucht waren gespannen. Ze lieten de omgeving baden in een warm, gouden licht en tussen de lampionnen hingen talloze bloemen om de lente mee te vieren.
De mensen om haar heen waren zo druk bezig met drinken, praten en lachen dat niemand op haar lette. Met langzame passen liep Rheana een rondje over het plein, waarbij ze uitgebreid in haar opnam wat er bij de kraampjes uitgestald lag. Sieraden, edelstenen, kunstwerken, prachtige stukken stof. Bij een kraampje met bewerkte houtfiguren bleef ze iets langer staan. De man erachter glimlachte vriendelijk en liet haar rustig rondkijken. Even nam ze hem in zich op en beeldde ze zich in dat het niet deze man was, maar Dain van wie dit kraampje was. Zou hij in een ander leven misschien liever voor dit hebben gekozen dan voor het vechten en moorden?
Doe niet zo absurd. Hij heeft er zelf voor gekozen om een Onyx te worden.
Rheana knikte kort naar de man en liep snel verder. Ze was bijna aan het einde van haar rondje toen haar blik viel op een kraampje dat wat werd weggedrukt door twee andere. Met grote ogen bekeek ze alle kralen die er uitgestald lagen. Kralen van glas in alle kleuren van de regenboog, kralen van steen, ronde kralen en kralen in talloze figuurtjes. Ernaast lagen koorden in verschillende soorten en maten. Zodra Rheana voor het kraampje stond, wist ze dat ze iets zou kopen. Ze móest iets kopen, al deze kralen schreeuwden haar naam.
‘Goedenavond jongedame’, glimlachte de oudere vrouw achter het kraampje vriendelijk. ‘Ik heb nog nooit iemand met zoveel verwondering naar mijn handelswaar zien kijken. En ik doe dit al heel erg lang.’
Rheana had een paar seconden nodig om het zware, Verosiaanse dialect van de vrouw uit te puzzelen, maar lachte toen. ‘De kralen zijn allemaal prachtig’, reageerde ze. Hoe kon ze hier ooit een keuze uit maken? Het liefst nam ze ze allemaal mee.
In haar zak voelde ze naar het geldbuideltje. Er zaten nog een paar muntstukken in. Kon ze het maken om Dains geld stiekem uit te geven aan iets voor zichzelf?
Hij merkt het toch niet. Peinzend boog Rheana zich dichter naar de kralen van glas toe. Als ze zei dat al het geld op was gegaan aan eten, zou hij geen reden hebben om daaraan te twijfelen. Bovendien kreeg ze al een maand geen loon nu ze weg was van het kasteel, dus was het niet alleen maar eerlijk om dan een klein beetje van haar baas te nemen?
Ondanks dat hier niemand was om haar te betrappen, bonkte haar hard in haar keel toen ze naar de glaskralen gebaarde. ‘Ik zou graag een paar van deze willen.’
‘Erg goede keuze’, knikte de vrouw instemmend. Ze pakte een klein juten zakje om de kralen in te doen. ‘Welke wil je graag? En hoeveel?’
Rheana schudde de muntstukken uit het geldbuideltje en liet ze zien. ‘Hoeveel kan ik er hiervoor krijgen?’
‘Een stuk of dertig’, antwoordde de vrouw na een inschattende blik op het geld. ‘Maar omdat ik kan zien hoe mooi je ze vindt, zal ik daar veertig van maken.’
Met grote ogen keek Rheana haar aan. ‘Dat… Dat is heel erg lief van u. Dankuwel’, stamelde ze. Ze wees de kleuren aan die ze mooi vond en koos er ook een rolletje koord bij. Het zakje met kralen stopte ze goed weg in de zak van haar jurk, waarna ze de vrouw nogmaals bedankte en haar weg vervolgde. Voor het eerst in tijden lag er een brede glimlach op haar gezicht. Voortdurend ging ze even met haar hand naar haar zak, om te controleren of dit alles geen droom was. Dain had gezegd dat ze op de academie misschien wat tijd voor zichzelf zou hebben tussen het werken door. Ze hoopte met heel haar hart dat hij gelijk had.
Via een korte straat belandde Rheana op een enorm plein. De mensenmassa aan de zijkant was zo dicht dat ze er nauwelijks doorheen kwam en in het midden waren mensen aan het dansen. Ze werkte zich tussen de mensen door toen een hand haar arm vastgreep. Geschrokken draaide ze zich om. Had toch iemand haar gezien bij de kralen?
Maar het was een onbekend, lachend gezicht waar ze in keek.
‘Je kan hier niet zonder masker rondlopen!’ riep de feestganger boven de muziek uit. Voor ze het wist, had het meisje een masker voor haar gezicht gelegd en de touwtjes vastgemaakt. ‘Hier, neem wat drinken. Geniet!’
Voor Rheana goed en wel besefte wat er gebeurd was, was het meisje alweer tussen de mensen verdwenen. Ietwat onwennig voelde ze aan het masker dat haar ogen en neus bedekte. Haar vingers gingen al naar de touwtjes om ze los te maken, maar toen bedacht ze zich.
De vrolijkheid, de muziek. Nu ze hier toch was, kon ze daar wel even van genieten, toch? Ze kon eventjes vergeten dat ze in Veros was en dat ze over twee dagen op de academie zou zijn. Rheana trok het lint uit haar vlecht, zodat ze haar haren los kon schudden. Dimitri ging ook naar het feest, had Dain gezegd. Ze wilde niet dat hij haar per ongeluk herkende.