Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
9 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina:
O// Florence
Anoniem
Wereldberoemd



Inmiddels lag Emrys languit op de bank. Ze wist niet zo goed wat ze anders moest doen, de fruitschaal had ze immers al half leeg gegeten en haar maag kon echt niet nog meer fruit verdragen. Uriël had gezegd dat hij haar vandaag of morgen zou gaan trainen, het kon dus zomaar voorkomen dat ze de rest van de avond niets te doen had en zelfs ergens een slaapplaats moest vinden. Waarschijnlijk zou ze gewoon op deze bank gaan slapen. Er kwam bijna niemand langs en ze wist niet zo goed waar ze anders heen zou moeten. Als ze zich aan de afspraak hield, betekende dat dat ze geen problemen mocht veroorzaken en dat ze zeker niemand aan mocht vallen zoals ze de vorige keer deed toen ze het huis ging ontdekken. Dat was de grootste reden dat ze hier bleef. Als ze nu in de problemen kwam, dan zou ze helemaal ruzie hebben met Uriël en dat probeerde ze uit te stellen. Uitstellen, niet voorkomen. Ze kende haar karakter goed genoeg om te weten dat het uiteindelijk toch weer fout  zou gaan tussen de man en haarzelf. Niets aan te doen helaas.
Op een gegeven moment kwamen er twee mannen de kamer binnen, Emrys besteedde vrij weinig aandacht aan ze, tot een van de twee haar arm greep en haar van de bank af sleurde. 
'Hey!' Chagrijnig keek ze de man aan, er was alleen vrij weinig tijd om hem duidelijk te maken dat ze hier niet van gediend was. Hij begon al te lopen en sleurde haar gewoon mee de kamer uit. 'Ik heb zelf benen hoor, ik weet niet of je zicht goed genoeg is om dat te zien!' Ze snauwde de woorden naar hem toe, maar hield hem niet tegen en probeerde haar arm ook niet los te krijgen. De man weigerde tegen haar  te praten en de manier waarop hij haar meenam, liet haar denken dat hij niet degene was die dit besluit genomen had. Als ze nu al de man een klap zou verkopen, werd Uriël echt pisnijdig. Waarschijnlijk. Zo goed kende ze de Carnefice broers niet, maar ze kwamen niet bepaald over als redelijke mensen. 
Na nog een paar trappen gehad te hebben, kwamen ze in een open ruimte waar, inderdaad, Uriël aanwezig was. De man die haar vast had gehouden, gaf haar een harde duw naar voren, maar ze wist zich nog net staande te houden. De mannen verlieten de ruimte net zo snel als ze gekomen waren. Interessant. Ze was dus niet de enige die Uriëls woede liever niet meemaakte. 
'Voor het geval dat je het je afvroeg, ik deed niets,' en dat was de waarheid. Emrys ging er niet vanuit dat hij het zich afvroeg, maar je wist maar nooit. Er kon altijd nog een deel van hem zijn dat geloofde dat ze de afspraak niet meteen zou verpesten.
Demish
Internationale ster



‘Het maakt me niet uit wat je wel of niet hebt gedaan net,’ zei Uriël enkel. Als ze dacht dat hij haar niet in de gaten had gehouden, dan had ze het mis. Er hingen camera’s door het gehele huis en zo nu en dan had hij haar bekeken via zijn computer. Ze had niet veel gedaan. Ze was in de kamer gebleven die ze had gevonden, ze had wat gegeten, maar meer ook niet. Tot nu toe leek ze zich aan hun afspraak te houden. De afspraak bestond echter nog maar een paar uur, dus hij wilde ook niet te vroeg juichen. ‘Je bent hier om te trainen.’
Uriël knikte naar de twee emmers water. Hij had besloten dat ze rustig zouden beginnen. Vandaag was haar gave tot uitging gekomen door haar angst. Ze had zich opgesloten gevoeld, alleen. Ze was in paniek geraakt en daardoor waren de leidingen gesprongen. Het was ontzettend gevaarlijk als een gave zich op die manier kon uiten, door middel van een emotie. Want emoties had je nooit onder controle. Daarom moesten ze bij het begin beginnen.
‘Ik wil dat je voor de emmer gaat zitten. Je kiest er eentje waar je je op gaat focussen. Dan gaan we proberen om er voor te zorgen dat je het water laat bewegen. Op wat voor een manier je dat doet, maakt me niet uit.’ Het water zou omhoog kunnen komen, misschien zou het wel gaan borrelen of zou er een draaikolk in ontstaan. Alles was mogelijk en het boeide Uriël weinig wat ze precies voor elkaar zou krijgen, als ze hem maar zou laten zien dat ze bereid was om al haar energie hierin te stoppen en naar hem te luisteren. Want alleen dan zouden ze verder kunnen komen. 
Hij wachtte tot Emrys op de grond was gaan zitten en een emmer uit had gekozen. Uriël koos er voor om tegenover haar plaats te nemen op de grond. Hij trok de andere emmer naar zich toe en liet zijn vingers in het water hangen, waarna hij er zachtjes mee rond draaide. ‘Het belangrijkste is dat je onthoud dat jij de controle hebt, Emrys. Het is jouw gave, maar jij bent niet van de gave. Wat er vanmiddag is gebeurd, dat was een moment waarop je de controle verloor. Maar de controle is van jou, zolang je dat zelf ook inziet. Als je er bang voor bent, dat is wanneer het mis gaat.’ Vrouwen waren er snel bang voor. Ze waren bang om een ander pijn te doen, om nogmaals mee te maken wat er al eens was gebeurd als ze de controle hadden verloren. Dat was iets wat ze los moesten laten, wat Emrys los moest laten.
‘Ik wil dat je je inbeeld wat er met het water gaat gebeuren. Je moet het voor je zien, in je hoofd. Je moet er van overtuigd zijn dat het gaat gebeuren, dat het misschien al wel gebeurd is. Het beeld moet zo helder zijn, dat je lichaam aanvoelt dat je het ook echt kan. Wat dat is, dat moet je zelf weten. Maar het visualiseren en het willen, dat is misschien wel het op één na belangrijkste.’ Na de controle houden, natuurlijk. 
Anoniem
Wereldberoemd



Ze had gedacht dat het hem wel uit zou maken, schijnbaar had ze dat verkeerd gedacht. Het maakte hem niets uit. Emrys geloofde er geen zak van. Wat ze wel geloofde was dat het inmiddels menens was en dat ze echt gingen trainen. Ze volgde hem naar de emmers, ging voor eentje zitten en wachtte tot hij dit ook deed. Het was de bedoeling dat ze het water liet bewegen, het maakte hem niet eens uit wat voor beweging dit was. Gewoon bewegen. Dat moest wel lukken. Toch? Ze had geen idee hoe ze dat moest doen, maar als ze al die waterleidingen kon laten springen, dan zou een emmer geen probleem moeten zijn. En anders gooide ze de emmer zelf wel door de kamer heen, dan bewoog het water ook. Ze betwijfelde echter of dat de intentie van Uriël was. 
Aandachtig luisterde ze naar alles wat hij te zeggen had. 'Ik ben er niet bang van en ik denk niet dat mijn gave de controle had toen de waterleidingen sprongen, of toen ik vanochtend opgesloten zat. Of dat ik sneller genees. Het hielp mij op het moment dat ik het nodig had.' Ze had een paar uur gehad om erover na te denken en ze had zich gerealiseerd dat ze echt niet bang was van haar mutatie of van het water. 'En ik ben ook niet bang om mensen iets aan te doen, ik geef niet genoeg om anderen om daar last van te hebben. Dat is iets waar je zelf vast ook bekent mee bent?'
Haar focus ging naar de emmer voor haar. Ze raakte de emmer niet aan, ze staarde gewoon naar het water, probeerde het omhoog te halen. Of te laten trillen. Misschien gewoon een rondje draaien? Er gebeurde niets. Helemaal niets. Verdomme. Dit was haar gave en het zou luisteren naar wat zij wilde. Nogmaals focuste ze haar aandacht op de emmer. Emrys stopte al haar energie, haar wilskracht erin, maar er gebeurde niets. Niets. Dat was het moment dat ze besloot om een ander soort energie te gebruiken. Ze focuste zich op haar woede voor Uriël. De man had haar laten ontvoeren, hij had haar vernederd en verkracht en ze moest nu alles doen wat hij zei, of ze stierf. Hij verdiende het niet om haar wil te bezitten. Het was een arrogante zak die eens moest leren dat hij niet de wereld bezat, dat hij niet de sterkste persoon in de ruimte was. Ze zou beter zijn dan hij was. Haar gave zou die van hem overschaduwen.
Met een klap barstte de tweede emmer uit elkaar. Niet die waar ze op had gefocust, nee, het was de emmer die een meter verderop stond. Verbaasd keek ze tussen de twee emmers heen. 'Waarom klapte die uit elkaar, maar gebeurde er met deze emmer niets?' Haar aandacht ging inmiddels weer naar Uriël, ze snapte niet wat er goed was gegaan bij de ene emmer en fout bij de andere.
Demish
Internationale ster



Een gave in werking zien, dat was iets wat Uriël altijd interessant had gevonden. Bij zijn broertje was het goed zichtbaar. Met name de donkere pupillen. Het gaf meteen aan dat hij het gebruikte. Anderen, zoals hijzelf, konden het behoorlijk goed verbergen. En bij Emrys was het al helemaal opvallend. Zodra het water zou bewegen, er iets zou gebeuren, dan zou dat zichtbaar zijn. Uri hield haar dan ook goed in de gaten, maaar hij zag niks gebeuren.
Wat hij wel zag, was dat het Emrys frustreerde. Ze probeerde het niet aan hem te laten merken, maar hij was erg observerend. Hij zag de kleinste veranderingen in haar blik, of haar gezicht. Al was het maar een fractie van een seconde, de frustratie had hij gezien. Een normaal persoon zou haar waarschijnlijk aanmoedigen en motiveren, maar daar vond hij het nog te vroeg voor. Ze had het nauwelijks geprobeerd. Pas als er echt iets was gebeurd, dan zou hij die kant op gaan. 
Emrys leek zich nu ergens anders op te focussen. Het leek geen effect te hebben op het water voor hen. Plotseling knalde de emmer verderop uiteen, waardoor er een plas van water ontstond en stukken van de emmer door de kamer vlogen. Ondanks dat het iets was, was het vast niet wat Emrys had bedoeld.
‘Je emoties nemen de overhand.’ Hij had het kunnen zien in haar ogen. Ze had aan iets gedacht. Iets wat haar zo intens had laten voelen dat ze op die manier de gave op kon roepen, maar daardoor had ze geen controle over wat de gave precies deed. Emrys had iets met de emmer willen doen die tussen hen in had gestaan, niet die een eindje verderop uit elkaar was gebarsten. Maar haar gave had zich een weg gevonden naar die emmer. Waarom? Omdat het alle vrijheid had gehad, door de emotie die ze had gevoeld.
‘Emoties kunnen een sterke factor zijn bij het gebruiken van een gave. Ze houden je scherp, geven je focus. Maar als je emoties te sterk zijn en je ze niet in de hand hebt, dan kan het de overhand nemen. Bij een normaal persoon, zonder mutatie, is dat al het geval. Bij iemand met een mutatie, en zeker eentje zoals die van jou, is het nog belangrijker dat je je daar bewust van bent. Nu is het een emmer, maar daarnet waren het de leidingen.’ En het zou zo weer kunnen gebeuren. Het enige voordeel was dat ze zich dit keer wel had gefocust op een kleinere oppervlakte en doelbewust iets had willen laten gebeuren. Echter was het bij de verkeerde emmer gebeurd.
‘Je hebt nu gezien wat je kan. Het eindresultaat is er, alleen de weg er naar toe nog niet. Maar dit kun je ook met deze emmer proberen.’ Hij tikte met zijn vingers op de rand van de emmer, die tussen hen in stond. Als ze het met die ander kon, dan ook met deze. En hij zou haar net zolang uitdagen totdat ze het kon. ‘Tenzij je denkt dat je het alleen maar per ongeluk kan doen. Want dan zijn we natuurlijk snel klaar.’
Anoniem
Wereldberoemd



'Vind je het gek met jou tegenover me,' ze sprak niet heel hard, maar Uriël zou het wel kunnen horen. Natuurlijk namen haar emoties de overhand als hij daar zat, het was niet alsof ze zo'n geweldige connectie had met de man voor haar en het was zeker niet alsof hij haar makkelijk weer zou verkrachten als hij daar behoefte aan had. Of dat ze alles moest doen wat hij zei. Ze wist dat hij daar misbruik van zou maken, hij ging dat echt niet alleen gebruiken voor de training, hij zou haar ook allerlei dingen laten doen waar ze absoluut geen zin in had. Ze had toe moeten stemmen, er was geen andere keuze en dat wist ze wel, maar Emrys werd er niet bepaald blij van. 
Het werd tijd voor een andere tactiek. Ze legde haar beide handen in het water en draaide er een beetje in rond. Emrys sloot haar ogen en focuste zich op haar ademhaling. Tijdens training, tijdens sporten, was het belangrijk om de juiste ademhaling te vinden. Gejaagd ademhalen zorgde ervoor dat je al snel geen energie meer had om te sporten, terwijl te langzaam hetzelfde effect had. Diepe ademteugen in, langzaam uit. Het kalmeerde haar. Als ze mannen kon verslaan tijdens kickboksen, dan kon ze ook water laten bewegen. Het was haar gave en ze wilde dat het bewoog. 
Wat Emrys echter niet zag, was dat haar haren langzaam weer wit werden. Sterker nog, ze wist niet eens dat dit gebeurde wanneer ze haar gave gebruikte, aangezien ze het niet gezien had toen Uriël haar opgesloten had. In dat hok was het te donker geweest en daarna had hij het meteen uitgeschakeld. 
Langzaam opende ze haar ogen, die opnieuw felblauw waren, en haalde haar handen uit het water. Het water kwam mee omhoog. Ze hield haar handen een tiental centimeter boven de emmer en het water ging mee omhoog. Het danste om haar handen heen en streelde haar huid af en toe. Ze glimlachte. Het was prachtig. Het water draaide mee met haar handen. Alles ging heel langzaam, maar ze liet het water zweven. Zij deed dit. 
Ze verachtte Uriël voor wat hij was en wat hij met haar had gedaan, maar dit nam ze hem niet kwalijk. 'Dankjewel,' er was nooit iets speciaal aan haar geweest. Er was nooit een reden voor haar om meer te zijn dan zichzelf. Nu was die er wel. Niemand zou haar iets kunnen doen met deze gave. Ja, de Carnefice broertjes, maar daar kon ze mee leven. Zelfs zij zouden haar niet tegen kunnen houden als ze de geesten uit haar verleden op zou zoeken en het hen betaald zette. 
'Als het niet een van jouw mensen is, zou je me dan tegen houden wanneer ik iemand dood wil?' Het water bleef zweven en ze hield haar blik erop gericht. Emrys was bang dat het water zou vallen, als ze besloot om naar Uriël te kijken.
Demish
Internationale ster



Haar haren werden weer wit. Haar ogen weer ijsblauw. Net zoals de staat waarin hij haar had gevonden in de kleine kast, waar het water haar te hulp was geschoten. Emrys leek zich niet bewust te zijn van deze verandering. Voor hem was het slechts de tweede keer dat hij haar zo zag en hij vond het er behoorlijk vreemd uitzien. Hij wist ook niet waarom het gebeurde, maar hij was al lang niet meer bezig met die verkleuringen. Hij keek naar het water dat om haar handen danste. Als ze dat al zou kunnen… Het was het begin van iets groots. Iets wat nog zoveel meer zou kunnen worden, met de juiste training.
Ze bedankte hem, wat betekende datze op het punt aan waren gekomen dat ze haar gave in ontvangst nam. De meeste mensen waren hen dankbaar. Hij had nooit een man horen klagen over zijn nieuwe krachten. Het waren vaak de vrouwen geweest die er moeite mee hadden gehad. Ze hadden tegen gestribbeld, hun lichaam en geest hadden het niet aan gekund. Maar nu leek ook Emrys in te zien dat hij haar iets prachtigs had gegeven. Hij had dan wat andere dingen van haar afgenomen, maar woog dat nou echt op tegen hetgeen wat ze nu kon? Waar ze nu de controle over had?
Het was een interessante vraag. Eentje waar een dubbele betekenis achter kon zitten. Het kon zo zijn dat ze iemand uit haar verleden bedoelde. Wellicht wel de persoon die had besloten haar in een kast te duwen en haar er nooit meer uit te laten komen. Als ze dat wilde doen, dan nam hij haar dat niet kwalijk. Hij wist echter niet of ze dat ook echt bedoelde. Misschien doelde ze wel op hem. Hij was niet één van zijn mannen. Hij was de baas. Al zou ze toch wel heel dom zijn als ze dat zou proberen, want Emrys wist nu ook maar al te goed wat hij met de gave van een ander kon doen.
‘We laten onze mensen meestal niet zomaar iemand doden. Het gaat in opdracht van ons,’ vertelde Uriël haar. ‘Maar wees een brave meid en misschien kunnen we dan iets leuks voor je regelen.’ Als ze echt graag iemand dood wilde hebben, dan zouden ze altijd een manier kunnen vinden om dat te laten gebeuren. Hij zou Emrys echter niet zomaar naar iemand laten gaan. Niet zonder een aantal anderen die haar in de gaten zouden houden.
‘Al zou ik, voordat je op een killing spree gaat, toch eerst even checken hoe je er uit ziet,’ zei hij tegen haar. Hij haalde zijn telefoon uit zijn broekzak en opende de camera, waarna hij deze voor haar gezicht hield, zodat ze haar uiterlijk zou kunnen bekijken. ‘En als je je afvraagt of ik weet waarom dit gebeurd: nee. Maar het verraad wel meteen dat je met je gave in contact staat en dat kan nog wel eens problemen opleveren, want het geeft een waarschuwing aan de omgeving.’ Daar zouden ze misschien iets voor moeten verzinnen, als ze Emrys ooit in zouden zetten. 
Anoniem
Wereldberoemd



Ze voelde dat hij naar haar staarde, niet alleen naar wat haar handen deden, maar naar haar. Het was een vreemd gevoel als je zeker wist dat iemand naar je keek, maar ze wist zeker dat hij haar in de gaten hield. Wat had ze nu weer misdaan? Hij zou moeten kijken naar haar handen, zoals zij deed. Hij ging echter in op haar vraag en dat zorgde voor haar interesse. Emrys keek omhoog en op het exacte moment dat zij haar focus niet meer op het water had, viel alles naar beneden en verdwenen haar uiterlijke kenmerken. Doden ging in opdracht van hen?
'Ik dood niet iemand omdat jij diegene toevallig dood wilt,' de woorden waren eruit voordat ze er erg in had. Natuurlijk wist ze wel dat het slimmer was om gewoon 'ja en amen' te zeggen op alles dat hij wilde, zeker nu ze het toch nog niet echt hoefde te doen, maar dit ging een stap verder. Emrys had nog nooit echt iemand vermoord. Mensen het ziekenhuis inslaan of pijn doen interesseerde haar niet zoveel, maar iemand vermoorden was een stap verder. Er waren wel mensen die ze graag dood wilde, bij voorkeur door haar eigen hand, maar dat waren mensen die ze kende en die het verdiend hadden door wat ze haar aan hadden gedaan. Uriël stond overigens ook op die lijst.
'Voor het geval je het nog niet door had, ik doe m'n best om braaf te zijn, maar dat zit niet bepaald in mijn natuurlijke karakter.' Hij hield haar een spiegel voor en verbaasd keek ze erin, maar haar haren en ogen waren weer terug naar de normale kleur. Ze stond niet meer in contact met het water. 'En waar heb je het in godsnaam over?' Ze was op zoek naar... Iets?
Vanuit de deuropening begon iemand te klappen en met een ruk keek ze omhoog. Samaël. 
'De mannen willen weten of we nog steeds vanavond de wedstrijd gaan kijken, het is drie maanden geleden dat we iets deden, denk je dat je tijd hebt voor een avondje gezelligheid, Uri?' Een aantal van de mannen waren wel degelijk vrienden van hen en eens in de zoveel tijd maakten ze een avond vrij om een wedstrijd te kijken of gewoon iets als vrienden te doen. Continue de baas spelen was ook zo vervelend. Zelf zou hij sowieso gaan, al was het maar om Loué aan haar plaats te herinneren, hij had wel wat leuke ideeën hoe ze mee kon doen aan de 'gezellige' avond.
Demish
Internationale ster



‘Ik heb nog weinig positieve verandering gezien, maar je doet je best.’ Een klein compliment verdiende ze wel. Uriël was vooral van het gewenste gedrag belonen en het ongewenste gedrag te straffen. Dus als Emrys iets goed deed, verdiende dat een kleine beloning. Het waren maar een paar woorden en veel indruk zou het nu nog niet hebben, maar over de lange termijn vast wel.
‘Je komt er vanzelf wel een keer achter,’ zei Uriël tegen Emrys. Het was misschien niet in hun voordeel dat haar haren en ogen verkleurden als ze haar gave wilden gebruiken, maar goed. Ze zou vast meer gaan oefenen en dan zou ze vanzelf wel een keer zien waar hij het over had. Daarnaast had het misschien ook wel een positief effect: het leidde namelijk wel af en daardoor zou hun vijand misschien wel even niet weten wat te doen, waardoor een aanval des te makkelijker zou zijn en hem ook beter zou raken.
Samaël was binnen gekomen met de vraag of ze vanavond nog naar de wedstrijd zouden gaan kijken met z’n allen. Iets wat ze zo nu en dan wel eens deden. Deels om het groepsgevoel te bevorderen, maar ook omdat het voor de ontspanning wel eens goed was om naar een voetbalspel te kijken en wat alcohol achterover te slaan. Ze waren dan wel de baas over een groot deel van Italië, maar ook zij hadden hier en daar wel een avondje ontspanning nodig.
‘Ik heb alle tijd van de wereld, broertje.’ Hij had dan wel aan Emrys laten weten dat hij haar zou trainen, maar dat zouden ze doen wanneer het hem uit zou komen. En niet omdat zij het graag wilde of wanneer zij er zin in had. Dus als hij besloot dat het genoeg was, dan was het dat ook. Al leek het hem dat Emrys er niet tegenzin zou gaan. Zoals ze immers zelf al had gezegd: ze deed haar best om braaf te zijn en naar hem te luisteren. Hij had al gemerkt dat dat niet haar sterke kanten waren, maar ze probeerde het nu echt. Dat leverde haar toch wel een paar minuscule puntjes op. Genoeg voor Uriël om haar voor nu te laten gaan. 
‘Iemand zal je terugbrengen naar de vertrekken waar je net ook was. Daar kun je vannacht slapen. Morgen zullen we weer verder trainen.’ Uri kwam overeind en wenkte één van de mannen uit de gang. ‘Neem Emrys mee. Laat de emmers water hier.’ Ze kon er misschien nog niet voldoende mee uit haarzelf, maar hij was niet van plan om haar iets te geven wat ze tegen hem of tegen zijn andere mannen kon gebruiken. Want haar gave was behoorlijk gevaarlijk, ook als ze het niet in de hand had. Misschien juist wel dan.
Anoniem
Wereldberoemd



De nacht was werkelijk verschrikkelijk geweest. Haar zogenaamde gave had haar de hele nacht wakker gehouden. Overal hoorde ze het water stromen, het leek haar naam te roepen. Emrys wist dat ze in de problemen zat als ze zogenaamd antwoord zou geven, als Uriël maar dacht dat ze expres haar gave gebruikte, dan zat ze flink in de problemen. Dat zat ze al, daar niet van, maar het was fijn als ze die problemen tot het minimum kon beperken. 
Ze was inmiddels uit het bed geklommen, had zichzelf aangekleed en was door het huis gaan lopen. Het was acht uur 's ochtends en ze vond dit een prima tijdstip om de rest van het huis te verkennen. Er liepen nog niet veel mensen rond, maar het was toch laat genoeg dat niemand argwaan ging krijgen dat zij hier ook liep. Zelfs als ze argwaan kregen, dan zouden ze eerst Uriël gaan vervelen, niet haar, en dat was prima. Als iemand besloot hem uit bed te halen omdat zij toevallig in een gang liep waar ze haar niet wilden hebben, dan hadden ze bordjes op moeten hangen met 'verboden toegang'. Dát zou nog eens handig zijn! Momenteel had ze geen idee of wat ze deed wel de goedkeuring van de Carnefice broers zou krijgen, eentje in het bijzonder. 
Emrys liep een van de keukens in en ging op zoek naar eten. Al snel vond ze een paar eieren, gekookt ei was een prima ontbijt. Beter dan wat ze thuis gegeten zou hebben, dan was het waarschijnlijk chips geweest. Of noedels. Oh god, ze wilde noedels. Dat kon niet, er waren geen noedels, er waren eieren. Nadat Emrys een pan uit een van de kastjes gevist had, hield ze deze onder de kraan en de kraan ontplofte. 
'Fuck, nee!' De kraan was al door de kamer gevlogen en kwam met een klap tegen een van de glazen deuren van een kast aan, waardoor daar nu een gat in zat. Het water spoot alle kanten op. Ze had het amper aangeraakt? Ze had alleen gedacht dat ze water wilde pakken en het ging al fout! 
Uit paniek plaatste ze haar handen op al het water, hoewel negentig procent er nog steeds langs ging. 
'Stop! Stop!' Waarom luisterde het niet? Hoorde zij hier de controle niet over te hebben? Vluchtig keek ze om zich heen. Er was niets dat ze nu kon gebruiken, kookspullen, een magnetron, koelkast... Verbaasd fronste ze haar wenkbrauwen en haar blik ging terug naar de magnetron waar ze een gedeelte van haar eigen reflectie in kon zien. Dus dát had Uriël bedoeld.
'Ook dat nog,' een zucht verliet haar lippen, ze zag er echt heel eng uit met die witte haren en ijsblauwe ogen. Verbazingwekkend dat ze dat niet eerder gemerkt had. Ze had echter geen tijd om er nu over na te denken, het water stroomde nog steeds aan alle kanten uit de kraan en ze had geen idee hoe ze dit ging stoppen. Ze wist maar één persoon die haar momenteel kon helpen en ze was te koppig om hem te roepen, zelfs al was ze inmiddels helemaal doorweekt. Net als de keuken overigens. 

Het was laat geworden de vorige avond, zo laat dat het eigenlijk al ochtend was toen Samaël ging slapen. Die slaap duurde niet lang, twee uur later hoorde hij al weer mensen door het huis stampen. Hij was gewend aan het geschreeuw van zijn mensen, maar soms kon hij iedereen wel wurgen. Moest dat op dit tijdstip? 
Grommend kwam hij overeind, greep zijn telefoon en keek hoe laat het was. Kwart over acht. Een vrij normaal tijdstip voor zijn mannen om lawaai te gaan maken, desalniettemin irriteerde het hem ten zeerste. Soms wilde hij gewoon rustig in zijn bed kunnen liggen zonder dat een of andere idioot dit onmogelijk maakte. Soms wilde hij zich niet uit bed hoeven te hijsen omdat de volgende idioot niet voor zichzelf kon zorgen. Soms wilde hij alles aan zijn broer overlaten, maar hij wist heel goed dat hij het nooit meer terug zou krijgen als hij die beslissing nam. Uriël vond al dat hij de baas was, dat moest niet aangemoedigd worden. 
Samaël besloot om toch zijn bed uit te komen, trok een joggingbroek en t-shirt aan en liep door het huis. Hij had honger, maar er was nog iemand die waarschijnlijk wel honger had en ze moest eten. Anders kon hij Loué wel gaan trainen, maar iedereen wist dat trainen op een lege maag een slecht plan was. Tenzij hij haar meteen weer bij de ziekenboeg af wilde geven. Was altijd nog een optie als ze vervelend was. 
'Goedemorgen allemaal,' ze hadden twee helers, allebei mannen natuurlijk, maar er waren ook een paar vrouwen aanwezig die hielpen bij het genezen van de minder gecompliceerde wonden. Er waren niet veel laaggeplaatste mensen waar hij vriendelijk tegen was, de uitzondering liep in deze kamer rond. Het was zo vervelend als je half dood op tafel lag en niemand wilde je genezen. Uriël kon dan nog zo boos worden, als hij dat al deed, maar je dwong een genezer niet om zijn gave te gebruiken. Daar kon je eigenlijk niemand toe dwingen. Afnemen, ja, dat kon zijn broer, maar laten gebruiken? Dat was een heel ander verhaal.
Loué lag op een van de bedden, zo te zien sliep ze nog. Om te beginnen liep hij naar een van de genezers en vroeg om een update. Hij was misschien iets te enthousiast geweest met de zweep, daar zou hij zo achter komen. 
Demish
Internationale ster



Het was een wonder dat Loué in slapa was gevallen. Ze gaf de schuld aan de zware medicijnen die ze haar hadden toegediend toen ze in de ziekenzaal was gekomen. In eerste instantie had ze het niet gewild, aangezien naalden met een onbekende vloeistof hier geen goede reputatie hadden. Ze had echter geen energie gehad om terug te vechten, laat staan om zichzelf duidelijk te maken naar de mensen om haar heen. Toen ze de medicijnen eenmaal in haar hadden weten te krijgen, had ze al snel gemaakt dat ze binnen een paar minuten diep weg zou zakken en dat het nog wel even zou duren voordat ze weer wakker zou worden.
Op het moment dat ze wakker werd, voelde ze zich gedesoriënteerd. Ze was in een ruimte die ze niet kende en ook de geluiden die ze hoorde, waren voor haar onbekend. Ze had even nodig om zich te realiseren dat alels van de afgelopen dagen geen vreemde droom was geweest. Het was allemaal waar. Zij, Loué, was meegenomen door een aantal mannen in opdracht van de twee broers en ze hadden haar als experiment behandeld. Dat niet alleen, één van de broers had haar rug ook nog eens bewerkt met een zweep.
Loué gleed met haar hand over haar rug, maar het enige wat ze voelde was een stuk verband. Schoon verband. Het was niet nat of plakkerig. En haar rug voelde lang niet meer zo pijnlijk als dat het eerst had gedaan. Hoe dat mogelijk was, wist ze ook niet. Misschien waren het de medicijnen die nog niet uit waren gewerkt en zou het later op de dag weer terugkomen.
Voorzichtig draaide ze zich om, zodat ze op haar buik kon liggen. Op haar rug was immers geen goed idee. Met haar ellebogen duwde ze zichzelf iets overeind en keek ze rond in de zaal. Zodra haar ogen Samaël in het vizier kregen, draaide ze haar gezicht meteen weer weg. Natuurlijk was hij hier. Ze zou geen moment aan hem kunnen ontsnappen. Misschien kwam hij zijn kunstwerk wel bewonderen, de wonden op haar rug. En zijn werknemers zouden hem vast maar al te graag laten zien wat hij had gedaan en wat ze er nog van over hadden gelaten. 
‘Kijk eens aan. Die nachtrust heeft je behoorlijk goed gedaan.’ Loué keek voorzichtig omhoog en zag een man staan. Ze had hem nog niet eerder gezien, maar aan zijn kleding te zien werkte hij in de ziekenzaal. Misschien was hij ooit wel een dokter geweest, of een verpleegkundige. Toch vertrouwde ze hem niet. Ze vertrouwde niemand in dit hok.
‘We zullen eens zien wat Samaël er over te zeggen heeft. Misschien vindt hij je al wel zo goed opgeknapt dat je weer uit de ziekenzaal kan.’

Het leek wel alsof Emrys steeds maar vroeg om een probleem. Ze leek zich even goed te gedragen en vervolgens was er weer één of andere crisis die op moest worden gelost. Het geschreeuw had Uri zijn aandacht getrokken en hij had meteen gegokt dat het Emrys was. Er was immers niemand anders die zoveel gedoe zou veroorzaken als zij. De andere mutanten hadden ze onder controle en degene die zijn broer binnen had gebracht… Wel, daar was niet veel meer van over nadat zijn broertje een zweep in zijn handen had genomen en haar rug volledig open had gehaald met het wapen.
Terwijl hij af was gelopen op al het geluid en geschreeuw, was hij al een aantal anderen tegengekomen die zijn ideeën hadden bevestigd. Het was Emrys die weer het één en ander veroorzaakte. Het was moeilijk om in te schatten of ze het expres deed. Ze wist van de afspraak die ze hadden gemaakt en ze zou dom zijn om zich er niet aan te houden. Tevens was een gave erg lastig om het onder controle te houden, maar tegelijkertijd was het wel Emrys. Uriël wist dat ze heel koppig was en dat ze er alles aan zou doen om hier weg te kunnen. Zelfs als dat betekende dat ze hem uit moest lokken.
Voor de keuken bleef hij staan, zodat hij door een kier van de deur kon kijken. Hij zag Emrys heen en weer rennen en ze leek al het water te willen stoppen. Dat was ook hetgeen wat ze schreeuwde. Ze deed het niet bewust. Dit was iets wat ze niet kon acteren. Daarvoor zou ze al de controle over haar gave moeten hebben en dat had ze niet.
‘Je weet dat er een hele logische oplossing hiervoor is, toch?’ vroeg Uriël, waarmee hij zijn aanwezigheid bekend maakte. Zijn gave was de oplossing. Hij kon met gemak in haar hoofd en als het ware een knop omzetten waardoor dit alles zou stoppen. Het was het juiste om te doen. Alles in de keuken was doorweekt en Uriël stond al in een plas water, die alleen maar groter zou worden als Emrys het niet onder controle zou kunnen krijgen.
‘Tenzij je het natuurlijk liever zelf probeert, maar ik gok dat je dat al hebt gedaan en het lijkt er niet op dat het heel erg veel succes heeft, of wel?’ vroeg hij aan Emrys. Het kon natuurlijk zo zijn dat ze het nog eens zelf wilde proberen, aangezien ze zo koppig was. ‘Neem je tijd. Uiteindelijk verdrink je alleen maar ons en het hele huis erbij, maar doe vooral rustig aan.’

Anoniem
Wereldberoemd



Met een ruk keek ze om toen ze iemand tegen haar hoorde praten. Uriël. Natuurlijk, hoe kon het ook anders. Ze wist heus wel dat iemand de grote baas zou halen wanneer zij weer een probleem bleek te zijn, maar ze had gehoopt dat hij pas op zou duiken nadat ze het water gestopt had. Water dat overigens nog steeds gestaag uit de kraan stroomde.  
'Ja, dat weet ik, mijn gave onder controle krijgen, dát is de oplossing.' Als hij zelf zou besluiten om haar gave uit te schakelen en het water hiermee te stoppen, dan zou ze daar geen probleem mee hebben. Emrys was echter niet van plan om het aan hem te vragen. Hij was een verschrikking en ze haatte hem. Dat ze hem nodig had om te leren hoe ze hiermee om moest gaan, was al erg genoeg, dan ging ze hem niet ook nog eens zelf iedere keer om hulp vragen. Ze verrekte het. Misschien maakte dat haar koppig. Sterker nog, dat maakte haar koppig en daar was ze goed van op de hoogte, maar dat was nu eenmaal hoe het ging zijn. Uriël had immers zelf voor haar gekozen, dan kreeg hij alle aspecten van haar persoonlijkheid er gratis bij. 
'Laat het mij gewoon zelf doen, oké? Op een gegeven moment kan ik dit,' ze zwaaide woest met haar arm richting de kraan, maar dat was een verkeerde beweging.
Emrys was momenteel niet de baas over haar gave of het water, maar het reageerde wel op haar beweging. De kant van de muur die ze op zwaaide brak open en de hele waterleiding opende, waardoor er liters water in één klap de kamer binnen schoten. Al het water schoot tegen Emrys aan en duwde haar met een klap tegen Uriël aan. Een mens stond geen kans tegen de kracht van het water dat nu de gehele keuken verwoestte, waardoor het tweetal met aan klap tegen de grond terecht kwam. Beter gezegd, Uriël kwam tegen de grond aan en Emrys lag half naast en half op hem. Ze wilde wel overeind gaan, maar er stroomde een paar honderd liter water over hen heen, wat dat iets lastiger maakte.

Een van zijn mannen wenkte hem om dichterbij te komen, zo te zien bevond Loué zich ook weer in het land van de levenden. 
'Goedemorgen kleintje, hoe voel je je?' Hij was er goed van op de hoogte dat hij haar flink hard had aangepakt, maar dat was ook de bedoeling. Er was geen reden voor hem om lief te zijn voor een ongehoorzaam stuk vreten. Ze was hier omdat hij haar gekozen had en omdat hij haar in zijn leger wilde. En omdat ze het experiment toevallig had overleefd. Waarschijnlijk was ze er liever van gestorven, tenminste hij gokte dat ze er nu zo over dacht, maar na een tijdje zou ze er wel achter komen dat dit zo slecht nog niet was. Dat hij zo slecht nog niet was. Een rug openhalen was minder erg dan verkrachten, toch? Hoewel dat er misschien aan lag in wat voor mentale staat iemand verkeerde. 
Zijn vingers streken langzaam omhoog over haar rug. 
'Goed werk,' hij knikte naar de man die hem gehaald had. Hij had altijd een voorkeur voor deze man, hoewel hij momenteel zijn naam niet eens meer wist, want hij leverde keer op keer goed werk. Nu ook met Loué. Samaël had niet verwacht dat ze nu al zo ver genezen zou zijn.
'Kom, we gaan vandaag eens werken met je gave. Vorige keer roosterde je Emrys, dus er zit wel degelijk wat kracht in dat lichaam van je en ik wil eens weten hoeveel precies. Opstaan en aankleden, dan gaan we buiten trainen.' Buiten was in dit geval het minst gevaarlijk, daar waren de minste apparaten die ze op hol kon laten slaan. Niet te vergeten dat dat stuk van hun huis in ieder geval nog niet onder water was gezet door Emrys en Uriël. Hij wist niet zo goed wat zijn broer aan het doen was, maar het werkte in ieder geval niet en daardoor moest hij nu op zoek naar een ruimte waar niet alles zeiknat was. Er was al bewezen dat Loué en water geen geweldige combinatie was. 
Samaël was inmiddels naar de deur van de ruimte gelopen en keek richting Loué, ze mocht wel eens opschieten.
Demish
Internationale ster



Somehow it still surprised her that the brothers were capable of so much, and that they had acces to science that hadn’t even been known to man kind. A doctor had mended her back and even though it still felt a bit sore, it didn’t resembale the ravage it had been a few hours ago.  Sadly enough, it did affect her sleep. She was still tired, but that didn’t seem to bother Samaël. Nothing really did, though. But going outside didnt seem like the worst case scenario. 
Slowly she got of the bed, that reminded her of the beds they used to have in hospitals. Samaël was already at the door, wating for her to finally take some action and come with him. She tried to move as fast as she could, but her back still limited her in every move she tried to make. Yet, she managed to find her clothes. She turned away from Samaël, although he had seen almost every part of her body already, and changed into the workout gear they had provided for her. Lastly, she put her hair up in a ponytail and she was ready to go.
‘Okay, I’m ready,’ she told him. She looked back at the man who had cared for he wounds, but she wasn’t sure if she should thank him or not. He did help her, but not because he wanted to. Just because he was told to make her obtain her old status of a shiny new toy, so that Samäel had something to play with again. She decided to leave the room with a nod, hoping she would never have to face him, or this room and his weird medicinal remedies, again. 
She followed him through the house. She wasn’t even sure where she was now, since the last time she had been able to walk, she had been in a completely different part of it. These hallways all seemed new, and so were the people that she saw. She wondered if Emrys was still around. And if so, where she would be. There was no question if she was safe, because no one was in this house. But she did hope that Emrys wasn’t hurt. That the eldest brother, Uriël, somehow had fine someone else to play with, leaving her alone.
They finally had reached the door that took them outside. Although, it wasn’t really outside. Even though they seemed to have a lot of ground around the house, they had made sure that no one was able to escape. The fences and walls went up for what seemed like miles, so that no one could climb up or jump over them.
‘What do you want me to do?’ Loué asked him. Since he had caused her so much pain, she rather just made sure that it wouldn’t happen again. 

No one would be able to master their gift in such a short time. Certainly not someone as stubborn as Emrys. Uri had worked long enough with people who had gained the “gift” to know that it could take weeks, months and sometimes even years. He always tried to push them as hard as he could and that was what he wanted to do with Emrys. Emrys her gift, however, seemed to want to push her as well. It had a will of it’s own and it wasn’t ready to listen to her just yet. And most of the time, Uri would just shrug it off. But Emrys was dangerous. Her gift was dangerous.
The amount of water surprised him. The wave that had tackled him, and Emrys ahd brought them both to the groudn and millions of gallaeons of water washed of them, as if they were nothing. He mad a rash deciscion and tried to get inside her head, controlling her gift and ending it. He wasn’t sure if it worked, since the water kept flowing. He reached for Emrys her arm and psuhed her of him, so that he could swim to the door. Going up wasn’t an option anymore, they had to get out of the room. Luckily, the door to the hallway wasn’t that fare away.
With all of the energy he had left, he kicked the door open. The force of the water immediately pushed him forward, which caused his body to slam into the nearest wall. Luckily, the levle of the water slowly went down. When Uri finally could gasp for air, he was laying on the ground, Emrys not to far from him. He gasped and caughed, just as long as he need to get all of the water out of his lungs. Emrys however, seemed fine.
‘Fuck!’ Uri yelled out. If this could happen with Emrys, he wasn’t sure how to deal with it anymore. He wanted het to practice with her gift. He wanted her to make sure she was going to be in control of it, but how could she if this would keep happening? She was a danger fort he house and to everyone in it. But at the same time, Uri realised he had found a gem. If he could train Emrys, if she would fight for him, they would be unstoppable.
‘I’m running out of options to control that bitching gift of you, you know!’ he told Emrys. A part of him wanted to lock her up again, make her suffer. But when she was near water, it would find her. And it would, somehow, help her. So that wasn’t a option. And she did need to train. But how could she, without causing damage like this? 

Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: