Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
18 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O// Florence
Demish
Internationale ster



De bijnaam Sparky had ze maar links laten liggen. Ze gokte dat dat het beste was wat ze zou krijgen. Het was in ieder geval beter dan stopcontact of elektrobal, zoals Uriël haar had genoemd. Daarbij was dit niet de tijd om in discussie te gaan. Ze zouden zich beter kunnen focussen op wat ze zouden vinden in het huis.
Stilletjes hadden ze door de gangen geslopen, maar natuurlijk waren ze er niet zomaar mee weg gekomen. Zoals verwacht hadden de Carnefices overal beveiliging. Ook in hun eigen huis. Emrys leek één van de mannen te herkennen, maar Loué herkende de ander. Het was de man die in staat was om giftige rook te creëren. Degene die haar zo had toegetakeld dat ze in het begin niets had kunnen doen en zich nauwelijks had beseft wat er aan de hand was geweest.
Loué probeerde haar opties te overwegen. Ze zag een mes bij de één, en pistool bij de ander. Als ze één van die twee dingen te pakken zou kunnen krijgen, dan zou dat al genoeg zijn. Vervolgens keek ze naar Emrys. ‘Nee, die heb ik niet gehoord. Sterker nog, ze hebben ons helemaal niks verteld. Dan kan het toch niet onze schuld zijn?’
Die kleine afleiding leek voldoende te zijn voor Emrys om de man zijn mes te pakken en hem op de grond te duwen. Loué haar blik kruiste met die van de andere man. Haar ogen gleden naar de muur, waar een lichtschakelaar zat en buitenmuurse bedrading. Zo snel als ze kon rende ze er naar toe, eigenlijk niet wetend wat precies het plan was en of het wel zou gaan werken, maar ze greep met haar vingers de bedrading vast. Het enige wat er echter gebeurde, was dat de lamp flikkerde en uiteindelijk wat dempte, wat een hoop gelach van de man opleverde.
‘Ik ben niet echt in de stemming voor romantiek, maar dat kunnen we natuurlijk altijd regelen. Samaël vindt het nooit zo erg om zijn mannen ook te laten proeven van zijn nieuwste verovering,’ grijnsde de man. Hij rende op Loué af en probeerde haar te grijpen, maar ze was snel genoeg om hem te ontwijken. Met haar elleboog haalde ze uit en raakte ze zijn achterhoofd, waardoor hij wankelde en op de grond viel. Out was hij nog niet, maar ze had hem in ieder geval bezeerd.
Snel greep ze naar zijn pistool, die ze te pakken wist te krijgen. Met haar vinger op de trekker richtte ze hem op de man. ‘Het is een stuk makkelijker om iemand stil te houden als ze onder invloed zijn van die debiele rook van je, of niet?’
De man kwam overeind en zonder twijfel schoot ze in zijn schouder, en daarna nog eentje in zijn been. Vervolgens mikte ze het wapen in het aquarium dat in de gang stond. Zo was het in ieder geval onschadelijk gemaakt.

De geluiden van het afgeschoten pistool had de broers eerder bereikt dan de mannen die alarm hadden geslagen. Wetende dat het weinig goeds had kunnen betekenen, had Uriël zijn eigen geweer gepakt en was hij terug gerend naar de huiskamers. Daar waren de twee dames al niet meer te bekennen. De andere deur was open, wat betekende dat ze een manier hadden gevonden om de deur open te breken. Uriël vloekte, natuurlijk hadden ze die twee niet alleen kunnen laten. Zeker Emrys niet, al wist hij zeker dat dit niet alleen het resultaat was van haar acties.
Samaël vergezelde hem al snel in de ruimte en ook hij leek alert te zijn op wat er zojuist was gebeurd. ‘Ik zeg het je nu al, broertje. Als Emrys degene was die dat geweer af heeft laten gaan, dan zal ze de komende paar dagen niet het daglicht zien, nadat ik klaar met der ben.’ Ze kon hem een hoop flikken. Een grote bek, een poging om hem te verwonden. Maar als ze echt een geweer af had laten gaan.
Uriël pakte zijn pistool, voor de zekerheid, en rende de gang in. Er waren al meerdere mannen onderweg, maar ze zouden de twee dames wel aan kunnen. Hun mutaties waren nog niet volledig ontwikkeld. Hij wist van Emrys nog niet eens wat het was, en Loué kon waarschijnlijk vrij weinig na die gehele ontlading van een uur geleden.
De twee dames waren niet heel ver gekomen. Ze stonden verderop in de gang. Twee mannen lagen op hun rug, beide gewond. De één was geraakt in zijn rug door wat leek een mes, de ander bloedde op twee plekken. Het enige wat zeker was, was dat Emrys degene was die met een mes in het rond had gezwaaid, want zij had dat nog in haar handen.
Uriël beende naar haar toe en trok haar vervolgens aan haar haren naar zich toe. Het mes vormde voor hem geen bedreiging, aangezien zijn huid toch ondoordringbaar was. Die van haar was dat echter niet, dus zette hij het pistool tegen haar hals. ‘Het is wel overduidelijk dat je je niet kan gedragen, of wel? Ik denk dat het tijd is dat we jou eens iets minder aardig gaan behandelen. Want blijkbaar heeft dit geen zin.’ Hij wist het mes uit haar handen te trekken, die hij vervolgens achter zijn riem stak. Zoals het nu ging, kon het niet meer. Dat was hem wel duidelijk. Ze had een andere aanpak nodig en het leek Uriël maar eens tijd om hetgeen te doen waarmee hij al die tijd mee had gedreigd. En hij wist al precies waar hij haar mee naar toe zou nemen. Het was al duidelijk voor hem dat ze niet van donkere, kleine plekken hield. Dus een oude ruimte, die eerder was gebruikt als een schoonmaakkast, leek hem perfect. Zonder pardon trok hij haar dan ook mee.
Anoniem
Wereldberoemd



Lachend had Emrys toe staan kijken hoe Loué gebruik maakte van de situatie en ook besloot om een man neer te halen. Ze kon het wel, alleen was ze iets minder problematisch dan Emrys, op het eerste gezicht dan. Iedereen wist dat beide vrouwen voor deze actie in de problemen geraakten, maar het was het waard. Daar dacht ze onmiddellijk anders over toen ze aan haar haren naar achteren getrokken werd en Uriël naast haar in de gang stond. Minder aardig? Was dat nog een mogelijkheid dan?
'Het was zelfverdediging!' Nee, misschien. Bijna. 'Het is niet mijn schuld dat hij besloot mij aan te raken, je weet dat ik daar niet van houdt en hij had me al een keer in mijn gezicht geslagen, dus ik vond dat ik hem mocht laten voelen dat slaan pijn doet. Alleen deed ik het met een mes,' een mes dat uit haar handen verdween zodra Uriël zag dat ze het had. Jammer. Niet dat ze het tegen hem had kunnen gebruiken, maar het was altijd handig om een mes op zak te hebben in dit huis. Daar was ze allang achter. Bovendien had ze dan kunnen proberen om Samaël te vermoorden, hoewel Emrys niet zeker wist of ze het zou overleven wanneer zijn broer dan boos werd. Waarschijnlijk niet. Of ze overleefde het heel lang terwijl ze in heel veel pijn was, dat was de meest waarschijnlijke optie. 
Ze werd door de oudste Carnefice mee gesleurd, weg van Loué en zijn broertje, naar een nog onbekende locatie. Emrys kende dit gedeelte van het huis nog niet, waardoor ze goed op moest letten om te onthouden waar ze precies was. Het tweetal kwam aan bij een vrij krakkemikkige deur, maar de sloten erop waren duidelijk nieuw. Het was een ruimte om iemand op te sluiten, die sloten konden weer niet van een andere kant open gemaakt worden. Langzaam realiseerde Emrys zich wat voor deur dit was en wat voor ruimte zich waarschijnlijk aan de andere kant bevond. Ze voelde hoe haar hart in haar keel begon te kloppen. Hij kon dit niet weten. Er moest wel heel goed onderzoek gedaan zijn naar haar, wilde hij weten waar ze bang voor was, wat haar compleet zou breken. Hoe wist hij dit? Ze hadden jaren terug moeten gaan om ook maar iets te vinden wat haar angst zou verklaren, maar hij had het weeshuis al eerder genoemd. Hij wist waar ze vandaan kwam, dan wist hij ook wat ze daar als straf gebruikten. 
Zodra Uriël de deur geopend had, begon ze met tegenstribbelen. Ze had nog nergens echt tegen gewerkt, behalve vervelend zijn in het algemeen, maar de donkere ruimte die haar nu tegemoet staarde was te veel. Daar kon ze niet mee omgaan. Ze schudde haar hoofd en probeerde ervandoor te gaan. 

