Demish schreef:
Waarom voelde het alsof hij vijandelijk gebied binnen wandelde? Hij had de nerveuze misselijkheid in zijn maag die hij één van de eerste keren had gevoeld, toen hij nog maar net een soldaat was geweest en zich had moeten bewijzen in een eerste belegering. Die nervositeit was echter snel weg gegaan toen hij zich de kernwaarden van de Onyx had herinnerd. Nu kon hij die zich ook nog herinneren, maar hij identificeerde zich er niet meer mee. De eerder zo volmaakte zinnen, die haast als een religie voor hem waren geweest, waren nu niks meer dan aan elkaar geplakte woorden, zonder betekenis.
‘Te lang geleden, generaal,’ stemde hij in, terwijl hij de man een amicale begroeting gaf. Dimitri leek iets minder enthousiast te worden begroet, maar desalniettemin beter dan dat hij de meeste oud-leerlingen zou verwelkomen.
Bij het horen van de avondplannen, het diner, draaide Dain zijn maag om. Hij wist niet of hij een heel diner zou kunnen overleven. Hij probeerde zichzelf gerust te stellen, wetend dat het enkel over oorlogsverhalen zou gaan en dat als hij zich stil zou houden. Dragos en Dimitri het woord wel over zouden nemen. Wellicht zou het niet zo erg worden. Toch had hij er geen goed gevoel bij.
Dain zijn ogen gleden naar Rheana, die meteen werd bestempeld als een bediende en werd verwacht zich te voegen bij de bedienden, of slaven, hier op het kamp. Iets waar Dain het niet mee eens was. Aangezien ze bij hem hoorde, vond hij dat hij het recht had om te bepalen wat er met haar zou gebeuren nu ze net op het kamp aan waren gekomen.
‘Oh, Rheana verdient ook haar rust,’ merkte Dain op. Het was vast een vermoeiende reis voor haar geweest, gezien ze het niet gewend was. Daarnaast had ze met Dimitri om moeten gaan, was ze enkele dagen geleden aangevallen door een Eilin en had ze een flinke klap gemaakt. Ook had ze nog eens voor hem moeten zorgen, terwijl hij zo nu en dan ook te eigenwijs was geweest. Als er iemand was die het verdiende om bij te komen, in ieder geval tot het diner, dan was het Rheana.
‘Wel nee, ze is hier toch om te werken? Ze kan niet verwachten dat ze hier vakantie krijgt. Daarbij, ze past vast goed tussen de rest.’ Hij praatte over haar alsof ze honderden meters verderop stond. Alsof ze hem niet kon horen. Dain wist dat het wel zo was. Hij vroeg zich af of Dragos altijd al zo had gepraat. Had Dain dat dan nooit gemerkt? Of had hij het simpelweg niet erg gevonden, omdat hij zelf ook zo had gedacht? Hoe had hij zo blind kunnen zijn voor alles wat er zo duidelijk voor hem af had gespeeld.
‘Hij heeft gelijk. Rheana past er perfect tussen,’ zei Dimitri. Het liefst wilde Dain hem laten weten dat dit niet de tijd was om zich ergens mee te bemoeien, maar dat zou opvallen. Alles zou opvallen. Het werd hem steeds duidelijker dat het geen goede keuze was geweest om naar kamp Haldor te reizen.
‘Dat is dan geregeld!’ Dragos klapte in zijn handen en wenkte daarna naar Maurelle. ‘Nou, waar wacht je op? Begeleid ze naar hun vertrekken.’
Het donkere meisje, wiens haren niet leken te willen blijven zitten in de staart die zo zorgvuldig had geprobeerd te maken, knikte naar Dragos en liep vervolgens naar het drietal. Ze behield echter haar afstand. Wat ze wel deed, was hen één voor één bekijken. Iets wat hij niet gewend was van een gevangene.
‘Volgt u mij. Jullie zullen verblijven in de gastvertrekken, bij de opzichters in de buurt. Behalve jij,’ ze richtte zich kort op Rheana. ‘Jij zal verblijven in de slavenvertrekken.’ De bediende, Maurelle, liep voor hen uit. Het zag er naar uit dat ze langs de steengroeve zouden wandelen. Ze hoefden zich geen zorgen te maken over de spullen die ze mee hadden genomen. Andere gevangenen leken daar al voor te zorgen.
Dimitri leek zijn ogen uit te kijken op het kamp. Dain wist dat dit kamp een reputatie had. Het was één van de meest wrede werkkampen die er bestond sinds keizer Darius de macht had gegrepen. Dimitri leek alles in zich op te willen nemen en het leek haast alsof hij er van genoot. Dain probeerde echter de schreeuwen, het geluid van de harde arbeid, te negeren. Hij twijfelde, maar leek hetzelfde te zien bij Rheana.
Ze volgden Maurelle naar binnen. Het leek alsof ze onzichtbaar kon bewegen tussen alle andere mensen die ze tegen kwam. Ze bewoog zonder iemand in de weg te zitten. Ze stopten op de eerste verdieping en opende de deur. ‘Dit vertrekt is voor de heer Wright, aan het einde van de gang bevindt zich die van de heer Sindri,’ vertelde ze. ‘Om kwart voor zeven zullen jullie worden opgehaald voor het diner.’
Waarom voelde het alsof hij vijandelijk gebied binnen wandelde? Hij had de nerveuze misselijkheid in zijn maag die hij één van de eerste keren had gevoeld, toen hij nog maar net een soldaat was geweest en zich had moeten bewijzen in een eerste belegering. Die nervositeit was echter snel weg gegaan toen hij zich de kernwaarden van de Onyx had herinnerd. Nu kon hij die zich ook nog herinneren, maar hij identificeerde zich er niet meer mee. De eerder zo volmaakte zinnen, die haast als een religie voor hem waren geweest, waren nu niks meer dan aan elkaar geplakte woorden, zonder betekenis.
‘Te lang geleden, generaal,’ stemde hij in, terwijl hij de man een amicale begroeting gaf. Dimitri leek iets minder enthousiast te worden begroet, maar desalniettemin beter dan dat hij de meeste oud-leerlingen zou verwelkomen.
Bij het horen van de avondplannen, het diner, draaide Dain zijn maag om. Hij wist niet of hij een heel diner zou kunnen overleven. Hij probeerde zichzelf gerust te stellen, wetend dat het enkel over oorlogsverhalen zou gaan en dat als hij zich stil zou houden. Dragos en Dimitri het woord wel over zouden nemen. Wellicht zou het niet zo erg worden. Toch had hij er geen goed gevoel bij.
Dain zijn ogen gleden naar Rheana, die meteen werd bestempeld als een bediende en werd verwacht zich te voegen bij de bedienden, of slaven, hier op het kamp. Iets waar Dain het niet mee eens was. Aangezien ze bij hem hoorde, vond hij dat hij het recht had om te bepalen wat er met haar zou gebeuren nu ze net op het kamp aan waren gekomen.
‘Oh, Rheana verdient ook haar rust,’ merkte Dain op. Het was vast een vermoeiende reis voor haar geweest, gezien ze het niet gewend was. Daarnaast had ze met Dimitri om moeten gaan, was ze enkele dagen geleden aangevallen door een Eilin en had ze een flinke klap gemaakt. Ook had ze nog eens voor hem moeten zorgen, terwijl hij zo nu en dan ook te eigenwijs was geweest. Als er iemand was die het verdiende om bij te komen, in ieder geval tot het diner, dan was het Rheana.
‘Wel nee, ze is hier toch om te werken? Ze kan niet verwachten dat ze hier vakantie krijgt. Daarbij, ze past vast goed tussen de rest.’ Hij praatte over haar alsof ze honderden meters verderop stond. Alsof ze hem niet kon horen. Dain wist dat het wel zo was. Hij vroeg zich af of Dragos altijd al zo had gepraat. Had Dain dat dan nooit gemerkt? Of had hij het simpelweg niet erg gevonden, omdat hij zelf ook zo had gedacht? Hoe had hij zo blind kunnen zijn voor alles wat er zo duidelijk voor hem af had gespeeld.
‘Hij heeft gelijk. Rheana past er perfect tussen,’ zei Dimitri. Het liefst wilde Dain hem laten weten dat dit niet de tijd was om zich ergens mee te bemoeien, maar dat zou opvallen. Alles zou opvallen. Het werd hem steeds duidelijker dat het geen goede keuze was geweest om naar kamp Haldor te reizen.
‘Dat is dan geregeld!’ Dragos klapte in zijn handen en wenkte daarna naar Maurelle. ‘Nou, waar wacht je op? Begeleid ze naar hun vertrekken.’
Het donkere meisje, wiens haren niet leken te willen blijven zitten in de staart die zo zorgvuldig had geprobeerd te maken, knikte naar Dragos en liep vervolgens naar het drietal. Ze behield echter haar afstand. Wat ze wel deed, was hen één voor één bekijken. Iets wat hij niet gewend was van een gevangene.
‘Volgt u mij. Jullie zullen verblijven in de gastvertrekken, bij de opzichters in de buurt. Behalve jij,’ ze richtte zich kort op Rheana. ‘Jij zal verblijven in de slavenvertrekken.’ De bediende, Maurelle, liep voor hen uit. Het zag er naar uit dat ze langs de steengroeve zouden wandelen. Ze hoefden zich geen zorgen te maken over de spullen die ze mee hadden genomen. Andere gevangenen leken daar al voor te zorgen.
Dimitri leek zijn ogen uit te kijken op het kamp. Dain wist dat dit kamp een reputatie had. Het was één van de meest wrede werkkampen die er bestond sinds keizer Darius de macht had gegrepen. Dimitri leek alles in zich op te willen nemen en het leek haast alsof hij er van genoot. Dain probeerde echter de schreeuwen, het geluid van de harde arbeid, te negeren. Hij twijfelde, maar leek hetzelfde te zien bij Rheana.
Ze volgden Maurelle naar binnen. Het leek alsof ze onzichtbaar kon bewegen tussen alle andere mensen die ze tegen kwam. Ze bewoog zonder iemand in de weg te zitten. Ze stopten op de eerste verdieping en opende de deur. ‘Dit vertrekt is voor de heer Wright, aan het einde van de gang bevindt zich die van de heer Sindri,’ vertelde ze. ‘Om kwart voor zeven zullen jullie worden opgehaald voor het diner.’