Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
9 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Light up a spark
Daynty
Internationale ster



Hij had haar gespaard. Het drong niet meteen door tot haar verdwaasde gedachten, die waren blijven hangen bij zijn eerdere vraag. Weet je wel wat er nu verwacht wordt? Die ene zin maakte het hiaat in haar plan pijnlijk duidelijk. Voor hetzelfde geld had Dragos van Dain geëist dat hij haar ter plekke in de zaal zou straffen en dergelijke dingen leken nu juist hetgeen te zijn dat hij probeerde te vermijden. 
Pas toen ze stilletjes achter hem aan liep door de gangen van het hoofdgebouw sijpelde de realisatie langzaam haar gedachten binnen. Hij had haar moeten straffen. Hij had er alle reden toe gehad - sterker nog, een Onyx zou zelfs geen legitieme reden nodig hebben. Als hij het nodig vond om iemand te straffen dan gebeurde dat. 
‘Waarom heb je me gespaard?’ De vraag maalde de hele weg door haar hoofd, maar ze durfde hem pas uit te spreken toen ze in zijn vertrekken stonden. En zelfs dan voelde de vraag gevaarlijk aan, alsof het hem in een fractie van een seconde terug kon laten schieten in zijn harde karakter. 
Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar ze zag zijn spieren aanspannen. Zijn handen balden zich tot vuisten naast zijn lichaam. Heel even was ze bang dat hij haar ermee zou slaan. 
Maar in plaats daarvan haalde hij uit en vloog een vaas van een bijzettafeltje tegen de muur. Geschrokken sprong ze achteruit voor de scherven die op de vloer neer hagelden. 
‘Ik weet het niet.’ Zijn stem klonk verwrongen. ‘Ik weet het niet, oké?’ Hij zuchtte diep en de spanning ebde weg uit zijn lichaam alsof hij leegliep. Hij trok een stoel naar zich toe en liet zich erop neer zakken. Een paar seconden verstreken voor Rheana zich durfde te bewegen. Dain had haar in enkele minuten meer emoties laten zien dan in de afgelopen maand. Hij slingerde heen en weer van Onyx naar mens en ze vond het moeilijk om te zeggen wat precies welk deel in hem triggerde. 
Met behoedzame passen liep ze naar hem toe. De man die op de stoel zat, leek in de verste verten niet op de man van wie Dragos een beeld had geschetst eerder op de avond. Dat leek hij zelf ook te beseffen. Was dat wat hem zo teruggetrokken had doen lijken tijdens het diner? 
‘Het is oké,’ zei ze zachtjes, bang dat hij dicht zou klappen en het harde masker terug op zijn gezicht zou plaatsen. ‘Om het soms niet te weten.’ Ze tilde haar hand op om deze op zijn schouder te leggen, maar ze aarzelde en trok hem weer terug. In plaats daarvan pakte ze het blokje hout op dat op het bureau lag. Het begon de contouren van een vogel te krijgen. 
‘Toen ik jonger was vond ik een keer een gewond vogeltje onder de eikenboom op het erf. Hij was uit het nest gevallen waarschijnlijk, maar de moeder wilde hem niet terugnemen.’ Ze draaide het stukje hout rond tussen haar vingers en ging met haar duim langs de ronding van de kop. ‘Hij was verzwakt en reageerde nauwelijks op dingen. Ik wist wat mijn vader altijd deed met verzwakte dieren: hij doodde ze. Dat was wat hij mij ook had geleerd en tot dat moment leek dat vanzelfsprekend. Het zou ook niet de eerste keer zijn dat ik zijn voorbeeld volgde daarin. Maar toen ik dat vogeltje in mijn handen hield, kon ik het niet. Ik weet niet waarom. Ik weet wel dat mijn vader het afkeurde en dat maakte het er alleen maar lastiger op. Waarom kon ik het ineens niet? Hoe was deze vogel anders dan alle voorgaande dieren? Ik ging ermee naar mijn broer, in de verwachting dat hij zou zeggen dat ik niet zo belachelijk moest doen en dat dat me wakker zou schudden.’ Ze moest een moment stoppen met praten om de brok in haar keel die zich opdrong bij de gedachte aan Nathan, weg te slikken. ‘Maar in plaats daarvan vertelde hij me dat ik moest doen waarvan ik voelde dat het het juiste was. hij zei dat ik het gevoel kon negeren. Dat ik het kon uithongeren en verwaarlozen. Maar dat het sterker zou zijn dan mij en dat het me zou verzwelgen als ik niet leerde mee te zwemmen met de stroming ervan.’ Rheana zette zachtjes haar tanden op haar lip en plaatste het houtvogeltje terug naast de mesjes en houtkrullen op het bureau. ‘Wat ik probeer te zeggen is dat ik het begrijp.’ Ze keek opzij naar Dain. Hij had zijn ogen gesloten en luisterde. ‘Ik begrijp hoe verwarrend een gevoel kan zijn dat ingaat tegen alles dat je hebt geleerd. Een gevoel dat alleen maar sterker wordt als je het probeert te negeren. Je kan het proberen uit te bannen, je kan het proberen te negeren, maar voor je het weet verwoest je daarmee meer van jezelf dan je lief is.’ Even bleef ze zwijgend naar hem kijken. ‘En ik denk dat er nog delen van je zijn die de academie en Dragos niet kapot hebben gemaakt. Het zou zonde zijn als je dat zelf doet.’
Demish
Internationale ster



Het was niet zijn bedoeling geweest om te breken in het bijzijn van Rheana. Haar vraag had zijn act in miljoenen stukjes laten breken. Hij had het echt niet geweten. Hij wist niet meer waarom hij haar had gespaard, of waarom hij had besloten dat dit leven geen echt leven meer was. Hij wist niet waarom zijn hersenen die omslag hadden gemaakt en er voor hadden gekozen om de Onyx achter zich te laten. Als hij wee kon kiezen om de gewetenloze soldaat te zijn, dan had hij dat gedaan. Dan was alles makkelijker geweest.
Ze had zijn uitbarsting niet verdiend. Net zo min als dat hij haar troostende verhaal over het kleine vogeltje verdiende. In eerste instantie had hij niet begrepen waar ze naar toe had willen gaan met het verhaal. Wat maakte het hem uit dat ze ooit een zielig dier ergens had gevonden? Naar mate haar verhaal vorderde, werd echter duidelijk dat het niet zozeer om het vogeltje ging, maar waarvoor het stond. Voor de conflicterende gevoelens die zij had gevoeld. Weten hoe het moet, maar voelen dat het anders kan. Rheana wist precies de gevoelens aan te stippen waar hij al weken mee zat.
Met troostende woorden sloot ze haar verhaal af. Dacht ze echt dat er nog delen in hem te vinden waren die niet waren betast door de academie en Dragos? Had hij zijn eigen ziel niet al genoeg verknoeid door alle slechte dingen die hij had gedaan, uit naam van de keizer?
En hoe kwam het eigenlijk dat Rheana deze woorden durfde te spreken? Als ze echt loyaal was aan de keizer, dan zou ze het niet durven zeggen. Ze zou beter moeten weten dan over de Onyx en Dragos spreken alsof het twee zwarte inktvlekken waren, die zich langzaam maar zeker steeds meer uitspreidden over Dain zijn ziel.
Dain haalde diep adem en sloot zijn ogen. Een stekende hoofdpijn kwam opzetten nu hij een deel van zijn gevoelens had gedeeld. En dat te bedenken dat de avond nog niet eens op de helft was.
‘Dat zijn erg… Troostende woorden, Rheana. Dankjewel.’ Dain wist niet wat hij er anders op kon zeggen. Hij wilde haar nu niet uithoren over waarom ze zo dapper, of dom, was om dit tegen hem te zeggen. Het liefst wilde hij dat de avond zo snel mogelijk voorbij zou zijn. Het zou echter niet helpen als hij in zijn kamer zou blijven zitten.
‘Het lijkt me beter als je hier blijft, of terug gaat naar je vertrekken. Ik zal ze informeren dat je niet meer in staat bent om ons nog te serveren vanavond.’ Dat was wel wat ze verwachtten. Een Rheana die hij flink onder handen had genomen. Zo erg zelfs, dat ze niet meer bij bewustzijn zou zijn.
Rheana protesteerde niet. Ze knikte enkel. In haar ogen lag nog steeds dezelfde blik: ik begrijp je. 
‘Ik zal een ander uniform voor je zoeken.’
Nadat Dain de rode wijn van zich af had geschrobd en zich om had gekleed in één van zijn andere uniformen, had hij afscheid genomen van Rheana. Hij had haar alleen gelaten in zijn kamer en was terug gelopen naar de eetzaal. Het hoofdgerecht was ondertussen al geserveerd.
‘Dain! Wat fijn dat je ons weer komt vergezellen,’ zei Dragos. Hij had overduidelijk al meer wijn op dan Dain over zich heen had gekregen. ‘Waar is de slaaf?’
Dain nam plaats op de stoel en schoof deze naar de tafel. ‘Ze zal niet meer in staat zijn om ons te serveren. En maak je geen zorgen. Ik heb iemand anders opgedragen om de rotzooi op te ruimen die ze veroorzaakt heeft door zich zo te gedragen.’
‘Zie je nou wel, Dimitri. Waarom zou je twijfelen aan je luitenant? Hij lijkt me prima in staat om zichzelf te verdedigen en te vechten voor het juiste. Dat voorval met de Eilin was vast niets meer dan pech. Pech dat een soldaat zijn luitenant niet wist te helpen toen het nodig was.’ Dain durfde bijna niet te geloven dat hij hiermee het vertrouwen van Dragos weer leek te bezitten.
Dimitri hield wijselijk zijn mond en zakte wat terug in zijn stoel. Dragos bleef hem echter aankijken. ‘Wat denk je er van? Je luitenant verdient een excuses.’
‘U hebt gelijk, generaal.’ Dimitri wende zich tot Dain, maar hij leek er moeite mee te hebben. ‘Mijn welgemeende excuses, luitenant. Het zal niet nog eens gebeuren.’
Dain knikte enkel, te geïrriteerd door Dimitri om daadwerkelijk woorden met hem uit te wisselen. Hij zou die avond zeker nog met hem willen spreken over wat zijn beste vriend nou had geprobeerd te bereiken.
‘Dat lijkt er meer op,’ zei Dragos geamuseerd. ‘Dit is de Dain die ik ken! En juist voor die Dain, mijn favoriet, heb ik een speciale opdracht.’ Dragos keek om zich heen en gebaarde de donkere bediende om hier naar toe te komen.
‘Maurelle hier heeft ons hele waardevolle informatie gegeven, een tijdje geleden. Eén van de gevangen was van plan om te ontsnappen. Hij probeerde zijn ideeën te verspreiden en mensen achter zich te krijgen. De desbetreffende gevangene zit nu vast in de Toren. Of niet, Maurelle?’
‘U heeft gelijk, meneer,’ antwoordde Maurelle. Dain kreeg een naar gevoel in zijn maag. Hij wist waar dit naar toe zou gaan.
‘We hebben hem tot nu toe weg laten kwijnen, maar ik denk dat een Onyx zoals jij hem wel wat angst in kan jagen en kan achterhalen wat zijn bedoelingen nou precies waren. Jij wist immers altijd de… juiste manieren om informatie uit mensen te krijgen.’
Daynty
Internationale ster



In stilte had Rheana schone kleren voor Dain gepakt en hem geholpen de knoopjes van zijn jasje dicht te maken, omdat hij die fijne beweging nog niet kon maken met zijn linkerhand. Daarna had hij gedag gezegd en was hij teruggegaan naar het diner. Ergens had ze medelijden met hem dat hij terug moest naar die leeuwenkuil. Zou Dimitri aandringen op een antwoord? Zou Dragos geloven dat Dain haar had gestraft? 
Het geluid van de deur die dicht viel, schrok haar op uit haar gedachten. Een gevoel van schaamte trok door haar heen. Het voelde alsof ze zichzelf en haar volk verraadde. Op nog geen honderd meter afstand zaten de gevangenen van het kamp uitgeput en afgeranseld opgepropt in hun slaapbarakken en wat deed zij? Een Onyx moed in praten en hopen dat zijn leugens het er goed vanaf brachten. 
Het is nodig om zijn vertrouwen te winnen, hield ze zichzelf voor. Kijk waar je bent! In zijn kamer. Alleen. 
Rheana’s hart maakte een klein sprongetje bij die gedachte. Ze stopte vlug Dains bevlekte kleren in een mand en veegde de scherven van vaas op. Hopelijk zou Dragos het ornament niet missen net zoals de kennelijk dure wijn die ze verspild had. Nadat ze de scherven in de prullenbak bij de de deur had gekieperd draaide ze zich om. Voor de eerste keer die avond bekeek ze de kamer aandachtig. Rechts van haar stond het bijzettafeltje waar Dain de vaas vanaf had geslagen. Een ruim bed stond in het midden van de muur tegenover haar. De dekens waren gemaakt van een dure, zachte stof en het matras zag er zo comfortabel uit dat het moeilijk was de neiging om er eventjes op te gaan liggen te weerstaan. Aan weerskanten van het bed stond een nachtkastje en het grootste deel van de linkermuur werd in beslag genomen door een klerenkast en een bureau. De meubels waren gemaakt van een robuust, donker hout maar zagen er toch verfijnd uit door de patronen die erin gegraveerd waren. 
Rheana nam een lantaarn van de muur en liep naar de opengeklapte koffers op het bureau toe. Ze had ze voor het grootste deel zelf ingepakt, maar toch hoopte ze dat Dain er nog spullen bij in had gestopt. Spullen die haar iets nuttigs gaven om aan het verzet te vertellen. 
Ze zette de lantaarn neer op het bureau en pakte voorzichtig één voor één de kledingstukken uit de koffer. Het grootste deel ervan bestond uit warme kleding voor hun aankomende deel van de reis door de bergen. Langzaam maar zeker begon de bodem van de koffer in zicht te komen. Op het moment dat ze het laatste kledingstuk op tilde, rolden er een paar dingen weg. Haar hartslag schoot iets omhoog en ze legde het kledingstuk weg. Onderin de koffer lagen een paar onbewerkte blokjes hout. Teleurgesteld blies ze haar adem uit. Haastig doch zorgvuldig pakte ze de kledingstukken terug in de koffer zoals ze erin hadden gezeten. 
Ook de tweede koffer gaf vrijwel alleen kledingstukken prijs. Rheana begon de moed haast te verliezen toen haar blik viel op iets lichts dat onder een trui uitstak. Een stuk papier. Voorzichtig trok ze het papier weg tussen de kleding en bekeek ze het. Het was een envelop van een dik, stug perkament en te voelen aan de bolling ervan zaten er meerdere papieren in. 
Hoopvol drukte ze haar lippen op elkaar toen ze zag dat de envelop niet verzegeld was. Ze peuterde de flap open en haalde het bovenste papier eruit. Het voelde broos aan en was ietwat verkreukeld, alsof het vaak was open- en dichtgevouwen. Bij het openvouwen van het blad zag ze dat haar handen trilden, bang dat het papier zou scheuren en Dain erachter zou komen dat iemand eraan had gezeten. 
Postadressen koninkrijk Avarena, luidde de in dikke letters geschreven titel. De eerste regel bevatte de naam en het adres van een postkantoor in Eilin, gevolgd door enkele namen. Generaal Astar, Luitenant Verone, Luitenant Agillus, heer Saevar. Elk rijtje namen volgde op een postkantoor. Hoewel de namen haar niets zeiden, brak er een glimlach door op haar gezicht. Dit was ongetwijfeld iets waar het verzet wat mee kon. Als ze de post aan luitenanten en generaals van het leger en misschien wel van de Onyx konden onderscheppen… 
Niet op de zaken vooruit lopen, Rhea. Ze legde de brief naast de koffer op het bureau neer en trok de lades van het meubelstuk open. Tot haar opluchting lagen er een aantal lege briefvellen en schrijfgerei in. Rheana trok de stoel naar achter, ging zitten en draaide het dopje van de inkt af. De adrenaline die door haar heen gierde, maakte het niet makkelijk om netjes te schrijven. De letters oogden trillerig en rommelig. Daar zou Kaspian het maar mee moeten doen. 
Ze kon de uitdrukking op zijn gezicht als ze hem deze informatie zou overhandigen al bijna zien. Hij had het nooit hardop tegen haar gezegd, maar ze merkte dat hij er weinig vertrouwen in had dat ze daadwerkelijk iets nuttigs aan het verzet kon leveren. 
Nadat ze de adressen over had geschreven, vouwde ze het originele papier voorzichtig weer op. Ze pakte het volgende papier uit de envelop. Lijst van arrestanten. Opgepakt door: heer Dain Sindri, luitenant van… 
In de gang sloeg een deur dicht. Met een ruk keek Rheana op van het papier. Als iemand haar alleen aan zou treffen in de kamer van een Onyx terwijl ze in zijn spullen zat te neuzen… Ze wilde niet eens denken aan de gevolgen die haar te wachten stonden, vooral niet als dat nieuws ook Dragos’ oren zou bereiken. Even staarde ze naar het papier in haar handen, de lijst met arrestanten. Zonder er verder over na te denken, hakte ze de knoop door. Ze vouwde het papier op en schoof het achter de halslijn van haar jurk. Ze sloot de envelop en legde hem zo precies mogelijk als ze hem had aangetroffen terug. Daarna pakte ze snel de kledingstukken terug in de koffer. 
Met geruisloze passen liep ze naar de deur van de kamer toe, waar ze even bleef luisteren of er nog iets te horen was in de gang. Zodra ze zichzelf ervan had verzekerd dat het stil was achter de deur, glipte ze de kamer uit, om zich zonder gezien te worden terug te haasten naar het kamertje dat ze vannacht met Maurelle deelde.
Demish
Internationale ster



Het was niet dat Maurelle bij meerdere diners aanwezig was geweest in haar leven, maar ze kon met zekerheid zeggen dat deze rampzaling was verlopen. Het gedrag van de Onyx was verdacht geweest. Hoe hij de ander uit had gehoord, haast ten schande had willen zetten over wat er tijdens de reis was gebeurd. Iets had er niet aan geklopt. Vlak daarna had Rheana een ongelooflijke fout gemaakt. Eentje die haar een hoop had gekost. Maurelle kon zich de ijselijke gil uit de gang nog goed heugen. Iedere keer als ze er aan dacht, voelde ze de rillingen over haar rug lopen.
Toch was er iets vreemds geweest aan de timing van Rheana. Het had er haast op geleken alsof ze de Onyx, haar baas, had willen beschermen tegen het vragenvuur wat op hem af was gevuurd. Wat was het dat Rheana had gezegd? Hij is eigenlijk altijd goed voor me geweest in die vier weken. Zo had het er net niet uit gezien. Sterker nog, door het luisteren naar de gesprekken over de heer Sindri was het voor Maurelle onmogelijk om te geloven dat hij een goed bot in zijn lichaam had.
Luitenant Sindri was teruggekeerd zonder zijn bediende en de avond was door gegaan alsof er niks was gebeurd. De andere Onyx hield wijselijk zijn mond nadat hij zijn excuses aan had moeten bieden.
Toen Dragos noemde dat hij de overhoring, marteling, van Kian aan luitenant Sindri over zou laten, moest Maurelle haar best doen om haar houding te behouden en geen angst te laten zien. Wat ze zojuist mee had gemaakt, beloofde niet veel goeds voor Kian.
Het resterende gedeelte van het diner had ze doorgebracht zoals van haar verwacht was. Het schenken van de wijn, nu Rheana er niet meer was, het afnemen en brengen van borden en het stilstaand zwijgen bij de muur. In haar hoofd had ze echter maar aan één ding kunnen denken: Kian.
Lang na twaalf uur was het diner ten einde gekomen. Heer Sindri was vertrokken nadat hij Dragos had bedankt. Ook de twee andere gasten van de opzichter hadden hem uitgebreid bedankt voor zijn gastvrijheid en hadden de ruimte verlaten. Nu zaten er nog twee mensen: Dragos en de soldaat. Dimitri.
Dragos had Maurelle gevraagd om een andere fles drank te halen. Eentje uit zijn eigen, persoonlijke collectie. Zonder slag of stoot had Maurelle hem gehaald. In de gangen had ze gezocht naar Rheana. Natuurlijk had ze haar niet gevonden.
Maurelle keerde terug in de zaal en liep naar de twee heren. Ze liet de fles aan de opzichter zien, die goedkeurend knikte. ‘Schenk maar in.’
Maurelle opende de fles en schonk de twee glazen gulzig in, zoals Dragos het graag had. Haar ogen gleden ondertussen door de ruimte. Geen Valeria. Die was waarschijnlijk al aan het helpen in de keukens bij het wassen van alle vaat.
‘Blijf hier, voor als we je nodig hebben,’ droeg Dragos haar op. Ze voelde niet alleen zijn blik, maar ook die van Dimitri op haar. Hoe langer ze in zijn bijzijn was, hoe ongemakkelijker ze zich voelde.
‘Natuurlijk, meneer.’ Maurelle gaf hem een knikje en plaatste de fles op tafel. Vervolgens nam ze haar plek bij de muur weer in. Het was een lange werkdag en ze merkte dat haar benen het lastig vonden om haar lichaam staande te houden. Ze verlangde naar haar bed, ook al wist ze dat ze nooit zou kunnen slapen. Niet met het vooruitzicht van de volgende dag.
‘Ik ben erg blij dat we hier konden stoppen tijdens onze reis.’ De stem van Dimitri trok haar aandacht. Ze hield haar ogen gericht op de grond onder haar, maar bleef aandachtig luisteren. Tenminste, zo aandachtig als ze kon nu de vermoeidheid toe begon te slaan.
‘En waarom is dat, Dimitri?’
‘Nu Dain zijn plek in gaat nemen op de academie, waar hij ongetwijfeld in uw voetsporen zal treden, moet zijn positie als luitenant worden vervuld door iemand anders. Ik dacht dat-‘
‘Dat jij die positie zou kunnen overnemen?’ vulde Dragos hem aan. Maurelle haalde diep adem. Vroeg deze soldaat nu aan Dragos of het mogelijk was om zijn luitenant te vervangen? Had hij dit aan zijn luitenant gevraagd? Door het gedrag van de soldaat vermoedde Maurelle dat hij dat niet had gedaan. Wellicht was dit informatie die ze aan Rheana aan kon bieden, in ruil dat zij het geheim zou houden dat Maurelle wat brood had gepakt.
‘Wat maakt dat je denkt dat jij recht hebt op die plek?’ De stem van Dragos was kritisch, maar het leek Dimitri geen angst in te boezemen. Misschien was hij het gewend.
‘Ik ben al jaren Dain zijn rechterhand. Ik weet wat er van me gevraagd zal worden en ik ben bereid om dat te doen. U kent me, weet waar ik toe in staat ben. Ik dacht, wellicht kunt u een goed woordje voor me doen.’
‘Dat zal ik doen.’ Dragos nam bedachtzaam een slok van zijn, bijna lege, glas. ‘Als jij Dain in de gaten houdt. Hij heeft zich vanavond dan wel bewezen, maar er speelt iets. Misschien iets met dat wicht, de slaaf. Maar houd hem in de gaten en ik zal een aanbeveling voor je schrijven.’
Er werd geproost op de deal. Wat ze niet wisten, was dat Maurelle ieder woord in haar hoofd prentte. Dit was informatie die Rheana moest weten. 
Daynty
Internationale ster



Rheana voelde zich alles behalve klaar om wakker te worden toen de klokkentoren van kamp Haldor lawaai begon te maken. Ze lag opgekruld op haar zij, de deken tussen haar vingers geklemd en opgetrokken tot aan haar kin, en opende haar ogen een klein stukje. De kamer was even schemerig als toen ze de vorige avond was gaan slapen. Het gebrek aan ramen maakte het eenvoudig om in de waan te blijven dat het diep in de nacht was en ze nog een aantal uur kon blijven liggen, maar de bijna opgebrande kaars in de lantaarn verraadde dat het ochtend was. 
Ze sloot haar ogen weer. Haar gedachten voelden traag en verdwaasd aan, alsof ze zich door een stroperige laag heen moesten worstelen voor ze haar bereikten, terwijl de slaap probeerde haar terug naar zich toe te trekken. De nacht was diep en droomloos geweest. 
Bijna zakte Rheana terug in slaap, tot een luid in de kamer haar wakker liet schrikken. Het duurde een paar seconden voor ze besefte dat het Maurelle was die bewoog in haar bed. Rheana liet de dekens los en draaide zich stilletjes om, hopend dat Maurelle nog zou slapen en ze misschien een blik kon werpen op het papier dat ze uit Dains kamer had meegenomen. 
Die hoop vervloog zodra ze recht in Maurelles ogen keek. Ze zat al rechtop op de rand van haar bed en kamde met haar vingers door haar haren in een poging de krullerige bos iets te temmen. Op het moment dat ze merkte dat Rheana wakker was, glimlachte ze kleintjes. 
‘Hoe voel je je?’ vroeg ze. 
Een lichte frons verscheen tussen Rheana’s wenkbrauwen. Waarom klonk het alsof ze bezorgd was? Vlak daarna drongen de herinneringen aan de vorige avond tot haar door. Dain had de anderen vast verteld dat hij haar zo zwaar gestraft had dat ze niet meer in staat was geweest om te werken. 
‘Een… Een beetje hoofdpijn,’ antwoordde ze snel. Ze duwde de dekens van zich af en dwong zichzelf om rechtop te gaan zitten. ‘En ik voel me wat licht in mijn hoofd, maar het gaat wel.’ 
Maurelle nam haar een moment zwijgend in zich op. Rheana deed haar best om haar blik niet af te wenden, wetende dat dat de leugen - die Maurelle al niet erg leek te geloven - zou verraden. Uiteindelijk knikte Maurelle, al leek ze niet overtuigd. 
‘Ik heb een aanbod voor je.’
Rheana knipperde een tikkeltje verward met haar ogen. Het voelde veel te vroeg om slinkse deals te sluiten. Ze was hier niet wakker genoeg voor. 
‘Ik heb informatie die je wellicht interessant vindt, over de luitenant en zijn soldaat. Het gaat vooral over de luitenant. Wil je het weten?’
Bedachtzaam nam Rheana Maurelle in zich op. ‘Wat vraag je daarvoor terug?’
Maurelles gezichtsuitdrukking verharde iets. ‘Dat je niets zegt over het brood.’
Heel even keek Rheana de jongedame tegenover haar niet-begrijpend aan, maar al snel begreep ze waar ze op doelde: het brood dat Maurelle weg had gesmokkeld uit de keuken. Aangezien Rheana sowieso niet van plan was geweest daar iets over te zeggen tegen iemand, knikte ze. ‘Oké, goed.’
‘Na het diner heeft de soldaat, Dimitri, nog wat met opzichter Dragos gedronken,’ begon Maurelle. Rheana zou willen zeggen dat ze verbaasd was, maar dan zou ze liegen. ‘Hij is uit op de positie van luitenant Sindri, die neem ik aan leeg komt als hij op de academie begint.’ 
Rheana knikte langzaam. Dat verklaarde waarom Dimitri gisteren probeerde om in een goed daglicht te komen bij de opzichter. Dragos was een invloedrijk man. Een goede referentie van hem zou Dimitri een ongelooflijk voordeel geven ten opzichte van andere potentiële kandidaten. 
‘Hij heeft Dragos gevraagd een goed woordje voor hem te doen,’ bevestigde Maurelle haar vermoedens. ‘En Dragos heeft daarmee ingestemd.’
Rheana snoof. ‘Wat aardig van hem.’
‘Maar Dragos doet geen aardige dingen zonder daar iets voor terug te willen. Hij wil dat Dimitri luitenant Sindri in de gaten houdt.’
In één klap was ze klaarwakker. ‘Wat? Waarom?’ Maar Rheana wist het antwoord al: Dain had zijn toneelstukje gisteravond niet overtuigend genoeg gespeeld. Wat er ook precies aan de hand was met hem, Dragos had er vermoedens van. 
Maurelle schokte met haar schouders. ‘Dragos denkt dat er iets speelt bij Dain.’ Ze kneep haar ogen iets samen. ‘Ik denk dat jij wel weet wat hij daarmee bedoelt.’


Demish
Internationale ster



In het hier en nu had Maurelle er voor gekozen om Rheana te vertrouwen. Wat had ze te verliezen? Niet veel. Als Rheana haar al had willen verlinken, dan had ze daar misschien al de kans voor gehad. In ieder geval toen ze samen met de luitenant uit de zaal was vertrokken. Niemand was echter nog naar Maurelle toe gekomen om haar te straffen. Dat maakte dat ze Rheana iets meer vertrouwde.
Dat, en dat het leek alsof Rheana zojuist was vergeten dat ze straf had gekregen van de luitentant. Maurelle had haar bestudeerd en het zag er niet uit alsof ze wonden op had gelopen. In ieder geval niet zo erg. Dat terwijl de vorige avond heel levendig was beschreven hoe de heer Sindri de gevangen, slaven en bedienden op de academie had behandeld. Rheana zag er eigenlijk uit alsof niemand aan haar had gezeten.
Ze had er voor gekozen om de informatie met Rheana te delen, juist omdat ze het beste voor leek te hebben met de luitenant. En hij met haar. Maurelle wist niet precies wat er daar speelde. Ze durfde het ook niet hardop te zeggen. In ieder geval niet met zoveel woorden. Suggereren dat Rheana wist waarom iemand zoals Dragos vond dat hij in de gaten moest worden gehouden, was al behoorlijk wat.
Rheana knikte langzaam op haar woorden. ‘Ik zal niks zeggen.’
‘Maar dat was je sowieso al niet van plan,’ merkte Maurelle op. Rheana had haar geen enkel idee gegeven dat ze haar zou verlinken. Ze had er al kansen voor gehad. Ze had het zelfs al aan Dragos kunnen vertellen, vlak voor het diner. Ze had haar mond gehouden. Nu Maurelle informatie had gedeeld, leek er een onbesproken bondje te zijn ontstaan. In ieder geval voor de tijd dat ze hier was.
Rheana schudde haar hoofd. ‘Je had gelijk. Ik weet inderdaad niet hoe het hier is.’ Ze kwam overeind van haar eigen bedrand en nam plaats naast Maurelle. ‘Mag ik vragen voor wie het brood was?’
Kian. Bij de gedachte van de jongen in de toren, sloeg Maurelle haar ogen neer. Ze wist wat er vandaag ging gebeuren. Luitenant Sindri zou Kian moeten uithoren, straffen voor wat hij had gedaan. Sindri had dan misschien een zwak voor zijn bediende, maar hij zou dat niet hebben voor iemand die een poging had gedaan om mensen aan te zetten tot ontsnapping.
‘Het was voor een vriend van me. Hij zit hier nog niet lang, slechts een paar weken. Misschien twee maanden. Hij stelde vragen over ontsnappingspogingen en werd betrapt. Ik probeerde hem nog te waarschuwen, maar…’ Maurelle maakte een hopeloos gebaar met haar handen. Ze vertelde geen leugen aan Rheana. Dit was daadwerkelijk hoe Kian zich had gedragen en hoe hij er op had gereageerd. Rheana wist alleen niet dat het onderdeel was van een groter plan.
‘Oh,’ zei Maurelle plotseling, toen ze zich herinnerde dat de afspraak tussen Dragos en Dain was gemaakt toen Rheana de zaal al had verlaten. ‘Je weet het niet.’
‘Wat weet ik niet?’
Maurelle schudde haar hoofd. Een paar zwarte krullen, die ze nog zo zorgvuldig had geprobeerd te kammen, sprongen weer los uit hun gevangenis. ‘Opzichter Dragos heeft aan de luitenant gevraagd om Kian uit te horen. Hier op het kamp betekent dat niks anders dan iemand martelen tot hij er bij neer valt.’ 
Maurelle bespeurde afschuw in Rheana haar blik. Had ze het niet verwacht? Zag ze het niet voor zich dat haar luitenant zoiets zou kunnen doen? Voor heel even begon Maurelle zich af te vragen of Rheana echt zo naïef was en niet door had dat ze werkte voor een Onyx. Nee, ze kon niet écht zo dom zijn.  ‘Waarom zou Dragos willen dat heer Sindri dat doet?’
Als antwoord op haar vraag, haalde Maurelle haar schouders op. ‘Waarom doet hij ooit iets? Omdat hij het kan.’ Een ander antwoord had ze niet voor het meisje. Dragos handelde niet uit strategie en voorbedachte rade. Tenminste, niet als het hier om ging. Hij deed dingen omdat hij het leuk vond, pijnigde mensen omdat hij er van genoot.
Zuchtend kwam Maurelle overeind. De klokken hadden al geluiden, wat betekende dat ze nu echt naar de keukens zouden moeten om het ontbijt voor de wachters en soldaten voor te bereiden. ‘Kom, we moeten het ontbijt rondbrengen.’ Rheana ging zonder protest mee.
Het brengen van ontbijt verliep zonder zorgen. Maurelle en Rheana wisten een groot deel van de dienbladen op tijd af te leveren en in en uit de kamers te glippen zonder al te veel gedoe. Toen ze terug liepen naar de keukens, werden ze staande gehouden door één van de wachters. Meteen nam Maurelle haar houding aan. Armen achter haar rug, ogen naar de grond.
‘De opzichter verzoekt dat jij,’ hij pakte Maurelle haar gezicht bij haar kin stevig vast en hief haar hoofd. ‘je meldt in de toren.’
In de toren, bij Kian? Wilde Dragos dat ze toe zou kijken? Had hij hen betrapt en wist hij dat het een slimme list was geweest om Maurelle hogerop te krijgen, zodat ze meer informatie zou kunnen verzamelen? Al die vragen schoten door haar hoofd, maar ze kon niks anders dan knikken. Een bevel van Dragos kon ze niet negeren.
‘En zij?’ vroeg Maurelle voorzichtig. De wachter liet haar gezicht los en bekeek Rheana. Maurelle schraapte haar keel. ‘Ik heb de opdracht gekregen om haar onder mijn hoede te nemen. Ze is de bediende van luitenant Sindri en-‘
‘Zwijg!’ Meteen klemde Maurelle haar lippen op elkaar. Ze haatte het. Ze haatte dat dit nu haar rol was. Toch wist ze dat ze niets te klagen had. Zeker niet in vergelijking met Kian.
De wachter keek bedenkelijk naar Rheana. In zijn ogen glom iets gevaarlijks, alsof hij Rheana het liefst meenam naar een verlaten plek. ‘Zij gaat ook mee. Dragos of Sindri weet wel iets voor haar.’
Daynty
Internationale ster



Jij bent niet de eerste die in de Toren gebroken is. Ieder onbewaakt moment glipten de woorden van de opzichter zijn hoofd binnen. Ze beten zich als insecten vast in zijn gedachten en vergiftigden hem met hun herinnering aan wat hem te wachten stond. Hij had het geprobeerd te negeren, maar ze waren onverbiddelijk. 
Een paar dagen in de Toren zullen je goed doen, had Dragos gezegd. Kian wist dat er enkele dagen verstreken waren vanaf het moment dat de soldaten hem een cel in hadden gegooid en zijn polsen hadden geboeid met kettingen die verankerd zaten in de muur. Hoeveel dagen precies durfde hij niet langer te zeggen. Het konden er drie zijn, maar ook vijf. Naast dat de cel klein, koud en vochtig was, hing er een hardnekkig schemerdonker. Er waren geen ramen - het enige licht kwam van een fakkel van de gang en slechts een klein deel daarvan vond zijn weg door het getraliede gat in de deur van zijn cel. Hij had geprobeerd een patroon te vinden in de wisseling van de wacht, maar dat was ogenschijnlijk willekeurig. Dragos wist hoe hij iemand tot waanzin kon drijven.
Kian liet zijn hoofd tegen de muur achter hem rusten en sloot zijn ogen. De waanzin had hem niet in een greep, nog niet. Hij weigerde zich te laten breken, hij weigerde toe te geven aan het speculeren over wat hem mogelijk te wachten stond, hoewel een aantal dienstdoende wachters hem al een tipje van de sluier hadden opgelicht door te vertellen wat er zoal met gevangenen die in de Toren waren beland, gebeurde. En details werden daarbij niet weggelaten. 
Ergens in de gang ging een deur open en dicht, waarna er voetstappen klonken. Kian ging iets rechterop zitten en spitste zijn oren. Dit waren niet de sloffende voetstappen van een wachter die een ronde liep en het waren ook niet de voorzichtige, haast bange voetstappen van een slaaf. Ze waren luid en doelgericht. 
En ze hielden stil bij zijn cel. 
Kians ogen vlogen open toen er gerinkel van sleutels klonk, gevolgd door het klaaglijke kraken van de deur. Zonder een woord te zeggen stapten twee wachters zijn cel binnen. De boeien om zijn polsen werden losgemaakt en vervangen door een keten die zijn handen voor zijn lichaam bij elkaar gevangen hield. 
‘Ik dacht al dat jullie me vergeten…’
Een elleboog stompte hard in zijn maag. De lucht sloeg uit zijn longen en zijn lichaam wilde dubbelklappen, maar de wachters hielden hem overeind en sleepten hem de cel uit. Ze trokken hem mee naar een smalle wenteltrap die dieper de Toren in leidde. Kian wist wat zich daar beneden bevond. De wachters noemden het de Zangkamers, omdat het de plek was waar Dragos’ sadistische verhoorders de gevangenen lieten zingen. Af en toe had hij het vanuit zijn cel kunnen horen, als de deur naar de trap open en dichtging en er flarden geluid naar boven dreven. Geschreeuw zo scherp dat het rillingen langs je rug joeg, gebroken stemmen die de dood zelf smeekten om hen te komen halen. 
Voor de eerste keer sinds hij het kamp binnen was gebracht, ging er een steek van angst door hem heen. 
Hoe donker het ook wordt, dat je niet zal breken. In gedachten dreunde hij de lijfspreuk van het verzet op. Het motto was hem net zo vertrouwd als zijn eigen naam en verloor nooit zijn effect. Kian dwong zijn stramme spieren om zijn rug te rechten op het moment dat de wachters hem door een openstaande deur een van de verhoorkamers binnen duwden. Het trof hem hoeveel mensen in de kamer stonden. Dragos sprong eruit, met zijn dreigende, onontkoombare aanwezigheid. De minieme glimlach om zijn lippen zat vol beloften van onheil. 
Maar wat Kian de meeste schrik inboezemde, was de in een ravenzwart uniform gehulde man die statig en vervaarlijk in het midden van de kamer stond. Een Onyx. Wat had een Onyx te zoeken bij zijn verhoor? 
Pas op het moment dat Kian de drempel over stapte, zag hij de twee meiden in de hoek van de ruimte. Heel even kon hij alleen maar staren naar brunette die vooraan stond. Maurelle. Een Onyx en Maurelle in één ruimte. Dat kon maar één ding betekenen: ze hadden hun plan door. Ze wisten dat Maurelle onderdeel was van een plan om te ontsnappen en de Onyx moest dit aan hen gaan ontfutselen. 
Onmiddellijk vermande Kian zich. Hij wierp nog een korte blik op het andere meisje, eveneens een slaaf te zien aan haar kleding, om het niet te laten opvallen dat hij alleen naar Maurelle had gekeken en keek daarna naar Dragos. 
‘Wat heeft deze show te betekenen?’ Kian trok zijn wenkbrauwen iets op. Een doffe pijn zeurde boven zijn linkeroog, waar een soldaat een paar dagen geleden een stomp op had gegeven. ‘Als ik had geweten dat er zoveel toeschouwers waren, had ik gezorgd dat ik er netter uitzag. Ik voel me wel ver…’
Hij had de Onyx nauwelijks zien bewegen. Op het moment dat tot hem doordrong dat er iets zwarts langs de rand van zijn blikveld flitste, verspreidde een pijnscheut zich al door zijn kaak. De vuist van de Onyx voelde aan als staal. Kian spuugde speeksel vermengd met bloed uit en keek de man aan. 
Demish
Internationale ster



De rode wijn die hij de avond van tevoren toch maar had genomen, had hem enigszins geholpen om de slapeloosheid te bestrijden. Toch had hij slechts enkele uren slaap gehad. Voor de rest van de korte nacht had Dain zich gewaand in zijn eigen gedachten. Hij had nagedacht over wat hem de volgende ochtend te wachten stond. Een zware taak. Eentje die iedere Onyx met gulzige handen aan zou pakken. Een kans om een ander, een gevangene, te pijnigen, dat was geweldig. Het was een machtig gevoel om het beetje leven langzaam uit iemand zijn ogen te zien verdwijnen, de botten te horen kraken en het geschreeuw in je op te nemen. Een gevoel dat hij vaak had ervaren op de academie, maar ook in het kasteel in Averena.
Zijn gedachten voelden aan als donkere grotten waar een monster zich verscholen hield. Hij herinnerde zich de slaaf die hij had uitgescholden omdat hij te laat door had gegeven dat Dain zich had moeten melden, waarna hij het jongetje een flinke trap had gegeven en tegen de muur had gegooid. Hij herinnerde zich de vrouw, die minstens twintig jaar ouder dan hem was geweest, maar die hij had behandeld als ze niks voor had gesteld. Stuk voor stuk hadden ze lager dan hem gestaan en hem onvrede bezorgd. En hij? Hij had uitgehaald. Met woorden, maar ook met daden.
Hij had kaken gebroken, gewurgd en geplet, met messen gestoken en ieder martelwerktuig dat de academie tot haar beschikking had gehad, had hij gebruikt. Allemaal omdat mensen fouten hadden gemaakt. En nu moest hij het weer doen.
Dain had zich vroeg gemeld in de Zangkamer. Het deed hem denken aan de cellen die ze op de academie ook hadden gehad. Hij had zijn vingers over de wapens laten glijden. Voor ieder werktuig dat er had gelegen, had hij precies geweten wat het was geweest en hoe hij het kon gebruiken om iemand te pijnigen. Hoe kon Rheana nog geloven dat er delen waren van zijn ziel die de Onyx niet had geïnfiltreerd? Als ze eens zou weten hoe snel zijn gedachten naar de ergste plekken toe gingen, dan zou ze haar woorden met luttele seconden terugnemen.
Waar hij zich niet op voorbereid had, was dat hij een publiek zou krijgen. Dragos, de wachters én Rheana en Maurelle. Rheana. Als er iemand was die dit niet zou mogen zien, dan was zij het. Het was echter niet zijn plaats om te vragen of ze wilde vertrekken. Dragos had hier de macht, zoals hij de vorige dag al kenbaar had gemaakt.
De jongen was binnen gekomen. Hij was brutaal, had nog vuur in zijn ogen. Hij loop niet gebogen. Hij was nog niet bezweken onder druk. Dat zou wel gebeuren. Na vandaag zou hij een ander persoon zijn. Net als Dain.
De eerste klap was al uitgedeeld, vanwege de grote mond die de jongen op had gezet. Dain streek over zijn vuist, verbaasd door hoe bekend het voelde. ‘Hang hem op. Zorg dat hij nauwelijks kan staan.’
De wachters die hem mee hadden genomen, maakten Kian zijn boeien vast aan een ketting die bungelde aan het plafond. Via een katrol was het mogelijk om de gevangene hoger of lager de lucht in te hijsen. Dain wist dat er druk zou komen te staan op zijn armen en dat hij het steeds moeilijker zou krijgen, terwijl zijn voeten zouden zoeken naar de stevige ondergrond.
Van de tafel greep Dain een dolk. Klein, maar het zou een goede indruk geven wat de gevangene zou kunnen verwachten als nogmaals een brutaal antwoord zou geven.
‘Je bent hier nog niet lang, dat kan ik aan je zien.’ Dain draaide zich om en zette een stap naar hem toe. Hij negeerde zijn toeschouwers. Hij was in zijn hoofd alleen met de gevangene. Een Onyx en zijn mindere, zoals het hoorde. Dain pakte het gezicht van Kian vast en zette de punt van de dolk tegen zijn kaak aan. ‘Je bent nog niet zo beschadigd als de rest. En je lijkt te denken dat normale regels geen invloed hebben op jou. Heb je nooit geleerd hoe je een Onyx aanspreekt?’
‘Er is mij alleen geleerd dat ik monsters zoals jij moet haten.’
Dain haalde uit met zijn elleboog en raakte de maag van de jongen. Dat hij aan het plafond hing, zorgde dat hij niet dubbel kon klappen. Zijn boeien zouden al in zijn huid moeten snijden. ‘Weet je zeker dat je deze taal wil blijven gebruiken?’ siste Dain, terwijl hij de dolk verplaatste naar de zij van de jongen. ‘Want als je dat doet, dan wordt de rest van de tijd hier een hel.’ 
Dain scheurde de stof van het shirt dat de jongen droeg kapot met de dolk. ‘Ik kan je laten uitbloeden terwijl je hier hangt, net als ze doen met het vee.’
Daynty
Internationale ster



 Misschien was het dom om een grote mond op te zetten. Misschien was het roekeloos en maakte hij het er zichzelf alleen maar erger op. De Onyx leek het in ieder geval niet te waarderen dat hij tegenspraak kreeg. Kian snoof toen de man dreigde hem open te snijden en leeg te laten bloeden. Een vooruitzicht dat zonder meer gevaarlijk klonk uit de mond van de soldaat, maar Kian wist dat hij dat niet zou doen. Anders zou hij niet hierheen zijn gebracht, maar tot een voorbeeld worden gemaakt op het rotspodium. 
'Dat geloof ik best,' snoof Kian. 'Maar dat ga je niet doen. Dat zou veel te makkelijk zijn, niet waar?' Hij maakte zijn blik los van de Onyx en wierp Dragos een scherpe blik toe. De man had zijn armen over elkaar geslagen en keek onbewogen terug. 
De achterkant van de dolk die de Onyx vasthad, klapte zo hard tegen zijn kaak dat Kian even dacht dat deze uit de kom was geslagen. Een scherpe pijn verspreidde zich door zijn wang en langs zijn kaak. 
'Je leert niet erg snel, hm?' merkte de Onyx op. Kian keek terug naar hem. Het was dom om een grote mond te hebben tegen hem - niet misschien, maar zeker. Toch weigerde Kian om zo gemakkelijk te zwichten onder zijn dreigende ogen en het vooruitzicht van de pijn die de man hem kon bezorgen. Hij mocht niet te snel zwichten. Dragos moest denken dat het alleen zijn plan was geweest om te denken over ontsnappen. Als hij meteen zou zwichten en veinzen dat hij brak zou hem dat een hoop pijn besparen, maar het zou hun act er minder geloofwaardig op maken. En Kian moest kostte wat het kost voorkomen dat Dragos achterdochtig werd over Maurelle haar beweegredenen - of over zijn eigen.
'Ik heb gehoord  dat je gevaarlijke gedachten hebt,' ging de Onyx verder. 'Vertel me daar eens over.'
Kian kneep zijn ogen samen. Wilde de man daadwerkelijk uit zijn mond horen dat hij aan ontsnappen had gedacht? 
De vingers van de Onyx klemden zich als een bankschroef om zijn kin. 'Spreek.'
'Ontsnappen.' Dat was het ene woord waar alles om draaide, en dit was geen leugen als onderdeel van hun plan. 'Weg uit dit godvergeten...'
De Onyx drukte zijn dolk door Kians schouder en vervormde zijn woorden tot een kreet van pijn. Onmiddellijk klemde Kian zijn kaken op elkaar. 
'Wat zei je?' 
'Weg uit...' De dolk werd nog een stukje verder zijn schouder in gedrukt. 
'Fout antwoord,' siste de Onyx, waarna hij met een ruk zijn dolk terugtrok. Kian gromde van pijn. 'Waar dacht je aan?'
Wat voor spelletje speelde deze man? 'Dat zei ik je toch! Ontsnappen.' Weer klapte de achterkant van de dolk tegen zijn kaak. Zijn hoofd sloeg opzij en een moment kneep hij zijn ogen dicht. De roestige smaak van bloed verspreidde zich over zijn tong. 
'Nog één kans.' De Onyx hief zijn kin en zijn ogen boorden zich in de zijne. Kian weigerde zijn blik af te wenden. Hij nam iedere vierkante centimeter van het gezicht van de elitesoldaat in zich op. Ieder lijntje in zijn huid, de strakke streep die zijn lippen vormden, de donkere kleur van zijn haren en tot slot de hardheid in zijn ogen, alsof hij een stalen muur voor zijn menselijkheid had opgetrokken.
Nee, bracht Kian zichzelf in herinnering, hij had geen menselijkheid. Het staal vulde de leegte die dat achter had gelaten. 
Hij prentte alles zorgvuldig zijn geheugen, zodat hij het gezicht van zijn beul nooit zou vergeten. Op een dag zullen de rollen omgedraaid zijn, beloofde hij de man in stilte.
'Wat wil je horen?' grauwde Kian, gefrustreerd vanwege de vaagheid in de woorden van de Onyx. 'Waar ik aan dacht, is ont...'
De vuist tegen de zijkant van zijn gezicht en zijn neus kwam zo hard aan dat er sterretjes voor zijn ogen dansten. Zijn hoofd sloeg achterover en zijn lichaam trok aan de kettingen waarmee zijn armen in de lucht werden getrokken. De steekwond joeg een pijnscheut door zijn schouder.  
'Ontsnappen is een woord dat we hier niet kennen.' De Onyx zette een stap achteruit en stak de dolk uit.  'Rheana.' Zijn barse stem zette het onbekende slavenmeisje dat bij Maurelle stond met een schok in beweging. Kian zag dat haar hand trilde terwijl ze de dolk aanpakte, en ze hield zoveel mogelijk afstand. Kian haatte het dat dat was waar mensen zoals de Onyx en Dragos anderen in veranderden: in willoze, bange schimmen. 
Demish
Internationale ster



De brutaliteit weerklonk door de als maar zwakkere woorden. Hij was eigenwijs, zo eigenwijs. Het bracht Dain met gemak terug naar de persoon die hij hoorde te zijn. De persoon die hij jaren was geweest. Iedere vorm van opstandigheid had hij beloond met een klap of een stoot. Een mes tussen de ribben, een gebroken kaak. De woede die hij had gevoeld voor iedereen die hem dwars had gezeten, wist deze jongen zonder moeite op te rakelen bij het volhouden van zijn gedachten. Het woord ontsnappen zou voor altijd uit zijn hersenen worden gewist, daar zou Dain voor zorgen.
Rheana had zijn dolk overgenomen, wat hem de gelegenheid gaf om een nieuw wapen uit te kiezen. Waar ze eerst nog gevaarlijk hadden geleken en voor een gevoel van afkeer hadden gezorgd, voelden ze nu stuk voor stuk als een verlening van zijn lichaam. In het licht van de fakkels glommen de messen uitnodigend. Bedenkelijk zweefde zijn hand boven de tafel.
Hij koos voor de zweep. Een gebruikelijke straf voor een slaaf of een gevangene, maar altijd effectief. Dain draaide zich om. Zijn blik was niet gevestigd op Kian, maar juist op de slaaf die naast Rheana stond. ‘Jij,’ met de zweep in zijn hand wees hij haar aan. ‘Jij bent degene die dit heeft veroorzaakt, is het niet? Degene die zijn naam heeft genoemd, zodat hij de straf krijgt die hij verdient?’
De angst weerspiegelde in haar ogen, maar het deed hem niks. Niet meer. Maurelle knikte voorzichtig.
‘Goed.’ Dain maakte zijn weg weer naar Kian, die het zichtbaar al moelijker kreeg om zijn lichaam in vorm te houden. Met een strakke hand rond zijn keel bracht Dain de jongen weer staande, met zijn tenen op de vloer. ‘Jij gaat herhalen wat ik net zei, na iedere zweepslag wil ik van je horen dat ontsnappen geen optie is.’ 
Met een duw liet hij hem weer los. Over Kian zijn schouder keek hij naar Maurelle. ‘En zij gaat bepalen hoe vaak je het moet ondergaan.’
Het was een truc die hij van Dragos had geleerd. Soms was het nog erger om te zien hoe een ander pijn leed. Misschien was het nog wel het ergste als jij opeens de touwtjes in handen kreeg, terwijl je die helemaal niet wilde. Nu wist Dain niet wat de verhouding was tussen de slaaf en de jongen die zo brutaal was dat Dain hem meerdere malen had moeten corrigeren. Het maakte hem ook niks uit. Voor niemand zou deze beslissing makkelijk zijn.
‘Kom op,’ moedigde Dain haar aan, toen ze in stilte bleef staan. Ze dacht na, dat kon hij aan haar gezicht zien. Waar zat ze aan te denken? Vijf? Drie? Wat ze ook zou noemen, Dain zou zorgen dat het naar een getal zou worden gebracht waar hij tevreden mee zou zijn. ‘Zie het als een beloning voor je goede gedrag. Jij kan bepalen wat er met hem gebeurt.’
Ondertussen verplaatste Dain zich naar de andere kant van de kamer, zodat hij achter Kian stond. Een deel van zijn rug was al zichtbaar, maar de huid was nog gaaf. Onaangeraakt. Hier en daar misschien een klein litteken, maar niet zoals de zweepslagen achter zouden laten. Een blank canvas.
‘Als jij niet kiest, dan kies ik. En ik kan je verzekeren dat mijn suggestie een stuk erger zal zijn,’ beet hij de slaaf ongeduldig toe. Ze moest antwoorden. Zou ze dat niet doen, dan zou ze zichzelf alleen maar opzadelen met problemen en straffen waar ze niet op zat te wachten.
Dain hief de zweep, maar de stem van het meisje hield hem tegen. ‘Tien!’
‘Tien,’ herhaalde Dain. Hij moest haast lachen om het lage getal wat ze noemde. ‘Een goed begin, maar laten we het verdubbelen.’
Hij zette een stap naar de gevangene toe en greep hem bij zijn haren, zodat hij ijzig in zijn oor kon fluisteren: ‘Niet vergeten te herhalen wat ik net zij. En denk er aan: voor iedere keer dat ik je niet hoor of kan verstaan, komt er een zweepslag bij.’
Hij wachtte het antwoord niet af. Het geluid van de zweep die de verse, onbevlekte huid raakte sneed door de kamer en de gevangene schreeuwde het uit van de pijn. Rode striemen vormden zich op zijn rug.
‘Zeg het!’ De stem van Dain was afdwingend. Het was de stem waarmee hij orders schreeuwde, waarmee hij iets eiste. Het was de stem die de Onyx hem gegeven had. 
Daynty
Internationale ster



De wreedheid van de Onyx was een bodemloze put. Hij liet Maurelle het aantal zweepslagen kiezen alsof hij haar daarmee een dienst bewees, op een heel verdraaide, zieke manier. Kian klemde verbeten zijn kaken op elkaar op het moment dat de Onyx zijn hoofd naar achter trok. De woorden van de man gleden grotendeels langs hem heen. Kians ogen zochten in de ruimte die van Maurelle op, maar ze staarde naar de grond. 
Til je hoofd op, wilde hij zeggen. Til je hoofd op voordat Dragos het ziet.
En zodat hij haar gerust kon stellen. Zodat hij haar op de een of andere manier in stilte kon laten weten dat hij het niet erg vond. Dat ze alleen maar deed wat ze moest doen zodat ze zou overleven, zodat zij beiden zouden overleven en op een dag de vrijheid tegemoet konden gaan. 
Dat was de gedachte die hem op de been hield toen de Onyx achteruit stapte om de eerste slag uit te delen. In gedachten beeldde Kian zich in hoe de man het handvat van de zweep beter in zijn hand nam. Hoe hij zijn arm naar achter bewoog en zijn ogen over zijn blote rug gleden, zoekend naar een plek om de eerste slag neer te laten komen. 
Ondanks dat hij zich schrap zette, kwam de pijn als een verrassing. Het geluid van de klap galmde samen met zijn geschreeuw door de ruimte. Vlammend en bijtend verspreidde de pijn zich over zijn rug. Kian klemde zijn vingers zo stevig om de kettingen van zijn boeien heen dat zijn knokkels er wit van zagen. 
Vanuit het niets volgde nog een klap, iets lager dan de vorige. Een tikkeltje zachter, maar daarom niet minder pijnlijk. ‘Vergeet je niet wat?’ 
Kian groef in zijn geheugen naar de woorden die hij geacht werd te herhalen na elke slag. ‘Ontsnappen is een woord dat we hier niet kennen,’ dreunde hij op. Hij haatte het dat hij geen andere keuze had dan te gehoorzamen aan het bevel van de Onyx, maar hij wilde dit zo snel mogelijk achter de rug hebben. Niet alleen vanwege de pijn. Hij wilde het Maurelle niet aandoen dat ze nog langer naar dit schouwspel zou moeten kijken dan nodig was. Hij wilde haar niet nog schuldiger laten voelen. 
De derde slag striemde over zijn schouderbladen. Kian klemde zijn kaken op elkaar en wist een schreeuw binnen te houden. Zijn lichaam bewoog in een reflex naar voren, een vergeefse poging om de pijn te kunnen ontlopen, en de steekwond in zijn schouder strafte hem onmiddellijk af voor die beweging. 
‘Ontsnappen is een woord dat we hier niet kennen.’ Zijn borstkas zwoegde gejaagd op en neer. 
De volgende zweepslag was harder dan de vorige. Kian voelde zijn benen knikken en had moeite om zijn evenwicht te bewaren op zijn tenen. Het voelde alsof zijn huid van zijn botten afgepeld werd - en dit was nog maar de derde geweest. Hoe zou hij het ooit volhouden tot de twintig? 
Het wachten was misschien nog wel erger dan de pijn. Soms wachtte de Onyx een paar seconden voor hij de volgende slag uitdeelde, soms volgde deze vrijwel direct op de woorden die Kian herhaalde na elke klap. In zijn hoofd dreunde echter een heel andere mantra. Ik haat je. Ik haat je. Ik haat je. 
Dat leek het enige te zijn dat voorkwam dat de brandende pijn zich als een olievlek door heel zijn lichaam verspreidde. Het strekte zijn tentakels gretig uit naar zijn hoofd, naar zijn gedachten, alsof het zijn hele wezen wilde vullen met de vlammende sensatie. Zijn haat jegens de Onyx en Dragos en de keizer waren het enige dat voorkwam dat de pijn hem geheel verteerde. 
Ergens bij de zestiende zweepslag begonnen er vlekken aan de hoeken van zijn blikveld te dansen. Of was het nog maar de dertiende slag? Ze regen zich aaneen tot een waas van pijn en de woorden opzeggen. Met iedere slag, zakten zijn gedachten verder af van de realiteit. 
‘Ontsnappen… niet… Kennen we niet hier,’ brabbelde hij. Achter zich snoof de Onyx minachtend. 
De zweep suisde door de lucht. En het werd zwart. 
Kians ogen vlogen open en hij hapte instinctief naar lucht. Knipperend met zijn ogen probeerde hij het ijskoude gevoel van zijn gezicht te schudden. Pas na een paar seconden drong het tot hem door dat het water was. Een van de wachters stapte naar achteren met een lege emmer in zijn hand. 
Verwilderd keek Kian de kamer rond. Maurelle en het andere slavenmeisje stonden weggedoken in de hoek, alsof ze het liefst door de muur heen verdwijnden. Dragos had een geamuseerde zweem om zijn lippen en in zijn ogen schitterde iets van goedkeuring. 
Hoe lang was hij out geweest? Het kon niet heel lang zijn. Voor hij erover na kon denken, sloeg de Onyx weer toe. 
‘Achttien,’ bulderde zijn stem. Kian dwong zichzelf om zijn ogen open te houden, om de woorden uit zijn mond te drukken. Het was verleidelijk om opnieuw toe te geven aan de zwarte vlekken. Zo verleidelijk… 
De negentiende slag duwde hem bijna over de rand heen. ‘Ontsnappen is een woord… kennen we niet.’ Hij knipperde met zijn ogen, probeerde zijn blik scherp te stellen op de tegels onder hem. Ze waren wazig en draaiden rond. De hele wereld draaide rond. 
Kian was lang geleden al gestopt met proberen het geschreeuw van pijn in te houden. De twintigste slag striemde zijn schouders opnieuw, of misschien waren het inmiddels zijn spieren die bloot lagen. Zo voelde het in ieder geval wel. 
‘Ontsnappen is…’ Bijna zakte hij opnieuw weg. De rest van de woorden vervormden tot een onverstaanbaar gemompel. Met langzame passen liep de Onyx om hem heen. Hij greep Kians keel vast en dwong hem zijn lichaam te rechten. 
‘Wat zei je?’
De stem van de Onyx haalde zo’n sterke haat in Kian naar boven, dat hij al zijn krachten bij elkaar schraapte om zijn hoofd op te tillen en de man aan te kijken. 
‘Hoe donker het ook wordt,’ bracht hij moeizaam uit. ‘Dat je niet zal breken.’
Woede flikkerde over het gezicht van de man bij het horen van het verzetsmotto, samen met een emotie die Kians verdwaasde hersenen niet konden plaatsen. De Onyx trok een mes uit zijn uitrusting en ramde het wapen zonder waarschuwing in Kians bovenbeen. Het trok hem over het randje heen de bewusteloosheid in. 
Demish
Internationale ster



Het motto van het verzet had hem bespot. Het was er zacht uit gekomen. De gevangene had de woorden er uit moeten persen, maar hij had geweten wat hij had gezet. Het horen van de woorden was alsof Dain oog in oog met de vijand had gestaan. Het verzet was de grootste verschrikking van het keizerrijk. De groep bestond uit mannen en vrouwen die logen en bedrogen. Ze bedachten plannen en deden er alles aan om te ontsnappen aan het bewind van de keizer. Deze geniepige groep mensen had hij moeten uitroeien. Hoeveel verzetstrijders had hij in zijn jaren als Onyx wel niet opgepakt? Veel. 
En nu werd het motto van het verzet zo bespottelijk tegen hem gezegd. 
De actie van Dain resulteerde in een geschrokken gil die uit de hoek van de zangkamer kwam. Het was niet Rheana. Het moest de ander zijn. Degene die hij had gevraagd om een getal te noemen.
Triomfantelijk trok hij zijn dolk terug uit het been. Bloed gutste naar beneden. Uiteindelijk bungelde de gevangene er inderdaad bij als een geslacht stuk vee. Hij was echter nog niet klaar. Niet nu hij luid commentaar had gehoord van de slaaf.
Hij beende naar haar toe en bracht zijn gezicht gevaarlijk dicht bij het hare. Ze had haar hand voor haar mond geslagen en ze keek naar beneden. Hij zag hoe ze rilde van angst. Haar vingers trilden en ze ademde sneller dan eerst.
‘Had je iets te melden?’ vroeg Dain haar. ‘Vind je het niet passend dat hij deze straf heeft gekregen voor het noemen van die afschuwelijke woorden? Of weet je soms niet wat ze betekenen?’ Ze moest het weten. Iedereen wist het. Zelfs gevangenen die al jaren in het kamp verbleven, wisten hoe het motto van het verzet klonk en hoe het door de gangen van mensen hun gedachten kon galmen.
‘Nou?!’ Dain verhief zijn stem en sloeg met zijn vlakke hand tegen de muur, vlak naast het hoofd van de slaaf. ‘Wat zei hij?’
‘H-het motto van het verzet, l-luitenant,’ stamelde ze.
‘Precies. Verdiende hij dit dan niet? Verdient niet iedere onbenul die zijn leven waagt om af te wijken van de keizer een straf?’
‘Ja-jawel,’ bracht Maurelle uit. Dain trok zijn hand langzaam terug, twijfelend of hij haar zou moeten straffen voor het kenbaar maken van haar medelijden met de gevangene. Uit zijn ooghoeken zag hij iemand bewegen. Rheana. Het was een kleine beweging. Het verplaatsen van haar gewicht van de ene voet op de ander. Het was echter genoeg om zijn aandacht te trekken en hem te laten beseffen dat Rheana er ook was. En dat ze alles had gehoord en had gezien.
Hoe donker het ook wordt, dat je niet zal breken. De woorden weerklonken in zijn hoofd. Hoeveel mensen uit het verzet hadden deze woorden niet naar hem geschreeuwd? En hoeveel had hij daarvoor gestraft met de dood?
Een rillerige wolk adem verliet zijn lippen. Alle spanning die zich had gevormd in zijn lichaam, zocht een uitweg. Plotseling voelde de zangkamer als een verschrikkelijke plek. Het voelde alsof hij net binnen was komen wandelen en toe had moeten kijken hoe een ander zich uit had geleefd op de gevangene, die nu bewusteloos bungelde aan de kettingen. Het was echter geen ander die dat had veroorzaakt.
Dain zette een paar stappen naar achteren. Hij ontweek bewust de blik van Rheana. ‘Laat dat een les voor je zijn, slaaf.’
Dragos klapte tergend langzaam in zijn handen. Iets wat hij niet vaak had gedaan toen hij Dain zijn leermeester was geweest. Hij had het enkel gereserveerd voor speciale gelegenheden. ‘Dat is hoe ze het doen op de academie en op het slagveld,’ beaamde hij tevreden.
Dain knikte kort. Het laatste wat hij nu wilde, was een compliment van Dragos. Hij overhandigde de zweep aan één van de wachters. ‘Breng hem terug naar zijn cel. Ik ben klaar hier.’
Snel groette hij de luitenant, een oud gebruik dat hij nog wist van de academie. Daarna maakte hij zich een weg naar de kamer die voor hem ter beschikking was gesteld. Eenmaal daar stopte hij zijn pas in het midden van de kamer, niet wetend wat hij nu moest. Als de vaas er nog had gestaan, had hij die weer naar de muur gegooid.
Als hij zich kon ontdoen van zijn gitzwarte uniform, dan had hij dat gedaan. Het gewaad plakte echter aan hem als een tweede huid. Eentje waar hij zich vaak te comfortabel in had gevoeld. De laatste paar weken had hij zich er tegen verzet, maar het was hem nu duidelijk hoe hard de Onyx in hem terug kon vechten. Hetgeen wat hij net had gedaan, hoe bruut hij was geweest? Hij had er op een gegeven moment niet meer over nagedacht. De woorden hadden uit hem gevloeid als een eindeloze rivier, evenals de harde handelingen die hij uit had gevoerd.
Dain hurkte en leunde met zijn gezicht in zijn handen. Hoe kon hij ooit de Onyx achterlaten, als het zo duidelijk was dat dit was wie hij hoorde te zijn?
Daynty
Internationale ster



Het geschreeuw van de gevangene galmde na in Rheana’s hoofd, ook nadat Dragos haar en Maurelle had opgedragen de verhoorkamer schoon te schrobben en hij de ruimte had verlaten. Alleen in haar hoofd was het niet de gevangene die gemarteld werd, maar haar broer. De gevangenissen van het keizerrijk stonden bekend om hun onmenselijkheid. Zou Nathan ook gemarteld worden? Zou hij gestraft worden voor de kleinste dingetjes of puur omdat de bewakers daar plezier uit haalden? De laatste keer dat ze Kaspian had gesproken, had hij haar niet kunnen vertellen naar welke gevangenis haar broer afgevoerd was. Rheana hoopte met heel haar hart dat het een van de mildere gevangenissen was. 
Misschien is hij allang dood, fluisterde een kwaadaardig stemmetje in haar oor. Misschien ben je te laat
Nee, zo mocht ze niet denken. Rheana glipte langs een wachtlopende bewaker heen en vulde twee houten emmers met water uit een ton aan het einde van de gang. Ze moest hoop houden. Maar nadat ze Dain de gevangene had zien martelen, was er van die hoop weinig meer over. Wat als Nathan ook zo behandeld werd? Als ze ooit de persoon zou vinden die ervoor gezorgd had dat Nathan was afgevoerd, zou ze het hem betaald zetten.
Rheana merkte pas dat er tranen in haar ogen stonden toen er iets warms over haar wang gleed. Ze drukte haar vingers tegen haar trillende lippen terwijl ze uit alle macht probeerde de tranen terug te dringen. Hoewel er niemand in de buurt was, wilde ze niet dat iemand haar zag. Zwakte werkte als een vonk hier en de bewakers zouden het uitbuiten zodra ze het zagen. 
Met de rug van haar hand veegde ze de tranen van haar wangen. Daarna tilde ze de emmers op en liep ze snel terug naar de verhoorkamer. Maurelle stond nog steeds in de hoek. Haar armen hingen verstijfd langs haar lichaam en ze staarde naar de plas bloed op de tegels. Ze had gezegd dat de gevangene, Kian, een vriend van haar was. Voor haar moest het nog erger zijn geweest om de marteling bij te wonen. Zou ze zich schuldig voelen omdat zij Kian twintig zweepslagen had bezorgd? Rheana kon er met haar gedachten niet bij dat Dain het meisje op zo’n gestoorde manier bij de straf had betrokken. Ze voelde nog de dreiging die van hem af had gestraald toen hij Maurelle genaderd had nadat Kian bewusteloos was geraakt. Hoe hij had gedreigd om haar ook te straffen vanwege haar reactie. 
Rheana klemde haar kaken op elkaar en zette de emmers op de grond. 
‘Maurelle?’ zei ze zachtjes. Maurelle leek wakker te schrikken uit haar gedachten, maar haar ogen waren leeg toen ze haar aankeek. Rheana reikte haar een van de borstels om de vloer mee schoon te schrobben. Ze kieperde een emmer leeg over de plas bloed en pakte zelf de andere borstel. Het scheelde haar niets dat de jurk vies werd toen ze neerknielde op de vloer om de hardnekkige vlekken die achterbleven op de tegels weg te schrobben. Maurelle volgde zwijgend haar voorbeeld. 
Een paar minuten lang waren ze in stilte bezig. Rheana had er geen behoefte aan om te praten, haar gedachten waren een te grote puinhoop. De gefrustreerde, met zichzelf in de knoop zittende Dain die haar gister een straf had bespaard stond in zo’n groot contrast met de Onyx die Kian vandaag gemarteld had. Ze kon niet geloven dat het dezelfde persoon was.
Nadat ze een tijdje in stilte naast elkaar hadden gewerkt, keek Rheana opzij naar Maurelle. Ze staarde afwezig naar de tegels voor haar en boende er driftig over heen met de borstel, ondanks dat die tegels allang schoon waren. 
Rheana staakte haar handelingen en legde haar hand op die van Maurelle waarmee ze de borstel vasthad om haar bewegingen te stoppen. ‘Het spijt me dat je dat moest zien,’ zei Rheana zachtjes. ‘Ik…’ De woorden stierven weg op haar lippen. Ze wist niet wat ze kon zeggen. Op dit moment was er waarschijnlijk niets dat Maurelle een beter gevoel kon geven. Daarom kneep Rheana alleen zachtjes in haar bovenarm, om te laten weten dat ze er voor haar was. 
Een klopje op de deur maakte dat ze haar hand snel terugtrok. In de deuropening stond een jong slavenmeisje, haar ogen keken schichtig de ruimte in en ze oogde bang, alsof ze iets engs had gezien. Maar wat hier was nu niet eng? 
‘Rheana?’ vroeg ze voorzichtig. En na een bevestigend knikje: ‘Luitenant Sindri verwacht u bij de stallen.’
Rheana voelde het bloed in haar aderen verkillen. ‘Wanneer?’
‘Zo snel mogelijk.’
Demish
Internationale ster



Minuten had hij stil gezeten op zijn hurken. De lijnen op de houten planken in de vloer waren gaan dansen voor zijn ogen en hadden zich vervormd in vreemde figuren. Toen zijn lichaam hem niet meer had kunnen dragen, had hij zich volledig laten zakken in een zittenede positie. Hij had geprobeerd zijn gedachten te laten stoppen en zichzelf te beschermen tegen al het nare wat hij had gedaan, maar zodra hij de deur in zijn hoofd op een kier had geopend, had hij het geschreeuw van de gevangene gehoord.
Al snel was zijn geschreeuw veranderd in dat van anderen. Vrouwen en kinderen, met wie hij nooit medelijden had gehad als hij een familielid voor hun ogen had geslacht. Hij had gespeeld met hun levens. Hij had nooit bedacht dat de persoon die hij aan zijn zwaard had geregen, familie was geweest van een ander. Een zoon, een moeder, een vriend, een geliefde. Hij was altijd meedogenloos geweest, totdat er iets in hem was veranderd. Een knop, die ver naar achteren was gebracht, was plotseling omgeslagen. Hij had zijn medeleven gevonden en daarmee de grootste vloek over zichzelf uitgesproken.
Alleen zijn met zijn verwoestende gedachten was het ergste wat hem nu kon overkomen. Hij dacht aan zijn familie, die juist zo trots op hem was. Trots, omdat hij de zoveelste Onyx was en zelfs nog een hogere positie had weten te bemachtigen dan zijn vader voor hem. Waren ze echt trots op zijn daden, of was het slechts de naam en de voordelen die er bij kwamen kijken?
Hij dacht aan al zijn slachtoffers. Aan de mensen die hij had gezien. Hij had heel Veros en Averena gezien. Ver voorbij hun grenzen was hij het land ingetrokken. Hij had mensen gebukt zien gaan onder het regime, ongeacht hun afkomst. Iedereen had met angst in hun ogen naar hem gekeken. Het moment dat hij zich dat had gerealiseerd, en onder ogen was gekomen wat voor een permanente schade hij had veroorzaakt, was het moment geweest waarop hij had besloten dat hij dit niet meer had gewild.
Maar het is al te laat, fluisterden zijn gedachten. Hij zat er al te diep in. Hij was weggezakt in een duister gat. Eentje die hij nooit aan had kunnen zien komen, maar nu tastte hij in het duister en verdween het licht steeds sneller. Hoe meer hij de duisternis weg probeerde te duwen, hoe harder het terugkwam. Daar was deze ochtend wel het bewijs van.
De klokken buiten lieten Dain realiseren dat hij al een langere tijd in zijn kamer had gezeten. Als het geluid hem niet naar de realiteit had getrokken, had hij nog uren door kunnen gaan. Hij moest er uit. Hij moest weg. Weg van het kamp, van Dragos. Weg van wat hij had gedaan. Hij wist dat hij hier nog minstens een dag door zou moeten brengen, maar voor nu was hij klaar met de benauwende muren en hekken die het kamp omringden.
Hij had zichzelf vermand en was de kamer uitgestapt. Daar had hij de eerste slaaf aangesproken die hij had gezien en gevraagd om zij Rheana op had willen halen. Hij had iemand nodig in zijn bijzijn. Iemand die hem ervan zou weerhouden om terug te vallen in zijn gedachten. Al was het misschien niet veel beter, wetende dat Rheana zich gedwongen zou voelen om met hem mee te gaan.
Bij de stallen had Dain het paard begroet waar hij de afgelopen tijd mee had gereisd. Hij had het opgezadeld en in de tijd dat hij op Rheana had gewacht, had hij ook haar paard klaar gemaakt voor vertrek. Toen hij opkeek van het zadel, zag hij dat Rheana stilletjes de stallen binnen was gewandeld.
Ze zag er doodsbang uit.
‘We gaan een stuk rijden,’ verkondigde hij. Hij wachtte haar antwoord niet af en stapte op zijn paard. Hij nam de teugels strak in zijn handen en keek naar zijn knokkels. Rood, enkelen voelden pijnlijk aan bij de beweging die ze maakten. Het was niks in vergelijking met wat de gevangene nu moest voelen.
‘En Dimitri?’ Het waren maar twee woorden, maar haar stem klonk fragiel. Dain voelde zijn lichaam zwaarder worden. Ze was zo geschrokken van wat ze had gezien, dat ze zelfs nog hoopte dat Dimitri hen zou vergezellen. Dat terwijl ze voorheen overduidelijk een hekel aan hem had gehad.
‘Dimitri is op verkenning, hij komt morgen pas terug.’ Had hij een fout gemaakt om Rheana mee te vragen? Hij had gehoopt dat haar aanwezigheid hem troost had kunnen bieden, maar hoe kon het dat nu ze bang voor hem was?
Rheana had geknikt en ook haar paard bestegen. Bij de poort van het kamp had Dain laten weten dat ze enkele uren weg zouden blijven, nog niet in staat om te bedenken dat hij weer terug zou moeten keren.
Daynty
Internationale ster



In Dains aanwezigheid zijn, voelde als het in de nabijheid zijn van een slapend roofdier. Hij was kalm en beheerst en zag er niet uit alsof hij met één haal iemand uit het leven kon rukken, maar Rheana kon de beelden uit de verhoorkamer niet van haar netvlies krijgen. Dain die de dolk door de schouder van de gevangene drukte. Dain die de zweep neer liet komen en de gevangene dwong keer op keer dezelfde woorden te halen, tot ze vereenzelvigd waren met de pijn. Dain die dreigend boven Maurelle uittorende en bijna haar ook een straf uitdeelde. Het was alsof hij iets om had gezet in zichzelf en de kleine beetjes menselijkheid die ze de vorige avond in zijn houding en zijn ogen door had zien schemeren had verstikt zoals water een vuur verstikte. 
Rheana keek strak naar het pad voor hen, maar vanuit haar ooghoeken probeerde ze een glimp op te vangen van de luitenant. Zouden de restjes menselijkheid in hem nog smeulen? Zou één vonk genoeg zijn om ze weer te laten ontbranden? Of zou het martelen van de gevangene ze definitief gedoofd hebben? 
Ze ademde scherp in. Haar vingers wrongen nerveus om de teugels van haar paard en voelden klam aan. Het liefst veegde ze haar handen af aan de jurk, maar ze was bang dat Dain de glimp van zwakte op zou merken zoals een roofdier bloed rook vanaf kilometers afstand. 
‘Het spijt me.’ Rheana veerde overeind bij zijn stemgeluid. ‘Dat je er getuige van moest zijn. Dat was niet mijn beslissing.’
Zodra ze zich realiseerde dat het geen bestraffende woorden waren, ontspande ze weer iets. Toch bleven haar spieren gespannen staan, als een veer die ieder moment weg kon springen. Rheana knikte alleen. Wat kon ze zeggen? Wat wilde hij horen? Maar onder die vragen mijmerde ze over zijn woorden. Als het niet zijn keuze was geweest om haar toe te laten kijken, wie had dat dan bepaald? Was het de wachter die Maurelle had gehaald of kwam het van Dragos’ hand? 
Rheana draaide haar hoofd opzij, weg van Dain, en keek naar de bomen die aan haar voorbij trokken in de hoop dat de aanblik van de sereniteit ervan de angst in haar lichaam iets zou temperen. Het moment de vorige avond waarin ze Dain had verteld over het verzwakte vogeltje dat ze had gevonden en niet had kunnen doden, voelde als een andere wereld. Het was absurd. Hoe had ze tot vanochtend niet dezelfde, diepe angst voor hem gevoeld? Vanaf het moment dat ze hem gewond de kasteelpoorten door had zien rijden, had ze geweten dat hij een Onyx was. Maar tot een uur geleden had hij geen enkele aanleiding gegeven om haar te herinneren aan dat feit. 
Het ruisen van de bladeren in de wind en het fluiten van vogels verstopt in de boomtoppen kalmeerden haar gejaagde hartslag iets. Maar ze waren geen remedie voor de gedachten die door haar hoofd maalden en de tegenstrijdige gevoelens die haar geest in tweeën leken te splitsen. 
Rheana had geen idee hoelang ze in stilte naast elkaar rijden. Lang genoeg voor het bos om de horizon achter hen op te slokken tot de blauwe lucht niet meer te zien was. Tot Kamp Haldor niet meer te zien was en de geur van bloed en zweet niet langer in de lucht hing. 
‘Het is oké als je niet wil praten.’ Aan zijn stemgeluid hoorde ze dat hij opzij keek naar haar. ‘Het is… Ik wilde gewoon niet alleen zijn. Dat brengt me naar plekken waar ik niet wil zijn.’
Daar was het weer ー die aarzeling in zijn stem, alsof hij moest zoeken naar de woorden die pasten bij het gevoel en die woorden heel ver weg waren gestopt. Rheana haatte hoe menselijk het hem liet klinken. En hoezeer ze zich herkende in hetgeen dat hij omschreef. De dagen nadat Nathan was opgepakt waren de eenzaamste dagen die ze ooit gekend had. Iedere seconde dat ze alleen was geweest, had de leegte haar herinnerd aan het gemis van haar broer, haar ouders, haar vrienden. De stilte had haar dingen opgedrongen waar ze niet aan wilde denken, maar die haar meesleepten zoals de Resa na een hevige storm stukken van de oevers meesleurde in een onontkoombare stroming. En gezelschap hebben, al was het iemand met wie ze nauwelijks woorden wisselde, bood een houvast in die stroming, als een rots in de rivier. 
Pas toen Dain weer naar voren keek, keek Rheana opzij naar hem. Zijn kaak stond strak en hij tuurde gespannen in de verte. Af en toe viel een straal zonlicht door het bladerdak en ving ze een glimp op van de bloedvlekken op zijn uitrusting. De aanblik ervan drong beelden van Kian die slap in de boeien hing aan haar op. 
‘Wat voor plekken?’ vroeg ze uiteindelijk. Ze zag Dain iets rechterop gaan zitten, alsof hij verrast was dat ze nog een antwoord gaf. Rheana wilde weten wat de dingen waren die hem plaagden als hij alleen was. Want ergens stelde het haar gerust of gaf het haar een zwak gevoel van rechtvaardigheid dat zelfs duivels getergd werden door hun demonen. 


Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste