Demish schreef:
De nachten in kamp Haldor waren altijd van korte duur geweest. Maurelle kon zich niet herinneren wanneer ze een goede nachtrust had gehad. Ook deze nacht was geen uitzondering geweest. De reden waarom ze wakker had gelegen, was dat wel.
Waar ze normaal gesproken had geluisterd naar de wachters buiten, de schreeuwen die vanuit de groeve of de toren kwamen, of de zachte fluisteringen van degenen waar ze de barak mee had gedeeld, hadden haar eigen gedachten haar niet met rust gelaten. Met name de gedachten over Kian hadden haar niet los gelaten. Hoe hij naar haar had gestaard, het compliment dat hij over haar lach had gegeven en het gevoel dat het met zich mee had gebracht.
Het kamp was geen plek voor liefde, dat wist ze maar al te goed. Het had haar dan ook nooit bezig gehouden. Kian was echter een schijnende lentezon door een groot pak grijze wolken. Hij maakte haar aan het lachen, hij wakkerde iets in haar aan dat haar nachten wakker hield.
Je hebt een mooie lach.
Zelfs als ze terugdacht aan hoe zacht de woorden over zijn lippen waren gerold, bracht het kriebels in haar lichaam. Kriebels die ze zo snel mogelijk moest laten verdwijnen, ook daarvan was ze op de hoogte. Zij en Kian hadden een missie. En zelfs als die missie ook maar een kleine kans van slagen had, dan was de liefde niet voor haar en Kian weggelegd. Kian had geleefd voordat hij naar kamp Haldor was gekomen. Het kon niet anders dat hij een partner had gehad, misschien wel meerderen. Wat was zij in vergelijking met de vrouwen die in de buitenwereld leefden?
Toch bleef ze het compliment van Kian herhalen, omdat het haar een goed gevoel gaf. Het was het eerste compliment dat iemand haar ooit oprecht had gegeven. De wachters op het kamp hadden geen blad voor hun mond en gaven maar al te graag commentaar op de vrouwen die er rond liepen, maar die denigrerende woorden hadden haar nooit gevleid.
Met Kian in haar gedachten was Maurelle die ochtend aan haar eerste taak begonnen: het schoonmaken, opruimen en klaarmaken van de kamer voor heer Eyad. Ze hadden haar verteld dat de grondbeheerder rond het middaguur zou verschijnen. Dat gaf haar nog een uur om de vloer te schrobben, te drogen en het bed op te maken.
De deur vloog overeind en een man beende met grote passen naar binnen. ‘Altijd. Altijd probeert die man me te ondermijnen.’ De woorden werden gemompeld, overduidelijk niet tegen haar.
Zo snel als ze kon kwam Maurelle overeind en boog ze haar hoofd naar beneden. Ze herkende heer Eyad van de eerdere keren dat hij zijn gezicht op het kamp had laten zien. Net als zij was zijn huid donker, maar lichter dan de hare. Ze zouden ongetwijfeld dezelfde haarstructuur hebben als zijn bedienden het niet zorgvuldig bijhielden.
Heer Eyad gooide de papieren die hij vast had gehouden bij binnenkomst op het bureau dat in de kamer stond. Verwoed maakte hij zijn cape los en hij draaide zich om. Ondanks dat Maurelle hem niet kon zien, met haar ogen gericht op de vloer, wist ze dat hij haar had gespot.
‘Jij…’ Maurelle wist niet wat het simpele woord betekende. Was hij boos? Voelde hij zich betrapt, omdat hij zich uit had gelaten over de opzichter tegenover één van zijn slaven? Ze keek niet naar hem op, maar maakte enkel een kleine buiging.
‘Het spijt me, meneer. Ik had begrepen dat u pas over een uur zou arriveren. Ik had gehoopt de kamer voor die tijd klaar te hebben,’ bekende ze. Had ze de tijden verkeerd onthouden? Nee, ze was er zeker van dat ze het bij het juiste einde had. Niet dat dat uitmaakte. Tegenover haar meerdere zou zij altijd degene zijn die een fout had gemaakt.
‘Dragos speelt graag met de tijd,’ zei heer Eyad. ‘Eén van zijn manieren om duidelijk te maken dat hij hier de baas is, ook al is het mijn land.’
Maurelle keek op voordat ze er erg in had. Ze had nooit iemand op die manier over de opzichter horen praten. Zelfs de wachters zouden niet durven om op deze manier over hem te spreken. En heer Eyad deed het wel. Had hij soms een doodswens? Of speelde hij ook een spel, waarin hij wilde testen of zij voor de komende dagen echt trouw zou zijn aan hem?
‘Maak je geen zorgen over de kamer. Ik moet toch terug naar de opzichter.’ Heer Eyad greep één van de papieren van het bureau. ‘Hij was erg over je te spreken, maar vergat jouw naam te noemen.’
‘Maurelle, meneer,’ antwoordde Maurelle meteen. Ze besefte zich dat ze al die tijd naar de man had gekeken, dus sloeg ze haar ogen weer neer.
‘Maurelle,’ herhaalde heer Eyad. ‘Ik zal om je vragen als ik klaar ben met de besprekingen.’ Hij wachtte niet op haar antwoord, maar verdween naar zijn afspraak met de opzichter. Maurelle haalde diep adem en greep de vensterbank vast. Waar Kian haar liet duizelen om al de goede redenen, was deze man een wervelwind aan indrukken die ze nog moest verwerken.
Hij sprak anders over Dragos. Dat was iets wat ze die avond aan Kian zou moeten vertellen. Ze herhaalde zijn woorden in haar hoofd en bukte om weer verder te gaan met haar taak. Echter, haar ogen vielen op de overgebleven documenten op het bureau. Wat als daar iets bruikbaars tussen zou liggen? Was ze het niet aan Kian verschuldigd om een gok te wagen?
Doe voorzichtig.
Maurelle schudde haar hoofd en duwde zijn woorden aan de kant. Met voorzichtig doen kwam ze op het moment niet verder. Kian ook niet. Ze controleerde de kamer, maar deze was afgesloten door een deur. Op de gang klonken geen voetstappen. De kust was veilig.
Ze liep naar het bureau en beek de documenten. Het was veel tekst, hier en daar stonden groten geldbedragen en rekensommen. Het leek nutteloze informatie, tot ze een klein briefje er tussenuit zag steken. In de hoek van het briefje zag ze vreemde tekens staan die ze niet herkende als de letters die zij vroeger had geleerd.
Zo voorzichtig mogelijk haalde ze het briefje tussen de grotere papieren vandaan. Op het gehele papiertje stonden tekens die zich herhaalden. Het moest iets betekenen, maar in haar ogen was het een vreemde taal. Ze wist niet of Kian hier iets mee kon, maar het was het proberen waard.
Resoluut stopte ze het briefje in de zak van haar schort. Als heer Eyad zodanig druk zou zijn met besprekingen tussen hem en Dragos, dan zou hij het vast niet missen.
De nachten in kamp Haldor waren altijd van korte duur geweest. Maurelle kon zich niet herinneren wanneer ze een goede nachtrust had gehad. Ook deze nacht was geen uitzondering geweest. De reden waarom ze wakker had gelegen, was dat wel.
Waar ze normaal gesproken had geluisterd naar de wachters buiten, de schreeuwen die vanuit de groeve of de toren kwamen, of de zachte fluisteringen van degenen waar ze de barak mee had gedeeld, hadden haar eigen gedachten haar niet met rust gelaten. Met name de gedachten over Kian hadden haar niet los gelaten. Hoe hij naar haar had gestaard, het compliment dat hij over haar lach had gegeven en het gevoel dat het met zich mee had gebracht.
Het kamp was geen plek voor liefde, dat wist ze maar al te goed. Het had haar dan ook nooit bezig gehouden. Kian was echter een schijnende lentezon door een groot pak grijze wolken. Hij maakte haar aan het lachen, hij wakkerde iets in haar aan dat haar nachten wakker hield.
Je hebt een mooie lach.
Zelfs als ze terugdacht aan hoe zacht de woorden over zijn lippen waren gerold, bracht het kriebels in haar lichaam. Kriebels die ze zo snel mogelijk moest laten verdwijnen, ook daarvan was ze op de hoogte. Zij en Kian hadden een missie. En zelfs als die missie ook maar een kleine kans van slagen had, dan was de liefde niet voor haar en Kian weggelegd. Kian had geleefd voordat hij naar kamp Haldor was gekomen. Het kon niet anders dat hij een partner had gehad, misschien wel meerderen. Wat was zij in vergelijking met de vrouwen die in de buitenwereld leefden?
Toch bleef ze het compliment van Kian herhalen, omdat het haar een goed gevoel gaf. Het was het eerste compliment dat iemand haar ooit oprecht had gegeven. De wachters op het kamp hadden geen blad voor hun mond en gaven maar al te graag commentaar op de vrouwen die er rond liepen, maar die denigrerende woorden hadden haar nooit gevleid.
Met Kian in haar gedachten was Maurelle die ochtend aan haar eerste taak begonnen: het schoonmaken, opruimen en klaarmaken van de kamer voor heer Eyad. Ze hadden haar verteld dat de grondbeheerder rond het middaguur zou verschijnen. Dat gaf haar nog een uur om de vloer te schrobben, te drogen en het bed op te maken.
De deur vloog overeind en een man beende met grote passen naar binnen. ‘Altijd. Altijd probeert die man me te ondermijnen.’ De woorden werden gemompeld, overduidelijk niet tegen haar.
Zo snel als ze kon kwam Maurelle overeind en boog ze haar hoofd naar beneden. Ze herkende heer Eyad van de eerdere keren dat hij zijn gezicht op het kamp had laten zien. Net als zij was zijn huid donker, maar lichter dan de hare. Ze zouden ongetwijfeld dezelfde haarstructuur hebben als zijn bedienden het niet zorgvuldig bijhielden.
Heer Eyad gooide de papieren die hij vast had gehouden bij binnenkomst op het bureau dat in de kamer stond. Verwoed maakte hij zijn cape los en hij draaide zich om. Ondanks dat Maurelle hem niet kon zien, met haar ogen gericht op de vloer, wist ze dat hij haar had gespot.
‘Jij…’ Maurelle wist niet wat het simpele woord betekende. Was hij boos? Voelde hij zich betrapt, omdat hij zich uit had gelaten over de opzichter tegenover één van zijn slaven? Ze keek niet naar hem op, maar maakte enkel een kleine buiging.
‘Het spijt me, meneer. Ik had begrepen dat u pas over een uur zou arriveren. Ik had gehoopt de kamer voor die tijd klaar te hebben,’ bekende ze. Had ze de tijden verkeerd onthouden? Nee, ze was er zeker van dat ze het bij het juiste einde had. Niet dat dat uitmaakte. Tegenover haar meerdere zou zij altijd degene zijn die een fout had gemaakt.
‘Dragos speelt graag met de tijd,’ zei heer Eyad. ‘Eén van zijn manieren om duidelijk te maken dat hij hier de baas is, ook al is het mijn land.’
Maurelle keek op voordat ze er erg in had. Ze had nooit iemand op die manier over de opzichter horen praten. Zelfs de wachters zouden niet durven om op deze manier over hem te spreken. En heer Eyad deed het wel. Had hij soms een doodswens? Of speelde hij ook een spel, waarin hij wilde testen of zij voor de komende dagen echt trouw zou zijn aan hem?
‘Maak je geen zorgen over de kamer. Ik moet toch terug naar de opzichter.’ Heer Eyad greep één van de papieren van het bureau. ‘Hij was erg over je te spreken, maar vergat jouw naam te noemen.’
‘Maurelle, meneer,’ antwoordde Maurelle meteen. Ze besefte zich dat ze al die tijd naar de man had gekeken, dus sloeg ze haar ogen weer neer.
‘Maurelle,’ herhaalde heer Eyad. ‘Ik zal om je vragen als ik klaar ben met de besprekingen.’ Hij wachtte niet op haar antwoord, maar verdween naar zijn afspraak met de opzichter. Maurelle haalde diep adem en greep de vensterbank vast. Waar Kian haar liet duizelen om al de goede redenen, was deze man een wervelwind aan indrukken die ze nog moest verwerken.
Hij sprak anders over Dragos. Dat was iets wat ze die avond aan Kian zou moeten vertellen. Ze herhaalde zijn woorden in haar hoofd en bukte om weer verder te gaan met haar taak. Echter, haar ogen vielen op de overgebleven documenten op het bureau. Wat als daar iets bruikbaars tussen zou liggen? Was ze het niet aan Kian verschuldigd om een gok te wagen?
Doe voorzichtig.
Maurelle schudde haar hoofd en duwde zijn woorden aan de kant. Met voorzichtig doen kwam ze op het moment niet verder. Kian ook niet. Ze controleerde de kamer, maar deze was afgesloten door een deur. Op de gang klonken geen voetstappen. De kust was veilig.
Ze liep naar het bureau en beek de documenten. Het was veel tekst, hier en daar stonden groten geldbedragen en rekensommen. Het leek nutteloze informatie, tot ze een klein briefje er tussenuit zag steken. In de hoek van het briefje zag ze vreemde tekens staan die ze niet herkende als de letters die zij vroeger had geleerd.
Zo voorzichtig mogelijk haalde ze het briefje tussen de grotere papieren vandaan. Op het gehele papiertje stonden tekens die zich herhaalden. Het moest iets betekenen, maar in haar ogen was het een vreemde taal. Ze wist niet of Kian hier iets mee kon, maar het was het proberen waard.
Resoluut stopte ze het briefje in de zak van haar schort. Als heer Eyad zodanig druk zou zijn met besprekingen tussen hem en Dragos, dan zou hij het vast niet missen.