Demish schreef:
Liraz maakte het onmogelijk voor Idas om zich te concentreren. Zelfs nu ze op zijn bovenbenen zat en zich over de spreuk boog, drukte haar lichaam tegen dat van hem aan. Haar rug was nog steeds gekromd en de ronding van haar lichaam rustte tegen zijn kruis. Hij had zijn arm nog rond haar middel en zijn vingers duwden nog steeds in haar heup. Liraz had haar haren over een schouder geworpen, waardoor hij nog altijd toegang had tot haar hals.
Het gevoel van haar lippen en tong tegen zijn nek bracht hem terug bij zijn eerste ingeving: om de stof van haar jurk te verscheuren en haar op de hoge tafel te werpen. Dat ze toeschouwers zouden hebben, maakte hem niets uit.
Idas schraapte zijn keel en probeerde het gevoel van verlangen weg te drukken. Hij zou zich niet gek laten maken door Liraz, hoe verleidelijk ze ook in zijn oor fluisterde. Hij had geen tijd om te rotzooien en te verdwijnen in de schaduwen. Hij moest haar de taal leren, zodat ze de spreuk zou kunnen uitvoeren en ze samen het archief in konden. Als ze hun informatie hadden, dan zouden ze toe kunnen geven aan het hete gevoel dat door hun lichamen stroomde.
‘Het is een gecompliceerde spreuk,’ zei Idas, terwijl hij zich over haar schouder bewoog en met zijn vrije hand het document iets naar zich toetrok. Hij wees het eerste gedeelte aan. ‘Het zal deels de spreuken van de goden verzwakken, zodat jouw magie niet wordt opgepikt. Het zal ons allebei helpen om de afwerende spreuken tegen te gaan en met een beetje geluk opent het ook nog de deur naar het archief.’ Zijn vinger gleed steeds verder naar beneden over het papier, tot hij bij de laatste woorden aankwam. Hij tikte er op.
‘Dit gedeelte is het belangrijkste. Dat voorkomt dat ze het terug kunnen traceren naar een van ons.’ Liraz nam de spreuk in haar handen. Idas wist niet of ze het expres deed, maar de verschuiving van haar onderlichaam tegen het zijne, hielp hem niet om zich optimaal te concentreren. Misschien moest hij toch maar toegeven, zodat hij op het juiste moment toe kon slaan en de rollen om kon draaien.
‘Staat dat allemaal hier?’ vroeg Liraz. Ze bestudeerde de tekst aandachtig. Idas kon zich niet meer herinneren hoe het moest zijn om een nieuwe taal te bekijken. Om tekens te zien en niet te weten welke woorden ze samen vormden en niet te weten wat het betekende.
‘Het is een goede spreuk,’ zei Idas zelfverzekerd. Hij legde zijn vingers op het punt waar haar hals en schouder elkaar ontmoetten en streek er vederlicht overheen. Zijn aanraking bracht kippenvel op haar huid. Hij boog zich naar voren en zette zijn lippen op de plek waar zijn vingers zojuist hadden gelegen. ‘Het enige wat jij moet doen, is hem goed uitvoeren,’ fluisterde hij tegen haar huid.
Liraz leunde naar achteren, verder in zijn halve omhelzing. Haar ogen bleven echter gericht op de spreuk. ‘Ik ben niet degene die steeds afgeleid raakt.’
Idas schudde zijn hoofd, zijn blonde krullen raakten haar zachte huid. Hij liet zijn hand wederom afdwalen naar Liraz haar bovenbeen. Het was een schande dat haar benen zo hevig waren bekleed met de stoffen van haar rok, wat hem belemmerde om haar zodanig af te leiden dat de spreuk meteen van haar netvlies zou verdwijnen. Desalniettemin liet hij zijn vingers de vorm van haar been verkennen.
Hij leunde met zijn kin op haar schouder en hij voelde de spanning in haar lichaam toenemen, maar ze reageerde er niet op. In plaats daarvan las ze de spreuk zacht voor, maar met haar gebrek aan kennis sprak ze de woorden verkeerd uit, wat Idas deed lachen.
‘Je zou haast zeggen dat je je niet volledig kan concentreren,’ merkte hij op. Hij haalde zijn hand van haar bovenbeen en bracht hem tergend langzaam omhoog naar de welving van haar borsten. ‘Je uitspraak is miserabel, liefje.’
Liraz greep zijn hand voordat hij zijn bestemming bereikte en verstrengelde hun vingers. ‘Geef maar toe dat je nu niets liever wil dan me op de tafel gooien.’
Idas was, voor een seconde, verbaasd dat ze precies hetgeen beschreef wat hij in zijn hoofd had gehad. Kon ze meer dan dat hij voor ogen had gehouden? Of waren haar gedachten precies naar datzelfde gegaan en sprak ze enkel haar eigen verlangens uit, maar projecteerde ze die op hem?
‘Je stilte schreeuwt hard genoeg, Idas,’ zei Liraz triomfantelijk. Ze draaide zich weer een kwartslag, zodat ze van de tafel af zat en nog dichter tegen hem aan. Ze had nog steeds zijn hand gevangen. In de ander hield ze de spreuk. ‘Leg me uit hoe het moet.’
Zuchtend pakte hij het papier uit haar handen en las hij de spreuk voor, langzaam en duidelijk zodat ze de uitspraak en woorden in haar hoofd kon prenten. Liraz herhaalde hem en haar poging was beter dan de vorige, maar nog niet voldoende.
‘Laten we het nog eens proberen.’ Nogmaals prevelde hij de spreuk, dit keer met uitleg over wat de woorden precies betekenden en hoe Liraz ze moest uitspreken.
Liraz maakte het onmogelijk voor Idas om zich te concentreren. Zelfs nu ze op zijn bovenbenen zat en zich over de spreuk boog, drukte haar lichaam tegen dat van hem aan. Haar rug was nog steeds gekromd en de ronding van haar lichaam rustte tegen zijn kruis. Hij had zijn arm nog rond haar middel en zijn vingers duwden nog steeds in haar heup. Liraz had haar haren over een schouder geworpen, waardoor hij nog altijd toegang had tot haar hals.
Het gevoel van haar lippen en tong tegen zijn nek bracht hem terug bij zijn eerste ingeving: om de stof van haar jurk te verscheuren en haar op de hoge tafel te werpen. Dat ze toeschouwers zouden hebben, maakte hem niets uit.
Idas schraapte zijn keel en probeerde het gevoel van verlangen weg te drukken. Hij zou zich niet gek laten maken door Liraz, hoe verleidelijk ze ook in zijn oor fluisterde. Hij had geen tijd om te rotzooien en te verdwijnen in de schaduwen. Hij moest haar de taal leren, zodat ze de spreuk zou kunnen uitvoeren en ze samen het archief in konden. Als ze hun informatie hadden, dan zouden ze toe kunnen geven aan het hete gevoel dat door hun lichamen stroomde.
‘Het is een gecompliceerde spreuk,’ zei Idas, terwijl hij zich over haar schouder bewoog en met zijn vrije hand het document iets naar zich toetrok. Hij wees het eerste gedeelte aan. ‘Het zal deels de spreuken van de goden verzwakken, zodat jouw magie niet wordt opgepikt. Het zal ons allebei helpen om de afwerende spreuken tegen te gaan en met een beetje geluk opent het ook nog de deur naar het archief.’ Zijn vinger gleed steeds verder naar beneden over het papier, tot hij bij de laatste woorden aankwam. Hij tikte er op.
‘Dit gedeelte is het belangrijkste. Dat voorkomt dat ze het terug kunnen traceren naar een van ons.’ Liraz nam de spreuk in haar handen. Idas wist niet of ze het expres deed, maar de verschuiving van haar onderlichaam tegen het zijne, hielp hem niet om zich optimaal te concentreren. Misschien moest hij toch maar toegeven, zodat hij op het juiste moment toe kon slaan en de rollen om kon draaien.
‘Staat dat allemaal hier?’ vroeg Liraz. Ze bestudeerde de tekst aandachtig. Idas kon zich niet meer herinneren hoe het moest zijn om een nieuwe taal te bekijken. Om tekens te zien en niet te weten welke woorden ze samen vormden en niet te weten wat het betekende.
‘Het is een goede spreuk,’ zei Idas zelfverzekerd. Hij legde zijn vingers op het punt waar haar hals en schouder elkaar ontmoetten en streek er vederlicht overheen. Zijn aanraking bracht kippenvel op haar huid. Hij boog zich naar voren en zette zijn lippen op de plek waar zijn vingers zojuist hadden gelegen. ‘Het enige wat jij moet doen, is hem goed uitvoeren,’ fluisterde hij tegen haar huid.
Liraz leunde naar achteren, verder in zijn halve omhelzing. Haar ogen bleven echter gericht op de spreuk. ‘Ik ben niet degene die steeds afgeleid raakt.’
Idas schudde zijn hoofd, zijn blonde krullen raakten haar zachte huid. Hij liet zijn hand wederom afdwalen naar Liraz haar bovenbeen. Het was een schande dat haar benen zo hevig waren bekleed met de stoffen van haar rok, wat hem belemmerde om haar zodanig af te leiden dat de spreuk meteen van haar netvlies zou verdwijnen. Desalniettemin liet hij zijn vingers de vorm van haar been verkennen.
Hij leunde met zijn kin op haar schouder en hij voelde de spanning in haar lichaam toenemen, maar ze reageerde er niet op. In plaats daarvan las ze de spreuk zacht voor, maar met haar gebrek aan kennis sprak ze de woorden verkeerd uit, wat Idas deed lachen.
‘Je zou haast zeggen dat je je niet volledig kan concentreren,’ merkte hij op. Hij haalde zijn hand van haar bovenbeen en bracht hem tergend langzaam omhoog naar de welving van haar borsten. ‘Je uitspraak is miserabel, liefje.’
Liraz greep zijn hand voordat hij zijn bestemming bereikte en verstrengelde hun vingers. ‘Geef maar toe dat je nu niets liever wil dan me op de tafel gooien.’
Idas was, voor een seconde, verbaasd dat ze precies hetgeen beschreef wat hij in zijn hoofd had gehad. Kon ze meer dan dat hij voor ogen had gehouden? Of waren haar gedachten precies naar datzelfde gegaan en sprak ze enkel haar eigen verlangens uit, maar projecteerde ze die op hem?
‘Je stilte schreeuwt hard genoeg, Idas,’ zei Liraz triomfantelijk. Ze draaide zich weer een kwartslag, zodat ze van de tafel af zat en nog dichter tegen hem aan. Ze had nog steeds zijn hand gevangen. In de ander hield ze de spreuk. ‘Leg me uit hoe het moet.’
Zuchtend pakte hij het papier uit haar handen en las hij de spreuk voor, langzaam en duidelijk zodat ze de uitspraak en woorden in haar hoofd kon prenten. Liraz herhaalde hem en haar poging was beter dan de vorige, maar nog niet voldoende.
‘Laten we het nog eens proberen.’ Nogmaals prevelde hij de spreuk, dit keer met uitleg over wat de woorden precies betekenden en hoe Liraz ze moest uitspreken.