Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
15 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
ORPG | Light up a spark
Daynty
Internationale ster



Was ze een goed persoon? Terwijl ze achter Maurelle aan naar buiten liep, voelde het niet zo. Zou een goed persoon er niet meer aan doen om de gevangenen te helpen? Om Maurelle weg te krijgen uit het kamp? Zou een goed persoon voor een Onyx werken en zelfs persoonlijke gesprekken met hem hebben? Een stemmetje in haar fluisterde “nee” op al die antwoorden, maar daar tegenover stond de overtuiging dat ze deed wat ze kon op dit moment. Het verzet helpen, Nathan bevrijden, overleven.
Eenmaal buiten liep Rheana naar de stallen toe, waar haar paard al opgezadeld en bepakt klaarstond om te vertrekken. 
‘Hoe is het met Kian?’ vroeg ze zachtjes zodra ze buiten gehoorafstand waren. Ze had de herinneringen aan die ene ochtend zo diep mogelijk weggestopt en er sindsdien niet meer aan gedacht, maar ze moest het weten. Ze moest weten of hij het overleefd had, of hij al herstellende was. 
‘Hij is sinds vanochtend uit de Toren.’ Er lag iets droevigs over Maurelles gezicht toen ze over hem praatte. ‘Het kan niet anders dan dat hij nog steeds enorm veel pijn heeft, maar hij leeft nog.’
Opgelucht knikte Rheana. Als de gevangene zou zijn gestorven door wat Dain hem had aangedaan… Dan zou ze het zichzelf helemaal nooit kunnen vergeven dat ze in Dain zocht naar de stukjes menselijkheid die hij af en toe door liet schemeren. 
Nadat ze de extra broden bij de zadeltassen in had gestopt nam ze haar paard mee de stallen uit. Bij de poort stonden Dain en zijn rechterhand met Dragos en een aantal andere hoge functionarissen van het kamp. Het verbaasde haar dat Dain eruitzag zoals zij zich voelde: vermoeid. De tussenstop van vijf dagen in het kamp was juist bedoeld om te kunnen rusten voor ze zouden beginnen aan het zware stuk door de bergen. Hoewel Dimitri van zijn verkenningstocht terug was gekeerd met het nieuws dat de bergpas die ze zouden nemen al redelijk sneeuwvrij was, was Rheana niet gerust op de aanstaande tocht. Wat als de pas dieper in de bergen nog besneeuwd was? Wat als het toenemende zonlicht van de lente lawines zou veroorzaken? 
Maar ze had geen goed moment kunnen vinden om haar zorgen voorzichtig aan te kaarten bij Dain. Bovendien betwijfelde ze of hij de reis zou hebben aangepast. Hij had ongetwijfeld in gevaarlijkere situaties gezeten dan een bergpas in de lente. Soms zou ze willen dat ze een stukje van die zekerheid kon stelen van hem, die ogenschijnlijk oneindige kalmte, alsof hij nergens bang voor was. 
Zodra ze besefte dat ze naar Dain staarde, wendde ze haar blik af. Ze had geprobeerd hem te ontwijken nadat ze terug waren gekeerd van de middag bij de rivier. Ze had tijd nodig, alleen, om haar gedachten over hem op een rij te krijgen. Maar zelfs als ze niet bij hem in de buurt was, dwaalden haar gedachten vaak naar hem af. 
In plaats van de luitenant keek ze naar zijn rechterhand. Dimitri stond kaarsrecht naast zijn paard, zijn borst vooruit gestoken en zijn kin geheven. Zo liep hij rond sinds zijn heimelijke gesprek met Dragos. Ook dat had ze nog niet tegen Dain kunnen zeggen, maar het voelde niet goed om die informatie met zich mee te dragen zonder dat hij het wist. 
Op het moment dat Rheana zich bij hen voegde, viel het gesprek abrupt stil. Het gaf de indruk dat ze over haar aan het praten waren, maar het was waarschijnlijker dat ze het over zaken hadden die zij niet mocht horen. Ze voelde de ogen op haar jurk branden. Ze hield haar ogen naar de grond gericht. Dat was er met een paar dagen Kamp Haldor goed ingeslagen. 
Vanuit haar ooghoeken zag ze Dimitri Dain aanstoten. ‘Het kamp heeft haar goed gedaan. Zo te zien heeft ze eindelijk geleerd wat onderdanigheid is.’
Ze wist niet wat haar bozer maakte: Dimitri’s opmerking of het zachte gegrinnik van de andere mannen. Het was vernederend.
Naast haar verstrakte Dains houding. ‘Misschien moet je je minder bezighouden met degenen die onder je staan, dat heb je de afgelopen dagen al genoeg gedaan.’
Rheana’s mond viel bijna open van verbijstering. De ongemakkelijke stilte die na Dains sneer viel, werd onderbroken door een soldaat die hijgend bij de groep tot stilstand kwam. 
‘Opzichter Dragos, u bent nodig in de Toren.’ 
Alleen al de naam van het gebouw liet een koude rilling langs haar rug glijden. 
Dragos knikte en wendde zich tot Dain. ‘Het was goed je te hebben gezien, luitenant. Goede reis.’ 

Demish
Internationale ster



De dagen in kamp Haldor waren zo traag verstreken dat Dain het voel had dat hij er al weken ronddwaalde. Iedere minuut die hij er door had gebracht, was een constante herinnering geweest aan al had het leed dat hij had veroorzaakt. Het nachtvolk, de Eilin, de bewoners van Avarena. Allemaal hadden ze geleden onder zijn acties en dit kamp was slechts één van de vele gevolgen. Iedere dag had hij moeten luisteren naar hun geschreeuw. Iedere nacht had hij wakker gelegen en had hij zichzelf zien staan in de zangkamer, de bungelende gevangene voor hem.
Door zijn slapeloze nachten hadden zijn dagen eindeloos geleken. Dimitri was voor een groot deel afwezig geweest en Rheana had hem niet meer gesproken sinds hun middag bij de rivier. Hij kon het haar niet kwalijk nemen. Ze had hem gezien voor wie hij daadwerkelijk was. Maakte het daadwerkelijk nog uit dat hij afstand wilde nemen van dat gedeelte van hem, als het hem zou blijven achtervolgen op de momenten dat hij alleen was?
Dain verlangde naar een moment van echte rust, maar hij vermoedde dat hij die nog lang niet zou krijgen. Hij verdiende het niet eens. Zijn ledematen voelden zwaar aan en zijn gemoedstoestand was alles behalve positief. Dat maakte ook dat hij gesneerd had naar Dimitri.
Hij had gezien dat Rheana er aan onderdoor was gegaan op het kamp. Ze hadden dan wel niet gesproken, maar ze was nog altijd zijn bediende. Als hij geen taken voor haar had gehad, hadden Dragos en de anderen dankbaar gebruik gemaakt van haar. Hij haatte het om haar voorovergebogen te zien lopen. Hij haatte het nog meer dat ze geen fatsoenlijk gesprek meer hadden gevoerd samen.
Na het afscheid van Dragos stapte Dain op zijn paard. Hij gunde het kamp geen blik waardig en reed de poort uit, gevolgd door Dimitri en Rheana.
Dimitri kwam al snel naast hem rijden. ‘Misschien,’ begon de soldaat. Dain besefte zich dat hij zijn woorden in had gehouden op het kamp. Expres? Of had hij daadwerkelijk een paar minuten moeten nadenken om met een weerwoord te komen? ‘Misschien had je ook wat meer gebruik moeten maken van het kamp en zijn faciliteiten. De nieuwere gevangenen-‘
‘Precies. Het zijn gevangenen,’ merkte Dain op. Hij hoopte vurig dat Rheana het gesprek niet volgde. ‘Ik zou nog liever gezelschap kopen.’ Zelfs dat had hij niet vaak in zijn leven gedaan. Slechts enkele keren, na dronken avonden op de academie of in de vrije maanden die ze hadden gehad. 
‘Jammer genoeg heb ik er niet één gezien op de route, maar wie weet in het dal. Of anders…’ Dimtri maakte zijn zin niet af. Slechts een klein knikje naar achteren was genoeg om duidelijk te maken wie hij bedoelde. Dain klemde zijn kaken op elkaar en balde zijn, in handschoenen gehulde, vuisten.
‘Dimitri,’ sprak Dain ijzig. ‘Dit is niet het moment. Terwijl jij op verkenning was, was ik druk met andere zaken en ben ik nauwelijks toegekomen aan rust. Stop met praten en leid de weg. Dat is waarom ik je vooruit stuurde.’
De soldaat trok zijn wenkbrauwen op, maar hield zijn mond. Zoals gevraagd spoorde hij zijn paard aan en rijd hij enkele meters voor Dain uit. Dain vertraagde zijn pas, zodat Rheana in het midden zou kunnen rijden en hij de rij af zou kunnen sluiten. De rest van de dag werd er in stilte gereden, terwijl hun paarden de steeds steilere paden betraden.
De uren veranderden in dagen. Het begin van de lente gunde hen een redelijke tijd om te reizen, maar zodra de schemer op kwam zetten, zorgden ze dat hun tent stond en dat ze beschutting hadden voor de nacht. Dimitri en Dain spraken over de route, zo nu en dan vroeg Dain aan Rheana om haar hulp en controleerde ze de wond op zijn arm. Buiten dat waren er nauwelijks gesprekken en leek iedereen in zijn, of haar, eigen waas te leven.
De bergen waren koud, maar het weer zat hen mee. De lentezon bezocht hen vaak en zelfs als er wolken waren, waren ze dun en brachten ze geen sneeuw. Ondanks dat Dain verlost was van het fysieke aspect van kamp Haldor, bleven de gebeurtenissen die daar hadden plaatsgevonden, hem achtervolgen in de nachten. De academie kon niet snel genoeg in zicht komen, zodat hij voorgoed afscheid zou kunnen nemen van dit leven.
Al wist hij maar al te goed dat het hypocriet was om te denken dat zijn angsten en schuldgevoelens hem dan vanzelf zouden verlaten. 
Daynty
Internationale ster



De reis door de bergen was minder erg dan ze had verwacht. De weg die ze hadden gekozen week iets af van de route die Dain in Avarena op de kaart had uitgestippeld, maar in ieder geval was het pad grotendeels sneeuwvrij. Dat was te danken aan de verkenningstochten die Dimitri vanuit het kamp had uitgevoerd, maar Rheana moest er niet aan denken om die lovende woorden hardop uit te spreken. Waarschijnlijk zou hij haar alleen maar toesnauwen dat ze haar mond moest houden als haar niets gevraagd werd. De soldaat had vanaf het moment dat ze hem voor het eerst had gezien al niet bepaald een zonnig karakter gehad, maar Kamp Haldor had daar nog een schepje bovenop gedaan. Kwam het doordat hij zich zekerder voelde nu hij Dragos’ steun had om hogerop te komen? Dat droeg er ongetwijfeld aan bij, maar Rheana had het idee dat hij boos was op haar omdat Dain zich anders gedroeg. Het klonk absurd, maar elke dag in de bergen die verstreek, kwam dat vermoeden weer opzetten in haar gedachten. 
Op de vierde dag dwong een onverwachte sneeuwbui hen om beschutting te zoeken in een jagershutje een eindje van het pad. Ondanks dat haar spieren ietwat stram aan voelden van het uren achtereen op een paard zitten, baalde Rheana ervan dat de dag zo vroeg eindigde. Ze had gehoopt dat ze vandaag Valerin zouden bereiken, een stadje in het dal dat het einde van de bergpas betekende. Maar de aankomst daar moest wachten tot morgen.
Die nacht was ze in haar droom terug in Kamp Haldor. Net zoals tien dagen geleden reed ze door de massieve poort de binnenplaats op. De geluiden uit de steengroeve kwamen haar tegemoet; het getik van beitels tegen de rotswand, het geschreeuw van soldaten en het klappen van de zweep. Onder een snikhete zon zag ze de gevangenen zwoegen in de groeve. Alleen dit keer herkende ze de gezichten om haar heen. Het waren haar vrienden, mensen uit het dorp. Ze zag Allyane, een van haar beste vriendinnen, meegesleurd worden door een soldaat die haar wellustig bekeek. Rechts van haar huilde een peuter. Het was het zoontje van de kleermaakster van het dorp. Hij zat naast het roerloze lichaam van zijn moeder.  En zelfs Dain stond er tussen, gekleed in de grauwe kleding die alle gevangenen droegen.
Rheana trok aan de teugels van haar paard, maar het dier liet zich niet omdraaien. En ook haar spieren luisterden niet toen het dier stil bleef staan en ze zich van zijn rug af liet glijden. Onverbiddelijk voerden haar voeten haar naar de steengroeve. Ze zette zich schrap om nog meer bekende gezichten te zien, maar toch voelde het alsof de wereld onder haar voeten vandaan sloeg zodra ze bij de rand kwam. Voor de rotswand stonden haar vader en moeder. Haar vaders trotse houding was gebroken. Zijn lichaam was gekneusd. Maar haar moeder… Ze herkende de vrouw die haar met zoveel liefde had opgevoed nauwelijks. Haar armen waren zo dun, haar lichaam zag er zo fragiel uit. Rheana kon de vingers van haar moeder zien trillen toen ze de beitel ophief en ermee tegen de rots tikte. 
‘Mam?’ fluisterde ze. Een soldaat merkte de langzame bewegingen van haar moeder op. Met zijn zweep in de hand stampte hij naar haar toe. 
‘Mam!’ Dit keer schreeuwde ze. Alleen er kwam geen geluid over haar lippen. ‘Nee! Mama, nee.’ 
De eerste klap galmde boven alle geluiden uit. Haar moeder zakte op haar knieën. Rheana vocht om dichterbij te komen, maar hoeveel stappen ze ook zette, ze kwam geen centimeter vooruit. 
Plots draaide haar vader zijn hoofd om. Het schokte haar hoe dof zijn ooit zo levendig groene ogen stonden. 
‘Rheana.’ Zijn stem klonk zo warm, zo vertrouwd. ‘Je moet ons helpen.’
‘Help ons.’ Nu galmde zijn stem overal om haar heen. Nee, besefte ze, het waren tientallen stemmen tegelijk. De gevangenen draaiden zich naar haar om, strekten haar armen naar haar uit. De peuter van de kleermaakster klemde zich om haar been. ‘Rheana, help ons,’ smeekten ze. 
‘I-Ik kan het niet.’ Ze schudde hevig met haar hoofd. Boven de stemmen uit bleef de zweep over haar moeders rug knallen. De vrouw lag bewegingsloos op de grond. Het beeld van het kamp trilde om haar heen. Toen het weer helder werd, smeekten de stemmen nog steeds om hulp. Maar nu kwamen de gevangenen niet meer naar haar toe. Overal lagen lichamen en kraaien deden zich tegoed aan het vlees van de lijken. De stank maakte haar misselijk. 
Maar het ergste waren de geesten. Ze wezen naar haar met beschuldigende vingers en herhaalden keer op keer dezelfde twee zinnen: ‘Je hebt gefaald. Door jou zijn we dood.’ 
Demish
Internationale ster



Het weer had hun plannen een andere richting gegeven. Als Dain het voor het kiezen had gehad, dan was hij al in Valerin geweest, wat had betekend dat de academie niet ver meer was geweest. De sneeuwbui had hun dag ingekort en daarmee de reis vertraagd. Dain wist dat hij niets te klagen had, gezien één dag vertraging wel het minste was wat hen had kunnen overkomen, maar hij verlangde naar de academie. Daar zou hij verlost van Dimitri, misschien ook van Rheana. Dan zou zijn plan om de Onyx te verlaten van start gaan. Hij begon er met de dag meer naar te verlangen.
Het jagershurtje waar ze waren ingetrokken voor de nacht bood hen voldoende beschutting. Ze hadden een vuur gemaakt, gegeten en het leek er haast op dat ze een rustige nacht tegemoet zouden gaan. Als de sneeuwbui in de ochtend verdwenen zou zijn, zouden ze naar het dal kunnen vertrekken.
Voor het eerst in dagen leek de nacht niet oneindig lang. Dain was in slaap gevallen en het leek erop dat ook zijn slaap voor één avond niet zou worden beïnvloed door de Onyx.
Tot hij het geschreeuw hoorde.
Allereerst dacht Dain dat de schreeuwen een product waren van zijn eigen, beangstigende dromen. De meeste nachten sliep hij slecht, maar als hij dan toch wegzakte, dan bracht dat angstaanjagende nachtmerries met zich mee, met aan zijn voeten al zijn slachtoffers en de smeekbedes die hij in levende lijven had gehoord. Hoe langer het geschreeuw echter aanhield, hoe beter Dain zich besefte dat het geen geesten waren in zijn droom, maar dat iemand in zijn omgeving daadwerkelijk schreeuwde en huilde.
Het was Rheana.
Alert op gevaar kwam Dain overeind. Dimitri zat recht overeind in het andere bed, een norse uitdrukking op zijn gezicht. Rheana lag op de grond. Ze woelde en draaide, waardoor de dekens verstrengeld waren geraakt met haar lichaam. Haar ademhaling zat veel te hoog en in het maanlicht zag Dain de tranen fonkelen.
‘Eindelijk,’ zei Dimitri. ‘Dit gaat al minuten zo.’
‘En je hebt haar niet wakker gemaakt?’ Dain schudde zijn hoofd en duwde de dekens van zich af. Dat Dimitri het niet in zijn hart had kunnen vinden om Rheana te verlossen van de demonen die haar nacht teisterden, zou hem niet moeten verbazen.
‘Dat leek me meer een taak voor jou.’ Doordat Dain zelf net wakker was, en er geen groot gevaar dreigde, merkte hij niet op wat de onderliggende betekenis was van Dimitri zijn woorden. Het enige wat hij nu wilde doen, was Rheana verlossen van de monsters die hij zelf maar al te goed kende. Zelfs al hadden ze al dagen geen woord tegen elkaar gesproken, Rheana verdiende het niet om ook nog in haar slaap te worden achtervolgd.
‘Rheana, Rheana.’ Dain sprak kalm, zacht. Hij plaatste haar handen op zijn schouders, in de hoop dat haar lichaam vanzelf zou kalmeren en de droom wellicht over zou gaan naar iets prettigers. Rheana leek echter gevangen te zitten in de nachtmerrie, waarin ze keer op keer herhaalde dat ze iets niet kon doen.
‘Rheana.’ Dit keer sprak hij haar strenger toe, alsof hij van zijn bediende eiste om wakker te worden. Zacht schudde hij haar schouders, wat meer effect leek te hebben. Rheana haar ogen schoten open. Haar blik herinnerde hem aan een wild hert dat zojuist zijn jager recht in de ogen aan had gekeken.
Zijn bediende veerde overeind en in een reflex greep Dain naar haar polsen, zodat hij die vast kon nemen. ‘Maak je geen zorgen, je bent veilig,’ suste hij haar. Langzaam gleden zijn handen naar die van haar. Ze waren zacht. Het bewijs dat ze nog niet lang als bediende werkte.
‘Je bent hier, in de jagershut,’ vertelde Dain haar. Op de momenten dat hij midden in de nacht wakker schrok, hielp het hem om zijn omgeving in zich op te nemen. Hetgeen te benoemen wat hij zag, of hoorde. Soms zelfs wat hij voelde, al was het maar het gewicht van de dekens op hem.
‘Ik… Het is mijn-‘
Dain maakte een sussend geluid. Hij bleef één van haar handen vasthouden. Met zijn linkerhand, die dankzij Rheana haast weer functioneerde als de oude, veegde hij de donkere haren uit haar gezicht. Door al het woelen moesten de plukken uit de vlecht zijn ontsnapt.
De blik in haar ogen deed hem vergeten dat ze het jagershutje niet met z’n tweetjes deelden. Hij realiseerde zich dat haar huid koud aanvoelde, waarschijnlijk doordat ze op de grond sliep.
‘Hier.’ Hij greep één van zijn dekens en drapeerde die over haar schouders. ‘Probeer wat op te warmen. Het vuur is nog aan, schuif daar iets naar toe.’
Daynty
Internationale ster



Een stem prikte door de beschuldigende woorden van de gevangenen heen. Eerst zachtjes, daarna dwingender. Rheana greep zich aan dat geluid vast alsof dat het enige was wat haar boven water hield. Als een reddingslijn strekte het zich naar haar uit. Ze volgde het touw geweven van het stemgeluid tot ze aan de steengroeve wist te ontsnappen. Haar ogen vlogen open en ze schoot rechtop. Twee handen grepen haar polsen vast. In een reflex probeerde ze zich los te trekken, maar de greep was onverbiddelijk sterk. De geur van dood en verderf prikte in haar neus. 
Weer bereikte de stem haar oren. Haar gejaagde ademhaling zwakte af zodra tot haar doordrong dat het Dain was die tegen haar praatte, die voor haar zat en haar handen in de zijne hield. Terwijl ze in zijn ogen staarde, kon ze alleen maar denken aan het beeld van hem in de steengroeve. Hij was daar ook geweest in de nachtmerrie, hij was ook gestorven. 
Rheana klemde zijn handen stevig vast, alsof ze bang was dat hij zou verdwijnen als ze dat niet deed. Langzaam kalmeerden haar gedachten. Ze was niet in het kamp, Dain was niet in het kamp. En alle andere vertrouwde gezichten die ze daar had gezien ook niet. Aan de ene kant was dat een opluchting, maar aan de andere kant liet het een dof, hol gevoel achter in haar borstkas. Het zien van haar ouders reet de mentale wonden die dat achter had gelaten ruw weer open. 
Op een vreemde manier stelde de nabijheid van Dain haar gerust. De zachte aanraking van zijn vingers op haar wang liet haar huid tintelen en trok haar aandacht weg bij de flarden van de nachtmerrie die door haar hoofd spookten. In de zwakke gloed van de laatste vlammen van het haardvuur waren zijn ogen donker, bijna zwart. En ze keken haar met zoveel emotie aan dat het haar overweldigde. Hij toonde haar meer gevoel dan ze ooit van hem gezien had, toonde haar meer van de persoon die hij onder de Onyx was. 
Haar handen prikten om hem dichterbij te trekken en met hem te fluisteren over alles waar ze niet over konden praten als Onyx en bediende. Achter haar schraapte iemand nadrukkelijk zijn keel. In één klap drong de realiteit tot haar door. Ze waren niet alleen. En ze konden niet met elkaar praten.
‘Dit meen je toch niet?’ Dimitri’s stem zinderde van ingehouden woede. Rheana schoof geschrokken een stukje weg bij Dain en haar hand glipte uit de zijne. Het voelde koud en kaal. Zij en Dain keken allebei om naar de soldaat. Op een ander moment zou ze stilletjes hebben gelachen om zijn warrige haren en slaperige hoofd, maar de blik in zijn ogen was zo donker dat ze alleen maar verstijfd kon blijven zitten. Dain, daarentegen, rechtte zijn rug en hief zijn kin. 
‘Had jij een betere suggestie om haar wakker te maken?’ Alle emotie was weg. Dains stem was vlak en gevaarlijk kalm. Rheana vroeg zich bijna af of ze het medeleven dat ze net had gezien had ingebeeld. ‘Want als ik het me goed herinner, weigerde jij om er iets aan te doen.’
‘Dus dan maak je haar wakker door lief tegen haar te praten en haar aan te staren alsof ze je lang verloren liefde is?’ Dimitri smeet de dekens van zich af en kwam overeind van zijn bed. Het drong maar vaagjes tot Rheana door wat de soldaat precies had gezegd. Hij balde zijn vuisten langs zijn lichaam en keek haar met zo’n intense haat aan dat ze ervan overtuigd was dat hij haar zou slaan. 
Dain stond op van de grond. ‘Soldaat.’ Ondanks dat toorn in zijn stem niet aan haar gericht was, maakte Rheana zich klein bij het vuur. ‘Heb je commentaar op mijn handelingen? Heb ik je verdomme niet duidelijk genoeg gemaakt dat ik daar helemaal klaar mee ben? Dit is niet hoe een soldaat tegen zijn luitenant praat.’
Rheana trok de deken strakker om zich heen, alsof dat haar onzichtbaar kan maken, en keek stilletjes naar Dimitri. Heel even flakkerde er aarzeling in zijn houding. De ijzige kalmte in Dains stem voelde als een stilte voor een hevige storm. Een storm die dodelijk en gevaarlijk en verwoestend was. En jarenlange training riepen die discipline in Dimitri op die Dains autoritaire stem ongetwijfeld wakker maakte. Daarna verstrakten de kaken van de soldaat en zijn gezicht veranderde in onweer. 
‘Dit is niet hoe een soldaat tegen een luitenant praat?’ Dimitri verhief zijn stem. ‘Wat jij deed, is niet hoe een Onyx tegen een slaaf praat. De luitenant die ik ken zou haar hebben geslagen en gesnauwd dat ze haar kop moet houden! 
Het hutje leek te klein voor de woede van de twee mannen. Het voelde alsof hun razernij ieder moment los kon barsten en de jagershut achter zou laten als een hoop puin. Daarom was Rheana blij toen Dain met grote passen naar de deur beende en deze open rukte. ‘Meekomen. Nu.’
Demish
Internationale ster



Dain wist niet wat zich buiten het hutje af zou spelen. Zouden ze slechts naar elkaar schreeuwen, of zouden ze elkaar bespringen als wilde beesten? De laatste tijd wist hij niet meer hoe hij zijn soldaat in moest schatten. Wat er ook zou gaan gebeuren, hij wilde Rheana er voor beschermen. 
Dimitri ging als eerste naar buiten en Dain trok de houten deur achter zich dicht. Sneeuw viel van het dak. De wind was gaan liggen, maar de sneeuwvlokken kwamen nog in grote getalen naar beneden. De kou prikte door zijn nachtkleding heen. Zijn woede en frustratie hielden hem echter voldoende warm.
‘Ik ben duidelijk geweest, soldaat! Ik tolereer niet dat je me ondermijnt. Niet in het bijzin van onze meerderen én zeer niet in het bijzijn van Rheana. Ik zou je moeten straffen voor de ongehoorzaamheid die je aam me hebt getoond de afgelopen dagen.’ Dimitri verdiende de straffen die enkele soldaten en aspirant-Onyx leden hadden moeten ondergaan nadat ze niet naar de orders van Dragos hadden geluisterd. Zelden was Dain zo woedend geweest op zijn rechterhand. Toch borrelde de vraag in hem op: ging hem dit echt om Dimitri zijn verschrikkelijke houding, of was hij daadwerkelijk geraakt door Dimitri zijn opmerkingen gericht tegen Rheana?
‘Doe dat dan! Straf me, disciplineer me! Een jaar geleden zou je dat hebben gedaan, maar nu?’
Dain beende naar de soldaat toe en nam de meest dreigende positie aan die hij op dit moment kon bedenken. Hij torende boven Dimitri aan. In zijn ogen heerste de kalmte voor de storm, zijn mond was gevormd tot een dunne streep en bij bestuurde ieder detail van Dimitri zijn gezicht. De kleinste beweging zou verraden of Dimitri de angst voelde die hij zou moeten voelen. ‘Wat is precies jouw probleem, soldaat?’
Woest gebaarde Dimitri naar het jagershutje, maar Rheana ongetwijfeld de ruzie aan het volgen was. ‘Die bediende van jou! Rheana, zoals je haar noemt. Je gebruikt haar naam, je bent vriendelijk en behandelt haar als een mens.’
‘Omdat ze dat is!’ De woorden waren er uit voordat Dain er erg in had. Hij had zich versproken en Dimitri was iets op het spoor. Hij had gemerkt dat Dain zich anders had gedragen. Lag dat echt aan Rheana? Natuurlijk niet, hield Dain zichzelf voor. Lang voordat Rheana in zijn leven was gekomen, had hij al het plan gehad om te deserteren. Had hij zich daardoor anders opgesteld tegenover de bediende? Dat misschien wel.
‘Dat daar binnen is geen mens, Dain!’ schreeuwde Dimitri, gefrustreerd om de woorden van zijn beste vriend. ‘Het is een bediende, een half aftreksel van wat wij zijn. Iemand die haar hele leven al minder is dan ons en dat gewend is! Ze is hier om ja en nee te zeggen, om te doen wat jij van haar vraagt. Ze is niets minder dan een pop met touwtjes.’
Weer handelde Dain voordat hij na kon denken. Dit keer niet met woorden, maar met zijn linker vuist. Hij raakte Dimitri zijn wang en schoot door naar zijn neus. Bloedspletters vlogen door de donkere nacht en belandden in de sneeuw. Enkele seconden later verscheen pas de pijn in zijn eigen hand.
‘Praat niet zo over haar! Je begrijpt het niet!’ siste Dain. Dimitri had geen idee waar hij over sprak. Hoe kon hij ook, als Dain hem niet inlichtte? Rheana was één van de eerste personen die hem had behandeld als Dain, in plaats van als luitenant Sindri. Een Onyx. Ze had hem geholpen met zijn verwondingen en hield nog steeds een oogje in het zijl. Zonder haar had hij zijn arm overdadig ingespannen en had hij zichzelf in het proces bezeerd. En dan waren er nog haar woorden, die hem zo nu en dan lieten weten dat hij niet altijd de Onyx hoefde te zijn. Ze waren altijd zo… Troostend.
Dimitri stond tegenover hem, voorover gebogen en met zijn vingers rond zijn neus. Zijn lichte ogen waren echter gericht op Dain en hij leek te overwegen om op hem af te stormen en hem in de sneeuw te duwen. Ze wisten allebei dat de luitenant een lijn over was gegaan. Als Dragos hen zou kunnen zien en horen, dan zou hij zich dood schamen. Twee Onyx, vechtend in de sneeuw om een vrouwelijke bediende. Hopeloos.
De pijn in Dain zijn linkerhand trok door naar zijn onderarm, waar de daadwerkelijk wond zich weken geleden had gevestigd. Hij schudde zijn hand, alsof daarmee de pijn zou verdwijnen. Hij moest iets zeggen. Hij moest een verklaring verzinnen voor dit gedrag, anders zou Dimitri nooit stoppen.
‘Rheana…’ Dain haalde diep adem, twijfelend of hij toch niet eerlijk de waarheid aan zijn rechterhand moest vertellen. Hij besloot van niet. ‘Rheana zorgt er voor dat ik langzaam weer de oude wordt, maar dit?’ Dain hield zijn linkerhand omhoog. ‘Dit is een constante herinnering aan mijn falen, soldaat. Ik heb gefaald als luitenant, als Onyx. En nu moet ik gedwongen mijn post verlaten, om les te gaan geven notabene. Wat maakt dat van mij?’ Het was geen grote leugen. Sterker nog, Dain beschreef zijn eigen gevoelens, al hadden ze dan niet volledig betrekking op deze situatie. Hij had gefaald als Onyx. Een echte Onyx zou nooit deserteren.
‘Maar we wonnen ons laatste gevecht, juist door jou,’ sprak Dimitri beduusd. ‘En Dragos gaf ons les, en hij-’
‘Kijk waar ik vandaan kom,’ verzuchtte Dain. ‘Een lange lijn van Onyx, stuk voor stuk gevochten totdat hun lichamen het niet meer aan konden. Door ouderdom, niet door een onbenullige verwonding.’
‘Precies, een lange lijn van Onyx,’ herhaalde Dimitri. Hij kwam langzaam overeind. Zelfs in het donker kon Dain zien dat hij zijn neus flink had geraakt. Bloed sijpelde over zijn lippen en kin, maar het leek Dimitri niets te doen. ‘Raap jezelf bij elkaar, man! Denk aan die lange lijn van mannen die hebben gevochten voor het keizerrijk. Je bent nog steeds een Onyx, met geweldige overwinningen op je naam. En dat geef je straks door aan een nieuwe generatie. Dat maakt je niet minder. Wat je wel minder maakt, is je als een halvegare gedragen tegenover een bediende.’
Dain zijn woorden schoten te kort. Hij wilde zichzelf niet onbedoeld in een dieper graf gaven. Iets wat hij wel zou doen als hij op Dimitri in zou gaan, dus besloot hij zijn woorden in te slikken en zijn blik af te wenden. Ook Dimitri bleef stil.
Na enkele minuten zuchtte Dain. ‘Ik ga er vanuit dat je geen commentaar meer zal leveren.’
Dimitri knikte. ‘Ja, ik begrijp het.’
‘Goed.’ Meer woorden wilde Dain er niet aan vuil maken. Hij draaide zich om en liep het hutje binnen. Rheana had haar plek weer ingenomen op de vloer. Ze leek te slapen, maar het viel Dain op dat haar ademhaling daarvoor nog te snel ging. 
Daynty
Internationale ster



Toen Dain en Dimitri terug de hut in kwamen en een ijskoude windvlaag met zich meebrachten, lag Rheana opgekruld bij het vuur met haar rug naar hen toe. Ze had de deken opgetrokken tot aan haar betraande wangen. Het huilen van de wind had het meeste van het gesprek overstemd, maar de woorden die Dimitri naar Dain had geschreeuwd, had ze glashelder gehoord. Ze was geen mens, alleen een marionet, een willoos object dat moest doen wat haar opgedragen werd. Rheana wist niet waarom die woorden juist nu zo’n pijn deden - ze was opgegroeid met de onderdrukking van haar volk. Misschien was het omdat Dimitri’s woorden haar eraan herinnerden dat die brute visie de dood van haar ouders had betekend, de arrestatie van Nathan, de vernietiging van zoveel levens. En om een kans te hebben haar broer terug te krijgen, moest ze weer luisteren naar anderen, doen wat zij wilden. Zou daar ooit een einde aan komen?
De rest van de nacht was de slaap diep en droomloos. Ze kon niet zeggen wat beter was: het holle gevoel vanbinnen of geplaagd worden door nachtmerries. 
Toen ze de volgende ochtend wakker werd, voelde het alsof ze nauwelijks had geslapen. Een kille tocht streek langs haar wang. Rheana rilde en dook dieper weg onder de dekens. Nu het vuur weinig meer was dan een paar smeulende kooltjes had de kou vrij spel in de hut. 
Door de raampjes viel een zwak daglicht naar binnen. Geen zonneschijn, maar de wind rukte niet zo hevig meer aan de hut als de vorige avond. Ze hoopte dat de sneeuwstorm het bergpad naar het dal niet onbegaanbaar had gemaakt. Ze snakte naar een beetje afstand van Dain en Dimitri en tijdens hun tussenstop in Valerin was dat eindelijk mogelijk. Zij zou daar inkopen moeten doen voor het laatste deel van de reis en ze kon niet wachten om een paar uur alleen door te brengen, zelfs al was dat op een overvol marktplein. 
Rheana draaide zich zachtjes om naar haar andere zij en tuurde het schemerdonker in. Dain lag er stil bij, maar ze durfde niet te zeggen of hij nog sliep. Of hij überhaupt geslapen had na zijn ruzie met Dimitri vannacht. 
Ze keek naar het bed tegen de andere muur waar Dimitri lag. Hij keek terug. Hij zat op de rand van zijn bed, zijn gevechtskleding al aangetrokken. Het zag eruit alsof hij al een tijd wakker was. Had hij de hele tijd naar haar zitten kijken? Een rilling kroop over haar rug. Ze sloeg haar ogen neer. 
Het bed kraakte zacht op het moment dat de soldaat opstond. Zijn voetstappen kwamen dichterbij. Rheana voelde haar hartslag versnellen. Maar daarna bogen de voetstappen af naar de deur en liep Dimitri de hut uit. 
Pas toen hij de deur bruusk achter zich dichttrok, besefte Rheana dat er iets was veranderd in zijn gezicht. Niet de blik vol venijn - die was er nog steeds. Het had geleken alsof hij een blauwe plek op zijn wang had. Ze dacht terug aan de ruzie van afgelopen nacht. Had Dain hem geslagen toen ze buiten waren? Ze kon zich niet voorstellen dat Dain dat zou doen. Rheana ging rechtop zitten. Ze moest het verkeerd hebben gezien. 
‘Het spijt me dat je dat mee moest maken vannacht.’ Dain draaide zich om in zijn bed. Hoewel zijn ogen helder stonden alsof ook hij al een tijdje wakker was, zaten zijn haren door de war. Zo grotendeels verstopt onder de dekens zag hij er bijna aandoenlijk uit. 
Dat is niet hoe je over een Onyx denkt, siste een stemmetje in haar. Je bent niets meer dan een pop met touwtjes voor ze, weet je nog?
Rheana drukte haar lippen op elkaar en pakte de pook naast de haard, om wat in de kooltjes te porren. 
‘Dimitri had zich niet zo onfatsoenlijk mogen gedragen.’ De dekens ruisten toen Dain ze van zich af duwde en zijn benen over de rand van het bed zwaaide. ‘En… En ik ook niet.’
Ze dacht terug aan de blauwe plek die ze dacht te hebben gezien. ‘Wat is er gebeurd buiten vannacht?’ vroeg ze zachtjes, niet zeker wetend of dat een vraag was die ze kon stellen. Of Dain erover wilde praten. 
‘Ik ben een lijn overgegaan die ik nooit had willen passeren. Die ik nooit had moeten passeren.’ Toen ze opzij keek, zat Dain voorover gebogen op de bedrand. Hij wreef met zijn handen over zijn gezicht. ‘Ik heb hem geslagen.’
Dus toch. Ze had het niet verkeerd gezien. 
‘Het spijt mij’, flapte Rheana eruit. ‘Het is mijn schuld dat jullie ruzie hadden. Omdat je mij behandelt als een mens in plaats van een marionet.’ 
Demish
Internationale ster



De ruzie met Dimitri had zijn slaap vertroebeld. Hij had niet kunnen slapen. De pijn in zijn linkerhand had hem er constant aan herinnerd dat hij een lijn over was gegaan. Dat hij niet alleen een soldaat had geslagen, maar ook zijn beste vriend. Iemand die er altijd voor hem was geweest. Ze hadden elkaar door hun opleiding heen getrokken. Dimitri had hem van het veld gesleept en teruggebracht naar Avarena. Hoe afgrijslijk hij zich ook had gedragen, Dain had nooit uit mogen halen. Maar hij kon niet terug. Wat was gedaan, kon niet meer worden teruggedraaid.
Hij haalde nu zelfs uit naar de mensen waar hij om gaf. Jarenlang was Dimitri de persoon geweest die het meest dichtbij hem had gestaan. Iemand wie hij had kunnen vertrouwen. Zonder twijfel had hij geweten waar zijn rechterhand was geweest en welke beweging hij zou maken in een gevecht. Zo goed waren ze op elkaar ingespeeld geweest. Juist daarom had Dimitri gevoeld dat Dain zich terug had getrokken. En in plaats van toe te geven, had hij van zich af geslagen.
De gedachten over zijn vriendschap met Dimitri hadden hem van zijn slaap af gehouden. Misschien dat hij door de nacht heen een uur of drie had kunnen slapen, maar keer op keer was hij wakker geworden door zijn malende gedachten. Toch was hij stil blijven liggen, net zolang totdat hij zeker had geweten dat Dimitri de ruimte had verlaten en hij alleen was geweest met Rheana.
‘Wat? Het spijt jou?’ Dain herhaalde haar woorden alsof ze in de meest vreemde taal waren gesproken die hij ooit had gehoord. Wat kon haar in godsnaam laten denken dat zij hier haar verontschuldigingen voor aan moest bieden? Ze bracht het alsof zij verantwoordelijk was voor zijn acties. Hij behandelde haar als mens, in tegenstelling tot de pop die Dimitri de vorige avond had beschreven. Dat was echter iets wat hij deed. Daar had zij verder niets mee te maken en ze zou zich dan ook niet verantwoordelijk moeten voelen voor iets wat buiten haar controle lag.
Met zijn handen duwde hij zichzelf overeind. In enkele stappen, het was een klein hutje, was hij bij haar. Hij knielde bij haar neer en nam haar handen vast. Dimitri was niet in de ruimte. Hij zou ook niet snel binnenstormen. Niemand die het zou zien. Vreemd genoeg verlangde Dain naar haar aanraking, naar de zekerheid dat ze naast hem zat en dat ze niet zomaar weg zou gaan. Ook niet na alles wat hij had gedaan.
‘Rheana, het kan nooit jouw schuld zijn. Hoe ik me opstel tegenover jou… Dat is mijn keuze. Ik wil je niet slecht behandelen. Niet terwijl jij degene bent die me helpt, die er daadwerkelijk voor zorgt dat ik aan de betere hand ben en straks weer mijn linkerhand kan gebruiken.’ Zachtjes kneep haar in haar handen. Ze waren koud. Hij vroeg zich af hoe lang het zou duren voordat hij ze op had gewarmd. En of ze dat toe zou laten.
‘Het is allemaal… Ingewikkeld,’ bekende hij. Dain kon er geen ander woord aan geven. Hoe moest hij ook? Hij kon niet eens in woorden uitdrukken wat er aan de hand was, bang voor wat er zou gebeuren als mensen de waarheid zouden weten. Zelfs voor haar reactie was hij bang, omdat hij niet wist of ze hem zou beschermen, of juist het tegenovergestelde.
Hij hoopte op een antwoord van Rheana, maar ze trok enkel haar handen terug uit de zijne. Ondanks dat die van haar koud waren, voelde het nog killer nu ze waren verdwenen. Tevens schoof ze een stuk naar achteren en wendde ze haar gezicht van hem af. ‘Ik wil het niet erger maken, Dain.’
Ze had gelijk.
Dain zuchtte. Hij begreep het. Als Dimitri hen nu zou zien zitten, dan zou alles verloren zijn. Hij maakte aanstalten om weer overeind te komen en zich terug te trekken, maar het leek alsof Rheana nog iets aan hem kwijt wilde. Hij wachtte af, maar uiteindelijk kwam er enkel een simpele opmerking uit, over de tijd die ze hadden: ‘Dimitri wacht al op ons. We kunnen maar beter alles verzamelen en vertrekken.’
Dain knikte langzaam en kwam overeind. Hij richtte zich op zijn eigen spullen en begon in te pakken. ‘Ik hoop dat Dimitri in ieder geval in staat is om zich in te houden en zich te gedragen,’ mompelde Dain. Hij had geen behoefte aan nog meer discussies.
‘Dain?’ Rheana trok zijn aandacht door zijn naam te noemen en hij keek over zijn schouder. ‘Dimitri… Hij gedraagt zich misschien ook zo vanwege de opzichter. Hij heeft hem gevraagd om je in de gaten te houden.’
Daynty
Internationale ster



Haar handen voelden nog kouder aan nadat ze ze terug had getrokken uit die van Dain. Het had haar al haar wilskracht gekost om van hem weg te schuiven, zo verleidelijk was het geweest om gewoon te blijven zitten en haar handen door hem te laten verwarmen. Of om nog dichter tegen hem aan te kruipen en hem alle kou in haar lichaam te laten verdrijven. Dat verlangen had haar zo onverwacht en sterk overvallen dat ze ervan was geschrokken, en daarbij was ze bang dat Dimitri ieder moment binnen kon lopen. Ze meende haar woorden: ze wilde het niet erger maken. Niet voor Dain, maar ergens ook niet voor zichzelf. Haar verstand wist heel goed dat het niet mocht vergeten wat hij was, maar haar hart verraadde die wijsheid. 
Dain reageerde niet meteen op haar mededeling over de afspraak die Dimitri met Dragos had gemaakt. Maar vlak voor hij het uitgestreken masker van kalmte terug zette op zijn gezicht, zag ze een glimp van verdriet in zijn ogen. Verdriet en teleurstelling. 
‘Bedankt dat je me dit vertelt’, zei hij. ‘Nu weet ik in ieder geval waar Dimitri’s loyaliteit ligt.’
Rheana knikte stilletjes en sloeg haar ogen neer. Ze haatte het dat ze dit aan Dain moest vertellen, dat ze hem moest kwetsen met het verraad van zijn beste vriend. 
Dit is niet jouw schuld, fluisterde een stemmetje terwijl ze de dekens waar ze onder had geslapen oprolde. Het had gelijk, besefte ze. Het was niet haar schuld, het was de schuld van Dimitri. Hij was de ruzie van vannacht begonnen, hij was degene die zich tegen zijn beste vriend keerde. En misschien deed hij het juist wel uit bezorgdheid om Dain, maar had hij niet door dat hij de man met wie hij zoveel had meegemaakt alleen maar verder naar de afgrond drukte? Rheana werd overvallen door een haat voor Dimitri, nog sterker dan dat die al was geweest. Alleen ze kon er niets aan doen. Waarom kon ze er nooit zelf iets aan doen?
Met driftige bewegingen propte Rheana de dekens in de zadeltassen bij de deur, waarna ze de gespen dichtmaakte. Dain had zijn dekens ook al opgerold, maar Dimitri had ze van zich afgeschoven en laten liggen voor haar om op te ruimen. Heel even dacht ze erover om zijn dekens gewoon te vergeten, maar waarschijnlijk zou hij dan gewoon de hare nemen omdat het haar schuld zou zijn. 
Rheana was bezig om de deken van Dimitri’s bed te halen toen er achter haar een fel gesis klonk, gevolgd door een binnensmonds gevloek. Geschrokken keek ze achterom. Dain zat op de rand van het bed, zijn schoenen aan zijn voeten maar nog niet gestrikt, en hij klemde zijn hand om zijn linkerarm. 
‘Wat heb je er nu weer mee gedaan?’ mompelde ze, terwijl ze naar de zadeltassen toeliep en erin zocht naar het laatste beetje verband. Dain keek haar met een gepijnigde blik aan en antwoordde niet. De stilte zei haar echter genoeg - hij had Dimitri geslagen met zijn linkerhand. 
Rheana ging naast hem op het bed zitten, nam zwijgend zijn arm op haar schoot en schoof de stof van zijn mouw omhoog. Zachtjes ging ze met haar vingertoppen over het rafelige litteken dat zich op zijn arm begon te vormen. Gelukkig was zijn huid ver genoeg genezen dat het niet meer bloedde bij onverwachte bewegingen, maar het deed hem duidelijk nog pijn. 
‘Ik zal er maar weer een verband omheen doen’, zei ze. ‘Dan beweeg je je arm hopelijk minder snel.’ 
Rheana keek even opzij toen Dain niet reageerde. Hij staarde naar de grond, verzonken in zijn eigen gedachten. Ze wilde graag iets zeggen om hem moed te geven of om iets van de somberheid bij hem weg te kunnen nemen, maar ze wist niet wat. Hij zag een jarenlange hechte vriendschap voor zijn ogen afbrokkelen. Er waren geen woorden die dat beter konden maken. Daarom wikkelde ze in stilte het verband om zijn arm. Met haar ene hand hield ze het uiteinde op zijn plek, terwijl ze met haar andere hand probeerde om het met een speld vast te zetten. De warrige lokken van haar haren die tijdens het slapen uit de vlecht waren ontsnapt, belemmerden haar gezicht alleen. Rheana schudde ze weg, maar zodra ze naar beneden keek, vielen ze terug voor haar ogen. Ze stond op het punt om de speld los te laten - en te hopen dat hij bleef zitten - toen een paar warme vingers de haren achter haar oor streken. Met een zwakke glimlach keek ze opzij naar Dain, die zwijgend terugkeek. Even staarden ze elkaar in stilte aan. 
Daarna zuchtte Dain en draaide hij zijn hoofd weg. ‘Ik had niet verwacht dat het zo zou gaan.’
Zachtjes liet Rheana haar adem ontsnappen, terwijl ze probeerde zijn donkere ogen uit haar hoofd te bannen.  ‘Wat niet?’ Ze drukte de speld verder door het verband heen en zette hem vast. 
‘Alles’, antwoordde Dain. Het leek alsof hij nog wat wilde zeggen, maar op dat moment hoorden ze beiden voetstappen bij de deur. Rheana vloog overeind van het bed en stapte snel opzij. Vlak daarna trok Dimitri de deur open. 
‘De paarden staan klaar. We kunnen gaan.’
Demish
Internationale ster



Waarom was het, dat iedere keer als hij zich naast Rheana bevond, hij zich plots zo kwetsbaar voelde? Kwetsbaarder dan toen Dimitri hem op de man af vroeg wat er daadwerkelijk speelde en hem terecht wees op zijn gedrag. De manier waarop ze naar hem keek, met altijd maar diezelfde vraag in haar donkere ogen, maakte dat hij zich voelde alsof ze al zijn lagen af had gepeld en slechts de Dain overbleef die de academie, de Onyx en zijn omgeving er uit hadden getraind.
Rheana was er voor hem. Misschien alleen maar omdat dat haar werk was. Ze hoorde voor hem te zorgen, maar soms had hij het idee dat ze dat wilde. Dat ze om hem gaf en dat hij haar onderliggende irritatie aanwakkerde dat hij wederom zijn linkerarm had gebruikt en zichzelf in het proces had bezeerd. En toch negeerde ze die irritatie en wist ze het op te brengen om het verband er voor de zoveelste keer bijt te pakken en zijn arm in te zwachtelen. 
Dain besefte zich dat Dimitri gelijk had. Hij behandelde Rheana anders. Niet alleen omdat ze hem hielp, maar omdat hij waardeerde wie hij kon zijn bij haar in de buurt. Omdat ze naar hem luisterde, hem soms lichter kon laten voelen. Zelfs toen hij zichzelf het meest had gehaat, die dag in kamp Haldor, had Rheana haar aanwezigheid er voor gezorgd dat zijn demonen hem iets minder hadden geteisterd.
Ze worstelde met de speld voor het verband. De donkere lokken haar waren uit haar vlecht gezakt en belemmerden haar zicht. Hij twijfelde, maar bood uiteindelijk zijn vrije hand aan als hulp en plaatste de lokken achter haar oor.
Ze keek op. Ook al was haar glimlach nog zo zwak, het veroorzaakte een gevoel bij Dain dat hij nauwelijks durfde te benoemen. Daarom draaide hij zijn gezicht weg. ‘Ik had niet verwacht dat het zo zou gaan.’
Wat hij daarmee precies bedoelde, wist hij zelf niet eens. Zijn leven, de keuzes die hij had gemaakt, de manier waarop Rheana in zijn leven was gekomen. Wat als ze elkaar op een andere manier hadden ontmoet? Had het dan anders kunnen lopen? En zelfs in deze situatie had het anders kunnen verlopen, als Dain maar had verteld wat zijn intenties waren geweest vanaf het begin. Daar was het nu al te laat voor.
 ‘Wat niet?’ Ze zette het verband vast en trok haar handen terug. 
‘Alles’, besloot Dain. Hij kon geen beter antwoord verzinnen. De naderende voetstappen van Dimitri gaven hem daar ook geen kans voor. Rheana schoof aan de kant en vergrote de afstand tussen hen. Vanzelfsprekend, gezien de gebeurtenissen van de afgelopen nacht.  
‘De paarden staan klaar. We kunnen gaan.’ Dimitri stond in de deuropening, waardoor Dain weer werd herinnerd aan wat Rheana hem had verteld. Hij moest hem in de gaten houden. Dragos had opgemerkt dat iets in zijn houding niet overeen was gekomen met zijn woorden, waar Dain al bang voor was geweest. Nu had hij zijn beste vriend gevraagd hem te observeren. Het ergste was nog dat zijn beste vriend niet eens had geprotesteerd, maar de opdracht aan had genomen.
Alle momenten waarop hij had getwijfeld om Dimitri de waarheid te vertellen over zijn plan waren als sneeuw voor de zon verdwenen. Dimitri zou het meteen doorspelen aan Dragos, of aan de Onyx zelf. Ze zouden hem straffen voor zijn verraad. Hij zou het met zijn leven moeten bekopen.
‘Dankjewel, Dimitri. Laten we vertrekken.’ Dain greep al zijn gedachten bij elkaar en schoof ze aan de kant. Dit was niet de tijd om over Dimitri in te zitten, al helemaal niet over hun vriendschap die al een veel grotere scheur had opgelopen dan Dain zich had beseft.
Dain pakte de jas die hem warm moest houden en liet hem over zijn schouders glijden. Hij pakte één van de tassen en nam die mee naar zijn paard, zodat hij het zou kunnen bevestigen aan zijn zadel. Ondertussen bleven zijn gedachten malen. Kon hij het Dimitri kwalijk nemen dat hij naar Dragos luisterde? Dat was immers wat van hem verwacht werd. Hij was een Onyx, een vechter. Hij was opgedragen om naar zijn meerderen te luisteren, maar dat omvatte niet alleen Dain. Ook de opzichter was iemand die voor een lange tijd boven hem had gestaan en vanzelfsprekend had hij ingespeeld op zijn vraag. Waarschijnlijk had Dragos zijn wantrouwen de vermoedens van Dimitri alleen maar bevestigd.
Dain steeg op zijn paard en haalde diep adem. De weg naar het dal was inzicht. Nog even en hij zou verlost zijn van Dimitri. Tenminste, als hij de test van zijn beste vriend zou doorstaan. Hij snapte nu dat hun wapenstilstand niets meer was dan een voorstel waar Dimitri wel mee akkoord had moeten gaan, omwille van zijn eigen motieven.
Ook Dimitri had zijn plaats op zijn paard ingenomen, wat betekende dat ze enkel nog moesten wachten op Rheana. Dain probeerde het gezicht van zijn beste vriend te peilen, maar het was zo onleesbaar als het gelaat van een Onyx moest zijn.
Daynty
Internationale ster



De wind voerde een ijzig koude lucht met zich mee vanuit de bergen. En de stemmen van twee soldaten. Kian dook haastig weg in de schaduwen achter een regenton naast een van de slaapbarakken van de gevangenen. 
‘...Zo koud, terwijl het lente is.’ 
‘Er woedt een storm in de bergen. Waarschijnlijk bereikt die binnenkort het kamp. Dan zal…’
De soldaten liepen over een hoofdpad tussen de barakken en hun stemmen stierven weg op de wind zodra ze gepasseerd waren. Kian nam een kort moment om zich voor te bereiden, waarna hij overeind kwam uit de gehurkte positie. Hij steunde zwaar op de regenton, om de belasting op zijn rechterbeen te verminderen. Ondanks dat hij voorbereid was op de pijn overviel de hevigheid ervan hem. Ook zijn rug brandde en prikte toen hij zich rechtte. De pijn was niet zo intens als zes dagen geleden, maar de wonden genazen een stuk langzamer dan hij had gehoopt. Het feit dat hij sinds drie dagen weer werd gedwongen te werken in de steengroeve droeg ook niet bepaald bij aan een snelle genezing. Iedere dag kostte het hem al zijn wilskracht om niet door zijn knieën te zakken, op de grond te blijven liggen en toe te geven aan de pijn, wetende dat de soldaten dat onverbiddelijk af zouden straffen - en Kian kon er niet nog meer verwondingen bij gebruiken. Daarom had hij zich gedragen zoals van hem verwacht werd na de afranseling door de Onyx: volgzaam en levenloos. 
Zodra de pijn was afgezwakt tot een niveau dat hij kon verdragen, sloop hij verder langs de barakken. De ruimte tussen de achterkant van de laatste rij slaapgebouwen en de grillige rotswand die stijl omhoog liep, werd gebruikt om allerlei spullen te dumpen. Er lagen lege, houten kratten in verschillende stadia van verrotting en een gebroken handelskar die de doorgang voor het grootste deel blokkeerde. Hij had de smalle ruimte de afgelopen dagen in de gaten gehouden, maar slechts één keer waren er twee slaven naartoe gelopen om er een leeg krat heen te slepen. 
Een nieuwe windvlaag liet hem rillen. De versleten stof van zijn slaapkleding bood weinig bescherming tegen de kou, maar er zat niets anders op. Nu Maurelle een slaaf was en niet langer verbleef in de slaapbarakken met de andere gevangenen, kon hij haar daar niet meer opzoeken. En in de slavengvertrekken waren teveel luisterende oren, teveel mensen die maar wat graag in de gunst van Dragos vielen in de hoop op een beetje meer eten, een iets minder zware taak.
Kian wrong zich tussen de rotswand en de handelskar door en verschanste zich in de schaduwen. Zijn lichaam protesteerde bij iedere beweging. Als hij toegaf aan de pijn, kroop hij nu het liefst in bed en sloot hij zijn ogen, zodat hij het even niet hoefde te voelen, maar hij wilde niet nog langer wachten. De afgelopen dagen sloop Maurelle steeds vaker zijn gedachten binnen. Hij wilde weten of ze al nuttige dingen had ontdekt of interessante informatie had opgevist uit gesprekken. Maar bovenal wilde hij haar gewoon even vasthouden, zichzelf ervan verzekeren dat alles goed met haar ging. 
Toen de wind even ging liggen bereikte een nieuw geluid zijn oren. Kian dook verder weg in de schaduwen en luisterde. Er klonk geschuifel, voeten die zich voorzichtig verplaatsen over de stoffige ondergrond, en het kwam van dichtbij. Terwijl hij luisterde, reikte hij naar de beitel die verstopt zat tussen de planken van de kar.
Het geschuifel kwam dichterbij, vanuit één van de smalle paden tussen de slaapbarakken. Zijn vingers krulden zich om het koele ijzer van de beitel. Hij verwachtte dat Maurelle om de slavenvertrekken heen zou sluipen, langs de rotswand, en dit geluid kwam vanuit een andere richting. Was iemand hem gevolgd? 
Voorzichtig gluurde Kian om de kar heen. In de duisternis tussen twee van de barakken kon hij nog net een schim onderscheiden, maar de persoon was te ver weg voor hem om te herkennen. Daarom bleef hij stilletjes zitten, wachtend tot wie het ook was dichterbij zou komen. 
‘Kian?’
Eerst dacht hij dat de fluistering een speling van de wind was, maar toen het opnieuw klonk, herkende Kian het stemgeluid. Hij liet de beitel los en stapte iets naar voren, zodat Maurelle hem zou kunnen zien. ‘Ik ben hier.’
Heel even bleef ze staan, waarschijnlijk zoekend naar waar zijn stem vandaan kwam. Daarna wurmde ze zich haastig langs de kar heen en sloeg ze haar armen om zijn nek. De actie overrompelde Kian, maar eens hij zichzelf herpakt had, beantwoordde hij haar omhelzing. 
‘Ik dacht dat je er niet was’, zei ze. ‘Ik was bang dat er iets gebeurd was vandaag. Ik hoorde dat er weer iemand was gestraft in de groeve.’
Toen ze weer achteruit bewoog en hem voorzichtig losliet, grijnsde hij flauwtjes naar haar. ‘Waarom zouden ze mij straffen? Ik gedraag me toch altijd voorbeeldig.’

Demish
Internationale ster



Maurelle had gedacht dat zodra Kian vrij was gelaten uit de greep van de Toren, haar zenuwen en bezorgdheid zouden gaan liggen. Ze had echter al snel het tegendeel gemerkt toen ze had gehoord dat hij zich weer had moeten melden in de steengroeve. Wat de gevangenen daar voor werk verrichtten, was ontzettend zwaar en zou zijn verwondingen niet ten goede doen. Met gespitste oren luisterde Maurelle naar de verhalen van de wachters en gevangenen. Iedere keer als ze hoorde dat een gevangene in elkaar was gezakt, was bezweken onder de pijn of was gestraft, hield ze haar hart vast. Kian had deze klappen misschien overleefd, maar Maurelle betwijfelde of hij nog een zweepslag zou overleven.
Omdat Kian al genoeg had moeten ondergaan, probeerde Maurelle overal naar informatie te zoeken waar ze dat kon. Ze had nog altijd de kaart van Rheana, met de daarop gemarkeerde legioenen. Dat was al één stap in de goede richting, maar ze zouden nog kilometers moeten afleggen voordat ze daadwerkelijk klaar zouden zijn om te ontsnappen uit het kamp.
‘Wat je voorbeeldig noemt,’ antwoordde Maurelle met een flauwe glimlach. Voor zover ze wist had Kian zich inderdaad als de voorbeeldige gevangene gedragen. Hij maakte geen opmerkingen meer en hij droeg zijn lichaam niet meer met de trots waarmee hij naar binnen was gekomen. Althans, niet in het bijzijn van anderen. Ze wist echter ook hoe wreed de bewakers konden zijn. Ze zouden hem simpelweg toetakelen als zij daar een reden toe zagen, ook al had Kian hen die niet gegeven.
Ze keek om zich een en bestudeerde de plek die Kian had ontdekt. Vel ruimte tussen de barak en de rotswand was er niet. Het was genoeg voor hen om zich tussen de oude spullen te kunnen verstoppen. Ondanks de smalle doorgang, leek de wind hen wel te hebben gevonden. De ijzige kou blies door haar nachthemd heen en in bescherming sloeg ze haar armen over elkaar.
Haar ogen vielen op Kian. Het liefst wilde ze hem vragen hoe het met hem ging. Dit was de eerste keer dat ze daadwerkelijk met elkaar konden praten sinds die nacht in de Toren. Het was een nacht waar ze vaak terug aan dacht. Van zijn grapje aan het begin tot aan het moment dat ze weg had willen gaan, maar hij haar tegen had gehouden door haar pols vast te pakken. Haar meest prominente herinnering was echter zijn gezicht, slechts millimeters van het hare verwijderd.
Ze hadden echter geen tijd om terug te dwalen naar die nacht, of om beleefdheden uit te wisselen. Ondanks dat ze zich op een redelijk veilige plek bevonden, moesten ze hun tijd niet te ruim nemen. Maar één wachter hoefde hen te horen en ze zouden er gloeiend bij zijn.
‘Ik zal beginnen met het goede nieuws,’ fluisterde ze. Ze stroopte haar nachthemd iets op en viste de kaart van Rheana uit de rand van haar ondergoed. Het papier, nog warm van haar lichaam, overhandigde ze aan Kian. ‘Het is moeilijk te zien in het donker, maar de bediende van…’ Maurelle klemde haar lippen twijfelend op elkaar, ‘van de Onyx, ze gaf me deze kaart net voordat ze vertrok. Ze heeft aangegeven waar ze legioenen tegen zijn gekomen, of waar de posten zijn.’ Maurelle wees een plek aan op de kaart. Ze had het document ondertussen al zo vaak bestudeerd, dat ze zelfs in het donker nog aan wist te wijzen waar Rheana iets had gemarkeerd.
‘Ze gaf deze aan je? Zomaar?’ De hint van wantrouwen was hoorbaar in zijn stem. Maurelle begreep het. Ook zij snapte niet goed waarom Rheana haar de kaart had gegeven. Of ze iets had laten vallen, niet goed had opgelet, waardoor de bediende had gedacht dat ze dit had kunnen gebruiken. Ze had er over gepeinsd, maar ze had niets kunnen bedenken dat Rheana had laten weten wat ze van plan was geweest.
‘Ik heb nagedacht over waarom ze hem aan me heeft gegeven, maar ik kan niks bedenken.’ Ze haalde haar schouders op. ‘Maar het is zeker handig, denk je niet?’
Kian fronste. Hij probeerde in de donkere omgeving het papier te bestuderen. ‘Verstop je hem goed?’
Maurelle knikte. Tot nu toe had nog niemand het document gezien. In haar eigen slaapkamer, die ze deelde met Valeria, waren niet veel verstopplekken. Onder haar bed had ze echter een losse plank gevonden, met daaronder een kleine ruimte. Zelfs Valeria wist niet van het bestaan. ‘Niemand heeft enig idee dat ik de kaart in mijn bezit heb,’ verzekerde ze Kian.
Door de kou begon Maurelle heen en weer te wippen op haar tenen, om haar lichaam op die manier warm te houden. Kian bestudeerde nog altijd de kaart.
‘Herken je er iets op?’ vroeg ze nieuwsgierig. Zelf was ze al zo lang op het kamp dat ze de omgeving niet meer zou herkennen. Ze zou niet eens aan kunnen wijzen waar ze voorheen had gewoond. Ze had slechts nog herinneringen aan haar huis, waar het had gestaan. Kian daarentegen was nog niet lang op het kamp, hij had zelfs bij het verzet gezeten. Dan zou hij toch enkele punten moeten herkennen?
Daynty
Internationale ster



Voorzichtig alsof het een gebroken vogeltje was, hield Kian de kaart tussen zijn vingers. Het was het gevaarlijkste voorwerp dat hij had vastgehouden sinds hij het kamp binnen was gebracht. Als iemand hen met deze kaart zou zien, betekende dat hun dood. 
‘Ja’, antwoordde hij op Maurelles vraag. Hij draaide de kaart iets bij zodat ze mee kon kijken en wees naar de twee rivieren die langs het woud onder Kamp Haldor stroomden. ‘Deze rivieren komen allebei uit in de zee in het zuiden. Deze’, hij wees naar de linker rivier, ‘mondt uit vlakbij Lavarr.’ 
Kian wist al van het bestaan en de loop van de rivieren, maar het was fijn een kaart te hebben die hem hielp om de omgeving te visualiseren. Bovendien was het feit dat er legerposts op aan waren gegeven van onschatbare waarde. Het viel hem op dat het er meer waren dan hij zich kon herinneren. Ondanks dat hij in het donker lang niet alle details van de kaart kon zien, telde hij meer posts dan er waren geweest voor de opstand. Grimmig schudde hij zijn hoofd. 
‘Wat is er?’ 
Maurelles stem liet hem opkijken van de kaart. ‘Zoveel legerposten. Nog meer dan er al waren.’ Hij wees er een paar aan. ‘Nog even en het krioelt overal van de soldaten. Het is ongelooflijk dat er zoveel mannen zijn die willen vechten voor de keizer.’
Kian wierp nog een laatste blik op de kaart, prentte hem zorgvuldig in zijn geheugen, en vouwde hem weer op, om hem terug te geven aan Maurelle. ‘Verstop hem goed’, drukte hij haar op het hart, ondanks dat ze hem al verzekerd had dat niemand hem zou vinden. Het liefst hield hij de kaart zelf bij zich om dat risico van haar weg te nemen, maar in de slaapbarak was geen enkele mogelijkheid om zoiets te verstoppen. Elk voorwerp werd hoe dan ook gewonden bij de controles die op willekeurige momenten plaatsvonden. 
Kian keek toe hoe Maurelle het document terugstopte onder haar kleding. In stilte stelde hij zichzelf de vraag die hij eerder hardop had uitgesproken. Waarom had de bediende van de Onyx deze kaart aan Maurelle gegeven? Het was een enorm risico, niet alleen voor Maurelle, maar ook voor de bediende zelf. Voor hetzelfde geld was Maurelle zo in de greep van Dragos geweest dat ze het verlinkt had. Dat had de bediende haar hoofd gekost. 
Hij was er niet gerust op. ‘Die bediende… Is ze te vertrouwen?’ 
Maurelle was even stil. ‘Ja’, zei ze uiteindelijk. ‘Ze had dingen door kunnen vertellen, dingen die mij in de problemen konden brengen. Maar dat heeft ze niet gedaan. Ik vertrouw haar.’
Kian knikte langzaam. Hoewel hij huiverig was om te geloven dat de bediende van een Onyx betrouwbaar was, vertrouwde hij op Maurelles inschattingsvermogen. Hij dacht terug aan het meisje, dat hij alleen even gezien had toen de Onyx hem gemarteld had. Het enige dat hij zich van haar kon herinneren, was de angst in haar houding. Misschien was het helemaal niet zo gek dat ze had besloten om Maurelle te helpen, besefte hij. Zelf werkte ze wellicht ook niet vrijwillig voor een moordmachine. 
‘Je zei dat dit het goede nieuws was.’ Kian trok Maurelle zachtjes verder achter de kar, waar ze meer beschut stond van de wind. ‘Betekent dat dat er ook slecht nieuws is?’
Ze haalde haar schouders op. ‘Het slechte nieuws is dat ik niet zoveel nieuws heb. Ik doe mijn best om stukjes informatie te vinden of naar gesprekken te luisteren, maar buiten de werkkamers wordt er bijna nooit iets besproken.’ Ze wipte van haar ene op haar andere voet en keek hem even aan voor ze haar ogen neersloeg. ‘Ik voel me er schuldig om. Jij moet al die pijn doorstaan en ik kan niet eens iets nuttigs vinden.’
‘Hé, kijk me eens aan’, zei hij zachtjes. ‘Ik ben allang blij dat jij veilig bent. De informatie komt vanzelf, vroeg of laat praat iemand zijn mond voorbij, of kun je in ruimtes komen waar ze je nu nog niet vertrouwen.’
Maurelle glimlachte zwakjes. Daarna lichtten haar ogen op, alsof haar iets te binnen schoot. ‘Weet je nog dat ik je vertelde dat Heer Eyad naar het kamp komt? Hij arriveert morgen. Dragos heeft mij aan hem toegewezen zolang hij hier verblijft.’
Kian wist niet zeker of hij blij werd van het idee dat Maurelle een paar dagen de slaaf was van Heer Eyad, maar ook hij zag de mogelijkheden die dat kon bieden. ‘Misschien wordt er dan meer besproken.’

Demish
Internationale ster



Het voelde goed om haar schudgevoelens toe te geven. Hoe had ze ooit aan hem kunnen vragen of hij wel had geweten wat het voor haar zou betekenen om een slaaf te zijn, als zij overduidelijk aan het beste eind had getrokken? Het ergste wat haar aan was gedaan, was een duw of een trap. Door haar snelle manier van bewegen viel ze niet op en was ze precies het soort slaaf waar de medewerkers van Dragos naar verlangden. Kian daarentegen zou voor altijd herinneringen hebben aan het kamp. Hij had zijn lichaam opgegeven voor hun plan en in ruil daarvoor kon zij hem niet eens voorzien van informatie.
De geruststellende woorden van Kian hielpen. Ze hoopte vurig dat hij gelijk had. Niet alleen over dat ze vanzelf tegen iets aan zou lopen wat voor hen bruikbaar zou zijn, maar ook over de komst van heer Eyad. Als beheerder van het land waar kamp Haldor op stond, moest hij informatie hebben over de buitenwereld. Maurelle wist nog niet waar ze naar op zoek zou gaan, maar ze zou iedere kans aangrijpen om iets te vinden. Documenten, een opvallend gesprek, als het maar iets was wat enigszins van waarde kon zijn voor hen.
‘Ik heb een goed gevoel over zijn komst. Meestal, als hij het kamp bezoekt, overlegt hij veel met Dragos. Ik denk niet dat ik daar bij kan zijn, maar wie weet wordt hij loslippig als hij vermoeid is van een lange dag.’ De opzichter was een man die alle energie uit je kon trekken. Niet alleen bij de gevangenen en slaven, maar ook bij zijn eigen werknemers. Het moest vermoeiend zijn om een dag lang met hem te discussiëren. Wie weet was een borrel aan het einde van de dag al genoeg voor heer Eyad om iets los te laten.
‘Je moet voorzichtig doen,’ sprak Kian. Voor het eerst herkende ze iets in zijn stem waardoor ze hem voor zich zag in het verzet. Staande op een verhoging, terwijl hij mensen toesprak en motiveerde. Ze kon niet anders dan knikken op zijn woorden.
Ze opende haar mond om hun gesprek te vervolgen, maar op datzelfde moment verschoot Kian zijn gezicht. Zijn wenkbrauwen waren opgetrokken en zijn ogen focusten zich op de plek achter haar. Maurelle spitste haar oren en ze besefte zich wat Kian had gehoord: voetstappen.
Nog voordat ze kon reageren, had Kian zijn armen om haar heen geslagen en trok hij haar mee naar de grond. De kratten en de vervallen handelskaar gaven hun beschutting. 
Kian histe tussen zijn op elkaar geklemde kaken. De plotselinge beweging moest vast teveel voor hem zijn geweest. Zijn armen lagen zo stevig rond haar lichaam dat ze nauwelijks iets voor hem kon betekenen. Ze wist haar handen los te maken en plaatse hen aan weerskanten van zijn lichaam, in de hoop dat ze hem iets zou ondersteunen.
‘Kian, je rug,’ fluisterde ze, ‘en je been.’ De gehurkte positie waar ze zich in bevonden, was alles behalve goed voor zijn wonden. Kian suste haar echter en hij legde een hand op haar achterhoofd, zodat hij haar nog iets naar beneden kon drukken en ze als het ware opging in zijn lichaam. Haar voorhoofd lag tegen haar borstkas en ze sloot haar ogen. Ze kon zijn hart horen kloppen. Het ging minstens net zo snel als het hare.
De voetstappen klonken achter haar, wat betekende dat ze niks kon zien. Kian zijn armen lagen beschermend om haar, alsof enkel zijn armen genoeg waren om hen in onzichtbaarheid te verhullen. Het voelde veilig, maar diep van binnen wist ze dat zelfs Kian haar geen veiligheid kon garanderen. Zeker niet in Haldor.
‘Binnenkort hebben we geen ruimte meer om hier spullen te dumpen,’ bromde één van de wachters. Maurelle dook ineen bij het horen van krakend hout dat uit elkaar viel bij het raken van de grond.
‘Dat is dan een taak voor de gevangenen om het op te ruimen,’ zei de tweede wachter. ‘Als Dragos dit nou ook aan hen over zou laten, dan hadden wij niet met dat ding hoeven sjouwen.’
‘Je weet hoe hij is.’ Was het verslagenheid wat ze herkende in de toon van de eerste wachter? Iemand die wist dat hij geen keuze had en zonder meer de orders van de opzichter op moest volgen, omdat de gevolgen anders te erg zouden zijn? 
De voetstappen achter haar leken de andere kant op te gaan, wat betekende dat ze niet waren betrapt. Toch bleef Kian nog voor enkele minuten op de grond, met zijn armen om haar heen. Ze kon zijn gezicht niet zien, maar ze stelde zich voor dat hij gefocust was op zijn omgeving. Op ieder geluid, iedere beweging in het donker.
‘Er is niemand in de buurt.’ Kian liet haar los, maar wankelde op zijn benen. Snel greep Maurelle zijn armen vast en hielp ze hem voorzichtig omhoog.
‘Heb je jezelf pijn gedaan? Kan ik iets voor je doen?’ vroeg ze bezorgd. In het donker zou ze zijn wonden niet kunnen bekijken, maar het leek haar waarschijnlijk dat de wonden op zijn rug weer open waren gesprongen. Het liefste zou ze hem terugbrengen naar zijn barakken, of hem meenemen naar de hare zodat ze zijn rug kon bestuderen en eventueel zou kunnen verzorgen. Dat waren allebei echter geen opties die ze daadwerkelijk hadden. 
‘Het heeft tijd nodig, dat is alles.’ Kian klonk sterk, maar zijn lichaam had enkele seconden nodig voordat hij zijn gebruikelijke houding weer in kon nemen. Maurelle liet zijn armen los en stapte achteruit, zodat ze hem de ruimte kon geven. Kian wierp een blik achter haar, waar de wachters hadden gestaan.
‘Zelfs zijn eigen personeel ziet hem als de draak van kamp Haldor.’ Kian sprak de woorden zo serieus en ernstig uit als het maar kon, maar door de zenuwen ontsnapte er bij Maurelle een lach. Snel schoof ze haar hand voor haar mond. Kian keek haar met een vreemde blik aan.
‘Dat was niet grappig bedoeld.’
‘Weet ik, maar-‘ Maurelle moest haar best doen om haar lach in te houden. Ze haalde diep adem en blies de lucht langzaam uit. ‘Ik denk dat je me gewoon snel aan het lachen krijgt,’ bekende ze, zachter dan dat ze haar eerste zin was begonnen.
Daynty
Internationale ster



De zachte lach die aan Maurelles lippen ontsnapte, was een vreemde gewaarwording voor Kian. Het geluid klonk misplaatst in een omgeving die tot op het bot doordrenkt was met pijn en ellende, alsof het al die dingen heel even naar de achtergrond duwde, en een gordijn een klein stukje op liftte om een glimp te tonen van de wereld die had kunnen zijn. 
God, hij wenste dat hij haar lach kon vangen in een potje en ernaar kon luisteren als de schaduwen in zijn gedachten hem dreigden op te slokken. Het zou een krachtiger medicijn zijn dan welk zalfje of drankje in een apotheek dan ook. 
Kian besefte dat hij naar haar aan het staren was. Naar haar donkere ogen, de perfecte lijn van haar neus en haar donkere lippen. Hij werd overvallen door de drang om haar gezicht zachtjes aan te raken met zijn vingers, om haar lippen te verkennen met de zijne. 
Verman je, Kian. Afleiding is het laatste dat je nu kan gebruiken. Hij draaide zijn hoofd weg en vergrootte de afstand tussen hen voor zover de ruimte dat toeliet, bang dat hij de verleiding anders alsnog niet kon weerstaan. Vanuit zijn hals voelde hij een warme gloed omhoog kruipen naar zijn wangen en waar hij de duisternis eerder had vervloekt, was hij nu dankbaar dat Maurelle het niet kon zien. 
Kian voelde dat hij nog iets moest zeggen, alleen de woorden in zijn hoofd weigerden in een goede volgorde te gaan staan. Hij ademde diep in. De koude lucht bracht hem een beetje bij zinnen. 
‘Je hebt een mooie lach’, zei hij uiteindelijk. Maurelle, die ietwat beschaamd aan een houtsplinter uit de kar pulkte, keek nu weer op. ‘Dus dat is niet iets om je voor te schamen.’
Haar wenkbrauwen bewogen zich verrast iets omhoog, alsof ze het compliment totaal niet had verwacht. Haar vingers speelden met een lok van haar haren en het was duidelijk dat ze zichzelf niet goed een houding wist te geven. 
De wind huilde tussen de slaapbarakken door en trok wild aan hun kleding. Hij zag Maurelle dieper wegduiken achter de kar in een vergeefse poging om zichzelf aan de wind te kunnen onttrekken. Heel even stelde Kian zich voor hoe het zou zijn om haar in zijn armen te trekken en af te schermen van de kou. 
Slecht idee. Heel slecht idee. Hij mocht niet vergeten waar ze waren, dat ze de kostbare seconden die ze samen hadden niet mochten verspillen aan dat soort dingen. Iedere minuut die ze hier waren, kon iemand hen betrappen of ontdekken dat ze niet in bed lagen. Bovendien was hij zelf ook tot op het bot verkleumd. 
‘Laten we teruggaan.’ Kian controleerde of de beitel goed verstopt lag, waarna hij langs de rotswand richting de slaapbarakken sloop om te controleren of de kust veilig was. De twee wachtlopende bewakers passeerden net een van de paden. In een reflex stak hij zijn arm uit om Maurelle tegen te houden. De steekwond in zijn schouder strafte hem onmiddellijk af voor het maken van die beweging. Hij verdrong de pijn echter - er was niets dat ze eraan konden doen. 
‘De soldaten gaan nu richting de keukens’, fluisterde hij tegen Maurelle. ‘Je zou een paar minuten moeten hebben om bij de slavenvertrekken te komen zonder dat ze je zien.’ 
In het donker zag hij haar knikken en ze glipte langs hem heen het pad op. Vlak voor ze aanstalten maakte om weg te gaan, pakte Kian haar pols vast. Vragend draaide ze zich om. 
‘Doe voorzichtig, oké?’ drukte hij haar op het hart. ‘Met Eyad. Het is het niet waard om informatie te vinden als de kans te groot is dat iemand je betrapt.’
‘Ik zal voorzichtig zijn.’ Hij meende een geruststellende glimlach in haar stem te horen, maar het was te donker om het te kunnen zien. ‘Spreken we morgen weer hier af?’
Kian knikte. Daarna liet hij haar pols los en keek hij toe hoe ze verdween in de duisternis. Terwijl hij zelf ook terug sloop naar zijn slaapbarak kon hij alleen maar hopen dat ze ongezien bij haar kamer kwam. 
Toen hij even later in bed lag, nog klaarwakker van de kou en de ontmoeting met Maurelle, wist hij dat hij die tijd kon gebruiken om verder na te denken over hun plan. De kaart bood een blik op de wereld buiten het kamp en hij zou het beeld dat hij ervan in zijn geheugen had geprent kunnen gebruiken om na te denken over welke route ze het beste konden nemen zodra ze ontsnapt waren. Maar zijn hersens weigerden om daarop te focussen. In plaats daarvan viel hij in slaap met het beeld van Maurelles lach in zijn gedachten. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste