Daynty schreef:
Kristine
Het was niet moeilijk om aan te wijzen wie de twee haantjes in de ruimte waren. Net nu Kristian zijn autoritaire houding iets had laten varen - nog wel na morrend over dat Jess Isme en Kristine beter niet verkeerd ingeschat had - begon Aleksei bevelen uit te delen. Hij droeg Jess op om spullen te zoeken om Kristians wond mee te verbinden en suggereerde dat iedereen er baat bij had als ze niets stoms zouden proberen. De manier waarop de orders doeltreffend over zijn lippen kwamen, vertelde Kristine dat het hem niet onbekend was om bevelen uit te delen. Het verklaarde waarom hij lichtelijk verbaasd en een tikkeltje geërgerd had gekeken toen ze hem boven bevelen uit had gedeeld. Hij was het waarschijnlijk niet gewend.
Kristine haar blik kruiste met die van Jess, die haar met een mengeling van aarzeling en frustratie aankeek. Alles aan haar houding liet blijken dat ze ongelooflijk graag met Kristine wilde bijpraten nu, maar ondanks dat Kristine hem nog nauwelijks kende, leek Aleksei haar net zomin als Kristian een persoon bij wie het verstandig was om tegen zijn bevelen in te gaan.
‘Je weet best dat onze pijnstillers op zijn’, antwoordde Kristian een tikkeltje geprikkeld op Aleksei’s gezucht, terwijl hij zich op één van de houten stoelen aan de keukentafel neer liet zakken. Meteen veerde Kristine op.
‘Wij hebben pijnstillers. Ze liggen boven in mijn rugtas, ik loop wel mee met Jess.’
Ze draaide zich om richting de trap toen een hand om haar pols haar staande hield.
‘Ga je ze serieus onze medicijnen geven?’ Het was Isme die zich naar haar toe had gebogen en haar met opgetrokken wenkbrauwen aankeek.
Kristine trok haar hand los. ‘Ze doorzoeken onze spullen anders toch wel. En we kunnen ze beter te vriend houden, denk je niet?’ Voor Isme met een nieuw protest kon komen, stapte ze voor Jess uit de trap op. Het was niet nodig om haast te maken, maar toch begaf Kristine zich met een paar grote stappen naar boven. Ze wierp een schichtige blik over haar schouder - Jess was nog maar halverwege de trap - alvorens zich te bukken en vlug het pistool dat bovenaan de trap lag op te pakken en onder haar shirt te verstoppen. Het was niet dat ze Jess niet vertrouwde, de mannen waren het probleem.
‘Ik kan nog steeds niet geloven dat jij het echt bent’, glimlachte Jess zodra zij ook boven in de gang stond.
‘Ik ook niet.’ Kristine drukte een lok haar terug achter haar oor en lachte kort. ‘Ik had niet gedacht dat ik ooit nog iemand zou zien die ik kende. Hoe heb je het volgehouden de afgelopen twee jaar?’
Terwijl ze verder de gang op liep, naar de kamer waar haar spullen lagen, hoorde ze Jess achter haar zachtjes zuchten.
‘Dat vraag ik me soms ook af’, antwoordde ze. ‘Vooral geluk, denk ik. En zonder Kristian en Aleksei zou ik allang dood zijn geweest. Ik kwam ze al redelijk snel na de uitbraak tegen, godzijdank.’
Kristine knikte langzaam. Voor haar was het niet veel anders - overleven was een opeenstapeling geweest van geluk hebben en anderen tegenkomen met wie ze een groepje kon vormen. Het terugdenken aan het moment van de uitbraak, deed iets anders bij haar te binnen schieten.
‘Asgar. Waar was hij toen de uitbraak begon?’ Het was een vraag die haar al twee jaar lang achtervolgde, iedere keer als ze het logboek in haar tas zag. De laatste woorden van zijn telefoontje, warrig en onsamenhangend, stonden zelfs na al die maanden nog helder in haar geheugen geprent. Hoe bang hij had geklonken, de paniek in zijn stem.
Het bleef te lang stil.
Kristine bleef staan in de deuropening van de slaapkamer en draaide zich om. ‘Jess?’
De brunette schudde zachtjes haar hoofd. ‘Hij leeft niet meer. Hij… Hij is vermoord, Stine, twee dagen voor de uitbraak.’
Een moment lang kon Kristine alleen maar verbijsterd staren naar de dame voor haar. Asgar was vermoord? Door wie? Waarom? Voor ze ernaar kon vragen, klonk een stel zware voetstappen op de trap. Geërgerd keek ze op, waarna ze knikte naar de openstaande deur aan de andere kant van de gang.
‘Daar zijn kleren te vinden en in de badkamer daar -’ Ze wees naar een andere deur, ‘- staat misschien wel iets van ontsmettingsmiddel.’ Kristine dook snel de slaapkamer in waar haar spullen lagen, zodat wie van de twee heren ook naar boven kwam geen kruisverhoor zou starten over waar ze met Jess over gepraat had. Waarom waren ze ook zo wantrouwig? Dat was misschien een beetje een retorische vraag, bedacht ze zich, terwijl ze het koele materiaal van het pistool tegen haar buik voelde drukken. Ze trok haar rugtas van de grond en ritste het vakje open waar de pijnstillers zaten.
@princesstupid
Kristine
Het was niet moeilijk om aan te wijzen wie de twee haantjes in de ruimte waren. Net nu Kristian zijn autoritaire houding iets had laten varen - nog wel na morrend over dat Jess Isme en Kristine beter niet verkeerd ingeschat had - begon Aleksei bevelen uit te delen. Hij droeg Jess op om spullen te zoeken om Kristians wond mee te verbinden en suggereerde dat iedereen er baat bij had als ze niets stoms zouden proberen. De manier waarop de orders doeltreffend over zijn lippen kwamen, vertelde Kristine dat het hem niet onbekend was om bevelen uit te delen. Het verklaarde waarom hij lichtelijk verbaasd en een tikkeltje geërgerd had gekeken toen ze hem boven bevelen uit had gedeeld. Hij was het waarschijnlijk niet gewend.
Kristine haar blik kruiste met die van Jess, die haar met een mengeling van aarzeling en frustratie aankeek. Alles aan haar houding liet blijken dat ze ongelooflijk graag met Kristine wilde bijpraten nu, maar ondanks dat Kristine hem nog nauwelijks kende, leek Aleksei haar net zomin als Kristian een persoon bij wie het verstandig was om tegen zijn bevelen in te gaan.
‘Je weet best dat onze pijnstillers op zijn’, antwoordde Kristian een tikkeltje geprikkeld op Aleksei’s gezucht, terwijl hij zich op één van de houten stoelen aan de keukentafel neer liet zakken. Meteen veerde Kristine op.
‘Wij hebben pijnstillers. Ze liggen boven in mijn rugtas, ik loop wel mee met Jess.’
Ze draaide zich om richting de trap toen een hand om haar pols haar staande hield.
‘Ga je ze serieus onze medicijnen geven?’ Het was Isme die zich naar haar toe had gebogen en haar met opgetrokken wenkbrauwen aankeek.
Kristine trok haar hand los. ‘Ze doorzoeken onze spullen anders toch wel. En we kunnen ze beter te vriend houden, denk je niet?’ Voor Isme met een nieuw protest kon komen, stapte ze voor Jess uit de trap op. Het was niet nodig om haast te maken, maar toch begaf Kristine zich met een paar grote stappen naar boven. Ze wierp een schichtige blik over haar schouder - Jess was nog maar halverwege de trap - alvorens zich te bukken en vlug het pistool dat bovenaan de trap lag op te pakken en onder haar shirt te verstoppen. Het was niet dat ze Jess niet vertrouwde, de mannen waren het probleem.
‘Ik kan nog steeds niet geloven dat jij het echt bent’, glimlachte Jess zodra zij ook boven in de gang stond.
‘Ik ook niet.’ Kristine drukte een lok haar terug achter haar oor en lachte kort. ‘Ik had niet gedacht dat ik ooit nog iemand zou zien die ik kende. Hoe heb je het volgehouden de afgelopen twee jaar?’
Terwijl ze verder de gang op liep, naar de kamer waar haar spullen lagen, hoorde ze Jess achter haar zachtjes zuchten.
‘Dat vraag ik me soms ook af’, antwoordde ze. ‘Vooral geluk, denk ik. En zonder Kristian en Aleksei zou ik allang dood zijn geweest. Ik kwam ze al redelijk snel na de uitbraak tegen, godzijdank.’
Kristine knikte langzaam. Voor haar was het niet veel anders - overleven was een opeenstapeling geweest van geluk hebben en anderen tegenkomen met wie ze een groepje kon vormen. Het terugdenken aan het moment van de uitbraak, deed iets anders bij haar te binnen schieten.
‘Asgar. Waar was hij toen de uitbraak begon?’ Het was een vraag die haar al twee jaar lang achtervolgde, iedere keer als ze het logboek in haar tas zag. De laatste woorden van zijn telefoontje, warrig en onsamenhangend, stonden zelfs na al die maanden nog helder in haar geheugen geprent. Hoe bang hij had geklonken, de paniek in zijn stem.
Het bleef te lang stil.
Kristine bleef staan in de deuropening van de slaapkamer en draaide zich om. ‘Jess?’
De brunette schudde zachtjes haar hoofd. ‘Hij leeft niet meer. Hij… Hij is vermoord, Stine, twee dagen voor de uitbraak.’
Een moment lang kon Kristine alleen maar verbijsterd staren naar de dame voor haar. Asgar was vermoord? Door wie? Waarom? Voor ze ernaar kon vragen, klonk een stel zware voetstappen op de trap. Geërgerd keek ze op, waarna ze knikte naar de openstaande deur aan de andere kant van de gang.
‘Daar zijn kleren te vinden en in de badkamer daar -’ Ze wees naar een andere deur, ‘- staat misschien wel iets van ontsmettingsmiddel.’ Kristine dook snel de slaapkamer in waar haar spullen lagen, zodat wie van de twee heren ook naar boven kwam geen kruisverhoor zou starten over waar ze met Jess over gepraat had. Waarom waren ze ook zo wantrouwig? Dat was misschien een beetje een retorische vraag, bedacht ze zich, terwijl ze het koele materiaal van het pistool tegen haar buik voelde drukken. Ze trok haar rugtas van de grond en ritste het vakje open waar de pijnstillers zaten.
@princesstupid