Een zucht verliet zijn lippen toen Samaël zag wat er gebeurd was. Hij had Loue nooit alleen moeten laten met Emrys. Zelfs als de jongedame niet door had dat ze af en toe al deed wat hij wilde, omdat ze wist  dat hij haar dan geen pijn zou doen, dan was dat nu verpest. Zonde. Dan zou hij weer opnieuw beginnen, maar dit keer kwam er iets meer fysieke stimulatie aan te pas. 
Hij liep richting het spektakel, zag hoe Uriël Emrys aanpakte en richtte zijn blik daarna op Loué. 'Wist je dat het pijn doet als iemand je neerschiet? Zeker in een bovenbeen, men moet dan echt goed weten waar te schieten, anders kan je zo een slagader raken en dat is gevaarlijk. Daar gaan mensen aan dood, kleintje.' Hij haalde het pistool uit zijn riem vandaan en schoot Loué in haar bovenbeen, wat ervoor zorgde dat ze met een klap op de grond terecht kwam. Er was momenteel niets op de grond dat haar een wapen zou geven om tegen hem te gebruiken, dus hij liep verder naar de mannen en besloot om dat even te regelen. Uriël en Emrys waren al verdwenen. Zijn broer leek echter vrij boos te zijn, dus het zou hem niet verbazen als Emrys haar geschreeuw straks door de rest van het huis hoorbaar was. Had ze maar moeten luisteren. Wat dat betrof mocht ze nog blij zijn dat zij het geweer niet vast had gehad, dan was Uriël echt niet meer te houden. 
'Jullie twee, ga je schamen. Geen van beide heeft een mutatie op jullie gebruikt en dan nog winnen ze? Met jullie eigen wapens? Als jullie niet al gewond waren, dan had ik je persoonlijk verwond. Nu, opstaan en wegwezen. Ik beslis later wel wat de consequenties zijn.' Andere mannen waren inmiddels in de gang aangekomen, zij mochten ervoor zorgen dat het bloed en dergelijke opgeruimd werd. 'Maak het schoon,' hij gaf nog een order aan de mannen, voor hij naar Loué liep, haar keel vast pakte en haar daaraan omhoog trok van de grond. Hij sleurde haar op die manier mee.
'Wist je dat wij ook slaven houden, Loué? Mensen, voornamelijk meiden, die ons in alles voorzien, hoe en wanneer wij dat willen? Zij hebben geen eigen wil meer, die wordt er vrij letterlijk uit geslagen. Ik denk dat je eens moet voelen wat het effect daarvan is.' In een van de ruimtes aangekomen, gaf hij Loué uit handen aan twee mannen. Er was maar één reden om in deze ruimte te komen, dus de mannen wisten exact wat er van hen verwacht werd. Loué werd tussen twee palen vast gemaakt, haar polsen werden in touwen gezet zodat ze moest blijven staan, zelfs als ze door haar benen zou zakken. Ze kon toch niet echt op haar linkerbeen staan. Terwijl de mannen haar vast maakten, pakte Samaël een van de zwepen van tafel. Langzaam liet hij deze om zijn pols draaien. Het was lang geleden dat hij zelf iemand zweepslagen had gegeven, maar in dit geval ging hij ervan genieten.
'Laat me weten als het pijn doet, ja?' Waarna de eerste klap op haar inmiddels ontblote rug terecht kwam.
Demish
Internationale ster



Diep van binnen had Loué erop vertrouwd dat hij haar geen pijn zou doen. Dat hij zou denken dat het, op wat voor een manier dan ook, niet haar schuld was geweest en dat ze er misschien vanaf zou komen met een lichtere straf. Ze had moeten weten dat ook deze Carnefice geen goed hart had. Hij had misschien lief gespeeld, gedaan alsof hij het beste met haar voor had gehad, maar hij was net zo erg als zijn broer. Dat had ze geweten toen ze op de grond had gelegen en haar been had omklemd. Hij had haar neergeschoten. En haar lichaam zou vast niet zo snel helen als dat van Emrys.
De schotwond was echter nog maar het begin. Met zijn vingers om haar keel was ze meegesleept naar een andere ruimte. Ze had al zwarte vlekken voor haar ogen gezien toen ze eindelijk los was gelaten, maar twee mannen hadden haar meteen opgevangen en vervolgens hadden ze haar polsen weten vast te binden met touwen. Touwen die nu al langs haar huid schuurden. Haar armen hingen zo hoog boven haar hoofd dat ze zichzelf nog maar net staande kon houden, door op het puntje van haar tenen te staan. Hoe meer ze probeerde te leunen, hoe meer pijn het deed. Zowel bij haar polsen als op haar been, waar het bloed uit gutste.
Haar shirt was van haar lichaam gescheurd en haar ogen werden groot van schrik toen ze de zweep in zijn handen zag. Ze wist wat dat betekende. ‘Nee, alsjeblieft niet! Alsjeblieft, ik smeek het je. Het-‘ Haar woorden werden afgekapt door het geluid van de zweep op haar huid en de stekende pijn in haar rug. Door de klap was haar lichaam naar voren gebogen, waardoor de touwen al in haar polsen sneden. Ze probeerde haarzelf weer overeind te trekken, maar een tweede slag volgde en de tranen sprongen in haar ogen. 
‘Ik kan niet…’ Meer dan dat kwam er op dit moment niet uit haar. Ze kon zichzelf niet omhoog houden. Ze kon niet blijven staan op haar been. En ze zou zeker niet nog meer slagen aan kunnen, maar ze wist dat dit nog maar het begin was.
Ze herinnerde haar gesprek met Emrys. Ze had letterlijk gezegd dat ze zichzelf wel als een slechte invloed zou laten afschilderen, als dat betekende dat Loué meer vrijheid zou krijgen en wie weet opzoek kon naar een uitweg. Het had haar niks uitgemaakt. Loué wist niet of dat in deze situatie ook zo was, maar ze kon het altijd proberen. Emrys kreeg al straf van Uri en ze hoopte dat Samaël zich daar ook niet mee zou bemoeien.
‘Ik m-moest wel!’ schreeuwde ze, misschien wel iets wanhopiger dan dat ze zojuist had geklonken. Nog een klap op haar rug. Ze voelde het bloed al naar beneden sijpelen. ‘Ze… Emrys.’ Loué snoof en haalde diep adem. ‘Ze dwong me!’

‘Dus je kan echt niet tegen donkere, kleine ruimtes,’ merkte Uriël op. Met een flinke duw wist hij haar naar achteren te werken, waarna hij de deur achter zich sloot. Voor nu kon hij niet op slot. Dat ging namelijk alleen maar van buitenaf. Hij zou Emrys echter niet laten ontsnappen. Ze zou nooit langs hem kunnen. De oude bezemkast was net groot genoeg voor hen beide en niet veel breder dan dat hij zelf was. Emrys leek zich echter niet zomaar gewonnen te geven. Hij schudde zijn hoofd en haalde uit met zijn vlakke hand. Hij wist niet waar hij haar precies raakte, maar het gaf hem genoeg tijd om Emrys tegen de muur aan te drukken.
‘Ik heb genoeg vrouwen onder me gehad die tegen stribbelden, dus je bent niks nieuws,’ stelde hij haar op de hoogte. Hij had zijn arm op haar borstkas gelegd en hield haar daarmee op de juiste plaats. Met zijn vrije hand sjorde hij aan zijn riem, die hij vervolgens op de grond liet vallen. Hij wist zijn broek open te krijgen en duwde die, samen met zijn onderbroek, ver genoeg naar beneden om hem genoeg toegang te geven. 
‘Wat is jouw mening over angst, Emmy?’ Hij had zijn hoofd naar haar hals gebogen en fluisterde woorden in haar oor. Nog altijd hield hij haar tegen de muur, ondanks dat ze nog steeds probeerde tegen te stribbelen. Nu hij zijn hand niet meer nodig had om zich te ontdoen van zijn eigen kleding, had hij de vrijheid om deze onder haar shirt te laten glijden, aftastend naar haar borsten. ‘Geeft angst je energie? Wind het je op zoals het dat bij mij doet?’ Hij klemde zijn vingers stevig rond haar tepel, waarna hij ze over har borst liet glijden. Hij voelde het kippenvel al op haar huid.
Angst en pijn hadden hem altijd al opgewonden. Hij had er ook altijd al een rare band mee gehad, in de ogen van de meeste mensen dan. Hij kickte op de angst, zeker die van een ander. Hij vond het geweldig hoe een lichaam zo kon reageren. Hij wist ook dat het lichaam van een vrouw zich kon afzetten tegen dat van een man, als hij ongevraagd binnendrong. Dan verstrakten de spieren. Iets waardoor hij alleen nog maar meer zijn best wilde doen.
Uriël maakte haar broek open en duwde deze, samen met haar ondergoed, naar beneden. Hij trok ruw aan één van haar benen, zodat de hoek iets beter voor hem werd, waarna hij zijn hand gebruikte om zijn penis de juiste richting te geven en bij haar binnen te dringen. Dat haar rug en hoofd bij iedere stoot de muur raakten, maakten hem niks uit. Hoe meer pijn zij had, hoe meer opgewonden hij er van werd.
Anoniem
Wereldberoemd



Natuurlijk kon ze niet tegen kleine, donkere ruimtes. Gaf de reactie van haar lichaam daar niet al antwoord op? Het leek haar vrij duidelijk te zijn dat ze die kamer niet binnen wilde gaan, het was echter ook heel duidelijk niet haar beslissing. Uriël gaf haar een harde duw naar binnen en besloot dat hij haar acties om de andere kant op te gaan vervelend vond, wat resulteerde in een harde klap in haar gezicht. Heel even verstijfde ze. Het ging nu niet meer alleen om pijn, hoewel ze wist dat hij dat wel heel fijn vond om bij haar teweeg te brengen, het ging er ook om dat hij haar kon vernederen. Als hij dit voor elkaar kreeg, dan had hij haar lichaam echt in alle opzichten zijn eigen gemaakt. Dat wilde ze niet. Dat ging te ver, haar lichaam was haar eigendom, niet dat van hem. Ze zou nooit het speeltje van een Carnefice zijn. En toch, was dat exact wat er gebeurde. 
Aan de ene kant was het bijna fijn dat Uriël nog steeds in de ruimte was, want ze wist wat er zou gebeuren wanneer hij haar alleen liet. Dat kon haar lichaam echt niet aan. Daar zou ze zelfs nog meer moeite mee hebben dan dat hij haar verkrachtte. 'Loop naar de hel,' hij vroeg haar wat angst betekende, hij kon een antwoord krijgen. Ze zou hem nooit, maar dan ook nooit geven wat hij wilde. Hij wilde haar breken, wilde uiteindelijk dat ze deed wat hij zei, zonder daar moeite voor te hoeven doen. Ze kende zijn soort wel, had de verhalen gehoord over de slaven die hier rond liepen, ze zou nooit een van hen worden. Emrys was nog liever dood. 
Het moment dat hij haar lichaam binnen drong, sprongen de tranen in haar ogen. Een voordeel aan het donker was dat hij dat niet kon zien. Haar ademhaling versnelde, haar lichaam probeerde zich in iedere mogelijke uitweg te wringen, maar tussen Uriël en de muur was geen andere uitweg. Ze voelde hem in haar bewegen, iedere stoot ging hij net iets dieper. Iedere keer opnieuw. En ze kon geen kant op. Haar handen balden tot vuisten, ze voelde bloed terwijl ze haar nagels in haar palmen duwde en de vuisten zijn kant op sloeg, maar niets hielp. Ze zat gevangen in haar ergste nachtmerrie, met de wens dat de duivel haar niet alleen liet. Als dit voorbij was, werd het nog veel, veel erger. 
'Je zal mij nooit,' haar adem haperde, 'bezitten,' ze moest moeite doen om de woorden eruit te krijgen. Tussen de vernedering, het ophouden van haar tranen en de constante duw tegen de muur, vond haar lichaam praten niet bepaald nodig. 'Nooit,' zelfs als hij haar fysiek alle hoeken van het gebouw liet zien, mentaal was ze haar eigen persoon. Ze stopte met tegenstribbelen. Het was de enige manier om hem te geven wat hij niet wilde hebben. Het kostte haar alle wilskracht uit haar lichaam om hem niet te slaan, om zijn lichaam niet tegen te werken, maar ze deed het. Het deed zelfs minder pijn als ze hem niet tegen werkte. 

'Hopelijk realiseer je je nu, dat ik degene ben die jou tot acties dwingt, kleintje,' na vijf slagen was hij opgehouden om tegen haar te kunnen praten, maar er volgden er nog drie om het af te maken. Acht slagen, daar moest ze het mee doen. Haar rug zag er niet uit, maar dat was zijn probleem niet. 
'Maak haar los en neem haar mee naar mijn vertrekken, zorg dat er doktoren komen om het bloeden te stelpen en haar rug te verzorgen. Als Uriël weer verschijnt nadat hij klaar is met Emrys, geef hem dan bericht dat ik in ons gezamenlijke kantoor ben met Loué, ik wil graag dat zijn vriendin ziet wat haar acties voor resultaat hebben gehad.' En zelf liep hij het kantoor uit. Het was jammer dat het op deze manier gemoeten had, hij had Loué liever heel gehouden, maar er was nu eenmaal niets aan te veranderen. Dit spelletje had hij mentaal willen spelen, maar zij was op de fysieke tour gegaan en hij kon haar simpelweg niet laten winnen. Zo werkte dit niet. Als zij het spel met de volwassenen wilde spelen, dan moest ze ook de consequenties van haar acties aanvaren.  In dit geval waren die vrij pijnlijk. 
Hij wist dat Emrys minstens net zo gestraft ging worden voor wat er was gebeurd, maar hij wist ook dat het de vrouw iets zou doen om te zien wat er met Loué gebeurd was. Hoewel de meiden elkaar op het eerste gezicht niet leken te mogen, had hij bij de slaven al eerder gezien dat er vaak wel een soort band van kameraadschap ontstond. Misschien moest hij van Loué overigens ook een slaaf maken, ze was dan wel een mutant, maar dat betekende niet dat ze niet hoefde te luisteren. Het leven hier was simpel; luisteren of pijn. Loué had alleen niet helemaal begrepen dat zowel mentale als fysieke pijn een optie was. 
Samaël was inmiddels aangekomen in het gezamenlijke kantoor, Uriël en hij hadden er ook allebei eentje apart, en ging achter zijn bureau zitten. Er was nog genoeg papierwerk om te doen, een groot nadeel van het runnen van een stad. Het enige nadeel, maar het bleef een nadeel. Niet veel later werd Loué op een soort brandcard naar binnen gereden. Meerdere doktoren waren met haar aan de slagen, wonden werden dichtgebrand of gehecht, net wat makkelijker was, en een andere man hield haar op haar plaats. Immers had hij geen optie tot een verdovingsmiddel gegeven, dus ze moest dit alles helemaal bij bewustzijn meemaken. Samaël stond weer op en liep richting Loué, zijn hand streelde zachtjes door haar haren, voordat hij haar kin vast pakte en ervoor zorgde dat ze hem wel aan moest kijken.
'Dus, naar wie luister je de volgende keer?' Iedereen in de ruimte wist dat er maar één goed antwoord was.
Demish
Internationale ster



De pijn viel niet meer te verbijten. Ze had het geprobeerd toen de zweep keer op keer haar rug had geraakt, maar na de derde slag had ze zich niet meer in kunnen houden. Ook niet toen ze haar uiteindelijk los hadden gemaakt en op de brancard hadden gelegd, want ze waren niet bepaald zacht geweest. En dat waren de dokters ook niet. Het bloed dat ze weg hadden geveegd, hadden ze niet zachtjes en beheerst gedaan zoals van een dokter verwacht werd. Het was ruw geweest en Loué had het gevoel gehad dat ze hele stukken huid mee hadden genomen in hun schoonmaak.
Tranen stroomden over haar wangen van de pijn en ze had haar hoofd in haar armen verstopt, totdat Samaël haar kin vast had gepakt en haar had gedwongen om hem aan te kijken. Zijn vraag was duidelijk en ze wist dat er maar één antwoord goed was. Althans, er was maar één persoon die ze kon noemen. Want ieder andere naam was een naam die haar alleen nog maar meer problemen op zou leveren. En ze wist niet in hoeverre haar lichaam nog iets aan zou kunnen. Alles in haar been klopte, de handen die over haar rug gleden en aan het werk waren om de kapotte stukken huid aan elkaar te naaien prikten als naalden en ze wist dat ze hier nog dagen last van zou hebben. Voor haar gevoel trilde haar hele lichaam en hadden tranen zich vermengd met zweet.
‘Jou…’ Wist ze uiteindelijk uit te brengen. Ze voelde een naald opnieuw in haar huid gaan, maar doordat Samaël haar nog vast had, was het onmogelijk om haar gezicht af te wenden of te verstoppen in haar armen. Het enige wat ze kon doen, was hem huilend aankijken, de pijn in haar ogen meer dan zichtbaar.

Emrys was alleen maar aan het tegenstribbelen, wat het voor Uriël des te leuker maakte. Ze kon niet weg. Wat ze ook probeerde. Ze kon hem blijven slaan, ze kon zeggen wat ze wilde, maar hij zou niet stoppen voordat hij had gekregen wat hij wilde hebben. Het was hem opgevallen dat ze hem, voor de eerste keer, niet had verbeterd toen hij haar Emmy had genoemd. En daardoor wist hij dat er iets in haar gebroken was. Hij had iets gevonden en geraakt, waardoor ze het op had gegeven. En dat merkte hij ook al snel aan haar lichaam. Ze protesteerde niet meer, waardoor hij zijn gang kon gaan. 
Hij kwam klaar in haar, wat hij overigens nooit zijn probleem vond. Het was aan haar om er maar voor te zorgen dat er geen baby kwam. De meeste vrouwen wilden toch geen kind van een verkrachter, of van een man zoals hij. Dus hij maakte zich daar vrijwel nooit zorgen over.
Uriël stapte naar achteren en keek voldaan naar de vrouw die zichzelf naar beneden had laten zakken, waardoor ze op de grond zat, met haar rug tegen de muur. ‘Zie je, zo slecht was dat toch nog niet? Al moet ik toegeven dat ik er meer van geniet als je een beetje tegenstribbelt, maar dat had je vast al door.’ Hij gokte dat ze juist daarom was gestopt, ondanks dat haar lichaam het misschien ook wel had opgegeven. En misschien had ze ook wel geweten dat het ergste nog zou komen.
‘Ik heb je in ieder geval iets leuks gegeven om over na te denken, terwijl je hier zit.’ Hij veegde zijn blonde haren uit zijn gezicht en ritste zijn broek weer dicht. Hij knielde bij haar neer en gaf haar een kus op haar voorhoofd. ‘Tot over een paar uur? Of misschien worden het wel dagen. Dat ligt er aan hoe gek ik je uiteindelijk wil maken.’
Uriël opende de deur en stapte naar buiten, waarna hij hem snel weer dicht deed. Hij wilde net alle sloten instellen, toen er iemand naar hem toe kwam. ‘Samaël wilde laten weten dat hij in jullie kantoor is, met Loué. En of jij hem wilde vergezellen, samen met Emrys.’
Uriël snoof. ‘Wat heb ik er aan om te zien wat hij die trut heeft aangedaan?’
‘Het gaat hem om Emrys, meneer. Zodat zij ziet wat ze heeft veroorzaakt.’ Bedenkelijk keek hij naar de deur. Uiteindelijk trok hij hem weer open en nam hij Emrys bij haar arm vast, zodat hij haar overeind kon trekken. ‘Je avontuurtje in de kast zal nog even moeten wachten. Blijkbaar heb je een hoop veroorzaakt voor je nieuwe vriendinnetje, en Samaël wil er graag even mee pronken.’
Anoniem
Wereldberoemd



Ze trilde zachtjes terwijl ze zich naar beneden liet zakken toen Uriël klaar was. Hij vertelde haar dat hij het inderdaad leuker vond als ze tegenwerkte, dat had ze verwacht en daarom was ze opgehouden met tegenstribbelen, maar het had heel veel van haar zelfbeheersing en van haar mentale toestand gevraagd. Ze wilde niet dat hij haar zo zag, maar wat kon ze ertegen doen? Hij was te sterk voor haar. De enige optie die ze nog had, was hopen dat het gen haar doodde of dat haar mutatie snel om de hoek kwam. Misschien dat ze dan een kans had om hem wat aan te doen. Om hem pijn te doen.
Emrys lette totaal niet meer op wat Uriël allemaal tegen haar zei, ze reageerde niet eens toen hij haar een kus op haar voorhoofd gaf. Ze was aan het verwerken wat er net gebeurd was en daar kon ze zijn aanwezigheid niet bij gebruiken, het was maar goed dat hij weg ging. Wacht. Nee. Nee, niet goed! Zodra de deur dicht ging, schoot Emrys naar voren. Met alle kracht die ze had sloeg ze haar hele lichaam tegen de deur aan.
'Uriël, niet doen! Laat me eruit!' Haar vuisten sloegen tegen de deur aan, die gelukkig heel snel weer open ging. Ze werd naar buiten getrokken, maar daar hoefde hij niet veel moeite voor te doen, ze struikelde nog net niet over haar eigen voeten heen om dat kamertje uit te komen. 
Uriël vertelde haar dat ze Samaël op gingen zoeken en het maakte haar werkelijk niet uit wat ze gingen doen of wat Emrys moest doen om uit die kamer te blijven, ze wilde daar niet meer naar binnen. Gelukkig gingen ze een hele andere kant op, de broer sleepte haar half door het gebouw heen, tot ze bij een dikkere houten deur kwamen waar mannen voor op wacht stonden. Ze openden de deur voor hen, binnenin was een enorm kantoor. Ze zag nog net hoe Samaël een klopje gaf op Loué haar gezicht en hoorde hem iets mompelen van 'onthoud dat voortaan', voordat de jongste broer zich tot hen richtte. Zachtjes floot hij.
'Je ziet er verschrikkelijk uit Emrys, hoewel ik het idee heb dat jij dit keer mentaal harder aangepakt bent dan Loué,' over fysiek viel niet te twisten wie er meer pijn had. Iedereen wist echter dat verkrachting mentaal veel harder aankwam dan fysiek, behalve misschien bij maagden, maar hij had niet verwacht dat Emrys onder die noemer viel. Zijn blik ging echter richting Uriël. 'Leuk gehad?' Hij had haar niet gehoord, maar zijn broer kennende zei dat niet zoveel.
Emrys werd ondertussen doorgespeeld naar een andere man, die haar net op tijd op wist te vangen want ze was eigenlijk van plan om door de deuren weer te verdwijnen. Hij sleepte haar mee naar Loué. Ze staarde naar de vrouw voor haar. Het was verschrikkelijk wat Samaël gedaan had, maar hij wilde een reactie van haar, als kers op de taart. En dat ging hij niet krijgen. Niet van haar. Loué zag er namelijk uit alsof ze al genoeg had gegeven wat hij van haar wilde hebben. 
Ze streek haar gezicht glad en draaide naar de broers. 'Ik heb haar niet geforceerd dat pistool te pakken. Haar pijn is mijn probleem niet.' Ergens meende ze het, ze kon niet voor de vrouw zorgen als ze al met haarzelf bezig moest zijn, maar ze had wel degelijk medelijden met Loué. Als het kon, dan zou ze wat van dat genezen aan haar geven, maar ze wist niet eens wat haar mutatie was, laat staan dat ze het met anderen kon delen. 
'En als je denkt dat het laten zien wat je met haar gedaan hebt enig effect heeft op mij, dan heb je het mis. Ik zorg voor mezelf, ben toch zeker haar babysitter niet.' Er was geen emotie van haar gezicht af te lezen terwijl ze tegen de broers sprak. Ze probeerde wel nog haar arm uit de grip van die vervelend vent te krijgen, maar dat was helaas geen optie. Jammer, ze wilde echt heel graag ander gezelschap opzoeken.
Demish
Internationale ster



Als Sam over ging naar het fysieke, dan was er wel echt iets gebeurd. Hij hield meer van het mentale, dat wist Uriël maar al te goed. Daar genoot hij het meeste van. Een fysieke straf gebeurde alleen maar als iemand echt te ver was gegaan. En dat was duidelijk gebeurd. Al waren ze ook nog niet klaar met de twee mannen die zich zo gemakkelijk hadden laten verslaan door de twee dames.
‘Niet naar mij kijken, Emmy. Het maakt mij vrij weinig uit wie wat heeft gedaan en wie wat daar wel of niet bij voelt. Sam hier, wilde duidelijk eventjes kijken hoe je er op zou reageren. Nu weet hij dat hij de enige is die om dit kleintje geeft, dus kan hij weer verder met zijn eigen zaken.’ Uriël had niet verwacht dat het Emrys iets zou doen hoe de andere vrouw er bij lag. Ze kenden elkaar nauwelijks. Ze hadden misschien een half uur met elkaar doorgebracht, max. Waarom zou het ook maar enige indruk achterlaten op haar? Misschien had Loué een verhaaltje opgehangen en had zijn broertje dat geloofd, maar dat was het probleem van Samaël en niet dat van hem.
‘En ik weet niet wat jouw plan is, broertje. Als jij hier wil werken met Loué erbij, moet je het zelf weten. Maar ik heb ondertussen wel genoeg gehad van Emrys.’ En hij weigerde om haar ergens op te laten sluiten in het huis. Ze had net al laten zien dat ze veel te sluw was en te slim met een wapen, waardoor ze met gemak kon ontsnappen. Dat wilde hij niet nog een keer hebben. ‘Sluit haar maar op de in de voorraadkast. Als ze te hard begint te schreeuwen, dan weet ik dat ze het echt naar haar zin heeft.’ Er was ook wel een mogelijkheid om Emrys hier in de buurt op te sluiten, maar hij hoefde dat gegil nu even niet aan zijn hoofd. Al moest hij toegeven dat ze een hoop karakter had, hoe ze nu weer voor hem en zijn broer stond, terwijl ze hem zojuist nog gesmeekt had om haar niet op te sluiten.
Emrys werd door de twee mannen weer weg gebracht, waardoor het voor zijn gevoel al een stuk rustiger was in de kamer. Uriël liep naar zijn bureau en nam er achter plaats. Hij rekte en strekte zijn vingers en armen, waarna hij de laptop voor zich maar eens aan zette. Ondertussen hield hij Loué en Samaël in de gaten. ‘Het ziet er naar uit dat ze binnen nu en een paar minuten out is, broertje,’ merkte hij op. De vrouw had overduidelijk veel pijn, wat haar lichaam vast niet meer al te goed kon verdragen. Dat was waarschijnlijk ook de bedoeling van Samaël geweest.
Loué kreeg alles wat in de kamer gebeurde maar half mee. Ze had Emrys wel gehoord, maar ze had niet precies begrepen wat er nou was gezegd. Haar pijn was daar veel te erg voor, waardoor ze zich nergens meer op kon concentreren. Ze gokte dat Emrys had gedaan alsof het haar niks had gedaan dat zij hier zo had gelegen. Goed. Want dan zouden de broers dat niet tegen hen kunnen gebruiken.
Ze hoorde de woorden van Uriël en ze gaf hem gelijk. Het voelde inderdaad alsof ze ieder moment out zou kunnen gaan. Ze had het koud en haar lichaam trilde. Er werd aan haar getrokken en gesjord en alles, maar dan ook alles deed pijn. Het zou niet zo erg zijn om even haar bewustzijn te verliezen, al was het maar zodat ze even kon ontsnappen aan de pijn.
Anoniem
Wereldberoemd



Zodra ze hoorde dat Uriël haar weer in de voorraadkast op wilde laten sluiten, sloeg ze de man die haar vast hield. Haar vuist belandde in zijn keel, waardoor hij haar vrijwel meteen los liet. Er was echter nog een andere man aanwezig die haar wel vast wist te houden. De man die ze geslagen had, pakte haar andere arm ook weer vast en kneep net iets harder dan nodig was om haar bij zich te houden. Beide mannen sleepten haar de kamer uit, Uriël en Samaël in de kamer achterlatend. Eenmaal bij de kast aangekomen, hield een van hen haar stevig vast terwijl de andere de kast opende. 'Niet doen!' Niet dat ze ervan uitging dat de mannen naar haar zouden luisteren, ze waren veel banger voor de Carnefice broers dan voor haar. Zelfs al had ze een uur geleden een van de mannen neer weten te steken. Dat was niets vergeleken met wat de broers konden en zouden doen wanneer hun bevel geen waarheid werd. Met een harde duw belandde ze in de kast, ze botste hard tegen de achterkant aan en tegen de tijd dat ze om wist te draaien en eruit wilde komen, zat de deur al dicht. Emrys hoorde hoe de sloten om werden gedraaid, de kast zat op slot. En die zou niet meer open gaan, niet totdat Uriël daar behoefte aan had. Ze gooide haar lichaam tegen de deur aan, sloeg er zo hard op als mogelijk en bleef met haar vuisten het hout bewerken.'Laat me eruit!' Opnieuw en opnieuw. Ze smeekte hen om haar eruit te laten, terwijl de duisternis langzaam alles overnam. Trillend zakte ze naar de grond. Emrys bleef met haar lichaam tegen de deur zitten, als die open zou gaan, dan kon ze meteen de ruimte verlaten. Ze trok haar knieën omhoog, sloeg haar armen eromheen en legde haar hoofd op haar knieën. Haar hele lichaam trilde van de angst, tranen liepen over haar wangen en ze boorde haar nagels in haar buik. Alles om de controle te behouden. Pijn was goed, pijn hield haar in het hier en nu, terwijl ze langzaam gek werd. Het donker was allesomvattend. Er was niets in het donker. Geen leven dat haar kon helpen. Het was een nachtmerrie die werkelijkheid werd.Op dat moment begon de pijn in haar hoofd. Langzaam, heel langzaam kwam er een soort kloppend gevoel bij aan de voorkant van haar hersenen en hoe meer Emrys probeerde het weg te duwen, hoe pijnlijker het werd. Haar ogen hield ze strak gesloten. Het donker moest buiten blijven, het was niet welkom. Niets was welkom. Deze ruimte kon haar niet klein krijgen, alleen had het dat al gedaan. De pijn in haar hoofd werd erger. Steeds erger. Haar handen gingen van haar knieën naar haar hoofd, ze greep haar haren vast en probeerde de pijn weg te krijgen. Waar kwam die pijn vandaan? Wat had Uriël nu weer gedaan?Na een tijd hield ze het niet meer vol, de pijn kwam in steeds grotere golven haar lichaam binnen rollen en het was inmiddels alleen meer haar hoofd, het was overal. Gillend gooide ze zichzelf opnieuw tegen de deur. Tranen liepen over haar wangen. Haar vingers schraapten langs het hout. Alles om de pijn weg te duwen. Ze viel achterover, met haar hoofd tegen de muur, terwijl ze bleef schreeuwen van de pijn. 'Laat het ophouden!'

Het maakte Samaël niet heel veel uit dat het Emrys niet veel leek te doen. Zelfs als het geen acteerwerk was en ze echt niets om de andere vrouw gaf, dan kon hij de twee vrouwen nog altijd tegen elkaar uitspelen. Dat kon best interessant zijn. Hij vroeg zich af wie van de twee dan de dominante werd, hoewel zijn gok momenteel naar Emrys zou gaan. Loué had immers duidelijk gemaakt dat Emrys haar had gedwongen om bepaalde dingen te doen, zelfs al was Emrys het daar niet mee eens. 'Dan valt ze flauw, moet ik daar mee zitten of?' Hij trok zijn wenkbrauw op naar zijn broer, terwijl hij verder ging het regelen van bepaalde opdrachten. De opdrachten zelf waren niet moeilijk, maar hij moest wel de juiste mensen bij de juiste opdracht zetten en de planning met andere opdrachten moest ook goed lopen. Het was veel meer rekenwerk dan hij leuk vond. Hij martelde liever mensen dan dat hij rekende, maar dat gold waarschijnlijk voor heel veel mensen. Of niet, maakte hem eigenlijk niet uit. 'Had je al enig idee wat we met Giovanni en Rasul willen doen? Ik denk dat het beter is als,' abrupt stopte hij midden in zijn zin. Het gebouw trilde zachtjes. Het trillen werd steeds een beetje erger, tot hij van beneden een harde klap hoorde. Mannen begonnen te schreeuwen. Nog geen vijf seconden later kwam er een man, onaangekondigd, hun kantoor binnen gerend.'De waterleidingen springen, eentje is in de huiskamer dwars door de muur heen gesprongen en de rest staat op klappen!' Heel even was het stil tot zijn aandacht naar Uriël ging. 'De trillingen zijn het ergst bij de voorraadkast.' Emrys. Het zou zoveel verklaren als ze water onder controle kon houden. Het genezen, de elektriciteit die haar lichaam opzocht en nu de echte uiting van haar mutatie, door de angst waarin ze zich nu verkeerde. Een volgende harde klap gaf aan dat er weer een leiding gesprongen was.'Ik regel de waterleidingen en de mannen wel, zorg jij voor je vriendin?' Met grote stappen beende Samaël de kamer uit.
Demish
Internationale ster



‘Sam? Sam?! Alsjeblieft?!’ Met alle energie die ze nog over had, schreeuwde ze door de ruimte. Ze kon niet in haar eentje weg komen. Haar rug deed teveel pijn, ze kon niet op haar been staan. Er was geen mogelijkheid dat ze haarzelf in veiligheid zou kunnen brengen. De brancard zou het misschien eventjes volhouden als ook in deze kamer een leiding zou springen, maar als er teveel water bij zou komen kijken, dan zou ze vanzelf een keer verdrinken. En het was duidelijk dat het Sam niets uitmaakte wat er met haar gebeurde. Ze wist ook niet waarom ze daar op hoopte. Ze wilde geen waarde voor hem hebben, maar tegelijkertijd had ze er wel op gehoopt dat ze genoeg waarde zou hebben om in leven te blijven.
‘Iemand?! Help!’ schreeuwde Loué. Alles om haar heen trilde en ze had al meerdere klappen gehoord van leidingen die waren gesprongen. Ze was ontzettend bang dat ook hier een leiding zou springen. Ze zette haar handen naast haar lichaam neer en probeerde zichzelf overeind te werken. Haar armen trilden, bijna bezwijkend onder haar eigen gewicht. Alles aan haar rug trok en deed pijn, maar uiteindelijk wist ze zittend op de brancard te komen.
Er sprong een leiding in de kamer en water stroomde over de vloer. Loué gilde en schudde haar hoofd. Het kon niet zo eindigen. Het mocht niet zo eindigen. ‘Is er iemand die me kan horen?!’ Misschien hoorden mensen haar geschreeuw niet eens boven al het water en de trillingen. Dat was een zeer logische optie, maar ze hoopte dat het niet waar was. Want als niemand haar zou horen, dan zou ze hier dood gaan. En dat was iets wat ze niet wilde.
De deur was open gebleven en ze zag een aantal vrouwen rennen. Loué kon ze niet lang genoeg bekijken om te zien dat ze onder de blauwe plekken en wonden zaten, maar hun schaarse kleding viel wel op. ‘Hallo?! Iemand?!’ riep ze naar de vrouwen. Een groot deel liep door, maar er waren er drie die naar binnen liepen. De leidingen waren waarschijnlijk in hun buurt geknapt, want ze waren allemaal nat.
‘Ze hebben je flink te pakken gehad, of niet, meid?’ vroeg één van de vrouwen aan haar, doelend op haar rug. Loué knikte, niet wetend wat ze er anders op moest zeggen. De vrouwen hielpen haar van de brancard, maar desondanks de steun zakte Loué bijna door haar benen toen ze eenmaal stond.
‘Je moet even op je tanden bijten, want anders wordt het niks.’ Loué knikte, ze wist wat ze moest doen. Want alleen door met de vrouwen mee te gaan, zou ze hier uit kunnen komen. ‘En daarna kunnen we je misschien meenemen naar onze vertrekken.’

De gave van Emrys liet zich opeens zing. Uriël gokte dat het door haar angst kwam. Dat ze zo bang was dat er iets met haar zou gebeuren, dat ze die kast nooit meer uit zou komen, dat haar lichaam het van haar over had genomen. Het was alleen een uiterst vervelende gave, als het er voor zorgde dat de waterleidingen sprongen en ze waarschijnlijk een hoop schade zouden moeten herstellen. Uriël had al een hoop extreme gaves gezien, maar water onder controle houden, dat was toch wel een heel bijzonder iets. Hij gokte in ieder geval daar op, aangezien het water van alle kanten leek te komen. Daarnaast verklaarde het ook waarom de elektriciteit haar had opgezocht. Ze was de ideale geleider.
Samaël had al geroepen dat hij er wel voor zou zorgen dat ze de leidingen zouden fiksen en dat hij daar hulp bij zou krijgen. Het was Uriël zijn taak om Emrys op te zoeken en te zorgen dat ze zou stoppen met het gebruiken van haar gave. Het was niet gek dat Sam hem daarvoor had gevraagd. Normaal gesproken zou hij niet zomaar doen wat zijn broertje van hem vroeg, maar Uriël was in staat om een gave van een ander tijd stop te zetten. Alsof hij een mentale knop in kon drukken die er voor zorgde dat de gave niet meer te gebruiken was. En dat leek nu de enige optie te zijn.
Hij haastte zich naar de kast waar hij Emrys in had opgesloten. Overal waar hij was geweest, had hij water op de grond zien liggen. Zijn schoenen en sokken waren nat en water druppelde door het plafond naar beneden. Hij moest er voor zorgen dat Emrys zou stoppen en snel. Met een flinke ruk trok hij de deur open, de sloten zouden ze later wel vervangen. Daar was nu geen tijd voor. Water stroomde langs zijn enkels naar buiten en hij vond Emrys in elkaar gedoken tegen de muur aan. 
Het was echter niet de Emrys die hij kende. Haar donkere haren hadden een witte kleur aangenomen en haar ogen waren blauw geworden. Ze leek echter niet door te hebben dat hij er was. Alsof ze in een compleet andere wereld was. En misschien was ze dat ook wel. Een gave kon op zoveel verschillende manieren werken. Het was nog een vrij nieuw iets en ze hadden het nog lang niet onder controle, laat staan dat ze het precies begrepen. Ze hadden al de vreemdste dingen meegemaakt.
Uriël trok Emrys uit de kast. Ze was koud en nat en haar spieren leken haast wel verstijfd. Hij hoefde echter alleen maar te focussen op de sterke krachten van Emrys en met zijn gave wist hij die van haar te onderdrukken. Het huis stopte met trillen en de leidingen die hij zag, leken leeg te zijn gelopen. Er kwam geen water meer uit.
‘Wie had dat gedacht,’ mompelde hij tegen Emrys, die langzaam maar zeker weer haar eigen haarkleur terug kreeg. ‘Ik wist niet dat je er van hield om met water te spelen.’
Anoniem
Wereldberoemd



Overal in het hok stroomde water door de muren heen, maar het was alsof Emrys het niet zelf meemaakte. Alsof iemand haar lichaam over had genomen en ze alleen maar kon staren naar het resultaat. Het resultaat was niet min, dat zeker niet. Ze had diep vanbinnen gehoopt dat het gen haar zou muteren, dat ze het zou overleven, alleen had ze die hoop nooit uit durven spreken. Als ze dan uiteindelijk dood zou gaan, dan maakte dat het veel moeilijker om de dood te accepteren. Maar nu? Nu was ze een mutant. Ze kon water naar haar wil buigen, hoewel het momenteel eerder leek alsof het water een eigen wil had, niet die van haar in ieder geval. 
Op een gegeven moment ging de deur open en ze hoorde het geluid wel, maar reageerde er niet op. Het water had haar gedachtes volledig overgenomen. De pijn was weggeëbd, het water bleef. In haar gedachte en in het hok. Emrys staarde voor zich uit, zonder echt te zien wat er aan de hand was. Een hand pakte haar arm vast en ze werd het hok uit gesleurd, geschrokken keek ze op, recht in het gezicht van Uriël. Ze had geen idee wat hij aan het doen was, maar ze voelde langzaam haar lichaam weer terugkeren. De controle over haar ledematen was weer aanwezig. Verbaasd keek ze om zich heen naar al het water dat zich daar verzameld had. Was ze daar echt voor verantwoordelijk? Had zij dit gedaan? Ietwat verward keek ze op toen Uriël weer begon te praten, dus het waren echt haar acties die hiertoe geleid hadden. Of, ja, eigenlijk die van hem, aangezien hij haar in dat hok op had laten sluiten. 
'Hoe erg is het?' Ze wilde weten hoe het huis eraan toe was, zodat ze duidelijk kon maken dat het haar geen zak interesseerde en dat dit precies was wat hij en zijn vervelende broertje verdienden. Als er onschuldige mensen, zoals de slaven of Loué waren omgekomen, dan zou ze daar wel mee zitten. Loué. Dit verklaarde waarom de elektriciteit haar kant op was gekomen en waarom ze daar zo snel weer van genezen was. Als het water inderdaad haar mutatie was, dan kon dit nog een heel leuk verhaal worden. Uriël was namelijk bestand tegen kogels en messen, niemand ging haar stoppen als ze hem wilde verdrinken. Dat was niet iets waar een lichaam zichzelf tegen kon beschermen. Het enige probleem in dit plan was dat ze dan controle over de mutatie moest hebben, iets wat momenteel niet het geval was. 
'Train me,' ze stond op en zocht steun bij de muur, haar lichaam was nog niet helemaal van de schrik bekomen. 'Het maakt niet uit wat ik moet doen, ik wil hier controle over hebben.' Ze wilde in staat zijn om het tegen iedereen te gebruiken die haar dwars zat. Daar kwam nog bij dat ze door het zo te verpakken, kon voorkomen dat Uriël haar weer in dit hok opsloot. Hoewel hij dan eerst de sloten moest vervangen. Dat waren twee vliegen in één klap, ze hoopte alleen dat hij er niet zo makkelijk doorheen keek en er geen misbruik van ging maken. Dat was waarschijnlijk ijdele hoop.

Er waren meerdere waterleidingen gesprongen en overal renden mannen, het halve huis had een laag water op de vloer en het plafond druppelde nog na, maar het trillen van het huis was gestopt en ook de waterleidingen lekten niet meer. Voornamelijk omdat Samaël de mannen had opgedragen om de leidingen dicht te draaien. Dat had geen effect gehad op wat Emrys deed, maar nu zij het water niet meer liet misdragen, stroomde het in ieder geval niet uit de kapotte leidingen. Het was iets. 
Hij was daadwerkelijk heel blij met de twee dames en hun gaves, ze waren zeer destructief en beide heel vernieuwend, maar ze hadden het in dezelfde dag voor elkaar gekregen om delen van hun huis in te laten storten. Loué had gewoon de stroom in een gedeelte van het huis uitgeschakeld, wat niet zo makkelijk meer aan ging, en Emrys had het instorten van het huis zeer letterlijk genomen doordat ze door de muren heen het water alle kanten op liet springen. Leuk, maar onhandig. Het zou heel veel tijd en moeite gaan kosten om de twee dames goed getraind te krijgen en waarschijnlijk zou Uriël of hijzelf er altijd bij aanwezig moeten zijn. Er waren niet genoeg mensen die de twee dames onder controle konden houden of de mutaties uit konden schakelen als het mis ging. Het was zelfs heel gevaarlijk om de twee dames op hetzelfde moment te trainen, aangezien de combinatie van de gaves dodelijk was. Dat waren ze apart al, maar samen werd het nog een heel ander verhaal.
'Meneer!' Een van de mannen kwam zijn kant op gerend, het was de man die hij gestuurd had om voor Loué te zorgen. Het zou toch jammer zijn als ze verdronk net nu ze gemuteerd was. 'Ze is weg, een aantal van de slaven hebben haar in veiligheid gebracht in hun vertrekken.' Heel even werd Samaëls blik een stuk donkerder. De slaven hadden geen toestemming om wat dan ook te doen zonder dat ze daar een bevel toe gekregen hadden, dit was een grove schending, zeker omdat ze Loué uit hun kantoor gehaald moesten hebben. 
'Dat regel ik straks wel, we gaan nu eerst de waterleidingen maken. Bel de klusjesmannen voor zover die nog niet aanwezig zijn, zorg dat er geen water bij elektriciteit kan komen en pak een dweil, ik heb geen zin om de rest van de dag nog door het water te lopen.' Hij was ietwat chagrijnig door de hele situatie. Als Uriël zijn speeltje gewoon onder controle gehad had, of haar in de buurt had gehouden zoals hij met Loué deed voordat haar gave zich liet zien, dan was het nooit zo ver gekomen. Dan was er hooguit één leiding gesprongen, niet vijf, en dan lag er niet door het hele huis een laag water. Fijn dat de meiden gemuteerd waren, iets minder fijn hoe dit alles gegaan was. Zelf liep hij inmiddels richting de vertrekken van de slaven, hij moest even duidelijk maken dat dit niet binnen hun takenpakket lag. 
Demish
Internationale ster



De vrouwen hadden haar zo goed mogelijk geholpen als dat ze hadden gekund. Blijkbaar hadden hun vertrekken een verdieping hoger gezeten, waar het water nog niet al te veel schade had gedaan. De trap op was een hel geweest, maar Loué had geweten dat ze geen andere keuze had gehad. Daarnaast waren er twee vrouwen geweest die haar zo goed mogelijk hadden ondersteund en haar hadden geprobeerd af te leiden van de pijn. Uiteindelijk waren ze in een grote ruimte gekomen, waar meerdere bedden in stonden. Hier en daar lag lingerie of stond er make-up. Toen ze haar op het bed neer hadden gelegd, had Loué de vrouwen pas echt goed kunnen bekijken. De blauwe plekken op hun lichamen, de schaarse kleding. Dit moesten haast wel de slaven zijn waar Samaël het over had gehad.
‘Ze zijn altijd streng voor de nieuwe,’ merkte een vrouw op, die bij haar op bed was komen zitten. Ze had Loué haar haren in een staart gebonden, weg van haar rug zodat ze niet zouden blijven plakken. ‘Al lijkt het er wel op dat je behoorlijk wat hebt geflikt om meteen al zo toegetakeld te worden.’
‘Breek me de bek niet open,’ mompelde Loué. Ze wist dat wat ze had gedaan fout was geweest. Als iemand haar mannen aan had gevallen, had diegene ook een flinke straf ontvangen. Dat maakte het echter niet veel beter. Misschien wel erger, omdat ze precies begreep hoe Samaël handelde en ze vond het verschrikkelijk dat ze iemand zo fucked up als hem kon begrijpen.
‘Was het soms je eerste keer? Stribbelde je daarom zo tegen?’ Verward keek Loué op naar de vrouw. Ze snapte niet goed waar ze het over had. Ze dacht toch niet ze straf had gekregen omdat ze geen seks had willen hebben met Samaël? ‘Je bent ook nog vrij jong, is het niet? Zeventien, achttien? Veel ouder dan dat kan je niet zijn.’
‘Ik ben niet…’ Loué stopte met praten. Haar leeftijd deed er op dit moment niet toe. Iedereen zag haar als een jonger persoon. Samaël kleineerde haar immers ook. ‘Ik ben hier niet voor dat soort dingen.’ Ze was hier niet om een seksslaaf te zijn, zoals de rest van de vrouwen in deze ruimte. Ze was hier voor iets anders, niet dat ze het daar wel mee eens was. Maar ze was niet zoals de vrouwen hier. 
‘Oh lieverd, maar dat waren we allemaal niet, toen we hier voor het eerst binnen kwamen. Maar neem het maar van mij aan: als je wil voorkomen dat je rug morgen nog meer open ligt dan vandaag, dan kun je ze maar beter geven wat ze willen.’
Loué wilde er net op in gaan, nogmaals benadrukken dat dit niet hetgeen was wat ze hier kwam doen, maar ze werd tegen gehouden door een deur die open vloog. Het was Samaël. De meeste vrouwen leken ineen te krimpen door zijn aanwezigheid. Loué wilde het niet toegeven, maar ook haar lichaam reageerde nu al zo op het zien van hem. 

Uriël dacht dat hij haar verkeerd had verstaan, of dat ze plotseling in een waan terecht was gekomen, waardoor ze niet meer wist wat ze allemaal aan het zeggen was. Ze had het echter echt gezegd. Ze had aan hem gevraagd om haar te trainen. Ze had gezien wat haar gave kon doen en ondanks dat ze het verschrikkelijk vond, zag hij ook een twinkeling in haar ogen. Een teken van macht, van het feit dat ze onder de indruk was over hetgeen wat ze zojuist had gedaan. Hij geloofde haar, dat ze er controle over wilde dan. Hij wist niet of hij haar ook voor de volle honderd procent moest vertrouwen. Waarschijnlijk niet. Ze had hier vast haar eigen ideeën bij. Haar redenen om nu hier om te vragen.
‘Zo makkelijk gaat het natuurlijk niet, Emmy.’ Hij zou haar wel een training toezeggen. Natuurlijk. Hij wilde niet dat dit nog eens zou gebeuren. Dat zijn huis nog meer waterschade op zou lopen door hetgeen wat Emrys kon. Ze moest er controle over zien te krijgen. Nu hadden ze wel mensen die anderen trainden, maar elke gave was uniek en lang niet alles was even bekend, of even gemakkelijk onder controle te houden. Zeker iets zoals dit niet. 
‘De enige reden dat je nu bent gestopt, kwam door mij. Als ik niet in had gegrepen, dan had je ons allemaal laten verdrinken. Dus als je een training wil, dan krijg je er één van mij. Zodat ik ten alle tijden in kan grijpen als het mis dreigt te gaan. En dat kan ik veel verschillende manieren doen. Zojuist was ik nog heel erg lief voor je. Ik had het ook anders aan kunnen pakken, maar dan waren we dit gesprek nu niet aan het voeren.’ Hij had zijn gave niet hoeven te gebruiken. Hij had haar hoofd ook tegen de muur aan kunnen duwen en dan was ze vanzelf ook wel opgehouden.
‘En ik verwacht dat als ik iemand train, diegene altijd naar mij luistert. Voor alles. Ik duld geen tegenspraak.’ Elke opdracht die hij haar zou geven, zou ze uitvoeren. Elke vraag die hij haar zou stellen, zou ze beantwoorden. Ze zou hem niks meer mogen weigeren, als ze echt haar gave onder controle wilde houden en wilde leren. Dat waren de voorwaarden van zijn training. 
‘En je zegt nu dat het je niks uitmaakt, Emrys. Maar onthoud dit: alles wat ik van je vraag, dat doe je. Alles wat ik tegen je zeg, daar reageer je op. Waag je het om je gave tegen mij te gebruiken, of tegen ander, tenzij ik dat van je vraag, dan zal er een grote straf op komen te staan. Eentje die dit kleine kamertje op een fucking paleis zal laten lijken als je er eenmaal in zit, begrijp je me? Ik zal je trainen, maar alleen als ik merk dat je je aan alles houdt wat ik van je vraag. Zo niet, dan stopt de training en dan beëindigen we hoogst waarschijnlijk jouw leven, mochten de andere straffen geen effect hebben. Begrepen?’
Anoniem
Wereldberoemd



Heel even keek hij haar aan alsof ze gek geworden was, maar die blik verscheen al snel. Eerlijk gezegd snapte Emrys niet eens waarom hij zo gekeken had in de eerste plaats, hij refereerde naar zijn eigen mutatie en die van zijn broertje als gaves, dan begreep hij toch wel dat er een zekere mate van macht zat in die gave wat mensen aantrok? Ze vond het fantastisch wat ze met het huis gedaan had, zelfs al had ze dat niet zelf gedaan. Ze wilde juist in staat zijn om te beslissen wat haar gave deed, zodat ze het uiteindelijk tegen Uriël kon gebruiken. Hij zou daar niet blij van worden, zij werd echter niet bepaald blij van zijn aanwezigheid, of van het verkrachten of opsluiten, dus zijn gekwetste gevoelens kwamen in dit geval op de tweede plaats. 
'Ik heb met niemand vrijwillig seks,' het was het enige dat ze niet zou doen, dat ze niet toe zou zeggen. Hij wilde dat ze alles deed wat hij van haar vroeg, wanneer hij het vroeg. 'Verder ben ik bereid alles te doen om die training te krijgen.' Ze had wel meer eisen die ze toe wilde voegen, maar ze wist dat ze hem toch niet zover zou krijgen om daarin mee te gaan. Seks was het enige dat ze niet zou doen. Als dat betekende dat hij haar niet wilde trainen, dan was het maar zo. Ze wist van zichzelf dat het haar nooit zou lukken om vrijwillig seks met hem, of met zijn mannen, te hebben. Dat ging een stap te ver, dat was een grens die ze niet ging overschrijden. Niet eens om haar mutatie onder controle te houden. Dan werd ze maar een losgeslagen projectiel dat Uriël continue in de gaten moest houden, niet haar probleem. Wel haar probleem dat het waarschijnlijk heel pijnlijk zou zijn, de man voor haar kennende, maar dat werd het met training ook. 
Ergens was ze wel verbaasd dat Uriël haar zelf wilde gaan trainen. Ze had gedacht dat hij daar wel mensen voor zou hebben, schijnbaar had ze zich daarin vergist. Zelfs als hij daar mensen voor had, dan waren er nog steeds genoeg redenen dat hij het zelf wilde doen. Ze was van het begin af aan zijn project al geweest, er kon een zekere mate van trots bij komen dat hij haar gecreëerd had. Of hij vertrouwde zijn mannen gewoon niet als het op haar aankwam. Immers had ze al laten zien dat ze slim genoeg was om hen te verwonden, laat staan als ze dit deed met een mutatie achter de hand.
'En wat als ik het niet onder controle heb? Straf je me daar dan voor?' Hij had het over straffen, over haar vermoorden, maar ze had geen flauw benul hoe ze iets met die gave moest doen. Als hij haar zei de ene persoon te vermoorden en het water ging de andere kant op omdat ze de controle mistte, was dat dan haar schuld? 

Het was niet moeilijk om te bedenken waar de slaven Loué heen hadden gebracht. Er waren maar een paar plaatsen waar de slaven konden slapen en als ze dachten dat Loué een slaaf was, dan hadden ze haar daarheen gebracht. Waarschijnlijk naar de grootste ruimte, met die rug zou ze wel wat ruimte en bedden nodig hebben om fatsoenlijk ergens te kunnen liggen. 
Eenmaal boven gooide hij de deur open en leunde tegen de opening. Loué was inderdaad in de kamer die hij gekozen had, ze lag op een van de bedden en er waren meerdere slaven in de ruimte aanwezig. Die zaten vrijwel meteen in alle hoeken van de kamer toen hij binnen kwam. Het gebeurde zelden dat Samaël hier kwam. Zijn broer was er af en toe aangezien die er gewoon meer van hield om vrouwen te verkrachten, maar hij kwam er bijna nooit. Niet voor fysieke pleziertjes tenminste. Hij maakte nog wel eens gebruik van de slaven op een andere manier, als hij zich verveelde. 
'Goed om te zien dat je niet verdronken bent, hoewel je dat ook niet was als je gewoon was blijven liggen. Het is zo jammer dat je niet gewoon af en toe kan doen wat er van je verwacht wordt, Loué, ik had je echt intelligenter ingeschat.' Hij gebaarde naar een van de vrouwen, die heel voorzichtig naar voren kwam. Ze was doodsbang van hem, maar wist ook dat het veel erger zou worden als ze weigerde naar zijn bevel te luisteren. 'Ik had je verteld wat ik met je mannen zou doen, als ze voor je zouden komen, toch? Wil je zien hoe dat eruit ziet? Hoe jij eruit ziet als je lieve opa je uit de organisatie gooit?' De bekende zwarte waas kwam over zijn ogen te liggen, terwijl hij de vrouw blootstelde aan haar ergste angsten. De vrouw was al veel te vaak blootgesteld aan zijn gave, hij wist dat en daarom had hij haar ook uitgekozen, het zorgde ervoor dat ze veel eerder aan een hartaanval zou sterven dan iemand die er nog nooit mee in aanraking was gekomen. 
Ze stond doodstil, alsof ze niet meer in deze wereld was, maar haar ogen bewogen nog wel. De angst was duidelijk zichtbaar in haar ogen, alsof ze weg probeerde te komen uit een nachtmerrie, maar ze zat gevangen in Samaël zijn klauwen. 
'Het is niet omdat ik meestal liever ben dan mijn broer, dat je alles kan flikken, Loué. Ik houd er niet van om je fysiek pijn te doen, dat is niet mijn ding, maar je zal beter moeten luisteren of dit gaat zo niet langer. Als jij niet luistert, dan zal ik je mannen hierheen gaan halen, zodat je kan zien wat hun angsten zijn. Geen zorgen, ik zal je in geuren en kleuren vertellen waar ze daadwerkelijk bang voor zijn. Lijkt dat je wat?' Hij keek naar Loué, maar hij was nog niet klaar met de vrouw in het midden van de kamer. Zij bleef gevangen in haar eigen nachtmerrie.
Demish
Internationale ster



Het zou makkelijker zijn geweest als Loué hier een aantal dagen had kunnen verblijven. Als ze zich had kunnen verstoppen voor Sam door te doen alsof ze hier thuishoorde. Er was dan wel het risico geweest dat iemand haar van het bed had gesleurd om haar te verkrachten, maar ze had gehoopt dat haar bloedende rug de mannen af zou schrikken. Jammer genoeg was Samaël meteen naar haar opzoek gegaan en had hij haar gevonden. Ze wist niet hoe hij dat zo snel had gedaan. Alsof hij haar ook nog eens gechipt had, waardoor hij altijd kon zien waar ze was.
Loué had nog niet gezien hoe de gave van Samaël werkte. Ze had hem wel meegemaakt, ze had in haar angsten geleefd en het was verschrikkelijk geweest, maar ze had niet gezien hoe het er voor omstanders uit had gezien. Ondanks dat het lang niet zo erg kon zijn als wat de vrouw nu door moest maken, voelde Loué haar eigen maag omdraaien. Al was het maar omdat ze er aan herinnerd werd hoe verschrikkelijk zij zich had gevoeld door de angsten die Sam in haar hoofd had gestopt. Het was een afgrijselijk gezicht, om iemand zo versteend te zien staan, maar wel de angst in hun ogen te zien en de lijkwitte kleur te zien verspreiden over hun gelaatstrekken.
Loué wilde in protest gaan. Hem vertellen dat zij onmogelijk had kunnen weten hoe serieus de situatie was geweest. Zoals het er nu naar uit had gezien, was ze inderdaad niet verdronken als ze was blijven liggen. Hoe had zij dat echter moeten weten? Ze had niet kunnen voorspellen hoeveel water er was geweest en hoe snel het zou stromen. Samaël had haar aan haar lot over gelaten en ze was bang geweest. Zo bang dat de vrouwen hadden besloten om haar te helpen, omdat ze haar hadden gezien als één van hen. Dat was ze niet, maar ze had de hulp aangenomen. En dat kwam hen nu duur te staan.
‘Ik heb je al mijn woord gegeven. Ik zal naar je luisteren!’ Dat had ze deze ochtend nog tegen hem gezegd. Ze had beloofd te luisteren, nadat hij haar zo had toegetakeld. Ze zou hem niet meer tegenspreken. Daarom had ze al haar voorgaande woorden ook ingeslikt en herhaalde ze het opnieuw. Ze zou naar hem luisteren, om haarzelf de pijn te besparen en om een beter plan te bedenken. Een plan waardoor zij en Emrys zouden kunnen ontsnappen.

Uriël trainde mensen nauwelijks. Daarvoor hadden ze anderen ingehuurd. Er waren maar een aantal mensen die hij zelf had getraind en hij zou Emrys toevoegen aan het lijstje. Hij vertrouwde een ander niet met haar. Daarnaast was haar gave ontzettend gevaarlijk. Het bewijs daarvan druppelde nog van zijn broekspijpen. Hij was de enige die nog enigszins controle over haar zou hebben. Hij wist echter ook al hoe hij haar zou gaan trainen. Voor iedere misstap die ze maakte, voor iedere keer dat ze het niet onder controle wist te houden, zou hij haar een externe prikkel geven. Een Positieve straf, zoals dat ook wel werd genoemd. Op die manier zou haar lichaam leren te reageren zoals Uriël dat wilde.
‘Gelukkig voor mij hoeft dat ook niet altijd vrijwillig te zijn.’ Als hij echt seks wilde met Emrys, dan zou hij dat wel voor elkaar krijgen. Zij hoefde dat niet te willen. Nu moest hij zeggen dat hij voor de komende paar dagen wel over Emrys heen was, maar wie weet zou zijn lichaam wel weer behoefte hebben aan haar, na een tijdje. Hij had genoeg andere vrouwen tot zijn beschikking. Hij kon echter niet zeggen dat zijn mannen geen behoefte hadden aan de ijzige ogen van Emrys, aangezien ook zijn mannen er wel een handje naar hadden om te genieten van gedwongen seks.
‘Dat ligt er maar net aan. Of ik het idee heb dat je het écht niet onder controle hebt, of dat je maar doet alsof. Want we weten allebei dat je heel erg goed bent in het acteren, zeker tegenover mijn mannen. Maar mij krijg je niet zo ver. Dus als ik merk dat je je gave wel degelijk onder controle kan houden en je flikt me wat, dan zal je ook een straf mogen ontvangen, ja.’ Hij kende Emrys ondertussen goed genoeg om te weten dat ze een spelletje kon spelen. Ze zou kunnen doen alsof ze het niet onder controle had, maar ondertussen zou ze zich voor kunnen bereiden op een aanval. Gelukkig voor Uriël kon hij haar gave altijd blokkeren, zodat hij zichzelf zou kunnen beschermen.
‘We beginnen vanavond met trainen, misschien morgen. Dat ligt aan de schade die je hebt veroorzaakt. Mochten we nog genoeg benodigdheden hebben, dan vanavond. Je zal vanzelf wel zien hoe laat, maar zorg dat je ergens wat te eten haalt. Want trainen op een lege maag gaat ontzettend naar worden en ik hoef niet nog een keer al dat kots aan je lippen te zien.’
Anoniem
Wereldberoemd



Het begon buiten al donker te worden en ze wist niet zeker of Uriël nog met haar wilde trainen deze avond, maar Emrys had het zichzelf gemakkelijk gemaakt op een van de banken die ze had kunnen vinden. Ze bevond zich in een van de huiskamers die nog redelijk droog gebleven was, waardoor er ook bijna geen mannen langs kwamen. Af en toe waren ze er wel en ze zag dat ze haar in de gaten hielden, maar het interesseerde haar vrij weinig. Emrys keek gewoon vals terug en dan lieten ze haar wel met rust. Iedereen wist dat ze Uriëls speeltje was én dat ze al iemand neer had gestoken die haar had aangeraakt. Gelukkig was nog niet algemeen bekend dat ze een afspraak met Uriël had gemaakt en dat ze zijn mannen geen pijn meer mocht doen, niet als ze zich aan die afspraak wilde houden. Daarentegen was er niets gezegd over de mannen ontlopen. 
Ze zat in kleermakerszit op de bank met een flinke fruitschaal op haar schoot. Het was vrij lang geleden dat ze iets fatsoenlijks gegeten had, in het busje had ze niet echt veel te eten gekregen en van Uriël had ze helemaal nooit iets gehad. Het enige dat ze had gegeten, waren de groenten van Loué, maar dat was ook niet heel veel geweest. Dus toen ze een vrijbrief had gekregen om eten te gaan halen, had ze daar gebruik van gemaakt. Het fruit dat ze nu op haar schoot had, was gewoon extra. Fruit was altijd goed. Als avondeten had ze vlees op, veel vlees. Haar lichaam voelde meteen een stuk beter, zelfs al was het heel onrustig. Sinds Uriël haar gave onderdrukt had, wist ze niet zeker of hij het terug had gegeven. Zowel het hebben als het niet hebben van de gave kon haar onrustig maken. Ze wist heel goed wat er gebeurd was toen ze er geen controle over had, maar het helemaal niet hebben, was net zo vervelend.
Een van de appels vond zijn weg naar haar hand en ze begon het stuk fruit te schillen. Het waren groene appels, niet haar favorieten, maar ze zou het ermee doen. Ze had alleen geen zin in de schil. Die was veel te zuur voor haar smaak. Bovendien at het makkelijker als de appel eenmaal geschild was en in stukjes. Dan droop al dat sap niet alle kanten op. Het was maar waar je je druk om kon maken. Ze had echter niets anders om zich momenteel mee bezig te houden. Hoewel Uriël het niet expliciet gezegd had, was het wel duidelijk dat ze zich moest gaan gedragen en dat was niet bepaald de sterkste kant van haar persoonlijkheid. Op een of andere manier wist Emrys zich namelijk altijd in de nesten te werken. Door de Carnefice broers ontvoerd worden was misschien niet haar eigen schuld, maar veel van de dingen die in haar leven gebeurd waren, waren dat wel. Hoe ze hier behandeld werd, was ook haar eigen schuld. Ze had die man niet neer hoeven steken wat resulteerde in verkrachting en opsluiting, maar ze wilde hem zo graag pijn doen. Dat was het probleem. Als ze iets wilde, dan deed ze alles om dat te krijgen. Goed of slecht. Ze wist alleen nog niet zeker of ze blij ging worden van haar deal met Uriël, hoe graag ze haar mutatie ook onder controle wilde leren houden.
Demish
Internationale ster



De rest van de dag waren zijn mannen druk in de weer geweest met het huis en de schade die Emrys had veroorzaakt. Uriël had zich terug getrokken in zijn eigen kantoor, weg van al het gedoe en de drukte. Hij wist dat hij het aan zijn mannen over kon laten om er voor te zorgen dat het huis wel weer op zou worden geknapt. Hij had genoeg andere zorgen, en daarbij ook een hoofdpijn die Emrys had veroorzaakt door haar vele gedoe. Gelukkig had hij daar weinig last van gehad, want hij had zich gefocust op hetgeen wat nog allemaal had moeten gebeuren, waaronder het samenstellen van een training voor Emrys.
Hij was nagegaan hoe ze anderen hadden getraind met een soortgelijke gave. Water kunnen sturen, want dat was in feite wat Emrys kon doen als ze er meer controle over zou hebben, was iets unieks. Uriël had nog nooit zoiets gezien. Hij was er vanuit gegaan dat hij water tot zijn beschikking zou moeten hebben, maar niet teveel. En het was belangrijk dat ze haar energie zou focussen op het kleine beetje water, en niet op het water dat door de leidingen van het huis stroomde. Hoe Uri dat moest beperken, dat wist hij nog niet. Hij had Emrys echter al laten weten dat hij haar zou stoppen als het te ver zou gaan.
Ondertussen was het avond. Hij had zijn taken voor de dag afgerond en had gegeten. Hij had nog kort met zijn broer gesproken, die hem het verhaal had verteld over de slaven. Blijkbaar hadden ze Loué gevonden en gedacht dat zij een nieuw onderdeel zou worden van hun groep, waardoor ze haar hadden meegenomen naar hun vertrekken. Daar was Sam alles behalve blij mee geweest, maar door die gebeurtenis leek hij zijn eigen dametje wel onder controle te hebben. Precies zoals hij dat graag zag. Uriël had zijn broer niet verteld over wat hij precies van plan was met Emrys. Hij had enkel vermeld dat hij haar zou gaan trainen.
Uri had iemand twee emmers met water laten halen. Zodra die waren gearriveerd, had hij ze meegenomen naar de ruimte waar hij met Emrys zou trainen. Het was een ruimte hoger in het huis, waar volgens de blauwdrukken minder leidingen waren. Zo was er weinig kans dat Emrys nog meer schade zou kunnen veroorzaken.
‘Haal Emrys. Ik wil beginnen met de training. Ik denk dat één man genoeg moet zijn, als ze zich aan de afspraak haalt. Maar ga voor de zekerheid maar met z’n tweetjes.’ Hij wilde niet het risico lopen dat hij haar meteen teveel vertrouwen zou schenken. Ze was immers behoorlijk gevaarlijk. Ze hadden dan wel een deal, maar dat betekende niet dat ze zich daar ook aan zou houden.  
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste