Daynty schreef:
Hij had haar gespaard. Het drong niet meteen door tot haar verdwaasde gedachten, die waren blijven hangen bij zijn eerdere vraag. Weet je wel wat er nu verwacht wordt? Die ene zin maakte het hiaat in haar plan pijnlijk duidelijk. Voor hetzelfde geld had Dragos van Dain geëist dat hij haar ter plekke in de zaal zou straffen en dergelijke dingen leken nu juist hetgeen te zijn dat hij probeerde te vermijden.
Pas toen ze stilletjes achter hem aan liep door de gangen van het hoofdgebouw sijpelde de realisatie langzaam haar gedachten binnen. Hij had haar moeten straffen. Hij had er alle reden toe gehad - sterker nog, een Onyx zou zelfs geen legitieme reden nodig hebben. Als hij het nodig vond om iemand te straffen dan gebeurde dat.
‘Waarom heb je me gespaard?’ De vraag maalde de hele weg door haar hoofd, maar ze durfde hem pas uit te spreken toen ze in zijn vertrekken stonden. En zelfs dan voelde de vraag gevaarlijk aan, alsof het hem in een fractie van een seconde terug kon laten schieten in zijn harde karakter.
Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar ze zag zijn spieren aanspannen. Zijn handen balden zich tot vuisten naast zijn lichaam. Heel even was ze bang dat hij haar ermee zou slaan.
Maar in plaats daarvan haalde hij uit en vloog een vaas van een bijzettafeltje tegen de muur. Geschrokken sprong ze achteruit voor de scherven die op de vloer neer hagelden.
‘Ik weet het niet.’ Zijn stem klonk verwrongen. ‘Ik weet het niet, oké?’ Hij zuchtte diep en de spanning ebde weg uit zijn lichaam alsof hij leegliep. Hij trok een stoel naar zich toe en liet zich erop neer zakken. Een paar seconden verstreken voor Rheana zich durfde te bewegen. Dain had haar in enkele minuten meer emoties laten zien dan in de afgelopen maand. Hij slingerde heen en weer van Onyx naar mens en ze vond het moeilijk om te zeggen wat precies welk deel in hem triggerde.
Met behoedzame passen liep ze naar hem toe. De man die op de stoel zat, leek in de verste verten niet op de man van wie Dragos een beeld had geschetst eerder op de avond. Dat leek hij zelf ook te beseffen. Was dat wat hem zo teruggetrokken had doen lijken tijdens het diner?
‘Het is oké,’ zei ze zachtjes, bang dat hij dicht zou klappen en het harde masker terug op zijn gezicht zou plaatsen. ‘Om het soms niet te weten.’ Ze tilde haar hand op om deze op zijn schouder te leggen, maar ze aarzelde en trok hem weer terug. In plaats daarvan pakte ze het blokje hout op dat op het bureau lag. Het begon de contouren van een vogel te krijgen.
‘Toen ik jonger was vond ik een keer een gewond vogeltje onder de eikenboom op het erf. Hij was uit het nest gevallen waarschijnlijk, maar de moeder wilde hem niet terugnemen.’ Ze draaide het stukje hout rond tussen haar vingers en ging met haar duim langs de ronding van de kop. ‘Hij was verzwakt en reageerde nauwelijks op dingen. Ik wist wat mijn vader altijd deed met verzwakte dieren: hij doodde ze. Dat was wat hij mij ook had geleerd en tot dat moment leek dat vanzelfsprekend. Het zou ook niet de eerste keer zijn dat ik zijn voorbeeld volgde daarin. Maar toen ik dat vogeltje in mijn handen hield, kon ik het niet. Ik weet niet waarom. Ik weet wel dat mijn vader het afkeurde en dat maakte het er alleen maar lastiger op. Waarom kon ik het ineens niet? Hoe was deze vogel anders dan alle voorgaande dieren? Ik ging ermee naar mijn broer, in de verwachting dat hij zou zeggen dat ik niet zo belachelijk moest doen en dat dat me wakker zou schudden.’ Ze moest een moment stoppen met praten om de brok in haar keel die zich opdrong bij de gedachte aan Nathan, weg te slikken. ‘Maar in plaats daarvan vertelde hij me dat ik moest doen waarvan ik voelde dat het het juiste was. hij zei dat ik het gevoel kon negeren. Dat ik het kon uithongeren en verwaarlozen. Maar dat het sterker zou zijn dan mij en dat het me zou verzwelgen als ik niet leerde mee te zwemmen met de stroming ervan.’ Rheana zette zachtjes haar tanden op haar lip en plaatste het houtvogeltje terug naast de mesjes en houtkrullen op het bureau. ‘Wat ik probeer te zeggen is dat ik het begrijp.’ Ze keek opzij naar Dain. Hij had zijn ogen gesloten en luisterde. ‘Ik begrijp hoe verwarrend een gevoel kan zijn dat ingaat tegen alles dat je hebt geleerd. Een gevoel dat alleen maar sterker wordt als je het probeert te negeren. Je kan het proberen uit te bannen, je kan het proberen te negeren, maar voor je het weet verwoest je daarmee meer van jezelf dan je lief is.’ Even bleef ze zwijgend naar hem kijken. ‘En ik denk dat er nog delen van je zijn die de academie en Dragos niet kapot hebben gemaakt. Het zou zonde zijn als je dat zelf doet.’
Hij had haar gespaard. Het drong niet meteen door tot haar verdwaasde gedachten, die waren blijven hangen bij zijn eerdere vraag. Weet je wel wat er nu verwacht wordt? Die ene zin maakte het hiaat in haar plan pijnlijk duidelijk. Voor hetzelfde geld had Dragos van Dain geëist dat hij haar ter plekke in de zaal zou straffen en dergelijke dingen leken nu juist hetgeen te zijn dat hij probeerde te vermijden.
Pas toen ze stilletjes achter hem aan liep door de gangen van het hoofdgebouw sijpelde de realisatie langzaam haar gedachten binnen. Hij had haar moeten straffen. Hij had er alle reden toe gehad - sterker nog, een Onyx zou zelfs geen legitieme reden nodig hebben. Als hij het nodig vond om iemand te straffen dan gebeurde dat.
‘Waarom heb je me gespaard?’ De vraag maalde de hele weg door haar hoofd, maar ze durfde hem pas uit te spreken toen ze in zijn vertrekken stonden. En zelfs dan voelde de vraag gevaarlijk aan, alsof het hem in een fractie van een seconde terug kon laten schieten in zijn harde karakter.
Hij stond met zijn rug naar haar toe, maar ze zag zijn spieren aanspannen. Zijn handen balden zich tot vuisten naast zijn lichaam. Heel even was ze bang dat hij haar ermee zou slaan.
Maar in plaats daarvan haalde hij uit en vloog een vaas van een bijzettafeltje tegen de muur. Geschrokken sprong ze achteruit voor de scherven die op de vloer neer hagelden.
‘Ik weet het niet.’ Zijn stem klonk verwrongen. ‘Ik weet het niet, oké?’ Hij zuchtte diep en de spanning ebde weg uit zijn lichaam alsof hij leegliep. Hij trok een stoel naar zich toe en liet zich erop neer zakken. Een paar seconden verstreken voor Rheana zich durfde te bewegen. Dain had haar in enkele minuten meer emoties laten zien dan in de afgelopen maand. Hij slingerde heen en weer van Onyx naar mens en ze vond het moeilijk om te zeggen wat precies welk deel in hem triggerde.
Met behoedzame passen liep ze naar hem toe. De man die op de stoel zat, leek in de verste verten niet op de man van wie Dragos een beeld had geschetst eerder op de avond. Dat leek hij zelf ook te beseffen. Was dat wat hem zo teruggetrokken had doen lijken tijdens het diner?
‘Het is oké,’ zei ze zachtjes, bang dat hij dicht zou klappen en het harde masker terug op zijn gezicht zou plaatsen. ‘Om het soms niet te weten.’ Ze tilde haar hand op om deze op zijn schouder te leggen, maar ze aarzelde en trok hem weer terug. In plaats daarvan pakte ze het blokje hout op dat op het bureau lag. Het begon de contouren van een vogel te krijgen.
‘Toen ik jonger was vond ik een keer een gewond vogeltje onder de eikenboom op het erf. Hij was uit het nest gevallen waarschijnlijk, maar de moeder wilde hem niet terugnemen.’ Ze draaide het stukje hout rond tussen haar vingers en ging met haar duim langs de ronding van de kop. ‘Hij was verzwakt en reageerde nauwelijks op dingen. Ik wist wat mijn vader altijd deed met verzwakte dieren: hij doodde ze. Dat was wat hij mij ook had geleerd en tot dat moment leek dat vanzelfsprekend. Het zou ook niet de eerste keer zijn dat ik zijn voorbeeld volgde daarin. Maar toen ik dat vogeltje in mijn handen hield, kon ik het niet. Ik weet niet waarom. Ik weet wel dat mijn vader het afkeurde en dat maakte het er alleen maar lastiger op. Waarom kon ik het ineens niet? Hoe was deze vogel anders dan alle voorgaande dieren? Ik ging ermee naar mijn broer, in de verwachting dat hij zou zeggen dat ik niet zo belachelijk moest doen en dat dat me wakker zou schudden.’ Ze moest een moment stoppen met praten om de brok in haar keel die zich opdrong bij de gedachte aan Nathan, weg te slikken. ‘Maar in plaats daarvan vertelde hij me dat ik moest doen waarvan ik voelde dat het het juiste was. hij zei dat ik het gevoel kon negeren. Dat ik het kon uithongeren en verwaarlozen. Maar dat het sterker zou zijn dan mij en dat het me zou verzwelgen als ik niet leerde mee te zwemmen met de stroming ervan.’ Rheana zette zachtjes haar tanden op haar lip en plaatste het houtvogeltje terug naast de mesjes en houtkrullen op het bureau. ‘Wat ik probeer te zeggen is dat ik het begrijp.’ Ze keek opzij naar Dain. Hij had zijn ogen gesloten en luisterde. ‘Ik begrijp hoe verwarrend een gevoel kan zijn dat ingaat tegen alles dat je hebt geleerd. Een gevoel dat alleen maar sterker wordt als je het probeert te negeren. Je kan het proberen uit te bannen, je kan het proberen te negeren, maar voor je het weet verwoest je daarmee meer van jezelf dan je lief is.’ Even bleef ze zwijgend naar hem kijken. ‘En ik denk dat er nog delen van je zijn die de academie en Dragos niet kapot hebben gemaakt. Het zou zonde zijn als je dat zelf doet.’