Demish schreef:
Sommige vragen konden beter niet gesteld worden. Iedereen had vaak wel een onderwerp waar hij of zij het niet graag over had. Ashton had het zelf niet graag over zijn vader. Hij vond het lastig om iets over de man te vertellen, ook omdat hij niet bizar veel meer van hem wist. Het enige waarvan hij nog zeker was, was dat zijn vader degene was geweest die hem zijn krachten had gegeven. Ondanks dat dat misschien het meeste coole was wat een ouder achter kon laten, maakte het alles alleen nog maar moeilijker. Toch was Ashton wel heel blij met zijn krachten. Hij had een plek gevonden waar hij zich echt thuis voelde, met vrienden wie hij eigenlijk wel kon rekenen tot zijn familie.
Wat er precies vreemd of moeilijk aan de vraag van Ashton was geweest, wist hij niet, maar Naylene leek niet eens meer door te hebben dat hij naast haar zat. Het was alsof zijn vraag iets had getriggerd en ze vast zat in de wereld van haar eigen gedachten. Een wereld waar Ashton onmogelijk binnen zou kunnen komen en op dit moment wist hij niet of hij dat ook wel zou willen. Wat er ook in Nalyene haar leven was gebeurd, deze vraag leek heel erg lastig voor haar te zijn. Iets wat Ashton onmogelijk had kunnen weten, maar hij voelde zich wel schuldig dat hij had veroorzaakt dat Naylene nu enkel voor zich uitstaarde. Waarschijnlijk gebeurden er voor haar ogen verhalen die zowel vreselijk als vervelend konden zijn en het had iets te maken met haar broers of zussen, want daar had Ashton naar gevraagd.
Hij wist niet goed hoe hij nu moest handelen, wat hetgeen was wat hij nu moest doen. Moest hij zijn excuses aanbieden voor de vraag? Moest hij ergens anders over beginnen, of moest hij iets doen waardoor Naylene zou stoppen met staren en weer terug zou komen in de astronomietoren? Hij wist het echt niet, maar hij zou haar hier niet zo kunnen laten zien. Hoe langer hij naar haar keek, en hoe erger de blik in haar ogen werd, hoe schuldiger hij zich voelde. Hij had de vraag niet verkeerd bedoeld. Hij had enkel interesse willen tonen in haar leven, omdat zij dat ook bij hem had gedaan, maar belijkbaar was dat geen goed idee geweest.
‘Hé,’ zei Ashton zacht en hij legde zijn hand zo voorzichtig mogelijk op haar schouder, omdat hij haar niet wilde laten schrikken van zijn plotselinge beweging. Soms zag je dat, dat mensen zo in hun eigen gedachten zaten dat ze schrokken als iemand opeens weer tegen hen praatte. ‘Naylene?’ vroeg Ashton vervolgens en hij schudde iets in aan haar schouder. Dat leek wel te werken, want plotseling leek het alsof Naylene weer terug was. Alsof ze zich had beseft dat ze ergens anders was geweest en dat er nog iemand naast haar had gezeten.
‘Sorry dat ik die vraag stelde. Ik wist niet dat het een gevoelig onderwerp was,’ verontschuldigde Ashton zich. Hij was nu wel nieuwsgierig. Hij wilde wel weten wat er was gebeurd en waarom dit een rare, of nare, vraag was geweest. Iets wat hij nu niet meer durfde te vragen. Hij wilde haar niet nog meer pijn doen, want dat was ze niet waard. Misschien dat hij de volgende dag naar Linn zou kunnen gaan. Zij kende Naylene heel goed, dus misschien zou hij kunnen uitleggen wat er was gebeurd en haar vertellen dat hij zich een beetje zorgen maakte om Naylene. In ieder geval om wat hij had gevraagd, want het was duidelijk iets gevoeligs geweest. Hij had het van tevoren niet kunnen weten, maar hij bleef zich wel een beetje schuldig voelen om wat hij had gevraagd, want Naylene had er duidelijk een trieste blik in haar ogen aan over gehouden.
‘En je hoeft hem, uiteraard, niet te beantwoorden,’ verzekerde Ashton haar. Wat twijfelend sloeg hij zijn armen om het meisje heen, zodat hij haar naar zich toe kon trekken voor een knuffel. Hij knuffelde vaak genoeg met Linn en Edyn, maar dat was anders. Linn was het type meisje dat op je af rende om zo op je rug te springen, al deed ze dat het meeste bij Calum, en Edyn gaf je letterlijk om alles een knuffel. Ashton had het idee dat Naylene een heel ander meisje was, maar op dit moment verdiende ze twee armen om haar heen die haar konden beschermen tegen waar ze dan ook aan had gedacht.
Zachtjes streek hij over de rug van Naylene, hopend dat het iets zou gaan helpen. Het speet hem echt als hij haar van streek had gemaakt. Het was nooit zijn bedoeling geweest, maar het enige wat hij nu zou kunnen doen, was het proberen iets beter te maken.
‘Wil je me nog laten zien hoe je de vogel kan laten vliegen?’ vroeg hij na een tijdje aan Naylene. Als ze dat niet meer wilde doen, zou hij dat volledig begrijpen, maar misschien zou het haar iets opvrolijken. Zelf zou het hem wel iets helpen, maar op dit moment was het belangrijkste dat Naylene zich weer iets beter zou voelen.