Demish schreef:
De kaart was precies gebruikt waarvoor hij bedoeld was. Grappenmakers hadden door de eeuwen heen de kaart altijd bij zich gedragen, erop gekeken als ze iets uit hadden willen halen. Er waren ooit zelfs een paar grappenmakers geweest die de kaart in elkaar hadden gezet. Iets waar Rhi behoorlijk wat bewondering voor had. Het was een behoorlijk ingewikkeld, magisch object. Iets wat niet zomaar iedereen had kunnen maken. Ze was nieuwsgierig naar de vier namen die op het perkament hadden gestaan en ze hoopte dat ze er ooit nog opzoek naar kon gaan.
Het laatste wat Rhi had gewild was weg gaan terwijl de jongens waren betrapt door Peeves. Ze had graag willen blijven om te zien wat de geest van plan was geweest. Jammer genoeg had Luke gelijk gehad. Als Peeves eenmaal klaar was geweest met hun broers, dan had hij hen misschien alsnog kunnen ontdekken en dat had betekend dat zij ook in de problemen zouden komen. Iets wat ze niet had gewild. Gelukkig had Luke al van tevoren op de kaart gekeken, zodat hij precies had geweten hoe ze weg hadden moeten komen zonder al te veel aandacht te trekken. Rhi baalde er wel van dat ze Peeves niet in actie had kunnen zien. Het was een behoorlijke pestkop, maar ergens vond ze dat juist wel leuk aan de geest. Al was het liever niet iemand die ze tegen zou willen komen. Rhi kon veel, maar ze kon niet tegen een geest op.
Ondanks dat Rhi niet snel een compliment aannam, moest ze oprecht glimlachen om de woorden van Luke. Hij had al eerder gezegd dat hij het een geniale grap had gevonden, maar toen had ze niks terug gezegd omdat ze stil hadden moeten blijven. Daarnaast deed het haar ook wel iets dat Luke haar idee goed had gevonden. Ze hadden dit toch wel een beetje samen gedaan. Hij had dan wel op de uitkijk gestaan toen zij er mee bezig was geweest, maar Luke was weer degene die met het idee was gekomen om hun broers eens goed te grazen te nemen. Iets wat was gelukt door haar grap. ‘Ik leer het je wel een keer,’ beloofde ze Luke. Dan zou hij het misschien nog een keer kunnen doen. Nu hadden hun broers niet eens door waarom één van de ingrediënten in hun gezicht was ontploft, maar als Luke het nog een keer zou doen, zouden ze het vast door hebben.
‘Ja, is goed.’ Ze vond het niet erg om een beetje om te lopen naar de Gryffyndor toren. Eigenlijk zou ze dan het hele kasteel rondgaan, met het gevaar dat ze in haar eentje nog wel eens betrapt zou kunnen worden. Ze had echter de kaart en daar had ze alle vertrouwen in. Al wilde ze echter niet de kaart straks weer verstoppen, wetend dat als iemand hem zou vinden, ze meteen de kaart in handen hadden. Luke en Rhi hadden er behoorlijk veel moeite voor gedaan om te ontdekken hoe ze hem hadden moeten gebruiken en als een eventuele dief de kaart zou proberen te jatten, zou diegene op z’n minst dat ook moeten doen. Al ging ze er niet vanuit dat iemand de kaart zou proberen te stelen.
Rhi en Luke hadden geluk, want ze waren verder niemand meer tegengekomen. Ze waren samen naar de leerlingenkamer van Luke gelopen, terwijl ze enthousiast, maar toch ook rustig en beheerst, over de grap hadden gepraat. Luke keek er vooral naar uit om de groene gezichten van zijn broers te zien tijdens het ontbijt, vooral toen Rhi hem had verzekerd dat ze het groen er niet zo snel af zouden kunnen wassen.
Luke had de kaart ondertussen al aan Rhi gegeven. Rhi zou nog wel proberen uit te vogelen hoe ze het weer zou kunnen laten lijken op een normaal stuk perkament. Voor nu had ze het onder haar kleding verstopt, voor het geval ze toch nog iemand tegen zouden komen.
Ze stonden stil voor het portret van de Dikke Dame, die aan het slapen was. Haar gesnurk klonk door het gehele trappenhuis en hield verscheidene schilderijen wakker. Rhi was de bewegende schilderijen wel gewend, maar ze vond het belachelijk dat dit de doorgaan was naar de leerlingekamer van Gryffindor. Luke leek ook niet goed te weten wat hij moest doen nu de Dikke Dame aan het slapen was.
‘En nu?’ vroeg hij zachtjes aan Rhi.
Rhi keek bedenkelijk naar de Dikke Dame en bedacht zich dat er maar één manier was waarop Luke naar binnen zou komen. Ze schraapte haar keel en liep naar voren, zodat ze nog maar enkele centimeters verwijderd was van het schilderij. ‘Hé!’ riep ze, niet bang voor de reactie. De Dikke Dame had immers ook gezien dat haar pleegbroers en Luke zijn broers de toren hadden verlaten. Dus ze zou vast ook geheim kunnen houden dat Luke midden in de nacht naar binnen wilde. Daarnaast was dit niet de eerste keer dat Luke laat terug kwam. Rhi had hem alleen nog nooit horen praten over de Dikke Dame, die zo luid had gesnurkt dat het een wonder was dat ze Rhi haar stem er bovenuit had gehoord.
‘Wat?’ vroeg de dame op het schilderij, terwijl ze slaperig naar de twee keek. Toen ze door kreeg wie er precies voor haar deur stonden, schudde ze haar hoofd. ‘Ik zou je op de grond moeten laten slapen,’ zei ze tegen Luke, maar Rhi en Luke wisten allebei dat ze dat nooit zou kunnen doen.
‘Nou, schiet op. Ik wil weer slapen,’ ze keek afwachtend naar Luke.
‘Ik kom al,’ antwoordde de blonde jongen. Hij ging naast Rhi staan en wenste haar een goede nacht, waarna hij het wachtwoord van de toren noemde. Het schilderij vloog open en Rhi keek toe hoe haar vriend verdween.
‘En wat sta jij hier nog te doen?’ vroeg de Dikke Dame aan Rhi, toen het schilderij weer op zijn originele plaats stond. Rhi haalde haar schouders op en liep vervolgens terug naar haar eigen leerlingenkamer. Toen ze daar eenmaal aan was gekomen, ging ze op het bed zitten met de kaart voor zich. Er moest een manier zijn waarop ze alle woorden, gangen en lokalen weer zou kunnen laten verdwijnen. Het had vast te maken met de snode plannen. Ze had moeten zweren dat ze snode plannen had. Plannen die nu waren uitgevoerd en waren geslaagd.
Glimlachend staarde ze naar de kaart en vervolgens sprak ze: ‘Snode plannen, uitgevoerd.’
De kaart was precies gebruikt waarvoor hij bedoeld was. Grappenmakers hadden door de eeuwen heen de kaart altijd bij zich gedragen, erop gekeken als ze iets uit hadden willen halen. Er waren ooit zelfs een paar grappenmakers geweest die de kaart in elkaar hadden gezet. Iets waar Rhi behoorlijk wat bewondering voor had. Het was een behoorlijk ingewikkeld, magisch object. Iets wat niet zomaar iedereen had kunnen maken. Ze was nieuwsgierig naar de vier namen die op het perkament hadden gestaan en ze hoopte dat ze er ooit nog opzoek naar kon gaan.
Het laatste wat Rhi had gewild was weg gaan terwijl de jongens waren betrapt door Peeves. Ze had graag willen blijven om te zien wat de geest van plan was geweest. Jammer genoeg had Luke gelijk gehad. Als Peeves eenmaal klaar was geweest met hun broers, dan had hij hen misschien alsnog kunnen ontdekken en dat had betekend dat zij ook in de problemen zouden komen. Iets wat ze niet had gewild. Gelukkig had Luke al van tevoren op de kaart gekeken, zodat hij precies had geweten hoe ze weg hadden moeten komen zonder al te veel aandacht te trekken. Rhi baalde er wel van dat ze Peeves niet in actie had kunnen zien. Het was een behoorlijke pestkop, maar ergens vond ze dat juist wel leuk aan de geest. Al was het liever niet iemand die ze tegen zou willen komen. Rhi kon veel, maar ze kon niet tegen een geest op.
Ondanks dat Rhi niet snel een compliment aannam, moest ze oprecht glimlachen om de woorden van Luke. Hij had al eerder gezegd dat hij het een geniale grap had gevonden, maar toen had ze niks terug gezegd omdat ze stil hadden moeten blijven. Daarnaast deed het haar ook wel iets dat Luke haar idee goed had gevonden. Ze hadden dit toch wel een beetje samen gedaan. Hij had dan wel op de uitkijk gestaan toen zij er mee bezig was geweest, maar Luke was weer degene die met het idee was gekomen om hun broers eens goed te grazen te nemen. Iets wat was gelukt door haar grap. ‘Ik leer het je wel een keer,’ beloofde ze Luke. Dan zou hij het misschien nog een keer kunnen doen. Nu hadden hun broers niet eens door waarom één van de ingrediënten in hun gezicht was ontploft, maar als Luke het nog een keer zou doen, zouden ze het vast door hebben.
‘Ja, is goed.’ Ze vond het niet erg om een beetje om te lopen naar de Gryffyndor toren. Eigenlijk zou ze dan het hele kasteel rondgaan, met het gevaar dat ze in haar eentje nog wel eens betrapt zou kunnen worden. Ze had echter de kaart en daar had ze alle vertrouwen in. Al wilde ze echter niet de kaart straks weer verstoppen, wetend dat als iemand hem zou vinden, ze meteen de kaart in handen hadden. Luke en Rhi hadden er behoorlijk veel moeite voor gedaan om te ontdekken hoe ze hem hadden moeten gebruiken en als een eventuele dief de kaart zou proberen te jatten, zou diegene op z’n minst dat ook moeten doen. Al ging ze er niet vanuit dat iemand de kaart zou proberen te stelen.
Rhi en Luke hadden geluk, want ze waren verder niemand meer tegengekomen. Ze waren samen naar de leerlingenkamer van Luke gelopen, terwijl ze enthousiast, maar toch ook rustig en beheerst, over de grap hadden gepraat. Luke keek er vooral naar uit om de groene gezichten van zijn broers te zien tijdens het ontbijt, vooral toen Rhi hem had verzekerd dat ze het groen er niet zo snel af zouden kunnen wassen.
Luke had de kaart ondertussen al aan Rhi gegeven. Rhi zou nog wel proberen uit te vogelen hoe ze het weer zou kunnen laten lijken op een normaal stuk perkament. Voor nu had ze het onder haar kleding verstopt, voor het geval ze toch nog iemand tegen zouden komen.
Ze stonden stil voor het portret van de Dikke Dame, die aan het slapen was. Haar gesnurk klonk door het gehele trappenhuis en hield verscheidene schilderijen wakker. Rhi was de bewegende schilderijen wel gewend, maar ze vond het belachelijk dat dit de doorgaan was naar de leerlingekamer van Gryffindor. Luke leek ook niet goed te weten wat hij moest doen nu de Dikke Dame aan het slapen was.
‘En nu?’ vroeg hij zachtjes aan Rhi.
Rhi keek bedenkelijk naar de Dikke Dame en bedacht zich dat er maar één manier was waarop Luke naar binnen zou komen. Ze schraapte haar keel en liep naar voren, zodat ze nog maar enkele centimeters verwijderd was van het schilderij. ‘Hé!’ riep ze, niet bang voor de reactie. De Dikke Dame had immers ook gezien dat haar pleegbroers en Luke zijn broers de toren hadden verlaten. Dus ze zou vast ook geheim kunnen houden dat Luke midden in de nacht naar binnen wilde. Daarnaast was dit niet de eerste keer dat Luke laat terug kwam. Rhi had hem alleen nog nooit horen praten over de Dikke Dame, die zo luid had gesnurkt dat het een wonder was dat ze Rhi haar stem er bovenuit had gehoord.
‘Wat?’ vroeg de dame op het schilderij, terwijl ze slaperig naar de twee keek. Toen ze door kreeg wie er precies voor haar deur stonden, schudde ze haar hoofd. ‘Ik zou je op de grond moeten laten slapen,’ zei ze tegen Luke, maar Rhi en Luke wisten allebei dat ze dat nooit zou kunnen doen.
‘Nou, schiet op. Ik wil weer slapen,’ ze keek afwachtend naar Luke.
‘Ik kom al,’ antwoordde de blonde jongen. Hij ging naast Rhi staan en wenste haar een goede nacht, waarna hij het wachtwoord van de toren noemde. Het schilderij vloog open en Rhi keek toe hoe haar vriend verdween.
‘En wat sta jij hier nog te doen?’ vroeg de Dikke Dame aan Rhi, toen het schilderij weer op zijn originele plaats stond. Rhi haalde haar schouders op en liep vervolgens terug naar haar eigen leerlingenkamer. Toen ze daar eenmaal aan was gekomen, ging ze op het bed zitten met de kaart voor zich. Er moest een manier zijn waarop ze alle woorden, gangen en lokalen weer zou kunnen laten verdwijnen. Het had vast te maken met de snode plannen. Ze had moeten zweren dat ze snode plannen had. Plannen die nu waren uitgevoerd en waren geslaagd.
Glimlachend staarde ze naar de kaart en vervolgens sprak ze: ‘Snode plannen, uitgevoerd.’