Lespoir schreef:
"Ik heb de laatste tijd misschien veel meegemaakt, maar dat betekent niet dat ik vergeet wat ik moet doen. En ik heb zeker niet iemand zoals jij nodig om me te vertellen wat ik moet doen."
Het was een opmerking die Torrance aan het lachen bracht. Hetgeen dat ze nadien uitbracht vond hij zelf nog grappiger. Leunend tegen het kozijn van de deur had hij naar haar geluisterd, zijn armen had hij over elkaar heen geslagen. "Maar ik doe het in mijn eigen tijd, wanneer ik er zin in heb. Ik laat me door niemand opjagen of onder druk zetten, zeker niet door jou." Het was naïef van haar om te denken dat ze het voor het zeggen had, dat ze zomaar de status die hij bezat aan de kant zette en deed alsof ze meer was dan hij. Alsof zij slimmer was en meer recht had van spreken. Desalniettemin deed hem dat niks, hij wist immers beter. Torrance vond het niets anders dan grappig. Ze had geluk dat hij het was die tegenover haar stond.
"Grappig hoe je vergeet tegen wie je het hebt, Margaux. Natuurlijk, de kroonprins van zowel Engeland als Frankrijk heeft niets te zeggen over een dorpeling, die toevallig domicilieert in één van zijn landen," sprak hij sarcastisch, maar rustig uit. "Wat maakt dat jij denkt zo speciaal te zijn en dat jij een andere behandeling verdient?" vroeg hij zich luidop af. Desalniettemin was die vraag eerder naar zichzelf toe bedoeld: Wat maakte Margaux zo speciaal waardoor hij haar de illusie gaf dat ze recht van spreken had? "Of je het nu wil accepteren of niet, ik sta boven jou, Margaux. Ver boven jou. Zo is het nu eenmaal en daar kan ik helemaal niks aan veranderen, dat is simpelweg het systeem waaronder we allemaal moeten leven. Ik ben daar evenmin tevreden mee. Maar als je zo blijft doorgaan, geef je me geen andere keus dan mij daar ook naar te gedragen. Ik heb genoeg voor je gedaan, ik heb je genoeg dagen vrij gegeven. Je hebt je eigen kamer met een eigen badkamer en kleding met hopen. Denk je dat dat privileges zijn die andere bedienden hier krijgen? Die mensen staan verdomme van zes uur in de ochtend tot twaalf uur in de avond te werken en slapen met zijn allen gezellig in één grote slaapzaal en zelfs zij leggen zich daarbij neer," zei Torrance ongelovig. "Je leeft een prinsessenleven hier, Margaux en het wordt tijd dat iemand je met je voeten op de grond zet. Het spijt me dat ik die persoon moet zijn, maar je mag echt een beetje dimmen," zei Torrance vervolgens, ietwat gefrustreerder dan eerst. "Ik doe echt mijn best om je het hier zo makkelijk mogelijk te maken, maar ik heb evenzeer mijn plichten. H-het draait om traditie, mijn familie, hetgeen dat mij toevertrouwd wordt." Hij wandelde wat dichter naar haar gedaante toe en had haar met haar rug tegen de muur gedreven, net zoals Eleanor eerder bij hem gedaan had. Zijn blik sprak zijn serieusheid uit toen hij op haar neer keek, al had hij zijn woede achterwegen gelaten. Torrance voelde geen woede. Met zijn hand had hij haar kin ietwat omhoog gehaald, ervoor gezorgd dat ze hem evenzeer aankeek. De manier waarop ze zich dichtbij elkaar hadden bevonden leek ervoor te zorgen dat hun adem met elkaar vermengde. Zijn hand haalde hij weer van haar kin weg.
"En dat is exact waarom ik om een andere dienstmeid gevraagd heb," zei hij, haar evenzeer strak aangekeken. Hoezeer het hem ook geïrriteerd was hoeveel ruzie ze de afgelopen tijd hadden gemaakt; hij wist dat zijn frustratie voortkwam uit het feit dat hij haar aantrekkelijk vond als ze woede bezat en op hem neerkeek. Hij kickte op de tegengas die hij van haar kreeg. "Vertel me dan hoe ik in godsnaam in dezelfde ruimte als jou kan zijn na gisteren. Ik ben mijn zelfbeheersing verloren," bracht Torrance uit. "Ik weet dat dit allemaal niet kan, maar ik kwel mezelf liever dan dat ik jouw in de problemen breng of mijn broer moet kwetsen." Zijn woorden waren niets anders dan de waarheid geweest: hij was zijn zelfbeheersing verloren. Amper had hij geweten met zijn fluctuerende emoties om te gaan. Het ene moment was hij gelukkig, het volgende moment voelde hij trotsheid. Nu daarentegen, voelde hij woede, voor de zoveelste keer. En een gevoel van leegte, een grote leegte die hij slechts op één manier kon invullen. "Het is zo verdomd frustrerend wat voor impact jij hebt op mijn hoofd. Ik heb mezelf niet meer in de hand," zei hij, lichtelijk kwaad, maar die had hij niet op haar uitgewerkt. "Ik ben helemaal niet opvliegerig of wat er de afgelopen tijd ook aan de hand is geweest en ik ben al helemaal niet zo slecht in mijn grenzen te behouden." Terwijl hij zijn woorden uitsprak had hij met één hand haar hoofd vastgehad, met zijn duim over haar onderlip gegaan. Hij smachtte naar de zachtheid van haar lippen tegen de zijne. Torrance keek Margaux aan met een blik vol verlangen, de il om de vorige avond met haar te herbeleven. Hij bekeek haar op manieren waarop hij Eleanor nooit had bekeken. Bovendien had hij nooit iemand op dat niveau gewild. "Het ergste is dat ik er niet eens spijt van heb," mompelde hij. Zijn gevoelens van schaamte en trots had hij aan de kant gegooid, evenals zijn plichten en trouwheid tot een vrouw die hem niet interesseren kon. Zonder na te gaan of het voor zijn tegenpartij, Margaux, gewenst was, had hij zijn lippen hongerig op die van haar gedrukt.
"Ik heb de laatste tijd misschien veel meegemaakt, maar dat betekent niet dat ik vergeet wat ik moet doen. En ik heb zeker niet iemand zoals jij nodig om me te vertellen wat ik moet doen."
Het was een opmerking die Torrance aan het lachen bracht. Hetgeen dat ze nadien uitbracht vond hij zelf nog grappiger. Leunend tegen het kozijn van de deur had hij naar haar geluisterd, zijn armen had hij over elkaar heen geslagen. "Maar ik doe het in mijn eigen tijd, wanneer ik er zin in heb. Ik laat me door niemand opjagen of onder druk zetten, zeker niet door jou." Het was naïef van haar om te denken dat ze het voor het zeggen had, dat ze zomaar de status die hij bezat aan de kant zette en deed alsof ze meer was dan hij. Alsof zij slimmer was en meer recht had van spreken. Desalniettemin deed hem dat niks, hij wist immers beter. Torrance vond het niets anders dan grappig. Ze had geluk dat hij het was die tegenover haar stond.
"Grappig hoe je vergeet tegen wie je het hebt, Margaux. Natuurlijk, de kroonprins van zowel Engeland als Frankrijk heeft niets te zeggen over een dorpeling, die toevallig domicilieert in één van zijn landen," sprak hij sarcastisch, maar rustig uit. "Wat maakt dat jij denkt zo speciaal te zijn en dat jij een andere behandeling verdient?" vroeg hij zich luidop af. Desalniettemin was die vraag eerder naar zichzelf toe bedoeld: Wat maakte Margaux zo speciaal waardoor hij haar de illusie gaf dat ze recht van spreken had? "Of je het nu wil accepteren of niet, ik sta boven jou, Margaux. Ver boven jou. Zo is het nu eenmaal en daar kan ik helemaal niks aan veranderen, dat is simpelweg het systeem waaronder we allemaal moeten leven. Ik ben daar evenmin tevreden mee. Maar als je zo blijft doorgaan, geef je me geen andere keus dan mij daar ook naar te gedragen. Ik heb genoeg voor je gedaan, ik heb je genoeg dagen vrij gegeven. Je hebt je eigen kamer met een eigen badkamer en kleding met hopen. Denk je dat dat privileges zijn die andere bedienden hier krijgen? Die mensen staan verdomme van zes uur in de ochtend tot twaalf uur in de avond te werken en slapen met zijn allen gezellig in één grote slaapzaal en zelfs zij leggen zich daarbij neer," zei Torrance ongelovig. "Je leeft een prinsessenleven hier, Margaux en het wordt tijd dat iemand je met je voeten op de grond zet. Het spijt me dat ik die persoon moet zijn, maar je mag echt een beetje dimmen," zei Torrance vervolgens, ietwat gefrustreerder dan eerst. "Ik doe echt mijn best om je het hier zo makkelijk mogelijk te maken, maar ik heb evenzeer mijn plichten. H-het draait om traditie, mijn familie, hetgeen dat mij toevertrouwd wordt." Hij wandelde wat dichter naar haar gedaante toe en had haar met haar rug tegen de muur gedreven, net zoals Eleanor eerder bij hem gedaan had. Zijn blik sprak zijn serieusheid uit toen hij op haar neer keek, al had hij zijn woede achterwegen gelaten. Torrance voelde geen woede. Met zijn hand had hij haar kin ietwat omhoog gehaald, ervoor gezorgd dat ze hem evenzeer aankeek. De manier waarop ze zich dichtbij elkaar hadden bevonden leek ervoor te zorgen dat hun adem met elkaar vermengde. Zijn hand haalde hij weer van haar kin weg.
"En dat is exact waarom ik om een andere dienstmeid gevraagd heb," zei hij, haar evenzeer strak aangekeken. Hoezeer het hem ook geïrriteerd was hoeveel ruzie ze de afgelopen tijd hadden gemaakt; hij wist dat zijn frustratie voortkwam uit het feit dat hij haar aantrekkelijk vond als ze woede bezat en op hem neerkeek. Hij kickte op de tegengas die hij van haar kreeg. "Vertel me dan hoe ik in godsnaam in dezelfde ruimte als jou kan zijn na gisteren. Ik ben mijn zelfbeheersing verloren," bracht Torrance uit. "Ik weet dat dit allemaal niet kan, maar ik kwel mezelf liever dan dat ik jouw in de problemen breng of mijn broer moet kwetsen." Zijn woorden waren niets anders dan de waarheid geweest: hij was zijn zelfbeheersing verloren. Amper had hij geweten met zijn fluctuerende emoties om te gaan. Het ene moment was hij gelukkig, het volgende moment voelde hij trotsheid. Nu daarentegen, voelde hij woede, voor de zoveelste keer. En een gevoel van leegte, een grote leegte die hij slechts op één manier kon invullen. "Het is zo verdomd frustrerend wat voor impact jij hebt op mijn hoofd. Ik heb mezelf niet meer in de hand," zei hij, lichtelijk kwaad, maar die had hij niet op haar uitgewerkt. "Ik ben helemaal niet opvliegerig of wat er de afgelopen tijd ook aan de hand is geweest en ik ben al helemaal niet zo slecht in mijn grenzen te behouden." Terwijl hij zijn woorden uitsprak had hij met één hand haar hoofd vastgehad, met zijn duim over haar onderlip gegaan. Hij smachtte naar de zachtheid van haar lippen tegen de zijne. Torrance keek Margaux aan met een blik vol verlangen, de il om de vorige avond met haar te herbeleven. Hij bekeek haar op manieren waarop hij Eleanor nooit had bekeken. Bovendien had hij nooit iemand op dat niveau gewild. "Het ergste is dat ik er niet eens spijt van heb," mompelde hij. Zijn gevoelens van schaamte en trots had hij aan de kant gegooid, evenals zijn plichten en trouwheid tot een vrouw die hem niet interesseren kon. Zonder na te gaan of het voor zijn tegenpartij, Margaux, gewenst was, had hij zijn lippen hongerig op die van haar gedrukt.