Demish schreef:
De drie, Edyn, Michael en het aapje, waren volledig afgeleid door wat er op het scherm van Naylene gebeurde. Michael had niet eens door dat Calum voor hun bestelling had betaald en wachtte totdat alles er was. Misschien omdat hij ook Calum zijn stem hoorde, waaruit hij concludeerde dat ook hij wel aan het kijken was. Pas toen Calum, met zijn handen vol snacks, naast hen kwam staan, wist Michael weer wat ze precies hadden gedaan en waarom ze even weg waren gelopen van de tribune.
Verwonderd had Michael naar het scherm gekeken. Naylene had in een erg lastige situatie gezeten en het had er niet op geleken alsof ze iets had kunnen doen om van de Chimaera af te komen. Juist op dat moment waren er allemaal aapjes gekomen die het beest af hadden geleid, waardoor de spreuk van Naylene het beest met een volle treffer had geraakt. Het was volkomen onlogisch dat de aapjes uit het niks waren verschenen. Zoiets zouden ze nooit doen, laat staan dat ze iemand zouden helpen. Dat hadden ze echter wel gedaan. En Edyn, die naast Michael stond, had het aapje trots in haar handen en knuffelde het goed. Ze leek erg blij te zijn dat de vriendjes van het aapje, Naylene hadden geholpen.
‘Jij hebt dat gedaan, of niet?’ vroeg Calum aan Edyn. Michael fronste, maar snapte toen waar Calum het over had. ‘Je kwam later bij ons zitten, met een aapje. Je bent naar het bos gegaan om te vragen of ze Naylene willen helpen!’ Calum leek erg trots te zijn dat hij het vreemde verschijnsel had opgelost. Zelf had Michael er niet eens aan gedacht, maar dat wilde hij niet al te snel aan de Ravenclaw laten merken.
‘Is dat niet… Valsspelen?’ vroeg Michael wat zachter, omdat hij niet wilde dat iemand hem zou horen.
‘Niemand kan het bewijzen. Het is echt heel erg slim! Dieren doen wel vaker onverklaarbare dingen. Niemand kan weten dat Edyn de oorzaak is van de geboden hulp.’ Michael vond het niks voor Calum om zo soepel te doen over de grote regels van een toernooi. Als dit een Quidditch wedstrijd was geweest, had hij er waarschijnlijk wel anders over gedacht. Nu prees hij Edyn echter de hemel in, al was dat zeker wel verdiend. ‘Dat was echt heel erg slim van je, Edyn! Nu maakt Naylene misschien nog een kans.’
‘Wat bedoel je precies, als je zegt dat Naylene nu nog een kans maakt door wat Edyn heeft gedaan?’ Hoorde Michael achter zich. Geschrokken draaide hij zich om. De ouders van Naylene leken hen gevolgd te zijn. Tenminste, dat gokte Michael. Ze waren hier echt niet om snoep en drinken te halen. Alle keren dat hij thuis was geweest bij Naylene, was er geen snoep te vinden geweest.
De vraag was gericht aan Calum en Michael kon zien dat hij het moeilijk had. De Ravenclaw leek geen slimme uitweg te kunnen vinden en Michael nam het hem ook niet kwalijk. De ouders van Naylene waren ontzettend intimiderend en ze hadden zeker de juiste woorden, voor hen, opgevangen. Michael zette dan ook een stap naar voren, zodat Edyn achter hem kwam te staan. Hij kneep in haar hand, hopend dat ze zou begrijpen dat ze nu niks zou moeten zeggen.
‘Ik-ik bedoelde er eigenlijk niks mee?’ probeerde Calum, maar zijn rode wangen hadden hem al verraden. Het was niet zijn schuld dat de ouders van Naylene het hadden gehoord, maar Michael wist dat Calum zichzelf dit heel erg kwalijk zou nemen. Iedereen had immers zo hard geprobeerd om de speciale krachten van Edyn voor hen verborgen te houden.
‘We hadden het over iets anders,’ viel Michael Calum bij. ‘Edyn had samen met Naylene spreuken opgezocht die goed zouden kunnen werken in het oerwoud, zonder de planten en dieren te beschadigen. Edyn is erg begaan met alles wat leeft en groeit, zoals u weet,’ legde Michael uit. Hij hoopte dat ze het zouden geloven. Dat ze niet door zouden vragen op wat er net was gebeurd, maar Michael wist zeker dat ze het wel zouden doen. Zelfs de ouders van Naylene wisten dat hun dochter geen hulp nodig had bij spreuken. Naylene kende haast elke spreuk die ooit op was geschreven.
‘De spreuk die Naylene net gebruikte? Die kent ze al jaren,’ merkte haar vader dan ook op. Michael slikte. Het was wel duidelijk dat hun verhaal niet zou worden geloofd. Hij zag dat de vader van Naylene zich wat meer op Edyn richtte. Michael probeerde dan ook meer voor haar te staan. ‘Michael, ga eens aan de kant. Ik kan zo toch niet met Edyn praten?’
Zuchtend stapte Michael aan de kant. Op dat moment hoorde hij Calum iets zachtjes mompelen. Het leek op een spreuk, maar Michael was eerst niet zeker van wat er was gebeurd, totdat hij nergens anders meer geluid vandaan hoorde komen. Zelfs niet van het toernooi. ‘Wat heb je gedaan?’
‘Ze kunnen ons niet horen, maar het werkt niet lang,’ waarschuwde Calum.
‘Dat is… Wauw,’ mompelde Michael. Hij wist niet eens dat er een spreuk als deze bestond. Hij snapte echter wel waarom Calum de spreuk had gebruikt.
‘Edyn, je mag echt niks zeggen over wat je hebt gedaan met de aapjes. De ouders van Naylene geloven maar in één soort magie en wie weet wat er gebeurt als ze er achter komen dat je praat met dieren, of in het bos bent verdwaald en dat er nimfen waren die je hebben geholpen,’ legde Michael zo snel mogelijk uit, maar hij vroeg zich af of Edyn het ook echt begreep.
‘Precies, je kan het echt niet aan ze vertellen,’ bevestigde Calum. ‘Zeg maar dat je Stupefy hebt aangeraden omdat het de wezens geen pijn doet. Naylene kende de spreuk natuurlijk al, maar ze wist niet of het ook veilig was om te gebruiken op dieren en jij hebt haar daarmee geholpen.’
Michael keek vanuit zijn ooghoeken naar de ouders van Naylene. Lang zou het niet duren voordat ze hen weer zouden kunnen horen. ‘Edyn, begrijp je wat we bedoelen?’
De drie, Edyn, Michael en het aapje, waren volledig afgeleid door wat er op het scherm van Naylene gebeurde. Michael had niet eens door dat Calum voor hun bestelling had betaald en wachtte totdat alles er was. Misschien omdat hij ook Calum zijn stem hoorde, waaruit hij concludeerde dat ook hij wel aan het kijken was. Pas toen Calum, met zijn handen vol snacks, naast hen kwam staan, wist Michael weer wat ze precies hadden gedaan en waarom ze even weg waren gelopen van de tribune.
Verwonderd had Michael naar het scherm gekeken. Naylene had in een erg lastige situatie gezeten en het had er niet op geleken alsof ze iets had kunnen doen om van de Chimaera af te komen. Juist op dat moment waren er allemaal aapjes gekomen die het beest af hadden geleid, waardoor de spreuk van Naylene het beest met een volle treffer had geraakt. Het was volkomen onlogisch dat de aapjes uit het niks waren verschenen. Zoiets zouden ze nooit doen, laat staan dat ze iemand zouden helpen. Dat hadden ze echter wel gedaan. En Edyn, die naast Michael stond, had het aapje trots in haar handen en knuffelde het goed. Ze leek erg blij te zijn dat de vriendjes van het aapje, Naylene hadden geholpen.
‘Jij hebt dat gedaan, of niet?’ vroeg Calum aan Edyn. Michael fronste, maar snapte toen waar Calum het over had. ‘Je kwam later bij ons zitten, met een aapje. Je bent naar het bos gegaan om te vragen of ze Naylene willen helpen!’ Calum leek erg trots te zijn dat hij het vreemde verschijnsel had opgelost. Zelf had Michael er niet eens aan gedacht, maar dat wilde hij niet al te snel aan de Ravenclaw laten merken.
‘Is dat niet… Valsspelen?’ vroeg Michael wat zachter, omdat hij niet wilde dat iemand hem zou horen.
‘Niemand kan het bewijzen. Het is echt heel erg slim! Dieren doen wel vaker onverklaarbare dingen. Niemand kan weten dat Edyn de oorzaak is van de geboden hulp.’ Michael vond het niks voor Calum om zo soepel te doen over de grote regels van een toernooi. Als dit een Quidditch wedstrijd was geweest, had hij er waarschijnlijk wel anders over gedacht. Nu prees hij Edyn echter de hemel in, al was dat zeker wel verdiend. ‘Dat was echt heel erg slim van je, Edyn! Nu maakt Naylene misschien nog een kans.’
‘Wat bedoel je precies, als je zegt dat Naylene nu nog een kans maakt door wat Edyn heeft gedaan?’ Hoorde Michael achter zich. Geschrokken draaide hij zich om. De ouders van Naylene leken hen gevolgd te zijn. Tenminste, dat gokte Michael. Ze waren hier echt niet om snoep en drinken te halen. Alle keren dat hij thuis was geweest bij Naylene, was er geen snoep te vinden geweest.
De vraag was gericht aan Calum en Michael kon zien dat hij het moeilijk had. De Ravenclaw leek geen slimme uitweg te kunnen vinden en Michael nam het hem ook niet kwalijk. De ouders van Naylene waren ontzettend intimiderend en ze hadden zeker de juiste woorden, voor hen, opgevangen. Michael zette dan ook een stap naar voren, zodat Edyn achter hem kwam te staan. Hij kneep in haar hand, hopend dat ze zou begrijpen dat ze nu niks zou moeten zeggen.
‘Ik-ik bedoelde er eigenlijk niks mee?’ probeerde Calum, maar zijn rode wangen hadden hem al verraden. Het was niet zijn schuld dat de ouders van Naylene het hadden gehoord, maar Michael wist dat Calum zichzelf dit heel erg kwalijk zou nemen. Iedereen had immers zo hard geprobeerd om de speciale krachten van Edyn voor hen verborgen te houden.
‘We hadden het over iets anders,’ viel Michael Calum bij. ‘Edyn had samen met Naylene spreuken opgezocht die goed zouden kunnen werken in het oerwoud, zonder de planten en dieren te beschadigen. Edyn is erg begaan met alles wat leeft en groeit, zoals u weet,’ legde Michael uit. Hij hoopte dat ze het zouden geloven. Dat ze niet door zouden vragen op wat er net was gebeurd, maar Michael wist zeker dat ze het wel zouden doen. Zelfs de ouders van Naylene wisten dat hun dochter geen hulp nodig had bij spreuken. Naylene kende haast elke spreuk die ooit op was geschreven.
‘De spreuk die Naylene net gebruikte? Die kent ze al jaren,’ merkte haar vader dan ook op. Michael slikte. Het was wel duidelijk dat hun verhaal niet zou worden geloofd. Hij zag dat de vader van Naylene zich wat meer op Edyn richtte. Michael probeerde dan ook meer voor haar te staan. ‘Michael, ga eens aan de kant. Ik kan zo toch niet met Edyn praten?’
Zuchtend stapte Michael aan de kant. Op dat moment hoorde hij Calum iets zachtjes mompelen. Het leek op een spreuk, maar Michael was eerst niet zeker van wat er was gebeurd, totdat hij nergens anders meer geluid vandaan hoorde komen. Zelfs niet van het toernooi. ‘Wat heb je gedaan?’
‘Ze kunnen ons niet horen, maar het werkt niet lang,’ waarschuwde Calum.
‘Dat is… Wauw,’ mompelde Michael. Hij wist niet eens dat er een spreuk als deze bestond. Hij snapte echter wel waarom Calum de spreuk had gebruikt.
‘Edyn, je mag echt niks zeggen over wat je hebt gedaan met de aapjes. De ouders van Naylene geloven maar in één soort magie en wie weet wat er gebeurt als ze er achter komen dat je praat met dieren, of in het bos bent verdwaald en dat er nimfen waren die je hebben geholpen,’ legde Michael zo snel mogelijk uit, maar hij vroeg zich af of Edyn het ook echt begreep.
‘Precies, je kan het echt niet aan ze vertellen,’ bevestigde Calum. ‘Zeg maar dat je Stupefy hebt aangeraden omdat het de wezens geen pijn doet. Naylene kende de spreuk natuurlijk al, maar ze wist niet of het ook veilig was om te gebruiken op dieren en jij hebt haar daarmee geholpen.’
Michael keek vanuit zijn ooghoeken naar de ouders van Naylene. Lang zou het niet duren voordat ze hen weer zouden kunnen horen. ‘Edyn, begrijp je wat we bedoelen?’