Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O// Florence
Anoniem
Wereldberoemd



Hij gooide een shirt haar kant op, maar ze had liever iets van een sport bh als ze dan toch moest gaan trainen. Een shirt hield haar borsten niet op hun plaats. Emrys wist alleen niet zeker of Uriël haar expres geen bh had gegeven, aangezien hij al eerder aangaf dat hij het niet erg vond als ze op een neer gingen. Zodra hij begon over de hometrainers, schoot ze in de lach.
'Weet je zeker dat je onderzoek naar mij hebt laten doen? Je zou toch zeggen dat je dan weet dat ik vijf zwarte banden in verschillende vechtsporten heb, ik sla graag dingen. Mensen, bij voorkeur.' Het was alleen zo jammer dat het hem niets zou doen. Ze wist eigenlijk niet zeker of dat waar was, dat een mes of kogel hem niet kon doorboren, wilde niet zeggen dat hij het niet voelde. Misschien zou een klap in zijn gezicht wel degelijk het gewenste effect hebben. Dat moest ze toch eens proberen. Het shirt had ze inmiddels aangetrokken en ze was door de zaal gaan lopen, vanuit haar ooghoek had ze Samaël aan zien komen namelijk en zijn mutatie wilde ze niet meemaken. Als de verhalen over Uriël klopten, dan waarschijnlijk over zijn broertje ook en daar bleef ze liever uit de buurt. Bij Uriël ook hoor, daar niet van, maar dat scheen niet echt een optie te zijn.
'Elektriciteit doet haar niets,' Samaël was naar zijn broer opgedoken, maar hij hield Loué wel in de gaten. Het tempo werd haar duidelijk iets te veel. 'Alles stond op het hoogste niveau en je hoorde de elektriciteit praktisch door de draden lopen, maar het deed haar helemaal niets. Geen enkele reactie. Ik dénk dat haar mutatie zeer interessant gaat zijn.' Sterker nog, hij wist het wel zeker. 'Heb jij al iets leuks meegemaakt met je jongedame, of ga ik deze weddenschap echt winnen?' De enige reden dat hij Uriël hier had gevraagd, was om erachter te komen hoe ver Emrys al was. Voor Loué zou het hopelijk niet lang meer duren en hij wenste vurig dat ze het openbaren van de mutatie zou overleven. 
Hij zag dat Emrys richting Loué ging en gebaarde de man bij Loué dat hij Emrys weer weg moest sturen. Ze kon momenteel geen afleiding gebruiken. Ze hadden kunnen verwachten dat Emrys het hier niet mee eens was, de vuile blik die de man voor haar kreeg, zei immers genoeg over haar gedachtes. Ze had gewoon even bij Loué willen kijken, dat was alles. Het was niet alsof ze de vrouw iets aan ging doen? Zij was net zo onschuldig als Emrys was. 
Zuchtend draaide ze om en wilde weglopen, toen ze opeens een pijnlijke steek in haar rug voelde. De pijn verspreidde zich door haar hele lichaam, het voelde alsof ze in brand stond, alsof er benzine of haar gegoten was en er een vuurtje bij te pas was gekomen. Maar ze kon niet gillen. Haar mond viel open, haar pupillen waren verwijd en ze stond als versteend terwijl de elektriciteit een weg door haar lichaam zocht. Loué was als het ware ontploft, vanuit alle kanten van haar lichaam kwam elektriciteit. Het meeste ging richting de apparaten en lampen, er werd geen enkel mens geraakt dan Emrys, terwijl ze niet eens het dichtste bij stond van allemaal. 
Samaëls mond viel nog net niet open van verbazing toen hij zag hoe Loués lichaam zich ontlaadde. Hij was trots, maar opende meteen zijn gave op haar, zeker nadat hij zag wat er met Emrys gebeurde. Een mensenlichaam was geen goede geleider van stroom en hij wist ook niet waarom het door haar heen ging, maar het zag er zeer pijnlijk uit. Binnen een paar stappen was hij bij Loué, die nu onder invloed was van zijn gave. Zodra hij dat gedaan had, was Emrys met een klap op de grond gevallen, de elektriciteit verdween uit de kamer. Letterlijk, geen enkel apparaat of lamp werkte nog.
Een lichte kreun kwam vanaf het lichaam op de grond, Emrys in dit geval aangezien Loué niet echt in deze wereld aanwezig was, ze ademde nog, maar daar was ook alles mee gezegd. Het shirt was aan haar rug vast gebrand waar de elektriciteit haar lichaam in was gegaan en overal op haar lichaam had ze brandplekken waar de elektriciteit er weer uit had proberen te komen. Het zag er voornamelijk heel pijnlijk uit. Wat beaamd werd doordat het meisje op de grond was gevallen en niet uit zichzelf weer overeind kwam.
'Zeg, als Loué Emrys vermoord heeft, win ik dan nog steeds de weddenschap, of telt dat niet?' Hij gaf niets om de jongedame, hij was allang blij dat zijn gok de juiste was geweest. Zijn focus ging weer richting Loué en hij trok zijn gave terug. Eens zien hoe het met zijn dame gesteld was.
Demish
Internationale ster



‘Het is geen winnen als je valsspeelt, broertje,’ liet Uriël zijn broertje weten. Hij was er echter niet van overtuigd dat Emrys al gedood was door Loué. Vooral niet omdat hij haar net nog had horen kreunen. Als ze niet dood was, zei dat echter wel iets over haar. Want die elektriciteit van Loué, die leek wel dodelijk te zijn. Uri had nog nooit zoiets gezien bij zijn mutanten. Iemand die elektriciteit in zich had, die dat alle kanten op kon schieten. Al was het vast niet haar bedoeling geweest. Het was de inspanning geweest, de druk die haar lichaam had gevoeld. Wat wel duidelijk was, was dat ze alles in de sportruimte zouden moeten vervangen. Want er was weinig meer over van de apparaten die er stonden. De lampen waren kapot,  alles was uit en van sommige apparaten kwam rook af. 
Uriël liep naar Emrys en boog zich over haar lichaam. Het was haast aan angstaanjagend gezicht geweest. Hoe ze daar had gestaan. Ze had de elektrische stralen opgevangen en ze waren als het ware haar lichaam in gedoken. Ze had zich niet meer kunnen bewegen en ze had in het niets gestaard. Ze had het niet moeten overleven. Misschien had ze dat ook wel niet gedaan, als zijn broertje niet in had gegrepen.
‘Ze ademt nog, dus je hebt hoe dan ook nog niet gewonnen,’ deelde hij mee aan Samaël. Hij zag haar nog ademen. Haar shirt was dan wel kapot en ze had wat brandwonden, maar ze ademde nog. Dat betekende dat er niks aan de hand was. Ze was dan wel getroffen en misschien had het haar een hoop energie gekost, maar ze zag er vrijwel prima uit. ‘Al moet ik toegeven dat ik het fout had. Ik dacht dat dat kleintje van jou het niet lang zou volhouden en dat haar lichaam al zou bezwijken onder het gen alleen, maar ze lijkt toch wat meer waarde te hebben dan dat ik dacht.’ Een mutant als Loué zouden ze goed kunnen gebruiken. Als ze zou leren omgaan met haar gave, zou ze misschien wel honderd man tegelijk aan kunnen. En één voor één zouden ze dan omvallen door de elektriciteit die door hun lichaam zou trekken.
‘Maar dat kan ik ook van de mijne zeggen.’ Hij ging door zijn knieën. ‘Kom op, dametje. Overeind.’ Hij wilde haar overeind trekken, maar bedacht zich op het laatste moment. Hij had het idee dat de elektriciteit nog in haar zat. Hij had het nergens anders in zien zitten. ‘Iemand, til haar op.’ Uriël kwam weer overeind en keek toe hoe één van de anderen naar haar toeliep. Zodra hij haar op probeerde te pakken, trok de man meteen zijn handen terug met een schreeuw. 
‘Interessant,’ merkte Uriël op. Misschien was haar gave wel dat ze die van een ander over kon nemen. Dat was ook iets wat hij nog nooit had gezien. 

Weer stond ze tegenover haar grootvader. En weer vertelde hij haar dat ze niet goed genoeg was, zoals hij dat de vorige keer ook al had gedaan. De teleurstelling in zijn ogen, de manier waarop hij zijn hoofd schudde. Het was verschrikkelijk. Alles waar ze al die jaren voor had gewerkt, was zomaar verdwenen. De moorden die ze had gepleegd, de werknemers die ze had gepijnigd om wat ze verkeerd hadden gedaan. De lef die ze op had moeten bouwen. Alles was nu weg. 
‘Om het verraad te noemen, zou nog zwak uitgedrukt zijn!’ riep haar grootvader naar haar. ‘Je zo laten gebruiken door de Carnefices. Door jezelf zo toe te laten taken, door jezelf zo te laten vergiftigen! Dat is iets wat ik niet kan gebruiken. Dat had je moeten weten!’
‘Maar, Nonno!’ smeekte Loué haar grootvader. ‘Het was niet iets wat ik wilde! En ik wil niks met ze te maken hebben. Dat weet jij ook. En ik ben nog steeds ik? Ik zal het nooit tegen je gebruiken, nooit!’ Loué wilde het duidelijk maken door naar haar grootvader te lopen en haar armen om hem heen te slaan, maar ze stopte toen ze de vonken tussen haar vingers zag. Geschrokken trok ze haar handen terug.
‘Dit zie je toch ook wel, mia? Je bent een gevaar voor anderen en voor jezelf! We kunnen je niet zo rond laten lopen.’ Haar grootvader haalde een pistool uit zijn jaszak. Hij richtte deze op haar. Loué zakte neer op haar knieën, wachtend op haar dood. Op het moment dat ze de knal hoorde, werd ze echter uit haar angst gehaald.
Geschrokken schoot ze overeind. Haar hart klopte nog altijd in haar keel, maar dit keer niet van de inspanning. Dit keer van de angst. Ze zag het lichaam van de vrouw op de grond liggen. Het lichaam van Emrys. Degene die in hetzelfde schuitje zat als zij. Loué zag het verbrandde shirt en de brandwonden. Had zij…? Ze schudde haar hoofd, dat kon niet. Het kon onmogelijk haar schuld zijn.
‘Dit is jullie schuld! Wat jullie doen, het brengt mensen in gevaar! Jullie verliezen hier meer mensen mee dan dat jullie winnen. Vroeg of laat zullen er geen mensen meer over zijn, omdat jullie ze allemaal uitmoorden.’
Anoniem
Wereldberoemd



Happend naar adem opende ze haar ogen. Ze wist niet precies wat er gebeurd was, maar de plotseling pijn had alles weggevaagd. Langzaam keek ze om zich heen, net op tijd om een man aan te zien komen die haar op probeerde te te tillen en met een schreeuw haar weer los liet. Hij had haar amper aangeraakt. Ze snapte het niet. Snapte niet wat er zojuist gebeurd was dat dit met haar had gedaan, maar ze wist wel wie haar antwoorden kon verschaffen. De vraag was alleen; waar was hij? 
Heel voorzichtig kwam ze overeind, het kostte heel veel energie, maar uiteindelijk leunde ze op haar ellebogen en vanuit daar kwam ze verder overeind tot een zittende positie. Haar hoofd legde ze op een van haar handen. Het was te zwaar om hem omhoog te houden. Uriël stond naast haar, dat had ze inmiddels wel gezien, en ze richtte haar blik op hem. Moest ze vragen om uitleg of zou het hem toch niets interesseren?
'Ik ga wel voor de hometrainer als je dat zo graag wilt hoor, daar hoef je me niet voor in de fik te zetten,' ze mompelde de woorden en liet haar hoofd in beide handen vallen. Alles deed pijn. Haar gehele lichaam voelde alsof ze in brand gezet was en er daarna honderd kilo zand op haar gedumpt was om de brand weer uit te krijgen. Niet bepaald een gevoel waar je blij van werd. 'Ik weet wel dat ik niet altijd luister, maar dit is wel een beetje extreem,' ze had echt niet door dat Uriël het niet was die dit gedaan had. Ze had met haar rug naar Loué gestaan, waardoor ze niet eens de kans had gekregen om te zien waar de elektriciteit vandaan kwam. Uriël was dan de logische dader. Hij was degene die zogenaamd de baas was over haar, hij had haar al meerdere keren pijn gedaan en hij haalde er zelfs plezier uit om haar pijn te doen.
'En als dit was omdat ik je neer probeerde te steken, dan moet je jezelf echt eens na laten kijken. Dit was buiten proportie wraak.' Ze ging weer op de grond liggen en krulde haar lichaam op, waarna ze haar ogen sloot. Het was tijd om te gaan slapen.

'Onze schuld? Ik heb op niemand elektriciteit afgevuurd, sterker nog, doordat ik jouw lichaam tijdelijk overnam door je aan je angsten bloot te stellen, leeft lieve Emrys nog. Jij had haar vermoord. Dat was helemaal jouw schuld geweest, want jij kon je gave niet beheersen. En jouw lichaam koos het makkelijkste slachtoffer in de ruimte om zich op uit te leven, wat jammer nou.' Dat was absoluut de waarheid niet, maar Loué was daar niet van op de hoogte. Niemand wist precies waarom Emrys gekozen was door de elektriciteit om juist door haar lichaam te gaan. Het was logisch dat het kwam door een eventuele gave die zich bij Emrys aan het ontwikkelen was, maar het bleef gokken wat voor gave dat dan precies was. 
'Maar dit verklaart wel dat onze apparatuur niet kapot was, het lag gewoon aan jou! Altijd goed om te weten dat ik daar geen geld aan hoef uit te geven.' Hij kwam overeind en sleurde Loué met zich mee omhoog. Ze had inmiddels lang genoeg op de grond gezeten, het was tijd om verder te gaan met de training. Na lunch. Ze had sinds de vorige dag al niets meer gegeten, als ze überhaupt iets van zijn mannen gehad had onderweg hierheen, en het trainen van een gave kostte ontzettend veel energie. 
'Uriël, wij gaan naar de huiskamer lunchen, als je denkt dat jouw vriendin het aankan, dan laat ik de koks wel wat meer klaarmaken. Laat maar wat weten.' Zijn aandacht ging weer richting de vrouw die hij met een arm vast hield. 'En jij, kleintje, gaat met mij mee, eten. Als je voorkeuren hebt, dan moet je die ongeveer nu doorgeven. Dit is de eerste en misschien enige keer dat je mag kiezen namelijk, als beloning voor het uiten van je gave. Ik ben zeer tevreden met dit resultaat.' Dat mocht ze best weten. Hij ging niet onder stoelen of banken steken dat hij het heel leuk vond wat voor soort mutant ze was, dat was niets voor hem. Bovendien werkte het vaak prima om met beloningen te werken.
Demish
Internationale ster



Hij had het fout, Het zou niet haar schuld zijn dat Emrys dood zou zijn gegaan. Niets aan dit alles was haar schuld Het was zijn schuld. Hij had haar gekozen, haar laten ontvoeren. Hij was degene die het gemuteerde gen in haar borst had geduwd en hij had haar gedwongen om te blijven rennen totdat ze niet meer had gekund. Het enige waar hij misschien gelijk in had, was dat als hij haar niet had gestopt, Emrys inderdaad niet meer had geleefd. Loué was blij dat ze dat nog wel deed. Sam had haar gered. Misschien wel hen allebei. Dankbaar was ze echter niet. Want zodra ze ook maar een klein beetje dankbaarheid zou laten zien, zou hij het tegen haar gebruiken.
Haar lichaam voelde leeg aan, alsof iemand op de reset-knop had gedrukt. Haar spieren werkten nauwelijks meer mee. Het moest haast wel een combinatie zijn van de uitputting, het niet eten en hetgeen wat er net was gebeurd. Als Samaël haar niet vast had gehouden, was ze misschien wel omgevallen.
‘Ik eet geen vlees.’ Enerzijds wilde ze niet ingaan op zijn vraag, omdat het dan betekende dat ze de beloning ook zou aanvaarden. En ze wilde geen beloning voor hetgeen wat ze net had gedaan. Ze had iemand pijn gedaan. Ze had zichzelf niet onder controle gehad. Dat was geen beloning waard. En ze zat er al helemaal niet op te wachten om samen met hem te dineren. Alsof dat normaal was om te doen. 
Loué had verwacht dat ze mee zou worden genomen naar een zaal waar meerderen aan het eten waren, maar tijdens het lopen had ze juist het idee dat ze verder weg gingen van de rest. Ze moesten meerdere gangen door, zelfs een trap. Daar moest Samaël haar echt omhoog trekken, omdat haar lichaam het bijna had begeven. Ze zag nog meer beveiliging en uiteindelijk stonden ze in een echte huiskamer. De kamer was gevuld met dure meubels, die eruit zagen alsof ze al jaren in de familie zaten. Samaël zette haar neer op een stoel. Het had nog nooit zo goed gevoeld om te zitten.
Ze legde haar armen op de tafel en leunde er met haar hoofd tegenaan. ‘Dat ik met je mee ga eten, betekent niet dat ik het er mee eens ben. Het betekent alleen dat ik geen keuze heb.’ Ze hoopte dat hij dat ook wist. Als er geen slechte gevolgen aan hadden gezeten, was ze niet met hem mee gegaan. 

‘Ik was het niet, meisje. Al had ik het wel heel leuk gevonden als dit mijn schuld was geweest.’ Ze was overduidelijk in veel pijn. Hij was echter niet degene die die pijn had veroorzaakt. Iets wat hij toch liever had. Als Loué zijn eigen vrouw was geweest, dan had hij haar wel laten merken dat hij het niet waardeerde als iemand dat plezier van hem afnam. Loué was echter van Sam en hij wist wat er zou gebeuren als hij haar aan zou raken. Sam zou zijn gave zonder meer tegen zijn oudere broer gebruiken, ook als hij wist wat de straf daar op was.
Emrys had zich opgekruld op de grond. Ze leek op te zijn. Natuurlijk. Haar lichaam had het begeven en alles deed pijn. Honger zou ze vast niet hebben. Ze leek eerder toe te zijn aan haar rust. ‘Volgens mij heb je niet echt honger, of wel? Je hebt eerder behoefte aan iets zachts en warms onder je. En misschien iets koels op je rug.’ Dat laatste zou ze niet zo snel krijgen. Tenzij hij de dokters zou roepen om voor haar te zorgen, maat hij wist nog niet of ij dat wel zou doen. Misschien was haar lichaam wel in staat om zichzelf te helen. Als dat het geval was, dan wilde hij dat toch eerst zeker weten, voordat hij de dokters er op los zou laten gaan.
‘Breng haar ook naar de huiskamer. Ze heeft vannacht al op de grond gelegen, en we moeten haar toch een beetje waardering geven voor het opvangen van alle klappen.’ Op dit moment had hij toch niks aan haar. Ze zou geen testen kunnen doen nu ze er zo aan toe was, en zelfs hiermee zou hij zich niet willen plezieren. 
Ze kwamen aan bij de huiskamer. Hún huiskamer. Het was een ruimte die hij samen met Samaël deelde. Ze hadden hun eigen kamers en kantoren. Hun eigen vertrekken. Dit was echter een ruimte waar ze elkaar zo nu en dan tegen kwamen. Loué zat aan tafel en een kok was zojuist aan tafel gekomen, waarschijnlijk om de wensen van zijn broertje op te nemen.
‘Ze hoeft geen eten, maar het leek me wel verstandig om haar hier te laten verblijven. Wie weet kan Loué haar blunder van net nog een beetje goed maken. Ze zal zich wel schuldig voelen, om wat ze heeft veroorzaakt.’ Uri gebaarde naar de bank, waar Emrys op werd gelegd. ‘Ze slaapt, voor nu. Maar ik gok dat die brandwonden haar nog wel wakker zullen maken.’ Uri keek van Emrys naar de andere vrouw. ‘Je hebt haar goed te pakken gehad, kleintje.’
Er klonk gekreun van de bank, waarop Uri zijn wenkbrauwen optrok. ‘Misschien had ik het fout en slaapt ze toch niet.’ Hij liep naar de bank toe en ging op de leuning zitten, waarna hij zijn vingers over de rug van Emrys liet glijden. ‘Slapen is vast ook lastig, nu je zo bent toegetakeld.’
Anoniem
Wereldberoemd



Emrys kreeg niets mee van haar omgeving. Ze bevond zich in de wereld tussen slaap en werkelijkheid. Ze merkte dan ook niet dat ze opgetild werd en vervoerd naar een andere kamer. Ze had het wel fijn gevonden om dit mee te krijgen, dan wist ze tenminste wat er gaande was, maar al sinds ze zich in dit huis bevond, waren alle beslissingen voor haar genomen. Door een zekere, vervelende Carnefice broer. Niemand zou tegen hem in gaan, wat betekende dat ook iedereen exact deed wat hij wilde als het op haar aankwam. Moest ze vervoerd worden? Geen probleem. Wilde hij dat ze door iemand anders verkracht werd? Waarschijnlijk ook geen probleem. Hoewel het eerste aannemelijker was dan de tweede, hij leek niet echt iemand te zijn die graag deelde. 
'Nee, nee nee,' ze mompelde de woorden, ze sprak vanuit het niets en haar ogen bleven gesloten, maar de woorden zelf waren vrij duidelijk. 'Niet doen!' De woorden kwamen vlak nadat Uriël over haar rug streek, maar ze waren niet op hem gericht. Indirect, ze wilde niet aangeraakt worden, maar ze zag momenteel hele andere dingen dan de man voor haar. Emrys was terug in het weeshuis, waar ze bijna sinds haar geboorte was geweest. Niemand wist precies wanneer ze geboren was, maar dat had het weeshuis ook niet uitgemaakt. Het enige waar zij om gaven was dat ze een lastpak was, een meisje dat ze vaker niet dan wel onder controle hadden. Een vervelend wicht dat ze moesten opsluiten om ervoor te zorgen dat ze luisterde. In dat weeshuis had Emrys kennis gemaakt met echte pijn, met angst. Dat was precies waarom het nu naar boven kwam. Haar lichaam had energie nodig om te genezen, maar de pijn bracht haar terug naar een echte tijd van angst, pijn en vernedering. Ze wilde daar weg, moest daar weg. Ze was niet voor niets ontsnapt wanneer ze daar de kans voor kreeg. Het was nooit echt ontsnappen geweest, het weeshuis was haar liever kwijt dan rijk, dus ze hadden haar nooit als vermist opgegeven. Gewoon de gegevens verbranden en klaar. 
'Te donker,' ze was terug naar het mompelen, 'te klein...' Ze hadden haar zo vaak in veel te kleine, pikzwarte ruimtes gestopt, dat ze bang was geworden. Dat was een van de enige dingen waar ze bang van was, zodra ze in een kleine, donkere ruimte werd gestopt, raakte ze in paniek. Echte paniek, tot op het slaan van de deur en smeken of ze eruit mocht. Het was hen gelukt om haar bang te krijgen, maar ze was niet te houden wanneer de paniek eenmaal toe sloeg.
Geschrokken schoot ze overeind en knalde nog net niet tegen Uriël aan, die achter haar op de leuning zat. 'Verdomme,' er volgden nog een paar scheldwoorden, tegen de man opbotsen was niet heel fijn geweest voor haar lichaam. 'Geef me gewoon eens drie meter ruimte, ja?' Ze probeerde hem een zet te geven dat hij van de bank af ging, maar het deed haar meer pijn dan dat ze hem kon verschuiven, dus ze gaf al snel weer op.

Heel braaf was ze met hem mee gelopen en ze had geluisterd naar wat hij wilde. Hij had wat moeite moeten doen om haar de trap op te krijgen, maar hij had dan ook niet anders verwacht. De meeste mensen hadden moeite met fysieke activiteiten na het voor de eerste keer uiten van hun gave, zelfs Uriël en hij waren daar niet anders in geweest. In het begin had hij totaal geen controle gehad over zijn gave, het had een aantal van hun mannen tot waanzin gedreven dat ze iedere keer weer met hun grootste angsten geconfronteerd werden. Watjes, natuurlijk, maar het was niet heel handig. 
Eenmaal boven aangekomen had ze echter weer praatjes. Grinnikend sloeg hij van achteren zijn armen om haar heen en gaf haar een kus op haar wang. 'Kijk maar uit, als je zo doorgaat dan voer ik je de rest van je leven vlees,' hij zou het nog echt doen ook. Het was juist heel leuk om haar te stangen met haar geloof. Een echt geloof was het niet als je geen vlees at, maar het was voor veel mensen belangrijk genoeg. Belangrijk en leuk genoeg om haar mee te pesten. Waarschijnlijk zonder het te beseffen had ze hem nu een martelmethode gegeven die haar juist mentaal veel meer pijn zou doen dan fysiek, hoefde hij zijn gave niet eens op haar los te laten. 
'En je hebt geen gelijk kleintje, je hebt wel degelijk een keuze. Je kan ervoor kiezen om niet te eten, als je dit niet wilt, dan breng ik het uiteindelijk wel met sondevoeding je lichaam in. Dat is prima. Als jij besluit mij tegen te werken, is dat jouw keuze, maar je maakt het voor jezelf moeilijker en pijnlijker. Zowel fysiek als mentaal. Ik ben tot nu toe een stuk aardig geweest dan mijn broer daar tegenover je, voornamelijk omdat ik het leuker vind om je mentaal te treiteren, maar het kan erger dan dit. Een gave is het einde van de wereld niet, net als een stuk vlees. Dus ga je gang, maak je keuze, maar weet dat ik er ook geen moeite mee heb om je tot het randje van de dood te brengen, als het mij zo uitkomt.' Ze mocht dan denken dat hij alles van haar pikte omdat hij tot noch toe vrij aardig geweest was, zo werkte het niet. Ze was en bleef zijn bezit en dat betekende dat hij de keuzes maakte, maar binnen die keuzes had ze altijd nog opties. Opties die goed moest bestuderen, voordat ze er eentje koos.
Demish
Internationale ster



Ze vond het niet prettig dat hij haar aanraakte. Nu was het nog niet zo dat hij naar haar borsten had gegrepen of haar in haar kont had geknepen, maar ze vond zijn liefkozende gebaren nog veel erger. Een kus op de wang, armen om haar heen. Alsof ze al jaren goed bevriend waren. Dat waren ze niet. En dat zouden ze ook nooit worden. Als het had gekund, had ze alle elektriciteit op hem afgevuurd, in plaats van op Emrys. Dan had ze hem eens een lesje kunnen leren. Jammer genoeg had ze geen idee hoe het zojuist was gebeurd. Laat staan dat ze het nog een keer kon laten gebeuren.
Met haar lippen op elkaar geperst en haar ogen tot spleetjes getrokken, luisterde ze naar Samaël. Ze had er geen twijfels over dat hij nog vele malen erger kon zijn dan dat hij nu had laten zien. Hij had haar mentaal al genoeg gepijnigd, met haar angst die ze nu al twee keer onder ogen had moeten komen, maar hij was vast nog niet klaar. Misschien had ze nog het geluk dat hij mentaal prefereerde in plaats van fysieke mishandeling. Aan de andere kant, een mens kon je pas echt breken als je zijn of haar ziel had gevonden en er alles uit had getrokken wat er in had gezeten. Dus in dat opzicht was Samaël misschien wel gevaarlijker.
Loué draaide zich naar Emrys, die op de bank lag. Het deed haar pijn om de vrouw zo te zien, met name omdat zij de oorzaak er van was. En dan zat die verschrikkelijke man ook nog eens naast haar, te genieten van de pijn op haar rug en de woorden die ze uitkraamde tijdens haar slaap. Nu was ze dan wel wakker, maar dat leek haar niet in dank afgenomen te worden.  
‘Goed, ik eet met je,’ besloot ze uiteindelijk. Niet omdat ze hem zijn zin wilde geven. Misschien ook wel, maar ze wilde haarzelf ook beschermen. Want die sondevoeding, dat klonk niet als iets wat ze mee zou willen maken. Ze betwijfelde of hij het op die manier zou laten gebeuren, of dat hij het gewoon door haar strot zou duwen.  En ze had het eten nodig. Haar lichaam voelde nu op, leeg. Zonder eten zou ze zich zo blijven voelen. En misschien zou ze nog wat eten kunnen bewaren voor Emrys. Dat was wel het minste wat ze zou kunnen doen voor de vrouw. Het was wel door haar toedoen dat ze er zo erg aan toe was en daardoor voelde Loué zich schuldig, al lag het grootste gedeelte van de schuld bij de Carnefices.

Wat Emrys allemaal had gemompeld, was interessant geweest. Het was gegaan over iets wat te klein en te donker was geweest. Daar had Uriël uit kunnen halen dat ze behoorlijk bang was voor donkere, kleine ruimtes. Zie je? Hij had zijn broertje niet eens nodig om achter mensen hun angsten te komen. Als hij ze maar goed genoeg behandelde, dan kwamen ze er vanzelf wel mee. Dit bood hem alleen nog maar meer kansen. Als hij haar echt gek wilde maken, zou hij haar dus moeten opsluiten in een ruimte waar ze zich nauwelijks zou kunnen bewegen en waar geen randje licht door zou komen. Dat was goed om te weten.
‘Jouw ruimte is mijn ruimte, Emmy. Dat moet je ondertussen toch wel al een keer hebben geleerd?’ zei Uriël lachend, omdat het een behoorlijk zielige poging was om hem aan de kant te duwen. Fysiek was hij sowieso sterker, wat het voor haar al moeilijker om hem weg te duwen. Nu was ze ook nog eens ontzettend zwak, dus was het alles behalve logisch dat ze dacht om ook maar een kans te hebben om hem ergens van af te duwen. ‘En als ik jou was, zou ik toch een stuk vriendelijker zijn voor degene die er voor kan zorgen dat dit allemaal wat minder pijn doet.’
Opnieuw liet hij zijn hand over haar rug glijden. Het verbrandde vlees voelde nog warm aan onder zijn vingertoppen. Een hoop vocht omringde de wonden, dat was haar lichaam die haar probeerde te verkoelen en te helen. Zonder pardon drukte hij zijn vingers in één van de wonden, wat een hoop gekerm van Emrys opleverde. Ze probeerde zelfs zijn hand weg te slaan, maar ook dat lukte haar niet, aangezien ze nauwelijks bij haar rug kon.
‘Misschien moet je en voorbeeld nemen aan dat kleintje daar. Die lijkt nog aardig goed naar mijn broertje te luisteren. Al moet ik zeggen dat ik liever iemand heb die me een beetje tegenspreekt. Dat maakt het nog wat interessanter. Ik moet er niet aan denken dat je meteen naar me zou luisteren. Al moet je wel opletten dat je niet teveel op mijn zenuwen gaat werken, want anders heb je een nog veel groter probleem dan die verbrandde rug van je.’ Hij trok zijn vingers terug en veegde ze af aan een zijden zakdoek die hij in zijn broekzak bewaarde. Het familielogo was er op geborduurd. 
‘Zeg het eens, Emmy. Van mij mag je best wat eten, net zoals onze elektrobal hier, maar je hebt natuurlijk nog niet precies laten zien wat je allemaal kan. Je lichaam moet echter aansterken, maar dat zou met wat slaap ook kunnen. Wat denk jij? Slaap, of eten? Wat heb je liever?’ vroeg hij haar. Hij hield er van om te doen alsof ze een keuze had, terwijl die in werkelijkheid helemaal niet bestond.

Anoniem
Wereldberoemd



Ze schreeuwde van de pijn toen Uriël besloot om zijn vingers in haar rug te duwen. Waarom? Ze had werkelijk niets gedaan om dat te verdienen. Er was geen reden voor geweest, behalve zijn zieke sadistische aard die er plezier aan beleefde om haar pijn te doen. Ze wilde van hem afkomen. Wilde dat hij haar voor gewoon vijf minuten met rust liet, maar dat was ijdele hoop. Zelfs wanneer ze sliep, was hij aanwezig. Als ze gewond en half dood op de bank lag, was hij aanwezig om het nog net wat erger te maken. Hij was er altijd. Runde hij niet een hele stad? Had hij niet wat beters te doen dan zich continue met haar bezig houden?
'Emrys,' ze snauwde haar naam naar hem. Hij wist allang dat ze de gekozen bijnaam niet waardeerde, dat had ze de vorige avond al duidelijk gemaakt, maar het leek niet helemaal binnen te zijn gekomen. Maakte niet uit. Honden werden ook opgevoed door keer op keer te laten merken wat ze fout deden, het was prima als ze haar echte naam steeds moest herhalen voor hem. Uiteindelijk zou hij het wel snappen. Hopelijk. 'Mijn naam is Emrys en als je ooit wilt dat ik naar je luister, dan zal je die naam moeten gebruiken. Want Emmy is geen optie.' Ze was nog niet klaar geweest met duidelijk maken wat ze van die naam vond. Anders kon ze misschien ook wel iets creatiefs bedenken voor zijn naam, hoewel ze niet veel verder kwam een paar zeer creatieve scheldwoorden.
'Je laat mij kiezen? En ik moet geloven dat dit oprecht een keuze is die ik kan maken? Want wat ik liever heb, momenteel, is dat jij de weddenschap met je broer verliest zodat ik niet continue tegen je rotkop aan hoef te kijken. Maar als de keuze tussen eten en slapen is, dan wordt het eten,' ze wilde zo graag slapen. Slaap was veel belangrijker voor haar momenteel dan eten, maar ze durfde niet te gaan slapen. Als Uriël bij haar in de buurt bleef, dan kon hij op ieder moment kiezen om gebruik te maken van haar lichaam en de kans was zeer groot dat hij het leuk vond om daarmee te beginnen als ze sliep. Ze vertrouwde hem daar niet mee. Eten was dan de tweede beste optie, hoewel ze inderdaad niet heel erg veel honger had. Haar lichaam daarentegen had de energie nodig, dus wat eten was vast geen probleem. Zelfs als ze het weer zou uitspugen was het prima, dat leek Uriël niet leuk te vinden wanneer hij seks met haar wilde, dus dan had ze zelfs nog een troef achter de hand. Zo moeilijk was overgeven op commando niet.

'Brave meid,' hij woelde even door haar haren heen en ging op een van de stoelen zitten, terwijl hij het spektakel tussen Emrys en Uriël in de gaten hield. 
'Ik ben gewend dat ze een stuk sneller bang voor je zijn, broer, heb je besloten zachtaardig te worden of is deze gewoon niet zo makkelijk te intimideren?' Als Emrys hem aan het treiteren was, dan kon hij dat ook. Het was overigens wel waar, het verbaasde hem dat Emrys nog op deze manier tegen zijn broer durfde te praten. Ze hadden echt  wel geweten dat het een lastpak was, dat was bij de eerste ontmoeting al duidelijk geworden, maar meestal was Uriël niet zo aardig als het ging om tegenspraak. Of niet luisteren. Hoewel hij vast gebruik ging maken van het net ontdekte zwakke punt van Emrys. Ze had lopen hallucineren en daarbij nét iets te veel informatie vrij gegeven over waar ze bang voor was. Bang voor kleine ruimtes. En zijn broer. Zelfs al zeiden haar woorden iets anders, haar lichaam reageerde wel degelijk op zijn aanwezigheid en ze was bang, alleen nog niet bang genoeg om daadwerkelijk te doen wat er van haar verlangd werd. 
Het eten begon binnen te komen, de vieze schotels met groente en dergelijke werden voornamelijk voor Loué neer gezet, terwijl hij iets meer vlees voor zich kreeg. Hij at ook wel andere dingen, maar zijn voorkeur ging toch echt uit naar een lekker stuk rood vlees. Het maakte hem niet uit wat voor dier er dood ging om hem tevreden te stellen, net zoals het hem nooit uitmaakte als er mensen dood gingen om hem tevreden te stellen. 
'Eet waar je zin in hebt Loué, ik kan niet beloven wanneer je het weer verdient hebt,' of wanneer hij in de juiste bui was om haar weer eten te geven. Ze begon steeds iets vervelender te worden en op een gegeven moment zou hij daar genoeg van hebben, hopelijk hadden zijn woorden van net dat bij haar duidelijk gemaakt. Ze had er immers voor gekozen om met hem te eten, dat was haar keuze geweest, dan moest ze zich nu gedragen ook.
Hij pakte voor zichzelf om te beginnen een stuk brood en brak dat zodat het makkelijker te eten was. Hij wilde zien hoe Loué omging met de luxe die nu voor haar verscheen en of ze het lef had om daadwerkelijk te gaan eten. Daarnaast wilde hij weten wat Uriël ging doen met zijn speeltje, ze had gekozen voor eten, maar dat was vooraf gegaan met een zeer venijnige opmerking. Ze had nog net niet letterlijk gezegd dat ze liever dood was dan bij hem in de buurt, maar het kwam er wel op neer.
'Mocht ze daadwerkelijk eten van je krijgen, jullie kunnen er gerust bij komen zitten,' hij grijnsde naar zijn broer, benieuwd wat het antwoord zou zijn.
Demish
Internationale ster



Hij had wel gelijk. Want hoe lang zou het duren voordat ze weer weten zou krijgen? Straks zou hij haar commanderen om haar gave te gebruiken. En wat als ze dat niet wilde? Wat als ze het niet kon? Net had ze er ook geen controle over gehad. Ze had zelfs iemand pijn gedaan. Dat wilde ze niet nog eens zien gebeuren, maar hij vast wel. Hij leefde voor de pijn van een ander. Of dat nou mentaal of fysiek was. Zij had iemand pijn gedaan en hij was er trots op. Alsof ze een showpony was, een dier waarmee hij de eerste prijs had gewonnen in een wedstrijd. Zo presenteerde hij haar nu wel aan zijn broer en ze vond het verschrikkelijk. Het maakte haar misselijk. Ze kon er echter niets over zeggen, want dan zou ze weer een mentale klap krijgen en dat was iets wat haar lichaam nu niet aan zou kunnen.
Het leek alsof Samaël dacht dat ze niet echt zou gaan eten. Dat ze het niet zou durven, of dat ze haar beloning niet in ontvangst wilde nemen. Hij kon mentale spelletjes met haar spelen, maar zij was slim genoeg om ze door te hebben. Ze zou zijn gave nooit kunnen afweren, en daarmee hij had hij een voordeel, maar ze was net zo slim en doortrapt als hij. Dus trok ze één van de borden naar zich toe, waar gevulde aubergines op lagen, sneed ze een stuk af en stopte ze het in haar mond, zonder dat ze het oogcontact met Samaël verloor.
Ondertussen hield ze het gesprek achter zich in de gaten, en dat tussen de twee broers. Het was een hoop tegelijk. Samaël en Uriël leken elkaar constant uit te dagen wie de betere vrouw had. Wie had gewonnen. Loué stelde zich voor dat ze ieder een vrouw hadden gekozen. Een vrouw om het gen te geven en te kijken hoe het zou uitpakken. Uriël had voor Emrys gekozen, Samaël voor haar. En nu waren ze hen aan het vergelijken. Samaël leek te denken dat hij aan het winnen was met haar, maar zo wilde zij het niet noemen. Hoe langer ze hier zat, hoe meer haar gave, zoals zij het noemden, ontwikkelde, hoe meer ze aan het verliezen was.
‘Misschien moet je eens goed nadenken over de woorden die je allemaal gebruikt, voordat je een keuze krijgt aangeboden, Emmy,’ sprak Uriël. Hij vond het irritant dat zijn broertje hem zo probeerde te ondermijnen, alsof hij hem alleen maar wilde uitlokken. Misschien wilde hij een melt down zien, misschien wilde hij Emrys en Loué wel wat angst inboezemen. Of misschien probeerde hij echt te doen alsof hij beter was, zodat hij indruk kon maken op het kleintje dat als een konijn groente zat te eten. Hoe dan ook, Uriël zou zich niet laten kennen.
Hij kwam overeind van de bank en trok Emrys aan haar haren ook van de bank af, waarna hij haar op de grond liet vallen. Op haar rug, zoals hij al had gehoopt. Want dat was hetgeen wat op dit moment het meeste pijn deed. ‘Ik denk dat we het eten voor nu maar overslaan, broertje. Ze ziet er niet uit alsof ze in staat is om overeind te komen, laat staan te zitten en een vork op te tillen. Tenzij je nog steeds interesse hebt in die sondevoeding,’ zei Uriël.
Hij knielde voor Emrys neer en zocht naar haar blik, die hij uiteindelijk wist te vangen. Dat kon hij echter alleen maar doordat hij haar gezicht vast had gepakt en haar dwong om hem aan te kijken. ‘Denk nog maar eens goed na, bitch. Je had een goed bed kunnen hebben, of een bord met eten, maar je hebt het nu mooi voor jezelf verpest. Misschien dat je wat slimmer wordt als je je eens beseft wat die grote mond van jou allemaal kan verzieken.’
Uriël kwam weer overeind en liep vervolgens naar de tafel. ‘Maar een aanbod om te lunchen met de nieuwe aanwinst van mijn broertje, dat sla ik niet zo snel af. Laat maar eens zien wat ze allemaal kan, Sam. Of moeten we haar eerst weer opladen?’ vroeg hij aan zijn broer. ‘Ik weet nog wel een aantal manieren hoe we dat kunnen doen.’
Anoniem
Wereldberoemd



'Emrys!' Ze bleef gewoon volhouden, net zoals hij niet ging stoppen met die verschrikkelijke bijnaam. Beide personen waren koppig genoeg om dit heel lang vol te houden, maar Emrys was van plan om het langer te doen dan Uriël, aangezien hij het niet verdiende om haar naam te bepalen. Hij had al de macht over haar lichaam overgenomen. 
Uriël trok haar aan haar haren omhoog en liet haar met een klap weer op de grond vallen. Tranen sprongen in haar ogen, maar het lukte haar om ze tegen te houden. Hij verdiende het niet om te zien dat hij haar wel degelijk pijn deed, ze wilde niet dat hij zag wat het met haar lichaam deed dat hij er zo  ruw mee omging. Hij knielde bij haar, greep haar gezicht vast en begon te praten. Alles wat hij maar wilde. Alsof ze echt eten of slaap van hem gekregen had, hij zou zich niet aan zijn afspraak houden, iedereen in deze ruimte wist dat. Hij liet haar echter gewoon liggen terwijl hij naar Samaël en Loué toe liep om met hen te gaan eten.
'O, ik heb ook genoeg ideeën om die elektriciteit weer uit haar te krijgen, maar je mag altijd even met haar spelen als je daar behoefte aan hebt? Ziet er niet uit alsof-' midden in zijn zin hield Samaël op met praten. Emrys was opgestaan en hoewel ze ietwat trillend op haar benen stond, stond ze wel. De brandwonden op haar lichaam waren al aan het vervagen, iets wat niet mogelijk zou moeten zijn. Niet bij een normaal mens. Ook zij had een mutatie waar ze wellicht iets mee konden, ze hadden geen heler in hun assortiment, dat zou toch wel interessant zijn. 'Ik neem mijn woorden terug, maar we kunnen de dames gerust even samen laten trainen? Loués gave richt zich duidelijk graag op Emrys en zij lijkt er niet genoeg van te krijgen, dus dat is een prima deal!'
'Val dood,' Emrys besloot zich er ook mee te bemoeien en gaf beide broers een kijkje in haar hersenen over hoe zij over hen dacht. Voortbewegen ging moeizaam, het zag er ook nog eens heel pijnlijk uit, maar ze liep door de kamer heen. Opnieuw op zoek naar dingen die ze tegen de broers kon gebruiken. Als Uriël niet door iets van buiten geraakt kon worden, dan waren er misschien andere manieren om hem pijn te doen. Misschien dat Loué daar uiteindelijk wel voor kon zorgen. 
'Loué, is het niet?' Ze draaide zich om en richtte haar aandacht op de andere jongedame. 'Wil je ruilen van broer? Misschien dat jouw elektriciteit beter werkt op Uriël, ik zou het in ieder geval heel fijn vinden als je het probeerde. Als goedmakertje, weet je wel, omdat je mij levend verbrandde. Maak je daar trouwens geen zorgen over, als jij het niet was, dan deed iemand anders in deze ruimte het wel, maar een waarschuwing de volgende keer zou leuk zijn.' De Carnefice broers waren haar aandacht momenteel niet waard, maar de vrouw wilde ze wel leren kennen. Het was handig om bondgenoten in dit huis te hebben als ze ooit probeerde te ontsnappen, en wie beter dan de vrouw die net zoveel last had van de broers? Als Loué korte metten maakte met Uriël, dan deed zij dat wel met Samaël. Natuurlijk zou dat ook lastig zijn, maar zijn mes kon in ieder geval doorgesneden worden, als ze snel genoeg was om dit voor elkaar te krijgen. 
Terwijl Emrys door ging met de inspectie van de kamer, begon Samaël zachtjes te lachen. 'We kunnen wel een dagje ruilen hoor meiden, als jullie daar blij van worden. Wat vind jij ervan, Uriël, behoefte om Loué in je bed te nemen of gaat je voorkeur dan toch uit naar Emrys?' Hij wist echt wel wat zijn broer deed met de vrouwen die hij hebben wilde, het verbaasde hem bijna dat Emrys nog niet in zijn bed beland was. Figuurlijk dan, de meeste dames haalden het niet bepaald tot het bed. 
Demish
Internationale ster



‘Gaat het allemaal goed, Emmy?’ vroeg Uriël, zonder weg te kijken van de tafel. Hij pakte een bord en schepte wat van het vlees op wat speciaal klaar was gemaakt voor zijn broertje. Samaël vond het vast niet erg als hij er een beetje van mee pikte. Ondertussen volgde hij de geluiden van Emrys. Ze was dan wel te been, maar dat betekende niet dat ze hem aan zou kunnen vallen. Waarschijnlijk zou ze eerder voor Samaël gaan nu ze wist dat hem pijn doen, of proberen te doorboren, niet de meest handige manier was. 
‘Laat me weten als het mis gaat, oké lieverd?’ Uriël grinnikte en besloot Emrys voor nu even te negeren. Hij zou vanzelf wel merken als haar lichaam te zwak zou zijn en ze weer om zou vallen. Daarnaast was hun huiskamer een veilige plek. Eentje waar een ander hen niet zomaar zou kunnen pakken en aan zou kunnen vallen. Dus hij had er alle vertrouwen in dat Emrys niks zou vinden en dat hij zou kunnen genieten van zijn lunch.
Uriël deed alsof hij nadacht over het aanbod van zijn broer. De woorden van Emrys liet hij links liggen. Ze had zich toch tot Loué gericht, en ook zij leek niet te weten wat ze er op moest zeggen, behalve: ‘Je kunt waarschijnlijk beter rustig blijven zitten, om je lichaam te laten helen.’ Ze was echter nog niet van haar stoel gekomen, waarschijnlijk te bang voor wat er zou gebeuren als ze dat zou doen.
‘Ik houd het meestal bij de figuurlijke vonken in bed. Ik denk niet dat ik er blij van ga worden als haar hand rond mijn lul ligt en ze besluit om die te roosteren, zoals ze dat al bij Emrys heeft gedaan,’ zei Uriël lachend. Misschien als Loué haar gave eens wat meer onder controle kon houden, dat hij dan van haar zou proeven. Hij prefereerde het als hij degene was die de ander pijnigde, vooral als ze hem vocaal duidelijk maakten hoeveel pijn het wel niet deed. Een beetje pijn kon hij zelf wel hebben, maar het wond hem niet zo op als dat het deed als de vrouw in zijn bed pijn ervaarde. Zeker als het door hem kwam. Er was niets beters dan die macht.
Loué mompelde wat onder haar adem door, waardoor de mannen het niet zouden horen. Ze haatte het dat ze hier zat, luisterend naar hoe de twee mannen het over haar en Emrys hadden. Alsof ze er niet eens waren. Of alsof ze levenloze voorwerpen in de ruimte waren. Decoratie, niet meer dan dat. Emrys had voorgesteld dat ze haar elektriciteit op Uriël zou gebruiken en als ze ook maar een beetje geloof zou hebben in Loué, dan zou Emrys weten dat dat was wat ze het liefste wilde. 
Alleen al de manier waarop de mannen nu bij haar zaten. Samaël tegenover haar. Uriël aan haar zijde. Beiden hadden dezelfde soort glimlach op hun gezicht. Eentje die haar misselijk maakte. Loué prikte een blaadje sla aan haar vork en bracht die naar haar mond, maar halverwege werd ze tegengehouden door Uriël, die haar stevig rond haar arm vastnam. ‘Maar maak je geen zorgen hoor, lieverd. Als Sam het niet goed genoeg kan, en jij beloofd mij niet achter te laten zoals onze Emmy hier, dan wil ik je best een kans geven. Al met al heeft een vrouw toch wel een echte man nodig in bed, en ik kan niet zeggen dat mijn broertje voldoet aan die beschrijving.’
Hij wist dat Samaël iets minder snel een vrouw verkrachtte dan dat hij dat deed. Het verschil zat hem niet eens in het morele gedeelte. Sam martelde zijn slachtoffers liever mentaal. Hij liet ze uren in hun angst ronddwalen, waardoor ze hem uiteindelijk dankbaar waren dat ze weer in de normale wereld waren beland. Daardoor won hij hun vertrouwen. Uriël koos liever voor een andere aanpak. Niemand hoefde hem te vertrouwen. Ze hoefden hem alleen maar te vrezen.
Hij liet Loué weer los en draaide zich vervolgens om naar Emrys. ‘Ik wist niet dat je zo van speurtochten hield, Emmy. Is dat één van de activiteiten die ze je lieten doen in het weeshuis, zodat je een beetje afgeleid was en je de hele boel bij elkaar schreeuwde?’
Anoniem
Wereldberoemd



'Het gaat prima en mijn naam is Emrys,' zolang ze adem had om te praten, zou ze hem blijven verbeteren op haar naam. Misschien vond hij het uiteindelijk wel zo vervelend dat hij op zou houden met die belachelijke bijnaam. Het was echter toen Loué begon te praten, dat Emrys in de lach schoot. 
'Beter blijven zitten om mijn lichaam te helen? Waarom? Die vent naast je, die maakt het niet uit of ik gewond ben of niet, hij maakt het toch wel erger. Als ik genees, zijn die wonden binnen een paar seconden weer terug. Dat maakt niet uit of ik luister of niet. En ik ben niet zoals jij, ik ben geen braaf, gehoorzaam meisje dat doet wat er van haar gevraagd wordt. O, ik weet wie je bent, kleindochter van Rivenditore. Weet je zeker dat je zijn kleindochter bent en niet gewoon zijn pleziertje? Want ik had wel meer verwacht van iemand aan de top van de drugs wereld, maar blijkbaar ben je heel makkelijk bang te maken. Het is zielig, Loué, dat je zo laat bepalen wat er gebeurd en je het nog doet ook.' Ze was niet bepaald in een goede bui en dit keer was het Loué die daar de volle laag van kreeg. 'Je zit erbij als iemand die slaag gekregen heeft, terwijl er werkelijk nog niets gebeurd is. Boehoe, heeft Samaël zijn mutatie op je los gelaten? Wat een ramp. Groei wat ballen, wil je, je gaat ze nodig hebben in dit huis.' Emrys liep inmiddels de andere kant op, maar ze struikelde over een stuk van het kleed en kwam pijnlijk op haar knie terecht, ze stond weer op, dat wel, maar het deed meer pijn dan ze toe wilde geven. 
'En hier dacht ik dat ze ooit vriendinnen konden worden,' Samaël had wel een beetje medelijden met Loué, ze had sowieso al last van hem, nu was zijn broer ook nog komen vervelen en als kers op de taart bleek Emrys ook een kreng te zijn naar haar. Het was lastig om haar dat volledig kwalijk te nemen, ze was gewond en ze kon Uriël niet raken, Loué was de makkelijkste persoon in de ruimte om venijnige woorden naartoe te slingeren. En dat deed ze. Uriël was anders ook niet heel vriendelijk bezig, aangezien Sam meerdere keren beledigd werd. Interessant.
'Klopt, ik verkracht iemand minder snel, hoewel het natuurlijk ook heel interessant is om je onwillig tot een orgasme te laten komen, je kan immers niet altijd je lichaam onder controle houden zoals we vanmiddag zagen, is het niet, kleintje?' Ze zat helemaal klem tussen de mannen en de overige vrouw, arme meid. Emrys had gelijk, ze moest wat ballen goeien, anders overleefde ze het niet in dit huis. Niet met de twee broers. 
'Als jij denkt,' Emrys begon weer en dit keer was het duidelijk Uriël die ze aankeek, 'dat het aanhalen van mijn verleden je iets gaat brengen, dan heb je het mis. Is het pijnlijk? Ja, zeker, maar ik heb het ook overleefd. Net zoals ik de criminelen uit Milaan en Turijn heb overleefd voordat ik naar Rome ging. Net als ik een plaats in Rome voor mezelf gecreëerd had, net als ik jullie zal overleven. Je denkt dat je mij onder controle kan houden, maar je hebt het mis. Als ik niet sterf, maar muteer, dan zal je er spijt van krijgen dat je mij wilde hebben, Urieël. Dat is een belofte,' ze keek hem nog even aan, waarna ze weer verder ging met de kamer rond lopen. Ze had uiteindelijk het rondje gehaald en liet zichzelf voorzichtig op de bank zakken. Haar lichaam deed genoeg pijn, maar de wonden waren aan het genezen en er was momenteel niets dat ze kon doen om dat te versnellen. Misschien waren er doktoren die dat wel konden, iedereen hier wist echter heel goed dat Uriël die niet ging halen. Daar was hij niet aardig genoeg voor. Langzaam sloot ze haar ogen. Heel even, voor een klein moment, maakte het haar niet uit dat de oudste Carnefice haar het leven zuur zou maken als ze durfde te slapen, maar die onbezonnen angst bleef niet. Al snel gingen haar ogen weer open, wachtend tot de volgende marteling zou beginnen.
Demish
Internationale ster



Met de druk van de mensen om haar heen werd het voor Loué steeds moeilijker om haar mond te houden. Ze hield er niet van om bestempeld te worden als zwak. Samaël had het al gedaan, Uriël ook en nu viel zelfs Emrys haar aan. Degene die haar juist zou moeten helpen. Ze zouden elkaar moeten helpen. Als ze logisch dacht, dan snapte Loué wel waarom de vrouw al die woorden op haar afvuurde. Ze speelde ook een belachelijke rol en ze haatte het, maar het was haar enige voordeel op het moment. Het spelen van een zwak persoon, die niet in durven zou gaan tegen de broers. Het was echter onderdeel van een groter plan, want dat was waar de Rivenditores goed in waren.
Loué had haar vingers stevig om een vork gesloten en tot haar verbazing zag ze vonken tussen de punten van de vork ontstaan. Snel liet ze de vork los, die vervolgens op tafel viel. ‘Ik ben klaar met eten. Dankjewel, Samaël.’ Hij had zogenaamd iets aardigs voor haar gedaan, dus moest ze hem bedanken voor het eten wat ze van hem had gekregen.
 ‘Wat zeg je er van dat we de vrouwen eens alleen laten? Ik ben benieuwd hoe lang het duurt voordat Emrys haar in de haren vliegt,’ zei Uriël grijzend, doelend op de woorden die Emrys al had gebruikt. Misschien dat als haar lichaam wat sterker zou zijn, ze Loué wel aan zou vallen.
‘We laten het eten wel opruimen.’ Uriël gebaarde naar de tafel en liet vervolgens iemand van de keukens ophalen, zodat de tafel afgeruimd zou kunnen worden en het eten opgeborgen. Hij kwam overeind en liep naar de bank, waarna hij zich naar voren boog en Emrys een kus op haar lippen gaf. ‘Van mij mag je haar best een paar klappen verkopen, Emmy. Als je maar ene beetje energie overlaat voor vanavond.’ Met die woorden verliet hij de ruimte, en Samaël kwam niet veel later achter hem aan. 
Loué wachtte in stilte, om er zeker van te zijn dat ze echt weg waren. Toen de deur weer open ging, was het iemand die leek op een afwasser. Hij had een grote bak bij zich, waar hij de meeste spullen in begon te verzamelen. Toen hij bij het bord van Loué kwam, trok ze het snel terug.
‘Carnefice zei dat ik mijn eten alleen op moest eten,’ zei ze, in het midden latend welke Carnefice het precies had gezegd. De jongen keek haar twijfelend aan, waarop Loué haar hoofd schuin hield. ‘Je wil toch niet tegen hem in gaan? Je weet hoe hij daar op reageert…’ Ze wierp een korte blik op Emrys, alsof het de schuld was van Uriël dat ze er zo bij lag.
Uiteindelijk nam de jongen bijna alles mee, maar had hij het bord van Loué laten staan. Pas toen ook hij weg was, en de deur zeker weten op slot was, kwam Loué van haar stoel. Ze pakte het bord, legde het bestek er op en liep vervolgens naar Emrys. Ze gaf de vrouw een zachte duw tegen de arm, om te zien of ze nog wakker was. Dat leek het geval te zijn.
‘Luister eens, Emrys. We zij hier niet om op elkaar te bitchen en te raden wie het erger heeft. We zitten hier allebei om dezelfde reden en het is fucking kut. En jij weet misschien wie ik ben, maar ik weet ook wie jij bent. Als mijn mannen in Rome waren, dan vertelde ik ze dat ze opzoek moesten naar Emrys de Nero, omdat zij de stad altijd in de gaten had gehouden. En ja, ik ben de kleindochter van Rivenditore, maar weet je wat die doet? Ze houdt haar hoofd cool en reageert niet op de eerste tien prikkels die ze binnenkrijgt. Ze wacht, analyseert de situatie en slaat toe als daar een kans voor is. Dat is wat ik nu aan het doen ben. Het enige wat ik nu in mijn voordeel kan gebruiken, zijn mijn grote bruine ogen en mijn onschuldige gezicht, dus dat is wat ik doe. Een wolf in schaapskleren, mocht je het een naam willen geven,’ siste Loué haar monoloog naar haar. 
‘En het spijt me voor wat ik je heb aangedaan. Dat was absoluut niet mijn bedoeling en als ik het terug zou kunnen nemen, dan zou ik dat doen. Je staat hoe dan ook bij me in het krijt. En zodra ik weet hoe we hier weg kunnen, hoe we de verschrikkelijke grijnzen van de Carnefices van hun gezicht kunnen branden, dan gaan we hier weg. Samen.’
Loué had nog altijd de hoop dat haar mannen haar zouden traceren, en dat ze genoeg lef zouden hebben om naar Florence te gaan en haar te zoeken. Zuchtend ging ze in een kleermakerszit zitten, waarna ze het bord voor de vrouw hield. ‘En eet wat. Het is vast niet jouw voorkeur, maar het is beter dan niks en je hebt je energie nodig.’
Anoniem
Wereldberoemd



Heel even had ze haar ogen gesloten terwijl ze luisterde naar de rest. Uriël besloot dat zijn broertje en hij de kamer uit gingen en ze vond het allemaal prima. Meer dan prima eigenlijk, het was heel erg fijn dat de Carnefice broers eens niet in dezelfde ruimte waren als zij was. Wat ze daarentegen niet verwacht had, was dat Uriël haar kant op kwam gelopen en haar een kus op haar lippen gaf. Haar ogen schoten overeind, net als de rest van haar lichaam, maar hij liep de andere kant al op. Ze wilde nog een venijnige opmerking geven over dat hij zijn poten thuis moest houden, maar besloot dat er meer te behalen viel wanneer de broers de kamer ook echt verlieten. Iets wat ze al snel deden. Zodra ze de kamer verlieten, ging alle spanning uit Emrys haar lichaam. Ze was kapot. Iets dat ze Uriël niet had willen laten zien, maar ze had pijn, was moe en had honger. Als een of andere zoutzak lag ze op de bank, maar het kon haar werkelijk niet schelen als Loué haar zo zag. Uriël daarentegen mocht het niet zien, ze wilde niet laten zien hoe zwak ze zich werkelijk voelde. Dat was geen optie.
Een of andere jongeman kwam de kamer binnen en begon op te ruimen. Emrys hield hem wel degelijk in de gaten, maar ze deed of zei niets tot hij weer verdween. Ze vroeg zich wel af waarom Loué haar bord wilde houden, maar misschien had de vrouw toch niet zoveel gegeten, zelfs al had ze tegen Samaël gezegd van wel. Ze kwam haar kant op gelopen en verbaasd keek Emrys op. Een glimlach verscheen op haar gezicht terwijl ze luisterde naar wat Loué allemaal te zeggen had. Na de preek kwam ze voorzichtig overeind en bracht haar gezicht tot vlak langs die van Loué, zodat ze in haar oor kon fluisteren.
'Als de broers denken dat wij elkaar verachtten, dan gaan ze er niet vanuit dat we samen proberen hier weg te komen. Het was niet persoonlijk, maar kijk, ze zijn de kamer al uit om het ons alleen uit te laten vechten. Het is niet persoonlijk, ze moeten denken dat wij elkaar haten.' Ze ging weer terug naar achteren. Emrys wist zeker dat er ergens hier wel camera's waren, maar hopelijk had ze zachtjes genoeg gepraat. Daar hield ze nu echter mee op, de broers mochten het volgende stukje wel horen. 'Het maakt niet uit wat wij willen, we zijn hun eigendom en zo zullen ze met ons omgaan. Als je daar iets aan wilt doen, dan moet je terug vechten, ben je bereid om dat te doen of blijf je de lieve Loué? Want aan een stopcontact alleen heb ik niets.' 
Ze ging weer terug naar achteren en pakte het bord aan van de vrouw voor haar. 'Maar ik waardeer het eten, dankjewel,' de broers zouden absoluut niets kunnen met een dankbetuiging. 'En als je er zin in hebt, ben ik er altijd voor om het huis een beetje te gaan verkennen. Het is goed om te weten in wat voor omgeving je je bevindt en zo moeilijk zal het niet zijn om het slot van deze deuren kapot te maken.' Het was überhaupt niet het eerste slot dat ze in haar leven open maakte wanneer dat niet de bedoeling was, dus het kon nog best eens interessant zijn om met Loué op verkenning te gaan. Als de vrouw dat wilde tenminste.
Emrys at wat van het bord terwijl ze wachtte op antwoord. Ze werd altijd al vergeleken met een prullenbak omdat ze alles at wat los en vast zat, dat kwam nu heel goed uit.
Demish
Internationale ster



‘De volgende keer mag je je plan best eerst toelichten.’ Nu Emrys het aan haar uitlegde, klonk het ontzettend logisch. De mannen waren inderdaad weg gegaan omdat ze hadden verwacht dat de twee elkaar in de haren zouden vliegen. Iets wat Loué nog wel zou begrijpen, als Emrys dat echt had gedaan. Door haar was ze immers verbrand en had ze een hoop elektriciteit opgevangen. Nu leken de woorden van Emrys er alleen maar te zijn geweest om de broers op het verkeerde been te zetten. Een plan waar Loué wel achter stond. ‘Maar het is een goed idee. Hoe erger we met elkaar omgaan in hun bijzijn, hoe meer ze ons waarschijnlijk bij elkaar zullen zetten, om te zien wat er gaat gebeuren.’ En dat zou zorgen voor momenten zoals deze, waarop ze eerlijk en vrijuit konden praten.
‘Noem me geen stopcontact,’ waarschuwde ze de vrouw. Door dat woord te gebruiken was ze geen haar beter dan de Carnefices. ‘Natuurlijk wil ik tegen ze vechten.’ Ze was niet van plan om te veranderen in een ja-knikkende mutant. Dat was misschien het doel wat Samaël voor ogen had, en misschien was het wel een succes geweest bij anderen, maar het zou haar niet gaan gebeuren. Ze weigerde om hem toe te laten en haar hele gedachten en ziel over te dragen aan hem, omdat het de gemakkelijke keuze was. Emrys leek hetzelfde te denken, maar zij was duidelijk iets impulsiever en wilde meteen het gevecht aangaan. Dat was een punt waarin ze verschilden.
‘Als jij denkt dat we de deuren van het slot kunnen krijgen, dan ben ik ook voor het verkennen van het huis. Wie weet vinden we iets wat we tegen ze kunnen gebruiken, of een weg naar buiten.’ Dat laatste zou wel niet, maar Loué wist dat dit haar enige kans zou zijn. De broers hadden haar alleen achter gelaten, in hun eigen huis. Waarom ze zo dom waren geweest om die fout te begaan, wist ze ook niet, maar ze was hen er erg dankbaar voor. Ze zou sowieso het mes bewaren dat ze bij het eten had gekregen. Het was misschien niet scherp genoeg om iemand echt mee te verwonden, maar met een beetje goed mikken zou ze er wel wat schade mee kunnen veroorzaken.
Terwijl ze Emrys liet eten, liep Loué de kamer rond. Er stonden een hoop meubels in die al jaren oud leken te zijn. Meubels die van familie naar familie waren gegaan, zoals dat ook bij haar familie het geval was. Het was opvallend dat er geen foto’s hingen. Alsof hun andere familieleden, als die nog bestonden, er niet toe deden. Het was de broers tegen de wereld. Zo gedroegen zij zich ook. En als ze nog familie hadden, snapte Loué maar al te goed dat die familie niks met hen te maken wilde hebben.
Loué stopte voor een boekenkant en wreef in haar handen. Het voelde haast aan alsof ze een tijdje met haar handen over stof had gewreven, waardoor haar handen waren gaan tintelen. Iets wat ze als kind ook had gedaan. Nu kwam het echter uit haarzelf.
Ze draaide zich om naar Emrys. Ze had al gezien dat haar wonden een stuk sneller leken te helen dan gebruikelijk, waar ze erg blij mee was. ‘Noem het een geluk bij een ongeluk, maar ik ben blij dat dat gens iets met je heeft gedaan om er voor te zorgen dat je sneller heelt.’ Dat maakte haar schuldgevoel iets minder, al vond ze het nog steeds erg wat er was gebeurd.Loué begon een aantal boeken uit de kast te trekken, in de hoop dat er misschien iets verstopt zou zitten. Een wapen, bijvoorbeeld. Ze kende de truc van wapens verstoppen maar al te goed. Al zouden ze hen vast niet alleen achter laten als er echt iets verstopt zat.
Zuchtend zette ze de boeken weer terug. Ze wist dat ze een straf kon verwachten als ze de kamer als een puinzooi achter zou laten. Ze liep naar een andere deur en controleerde of ook die op slot zat, wat natuurlijk het geval was. ‘Ik gok dat deze ons verder naar binnen brengt. Dus we moeten een manier zien te vinden om deze open te maken.’
Anoniem
Wereldberoemd



Wat was er nou leuk aan het plan eerst uitleggen? En wanneer had ze dat moeten doen? Als de broers naast hen zaten zeker? Had ze even door de kamer moeten lopen, in Loués oor gaan fluisteren en dan hopen dat de twee broers niet door hadden dat er een plan gevormd werd? Gekke meid. Terwijl de andere vrouw door praatte, en haar zeer duidelijk liet weten dat ze de bijnaam 'stopcontact' niet leuk vond, ging Emrys verder met het opeten van wat er op het bord lag. Het was best lekker eten, dat moest ze de broers nageven, ze hadden een goede smaak. Haar voorkeur ging nog steeds uit naar vlees, maar deze groenten kon ze best waarderen. Het was niet alsof ze binnenkort iets anders zou krijgen. Niet als het aan haar Carnefice lag. Als Uriël haar geclaimd had, dan mocht zij hem ook claimen als haar broer. Ze werd er niet blij van dat hij haar broer was, maar dat was een ander verhaal. 
'Oké Sparky, laten we dan deze kamer maar eens verlaten,' ze stopte het laatste stuk eten in haar mond en stond weer op. Het voedsel had wel degelijk geholpen, ze was steeds sneller aan het genezen en ze voelde de brandplekken al bijna niet meer. De kleinste plekken waren zelfs al verdwenen. Net als Loué had ze geen flauw benul hoe die plekken zo snel konden verdwijnen, maar ze vond het helemaal niet erg. Als dit een onderdeel van haar gave was, dan omarmde ze die met open armen. Zeker aangezien ze vast zat aan een bepaalde Carnefice die het leuk vond om haar fysiek pijn te doen.
'Ik weet het niet hoor, maar ik denk niet dat je iets gaat vinden in de boekenkast. Dit zijn hun persoonlijke vertrekken, lijkt me sterk dat ze ons ergens achter laten waar we iets kunnen vinden.' Ze pakte het mes van de tafel waar ze net mee had gegeten, dat moest voldoen om een slot open te breken. Het waren gewoon draaisloten aan de deuren, dus zo moeilijk was dat niet. Ze had wel moeilijkere sloten open weten te breken. Het duurde dan ook niet lang voordat ze een zeer bekende klik hoorde en Emrys door de deur heen liep. Voilà! 
'Kom op Sparky, we hebben niet de hele dag de tijd, aangezien ik zeker weet dat ze zich op een gegeven moment wel weer met ons gaan bemoeien.' Emrys verliet de kamer en wonder boven wonder volgde Loué haar. 'Als ze denken dat ik een slechte invloed op jou ben, dan heb jij misschien de mogelijkheid om een uitweg te zoeken. De kans dat jij rond kan lopen is groter dan bij mij, aangezien ik misschien binnenkort niet meer kan lopen als Uriël zo door blijft gaan.' Het was een feit. Zelfs al werden ze beiden evenveel gemarteld, dan was dat van Loué meestal mentaal en dan kon ze daarna op zoek gaan naar een uitweg. Als Emrys dan de vervelende van de twee leek te zijn en de aandacht opeiste, keek niemand meer naar wat de tweede jongedame aan het doen was. Bovendien was Emrys heel slecht in haar mond dicht houden, dus ze moesten een plan bedenken dat daarop aansloot. 
'Maar voor nu,' ze wilde verder praten, maar in plaats daarvan liep ze nog net niet tegen een tweetal mannen aan. Eentje daarvan was de man die zij met een knuppel geslagen had en die haar een vuistslag in het gezicht had gegeven. Ze zag hem grijnzen.
'Volgens mij horen jullie hier niet te zijn, of wel?' Zijn hand ging omhoog en streelde langs Emrys haar haren, terwijl ze doodstil stond.
'Dat weet ik niet, heb jij instructies gehoord dat we hier niet horen te zijn, Loué?' Emrys deed alsof ze zich om ging draaien en de man focuste zijn aandacht heel even op de vrouw achter haar, waardoor hij niet zag dat ze onmiddellijk weer terug ging, het mes, dat ze meteen had gezien, uit zijn riem trok en het diep in zijn maag duwde. Hij sloeg terug, letterlijk. Ze struikelde een aantal stappen achteruit, maar keek zeer tevreden naar haar actie.
'Ik houd er niet van als mensen mij aanraken, wanneer leert iedereen dat nu eens?'
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste