Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Bluesweater
Een dag niet gelezen, is een dag niet geleefd📚
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
12 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina:
O| Caught up in heaven
Demish
Internationale ster



Het verhaal van Luke riep veel vragen bij haar op, maar het maakte haar bovenal boos. Ze had Rhi nooit gemogen. Ze had niet begrepen dat Edyn iets goeds in haar had gezien, maar ze had Edyn daarin nooit tegengesproken. Nu ze hoorde dat Rhi Luke alleen had gelaten, juist op een moment dat hij haar nodig had gehad, maakte haar woedend. Halfgoden waren op elkaar aangewezen in deze wereld. Gewone mensen begrepen hen niet. Ze moesten elkaar ondersteunen. En Rhi had precies het tegenovergestelde gedaan.
‘Goden, Luke,’  fluisterde Frankie. Ze had zichzelf op de boomstronk geplaatst naast Luke en streek over zijn rug. Er was zoveel wat ze wilde zeggen. Ze wilde hem vertellen dat wat Rhi had gedaan, niet kon. Je liet elkaar niet achter in een gevecht. Zelfs niet als het overduidelijk was dat je aan de verliezende hand was. Vandaag had zij er ook alles aan gedaan om haar vrienden te helpen toen ze in gevaar waren geweest, zelfs als dat had betekend dat haar eigen leven zou worden beëindigd. Er waren maar een paar situaties waarin het geoorloofd was om iemand in de steek te laten, en dit was er niet één van.
Luke bleef huilen, zijn gezicht verstopt in zijn handen. Frankie kon zich niet indenken hoe het moest voelen. De dood was eindig. Tenminste, dat zou het moeten zijn. Maar Luke was één van de weinigen die kon vertellen hoe het was geweest. Hij had er nog actieve herinneringen aan. En dus ook aan hoe Rhi hem achter had gelaten. Ze had bewust de keuze gemaakt om hem dood te laten gaan.
Frankie balde haar vuist. Het liefst zou ze haar nu opsporen en een gevecht aangaan, al was het maar om haar te laten voelen wat Luke had gevoeld. Ze kon zich alleen maar inbeelden hoe eenzaam hij zich moest hebben gevoeld op dat moment, hoe verraden. Hij had daar op de grond gelegen, omsingeld door monsters. En op dat moment had hij zich gerealiseerd dat Rhi niet om hem had gegeven. In ieder geval niet genoeg om samen met hem ten onder te gaan.
Haar woede voor Rhi zou Luke nu echter niet verder helpen. Hij had haar zijn geheim toevertrouwd, dat was waar ze zich op moest focussen. En op de rol die Michael erin had gespeeld. Mocht ze Rhi ooit tegenkomen, dan zou ze haar duidelijk maken wat ze vond. Maar voor nu moest ze er voor Luke zijn. Ze moest hem verzekeren dat hij niet alleen was. Dat zij en Edyn bij hem zouden blijven, wat er ook zou gebeuren.
‘Het spijt me echt dat dat je is overkomen.’ Ze aaide over zijn rug, al wist ze niet zeker of het hielp. Edyn was beter in het geruststellen van mensen, maar Frankie wist ook dat Edyn dit nog niet hoorde te weten. Als ze zou horen dat haar beste vriend dood was gegaan dan… Frankie wist niet eens hoe Edyn daarop zou reageren.
Luke snikte. Frankie zuchtte en staarde naar de restanten van het kampvuur. Ondanks dat ze er voor Luke wilde zijn, wilde ze hem ook vragen stellen. Hoe had Michael hem gevonden, wat was er precies gebeurd in de Onderwereld? Wat had Michael gedaan om er voor te zorgen dat Luke weer terug had kunnen komen? En had dit te maken met de tweede ziel die Hades had genoemd? Degene die tussen dood en leven in leek te hangen?
Luke haalde zijn neus op. ‘We kunnen er wel over blijven praten.’ 
Frankie schudde haar hoofd. ‘Nee, Luke. Dat hoeft niet. Ik heb mijn vragen, maar ze kunnen wachten. Wat je mij net hebt verteld-’
‘Je moet het hele verhaal weten,’ onderbrak Luke haar. Hij veegde de tranen van zijn wangen, maar veel deed het niet. Zijn ogen waren nog steeds waterig.
Frankie bestudeerde zijn gezicht. Misschien was het verkeerd om door te vragen, maar hij had het zelf aangeboden. Hij was degene die zei dat ze haar vragen mocht stellen. Dat zou ze dan ook moeten doen, toch? ‘Oké. Wil je me vertellen hoe je Michael tegen bent gekomen in de Onderwereld?’
Luke knikte. Hij richtte zich op het smeulende vuur voor hen. Frankie nam het hem niet kwalijk. In zijn geval zou zij ook niemand aan willen kijken.
‘Ik weet niet precies hoe lang het duurde voordat Michael me vond.’ Luke haalde zijn schouders op. Normaal gesproken had hij iets melodisch in zijn stem. Nu klonk het vlak, bijna leeg. ‘Tijd werkt anders daar.’
Frankie knikte. De keren dat zij met Michael in die delen van de Onderwereld was geweest, had ze ook geen besef van tijd gehad.
‘Hij was daar gewoon opeens. Hij zag me en vertelde me dat ik met hem mee moest komen. Ik wist niet goed wat er gebeurde. Ik was dood… En als de zoon van de God van de Onderwereld zoiets zegt…’
Wederom knikte Frankie. Ze verplaatste haar hand van zijn rug naar zijn arm. ‘Ik begrijp het. Je volgde Michael. Nam hij je ergens mee naar toe?’ 
‘De oevers van Acheron.’ De rivier die ook zij hadden bevaren met Charon. Het was de ingang naar de Onderwereld.
‘We gingen zitten en hij vroeg me wat er was gebeurd. En toen ik niet meteen antwoordde, bleef hij me vragend aankijken. Totdat ik alles vertelde.’ 
Frankie hoefde niet veel moeite te doen hoe Michael en Luke daar samen hadden gezeten, of met wat voor blik Michael hem had aangekeken. Ze kende haar beste vriend goed genoeg om te weten wat voor een effect hij kon hebben op mensen.
‘Michael vertelde me dat het nog niet voorbij was. Dat er in de wereld van de levenden iemand bij mijn lichaam was en er alles aan deed om me daar te houden.’ 
Frankie haar maag trok samen. Luke had het beschreven alsof Rhi hem achter had gelaten, maar was ze dan toch terug gekomen? Had ze hulp gehaald?
‘Rhi?’  vroeg ze dan ook voorzichtig.
Luke schudde zijn hoofd. Hij wierp een blik omhoog, naar de nu nog donkere lucht. ‘Mijn vader.’ 
Elysium
Internationale ster



De duisternis die Luke die dag had omringd was nooit helemaal weg gegaan. Er waren nachten waarin hij amper kon slapen. Als de slaap hem wel vatte, was het de vraag voor hoe lang. Nachtmerries van de gebeurtenissen bleven hem achtervolgen. Niet enkel in de nacht, maar ook overdag. 
Er over praten bracht hem terug naar plaatsen waar hij nog helemaal niet klaar voor was. Toch had Luke zijn verhaal willen delen met Frankie. Er alleen mee rondlopen leek hem te verteren. De enige andere personen die er over wisten, waren op het moment buiten zijn bereik. Rhi, met wie hij geen contact meer had gehad. Zijn vader, met wie contact onmogelijk was. En Michael. 
De vermissing van zijn vriend raakte hem diep. Michael was er voor hem geweest, maar hij kon nu niet hetzelfde voor hem doen. Ze hadden geen idee waar ze moesten zoeken, wat het alleen maar erger maakte.
Luke zat zo in zijn eigen hoofd dat hij niet helemaal meer besefte wat hij zojuist had verteld. 
“Je vader?” Vroeg Frankie voorzichtig. Voor even leken de vlammen van het kampvuur iets feller te worden. Onwillekeurig keek Luke naar de donkere hemel. 
Veel halfgoden hadden geen contact met hun ouders. Frankie en Michael waren daarin grote uitzonderingen, maar dat kwam deels omdat hun Godelijke ouder weinig andere kinderen als hen had. Als kind van Apollo had Luke juist heel wat half broers en zussen. Wat dan ook betekende dat zijn vader zo min mogelijk in zijn leven was. Tot op die dag had Luke hem nog nooit gezien. 
“Mijn vader.” Sprak Luke zachtjes terug. Natuurlijk was hij dankbaar voor de tweede kans die hij had gekregen. Toch was er buiten de angst, ook veel onzekerheid bij gekomen. Een God mocht zich niet zomaar bemoeien met het leven van zijn kinderen. Juist niet. Waarom had Apollo er dan wel voor gekozen? Iedereen was bekend met zijn voorspellingen. Was er iets wat Luke in het verschiet lag. 
“Wow Luke.” Frankie leek niet te weten wat ze moest zeggen. Iets wat hij bij Frankie nog niet eerder had meegemaakt. Als iemand op woorden wist te komen, dan was het Frankie. 
Luke zijn handen bleven trillen. De angst zat zo diep in hem dat het op sommige dagen pijnlijk was er mee om te moeten gaan. Iedere dag als hij zichzelf aankeek in de spiegel voelde hij een pijn door zijn lichaam heen trekken, de littekens die over waren gebleven leken te branden. Want iedere dag dat hij nu op de aarde door mocht brengen, was er één die hem eigenlijk niet gegeven was. Tot nu toe had hij het idee dat hij zijn leven aan het verpesten was. Zijn vader verdiende een zoon die hem trots maakte, zeker voor hetgeen wat hij voor Luke had gedaan. 
Hetzelfde gold voor Michael. Zijn vriend had hem geholpen en nu kon hij niets voor hem betekenen. Luke had het niet eens voor elkaar gekregen om door de onderwereld te lopen. Nu wist hij ook niet welke kant hij op moest. Hoe vaak hij had gewenst dat hij de profetieën kan voorspellen zoals zijn vader. 
“Ik weet dat iedere dag een geschenk hoort te zijn, zeker nu.” Fluisterde Luke. Zijn tranen waren echt niet meer te bedwingen. “Toch lijkt het alsof ik het allemaal verpest. Zeker nu.” 
Frankie legde haar arm om zijn schouder, waardoor Luke tegen haar aankroop. Een paar armen was hetgeen wat hij al die tijd had gewild. Armen die er voor zorgden dat hij op de grond bleef. Zijn connectie toe te wereld. Want op sommige momenten vertrouwde hij zichzelf niet om in leven te blijven. Hier te zijn. 
“Michael heeft mij geholpen.” Snikte Luke. “Hij heeft zoveel voor mij gedaan, geholpen mij een nieuw leven geven. En het feit dat hij ergens is…” 
Luke zijn handen vonden het vest wat Frankie aan had en klemde zijn vingers er strak om heen. Er was ergens wel een stem die hem vertelde dat hij zich als een klein kind gedroeg. Gek genoeg leek het op de stem van Rhi. Een stem die hem vaak genoeg leek te achtervolgen. 
Frankie hield haar arm echter stevig om hem heen. Ze ging zachtjes met haar vingers over zijn rug.
“Ik weet dat er geen woorden voor zijn. Ik heb eerlijk gezegd ook moeilijk om überhaupt woorden te vinden, maar ik vind het zo vreselijk dat je dit hebt door moeten maken Luke.” 
Luke knikte, hij wist ook wel dat er niets meer over te zeggen was. Frankie kon hem nergens mee helpen. In ieder geval niet om het beter te maken. Niets zou dat zomaar doen. Daarvoor moest hij door in zijn leven. Dat was echter moeilijk. In hun gevecht met de Gryphons was hij niet eens zo zeer bang geweest dat hem iets overkwam. Het waren juist Edyn en Frankie geweest voor wie hij zijn hart vast had gehouden. De dood was vreselijk. Dat mocht hen beiden niet overkomen. 
“Ik vind het heel knap van je dat je het hebt gedeeld.” Frankie haar stem klonk zo geruststellend. Er was totaal geen veroordeling te horen. Ze leek het niet erg te vinden dat hij nu gebroken naast haar zat. 
Luke probeerde op adem te komen. Frankie liet hem even los om vervolgens terug te komen met een flesje water. Met trillende handen maakte Luke draaide hij de dop er van af en nam hij kleine slokjes. 
Frankie was voor hem blijven staan, ze staarde even naar de duisternis boven haar, alsof ze aan het bedenken was wat ze met de woorden moest. Of het verhaal kon helpen met hun zoektocht naar Michael. 
Wat Luke niet had verwacht, was dat Frankie weer bij hem neer knielde. Met betraande ogen keek hij haar aan. De blik in haar ogen waren zacht. Er was medelijden in te zien, maar ook de zachtheid die Luke vaak zag als ze bij Edyn of Michael in de buurt was. Een blik waarvan hij had gehoopt hem ooit zelf te krijgen. Jaren geleden had zijn hart een sprongetje gemaakt. Nu was het niet iets waar hij stil bij kon staan. 
“Je moet geen moment denken dat je het aan het verpesten bent. Je bent hier. Ondanks alles wat je mee hebt gemaakt, ben je de reis met mij en Edyn aangegaan om Michael terug te krijgen. Dat is alles wat telt. Het vergt zoveel om jezelf over deze angst heen te zetten, maar je doet het voor Michael. Dat zal hij ook waarderen.” 
Luke kon alleen maar hopen dat de woorden van Frankie de waarheid waren. Op het moment voelde ze nog niet zo, ondanks dat hij er alles aan zou doen om Michael te vinden. Te redden van hetgeen wat hem vast leek te houden. 
Ze bleven een tijdje op die manier zitten. Frankie bleef voor hem zitten, waardoor Luke langzaam rustig werd. Zijn tranen waren gestopt en ook zijn ademhaling werd weer rustiger. Zo rustig dat hij er van begon te gapen.
“Dit moet vast veel voor je zijn geweest en het is laat. Misschien is het een goed idee dat we gaan slapen.” Luke knikte, het was een goed idee.
“Maar kom alsjeblieft bij me als je er mee over wilt praten.” Ergens kon Luke de woorden niet geloven. Het feit dat hij er niet meer in zijn eentje doorheen hoefde te gaan deed hem meer dan dat hij ooit had gedacht. 
Frankie kwam overeind en Luke volgende haar voorbeeld.
Samen zorgden ze er voor dat het kampvuur werd gedoofd. Vervolgens liepen ze de woning in. Op de lange gang waar alle slaapkamers waren, bleven ze beiden staan.
“Misschien is het een goed idee dat je vannacht bij Edyn slaapt.” Stelde Frankie voor. Luke keek naar de deur, waarachter zijn beste vriendin waarschijnlijk al sliep. Frankie had gelijk. Op dit moment wilde hij liever niet alleen zijn. Hoewel hij en Frankie in zijn appartement ook voor één nacht een bed hadden gedeeld, wist hij ook dat hij dat nu niet weer van haar kon vragen. 
“Dat lijkt me een goed idee.” 
“Slaap lekker, Luke.” 
Voordat Frankie zich om kon draaien, pakte Luke haar hand voorzichtig vast om haar terug te trekken. Vervolgens sloeg hij zijn armen om haar heen. 
“Heel erg bedankt, Frankie.” Voor even twijfelde Luke om haar een kus op de wang te geven. Zijn lippen bleven dan ook even op die hoogte hangen, voordat hij zich bedacht dat het niet het juiste moment was. Hij trok zich terug.
“Slaap lekker, Frankie.” 
Demish
Internationale ster



De veilige haven bood sereniteit. Zoveel zelfs, dat de halfgoden niet geplaagd werden door nachtmerries. Enkel door prettige dromen. En dat gold niet alleen voor de halfgoden die daar sliepen. 

‘Ik ga niet mee, Frankie!’
Zijn beste vriendin stond tegenover hem in zijn hut. Buiten was het donker, dus Michael had meerdere kaarsen en de haard aangestoken voor wat licht. Normaal was Frankie al aanwezig, maar nu torende haar schaduw boven haar uit op de donkere wand achter haar. Ze had haar handen in haar zij, haar voeten stevig op de grond. Haar gezicht stond vastberaden. Ze was niet van plan om zonder hem weg te gaan.
‘Natuurlijk ga je wel mee. Het is het einde van de zomer. Straks gaan er een hoop mensen weg.’
‘Precies!’ Michael gooide zijn armen omhoog. ‘Ik vind het hier leuker als het rustiger is.’
Frankie zuchtte geërgerd. ‘Het is maar een kampvuur, Michael. Het is gezellig. Mensen maken muziek, er is lekker eten.’
Michael negeerde de woorden van zin beste vriendin en liep naar zijn bed, waar hij op ging zitten. Demonstratief plantte hij een kussen op zijn schoot. Hij had geen behoefte aan de gezelligheid van het laatste kampvuur. Met name omdat het niet gezellig zou zijn. Hij wist hoe de anderen over hem dachten. Frankie kon daar misschien tegen, maar hij vond de veroordelende blikken verschrikkelijk. Ze keken hem altijd aan alsof hij een geest was, teruggekeerd uit de dood om hun allemaal te achtervolgen.
Frankie liep naar hem toe en ging naast hem op het bed zitten. Ze had haar grijze krullen uit haar gezicht gebonden en droeg het oranje kampshirt. Datzelfde shirt had hij ergens onderin zijn kast gepropt. Als hij het zou dragen zou het hem alsnog geen onderdeel van het kamp maken. Niet zoals het dat bij anderen deed.
‘Mike, het maakt niet uit wat de anderen denken. Laat ze maar staren, of gekke dingen denken. Jij, en ik, weet dat het niet zo is.’ Frankie legde haar hand op zijn schouder. ‘Misschien is dit wel de laatste keer dat wij elkaar zien voor een tijdje. Je moet er bij zijn.’
Michael trok het kussen dichter tegen zich aan. ‘Je kunt me altijd op komen zoeken door te nachtreizen.’
Frankie rolde met haar ogen. ‘Dat is anders, dat weet je zelf ook wel.’
Michael haalde enkel zijn schouders op. Hij zou Frankie kunnen zien wanneer hij wilde. Dus haar argument sloeg nergens op. Hij hoefde niet mee omdat ze elkaar voor een lange tijd niet meer zouden zien. Dat was gewoon niet zo.
‘Goed, dan niet.’ Frankie stond op van het bed en liep naar de deur. ‘Ik ga naar het kampvuur en ik ga lol hebben. Als jij hier in het donker wil zitten, moet je dat doen.’
‘Dat wil ik inderdaad!’ riep hij haar na. Frankie gooide de deur dicht. Michael gooide het kussen naar de gesloten deur en liet zichzelf vervolgend op het bed vallen. Hij was blij dat hij Frankie had, maar soms snapte ze hem niet. Zij kon boven al het gestaar zijn. Ze was een succesvolle halfgod, had al meerdere queesten gehad. Ze versloeg bijna iedereen in een gevecht. Ondanks dat anderen haar vreemd vonden, respecteerden ze haar ook. Bij hem was dat anders. Hem vonden ze enkel vreemd.
Hij staarde naar het plafond, waar een kaart van de Onderwereld was geschilderd. Soms leek het alsof de rivieren daadwerkelijk bewogen, maar Michael weet dat altijd aan zijn verbeelding. Zijn ogen vielen op het paleis van Hades. Dat was zijn thuis, niet dit kamp. Maar zijn vader stond erop dat hij in ieder geval de zomers hier doorbracht. Een stomme beslissing, vond hij.
Er klonk melodisch geklop op de deur. Waarschijnlijk was Frankie weer terug gekomen. Gefrustreerd kwam Michael overeind en liep hij naar de deur, die hij vervolgend hard open trok.
‘Frankie, ik zei toch dat ik niet kom! Ik- oh.’ Halverwege het openen van de deur zag Michael iemand anders staan dan zijn beste vriendin. Het was een dochter van Demeter. En niet zomaar eentje. Het was Edyn.
Zijn geschreeuw leek haar nauwelijks af te schrikken. Ze stond voor zijn deur met een glimlach op haar gezicht. In haar blonde haren had ze een bloemenkrans en ze droeg een vrolijke tuinbroek over haar oranje shirt. In haar handen had ze een bord met een heerlijk ruikende s’more. Ze stak het bord naar hem uit.
‘Hoi Michael. Frankie zei dat je niet naar het kampvuur wilde komen, dat is erg jammer. Het is erg gezellig. Maar ik wilde je alsnog wat lekkers brengen!’
Michael staarde naar de zelfgemaakte lekkernij, vooral omdat hij niet naar Edyn durfde te kijken. Edyn was een vriendin van Frankie en ze was één van de weinige halfgoden die hem niet aankeek alsof hij haar ieder moment mee kon nemen naar de Onderwereld. Ze begroette hem altijd, meestal met een glimlach en uitgebreid gezwaai. En iedere keer als ze dat deed, voelde hij een kriebel in zijn buik.
Edyn hief het bordje nog iets omhoog. ‘Ik heb hem zelfgemaakt.’
‘Ik…’ Michael wist niet wat hij moest zeggen. Dat wist hij nooit bij Edyn in de buurt. En hij had net tegen haar geschreeuwd. Het was een wonder dat ze zich niet om had gedraaid. Twijfelend nam hij het bordje vast. De geur van chocolade en geroosterde marshmallows drong zijn neus binnen. 
‘Dankjewel, Edyn,’ wist hij er uiteindelijk uit te persen.
‘Geen probleem! Iedereen verdient wat lekkers.’ Ze stak haar handen in de zakken van haar tuinbroek, maar trok één hand er snel uit. ‘Oh, sorry Suze!’
Er klonk een klagelijke piep uit één van de zakken. Het duurde niet lang voordat een muisje eruit klom. Ze keek met slaperige kraaloogjes naar Edyn. Edyn haalde het muisje uit de zak en zette haar voorzichtig op haar schouder.
Michael bekeek het tafereel in stilte. Er was niets aan Edyn wat hij niet bijzonder vond. Hij kende wel meer kinderen van Demeter, maar geen was zoals haar. Ja, ze was goed in tuinieren en ging goed met de natuur om, maar ze was aardig. Ze behandelde iedereen alsof hij een goede vriend van haar was. Zoals nu: ze had totaal geen reden om hem wat te eten te brengen. Ze kenden elkaar nauwelijks. Maar toch stond ze hier.
Edyn wees over haar schouder. ‘Weet je zeker dat je niet mee wil? Ik heb nog veel meer s’mores gemaakt. We kunnen een rustig plekje opzoeken, samen met Frankie.’
Michael nam een hap van de crackers met chocolade en marshmallows om zichzelf een houding te geven. Edyn vroeg hém mee. Ze was niet alleen hier naar toe gekomen om hem wat te brengen, maar ook om te vragen of hij alsnog mee zou komen.
Een paar kruimels vielen van zijn lippen en snel hield hij zijn hand voor zijn mond. Er plakte waarschijnlijk chocolade in zijn mondhoeken. Edyn keek hem verwachtingsvol aan. Bij iemand zoals Edyn kon hij niet twijfelen aan haar intentie. Normaal zou hij denken dat Frankie dit had opgezet, maar bij Edyn was dat anders. En hij kon absoluut geen nee tegen haar zeggen.
‘Misschien voor eventjes, dan,’ mompelde hij, zijn mond nog vol met de plakkerige marshmallows.
Edyn klapte in haar handen en maakte een klein sprongetje. Het muisje op haar schouder moest zich vastgrijpen aan de bretel van haar tuinbroek. Ze stak haar hand uit naar Michael. ‘Kom! Waarschijnlijk begint Luke bijna te zingen.’
Ze nam zijn hand vast en trok hem mee voordat hij kon protesteren.
Elysium
Internationale ster



In het huis van Jackie en Keith heerste een totale rust. Zo ook in de kamer die Edyn toegewezen had gekregen als de slaapkamer. Luke had zich na zijn gesprek met Frankie in diezelfde slaapkamer teruggetrokken. Hij was bang geweest dat hij die nacht geen oog dicht zou doen. Na een dikke knuffel van Edyn, was hij echter al snel in slaap gevallen. De nachtmerries die hem al maanden leken te achtervolgen, bleven die nacht uit. 

Het hele kamp had zich verzameld om een spelletje verover de vlag te spelen. De halfgoden hadden zich opgedeeld in twee groepen. Beiden hadden ze een vlag moeten verbergen op een zo’n goed mogelijke plaats, om hem vervolgens te bewaken van de andere groep.
Luke en Michael waren samen in één groep terecht gekomen. De leider van hun groep had al snel besloten dat een deel op verkenning zouden gaan in kleinere groepjes. Al snel waren er tweetallen ontstaan waar de twee jongens buiten waren gevallen, waardoor ze op elkaar aan waren gewezen. 
De meeste mensen leken niet met Michael samen te willen werken. Iets wat Luke niet snapte. Michael was een prima jongen. Iemand die op de eerste oogopslag misschien niet veel zei, maar met wie Luke al meerdere keren een gesprek aan was gegaan. Dat de eerste keer was gekomen door Edyn, liet hij er even buiten.
Een voordeel aan samenwerken met Michael was dat de tegenstanders leken te denken dat hij ieder moment voor kon zorgen dat ze dood neer zouden vallen, dat er doden aan zouden vallen of dat er iets anders onheilspellends zou gebeuren.
Daardoor had Luke zijn pijl en boog, die nu langs zijn lichaam hing, een paar keer met gemak kunnen gebruiken op zijn tegenstanders, omdat het een spel bleef waren ze minder schadelijk dan gebruikelijk. Toch wist Luke nu al dat hij en zijn broers en zussen die avond druk zouden zijn met het verzorgen van de rest. Een zorg voor later. 
Een ander voordeel aan Michael was dat hij de aanvoerder van het andere team beter kende dan wie dan ook. Daar waar Luke zijn best probeerde te doen om Frankie zo goed mogelijk te leren kennen, kreeg hij het telkens als hij bij haar in de buurt was het voor elkaar om zich te gedragen als een volslagen idioot.
Frankie was anders dan iedere ander op het kamp. Niet enkel omdat haar moeder, Nyx, nog nooit eerder een halfgod als kind had gehad. Luke vond haar juist bijzonder om hoe ze was. Haar grijze krullen die de karamelkleurige huid omlijsten was iets wat enkel Shakespeare had kunnen beschrijven. Haar bruine ogen die altijd een intense blik in zich hadden, waarvan Luke iedere keer wenste dat ze op hem gericht waren. Een lichaam dat leek geschulpt uit het duurste marmer dat er te vinden was, vindbaar op een perfecte plaats in Olympus. 
“Luke.” Michael bracht Luke terug naar de wereld, waardoor hij net een boom kon ontwijken. 
“Shit.” Bracht Luke geschrokken uit. Dit was niet het moment om te verdrinken in zijn gedachten over Frankie. 
Luke keek opzij naar Michael. Ieder ander zou hem hebben gevraagd waar hij met zijn hoofd had gezeten. Hij waardeerde dat Michael dat juist niet deed. Misschien wist hij wel waar zijn hoofd was geweest. 
“Kun je verder?” Luke knikte, hij raapte de pijl die hij op de grond had laten vallen op en keek naar Michael. 
“We moeten de vlag vinden.” Normaal was Michael niet zo enthousiast als ze moesten oefenen met vechten, nu er een wedstrijdelement in te vinden was leek er wel iets in hem aangewakkerd te zijn. Alsof hij het echt wilde winnen.
“Leidt de weg.” Michael wist beter waar ze naar toe moesten. 
In stilte liep Luke achter Michael aan. Mensen konden hem vreemd vinden, maar er was iets aan Michael waardoor Luke zich op zijn gemak voelde. In het begin had hij dat ook niet gedaan, maar zoals gebruikelijk had Edyn het beste in mensen gezien en had ze dat ook wel een beetje overgebracht naar hem. Niet dat ze nu ineens beste vrienden waren. Angst hebben voor Michael was echter niet nodig. 
Onderweg kwamen ze meerdere halfgoden tegen van het andere team. Hoewel ze niet op elkaar in waren gespeeld, ging het redelijk goed om ze te verslaan. Op het moment dat Michael de aarde onder hen al liet beven, was één jongen al gillend weg gerend. Twee meiden probeerde wel de strijd aan te gaan, maar door de beving kon één van hen niet meer op haar benen blijven staan. Luke kon haar dan ook makkelijk raken met zijn pijl. Daardoor was de andere zo slim om ook te vertrekken. 
Luke wilde achter haar aan rennen, maar hij werd tegen gehouden door Michael die hem vastgreep aan zijn pijlenkoffer.
“Laat ze. We moeten de vlag vinden. Deze kant op.” 
Michael leek zo zeker van zijn zaak, dat Luke hem volgde. 
Tussen de bomen door zag Luke haar bijna zilveren haren al. Alsof ze leken te stralen in de duisternis. Met gemak leek ze de mensen die zich om haar heen hadden verzameld uit te schakelen. Een paar werpsterren werden geworpen, terwijl ze met haar andere hand een zwaard handelde alsof het zo makkelijk ging als ademhalen. 
Luke en Michael stapten iets dichterbij. Toch leek het voor Luke alsof hij genageld stond aan de grond. Iedere keer als hij Frankie zag, leek het beeld wat hij in zijn hoofd teniet te doen bij hetgeen wat hij voor zich zag. Iedere herinnering was niet goed genoeg. Ze was zoveel mooier als ze voor hem stond, hoe ze bewoog, om ging met alles. Hoe haar ogen leken te veranderen met de tijd van de dag. Maar nu ook vooral hij haar lichaam moeiteloos bewoog, alsof ze niet eens na hoefde te denken over wat ze deed. 
“Dude.” Luke kreeg een arm in zijn ribben, waardoor hij een pijnlijk geluid maakte.
“We moeten de vlag pakken.” 
“Welke vlag?” Luke leek even totaal te zijn vergeten waarom ze hier precies waren. Zijn ogen waren enkel gericht op Frankie. 
Frankie die hen ondertussen ook in de gaten had gekregen. 
“Nou Mike, ik vroeg me al af wanneer ik jou zou zien.” 
“Je moet de mensen in je team de volgende keer echt beter kiezen. Sommige renden gillend weg.” Ergens diep in die woorden hoorde Luke de pijn. 
Michael gaf Luke nogmaals een duwtje ten teken dat… Wat voor teken eigenlijk? Luke leek het maar niet te begrijpen. 
“En jullie zijn de volgende die gillend wegrennen.”
Michael stapte naar voren en trok zijn zwaard, die hij tot noch toe niet had gebruikt. Niet veel later was het geluid van metaal dat tegen elkaar aansloeg te horen in het bos.
Dat was niet het enige, want Michael begon tegen Luke te spreken. “Luke wordt wakker, stop met staren naar Frankie. Pak die fucking vlag!” 
Luke zijn blik, die tot dan toe nog zo gefocust was geweest op Frankie, ving eindelijke de rood flapperende vlag die een eind verderop aan de boom was vastgemaakt. 
Op het moment dat hij wilde bewegen voelde hij pijn tegen zijn borstkas. Het sloeg hem achterover. Met Frankie haar ogen het laatste die hij zag totdat hij de hoge bomen boven hem uit zag torenen.
Hij was verslagen door zijn eigen brein die zo bezig was geweest met Frankie. 
Demish
Internationale ster



Michael deed nooit mee met de trainingen. Hoe erg Fankie hem ook aanmoedigde om haar te vergezellen tijdens het zwaardvechten, of de klimwand, hij weigerde altijd. Met een flauwe lach vertelde hij haar dan dat toch niemand met hem wilde sparren, omdat ze er allemaal van overtuigd waren dat hij ze zou doden. Dat het op de één of andere manier een gegeven feit was dat de zoon van Hades zijn leeftijdsgenoten naar de Onderwereld zou sturen. Daarom zou het toch geen zin hebben.
Frankie nam echter niet genoegen met de smoesjes van Michael. Het maakte niets uit dat andere halfgoden bang voor hem waren. Wat wisten zij nou? Het waren maar kinderen. En dat zij voor hem terugdeinsden, betekende niet dat monsters dat ook zouden doen. Sterker nog, monsters zouden juist eerder op hem af komen omdat hij de zoon van Hades was. En Frankie zou haar beste vriend niet ongetraind tegenover een monster laten staan. Hij kon er zelf misschien voor kiezen om niet te oefenen met het zwaardvechten, of het reizen door de schaduwen, maar soms had Michael niets te kiezen. Dit was zo’n geval.
Ondanks dat Frankie overdag wel mee probeerde te doen met de activiteiten, was ze het meest energiek in de nacht. Op die momenten trainde ze het liefst. Michael was een slechte slaper, wat betekende dat ook hij vaak diep in de nacht wakker was. Gezien er op dat moment geen andere halfgoden aanwezig waren, was dat het perfecte moment voor hen om samen te trainen. Chiron had haar daar lang geleden al toestemming voor gegeven.
Met haar armen vol wapens liep Frankie voorop, gevolgd door een mokkende Michael. Hij had het niet gewaardeerd dat ze hem uit zijn hut had getrokken, maar hij liep nu wel met haar mee. Dat gaf Frankie al wel aan dat hij wel wilde trainen.
Ze kwamen aan bij een groot veld, waar in het midden een houten klimtoren was gebouwd. Eerder die dag hadden de halfgoden een wedstrijd gehouden wie als eerste de top zou kunnen bereiken. De toren had bewegende elementen, zoals platformen die opeens wegvielen, traptreden die bewogen en houten palen die met een grote snelheid ronddraaiden om de halfgoden van hun voeten te slaan.
Michael stopte toen hij de toren zag. ‘Nee, absoluut niet.’
‘Kom op, Mike! Het is leuk!’ Frankie legde alle wapens op de grond en draaide zich om naar Michael. ‘We kunnen er een wedstrijdje van maken. Wie als eerste boven is, wint de chocoladereep die ik mee heb genomen.’
Michael schopte tegen een steentje en stak zijn handen in zijn zak. ‘Je denkt toch niet dat ik helemaal naar boven ga klimmen voor een stuk chocola.’
Bedenkelijk keek Frankie naar haar bestie vriend. Ze bukte bij de wapens en pakte haar eigen zwaard eruit. Ze zwaaide een paar keer heen en weer om haar pols te laten wennen aan het gewicht van het wapen. ‘Misschien niet, maar ik weet nog wel iets anders.’
Michael humde enkel. Wel kwam hij iets dichterbij, om te kijken wat Frankie nog meer mee had genomen.
‘Edyn heeft gevraagd of ik morgenmiddag naar de aardbeienvelden kom. Wat als jij wint, ik jou meeneem?’
Michael keek op bij het horen van Edyn haar naam. Frankie grijnsde triomfantelijk. ‘Ik wist wel dat dat zou werken.’
‘Ik heb nog helemaal geen ja gezegd!’
Ze wees met haar zwaard naar haar beste vriend. ‘Dat hoeft ook niet. Je gezicht zegt meer dan genoeg. Je vindt Edyn leuk.’ Het was geen nieuw gegeven. Frankie zag al maanden hoe Michael naar de dochter van Demeter keek. En als Frankie het over haar had, dan luisterde hij altijd. Hij stelde zelfs vragen over het meisje. Vragen die hij niet zelf durfde te stellen, hoe erg Frankie hem ook aanmoedigde.
‘Houd je mond, Frankie.’ Michael boog zich naar de wapens en pakte twee dolken. Eentje maakte hij vast aan zijn broek, de ander hield hij in zijn hand. Hij liep naar de grote klimtoren en koos een strategische plek uit bij een touwladder die hem zou leiden naar de eerste verdieping. ‘Gaan we dit nog doen, of wat?’
Frankie lachte en rende naar een andere plek van de toren, het deel wat een echte klimwand was. ‘We hebben het nog niet eens gehad over wat ik krijg als ik win!’
‘Dat hoeft ook niet, want je gaat niet winnen!’ riep Michael vanaf de andere kant. Hij zette zijn voet op de touwladder, wat voor de toren het teken was om tot leven te komen. Wat voor mechanisme er ook in verstopt zat, Frankie hoorde de raderen draaien.
Zo snel als ze kon, klom ze langs de muur omhoog. Ze had diezelfde middag nog gezien dat verschillende stukken konden verdwijnen. Dat wilde ze voorkomen. Ergens aan de andere kant hoorde ze Michael schreeuwen. Boven haar bewoog het ronde platform waar de touwladder aan bevestigd zat. Het draaide rond, met de klok mee.
Frankie keek naar rechts en zag dat Michael omhoog was geklommen in de ladder, maar zich nu angstvallig vasthield terwijl het platform draaide. 
‘Frankie!’ 
Lachend schudde Frankie haar hoofd, terwijl ze zelf een stuk verder omhoog klom. Op dat moment kantelde de muur en verloor ze haar grip op één van de stukken, waardoor haar voeten weggleden en ze zichzelf nog maar met één hand vasthield.
‘Was ik vergeten om te vertellen dat de toren bewoog?’ riep ze naar Michael. Op het moment dat de ladder langs haar bewoog, nam ze een sprong en nam ze de ladder vast. Michael bungelde een paar meter boven haar en keek met een vernietigende blik naar beneden. Frankie grijnsde. ‘Oeps.’
Elysium
Internationale ster



De zomer was in volle gang op het kamp. De tijd waarin het altijd drukker was dan normaal. Ieder jaar weer kwamen er nieuwe halfgoden bij, die voor de zomer kwamen. Daardoor was het voor Edyn, die het gehele jaar op het kamp verbleef, ook drukker. Sinds dit jaar was ze aangewezen als de leider van de Demeter blokhut. Een leuke taak, maar ook een waar veel druk bij kwam kijken. 
Een van de aanleidingen dat ze ver voordat de zon op kwam al wakker was geworden. Ze had de rust gewoonweg niet kunnen vinden. Daarom had ze hem opgezocht op de plaats waar ze zich het meeste op haar gemak voelde: in de natuur. 
Op haar weg naar de bossen, kwam ze langs verschillende blokhutten. De lichten waren zoals het hoorde uit. De kampleiders hoorden er voor te zorgen dat iedereen veilig in hun bed lag. Wat Edyn nu deed, behoorde er niet onder. 
Vanuit één blokhut viel haar een klein schijnsel naar buiten. De blokhut waar de kinderen van Hades verbleven. Waar Michael verbleef, aangezien hij op het moment de enige zoon van Hades was. Vaak was de jongen in zijn eigen wereld. Edyn merkte dat andere mensen langs hem heen liepen, soms met een boog. Het deed haar pijn, want Michael was zo’n mooi persoon. Iedere keer als ze met hem sprak bevestigde hij dat aan haar.
Daarom twijfelde Edyn geen moment en klopte ze voorzichtig op de deur. Vervolgens opende ze het. Ze vond Michael met een paar kaartje op de grond, een kaars aan om genoeg licht te geven. Hij probeerde zo snel mogelijk alles weg te krijgen. 
“Ik wilde net gaan slapen.” Mompelde hij terwijl hij overeind kwam. Hij leek bang dat hij straf kreeg. Er was zelfs paniek in zijn bewegingen. 
“Mikey…” 
Michael leek nog meer te schrikken van zijn naam en draaide zich voorzichtig om naar Edyn. 
“Mikey?” Michael zijn stem was heel zacht. Heel voorzichtig liep hij in de richting van de deur, waar Edyn nog steeds in stond. Misschien had ze hier niet moeten komen. Ze wilde Michael zijn rust niet verstoren en het laatste wat ze had willen doen was er voor zorgen dat hij zich ongemakkelijk voelde.
“Sorry, ik dacht het klinkt leuk. Je bent echt een Mikey. Ik wil niet dat je je ongemakkelijk voelt, ik zal je niet meer zo noemen.” 
“Nee, nee. Ik vind het juist leuk. Mikey.” Michael knikte goedkeurend, wat Edyn liet glimlachen. 
“Ik zag dat je nog wakker was. Ik was onderweg naar de heuvel, wil je mee?”
Michael leek even naar buiten te kijken. Edyn wist niet precies waarom. “Je vraagt mij mee?” 
Edyn knikte zelfverzekerd. Het was niet haar bedoeling geweest, maar als er iemand was bij wie ze zich prettig voelde, was het Michael. Bij hem kon ze de rust vinden die ze had gezocht. Iets wat hij ook leek te kunnen gebruiken, hij leek immers niet te kunnen slapen.
“Ja natuurlijk. Ik euh…” Michael pakte en paar schoenen en al struikelend trok hij die aan, terwijl hij buiten de blokhut stapte. 
Niet veel later liepen ze in stilte door de bossen van het kamp. Op het moment was het veilig. Er zouden niet ineens monsters verschijnen, die konden enkel op het kamp komen als iemand hen riep. Iets wat nauwelijks werd gedaan. Enkel als het nodig was voor oefeningen. 
Toch was er genoeg leven in het bos. Edyn voelde de bomen om haar heen, die ook leken te genieten van de rust die nu over hen heen lag. Geen halfgoden die ineens in hen zouden klimmen. Hoe vaak ze het haar kampgenoten ook vertelde, er waren altijd mensen die vergaten aan de bomen te vragen of ze wel beklommen mochten worden. 
Michael liep al die tijd in stilte naast haar. Het gaf Edyn een warm gevoel van binnen. Michael was bijzonder. Meer dan ieder ander persoon die ze ooit had ontmoet. 
Doordat ze naast elkaar liepen, raakte hun handen elkaar aan. Edyn merkte dat Michael zijn arm terug wilde trekken. Zijn hand verdween bijna in de zakken van zijn hoodie. Voordat hij daar de kans voor kreeg, liet ze haar vingers tussen die van hen glijden. Het blije gevoel nam haar hele lichaam over. 
Vanuit haar ooghoeken keek Edyn naar Michael, zijn groene ogen keken haar met de liefste blik ooit aan. Ze schonk hem een glimlach. Lang kon ze echter niet kijken, omdat ze op moest letten waar ze liep, om zo schade aan de natuur te voorkomen. 
Na tien minuten hand in hand te hebben gelopen, kwamen ze uit waar de plek wat Edyn voor ogen had. Een heuvel die uitkeek over het grootste deel van het kamp, maar bovenal op de lucht daarboven. 
Nadat Edyn had gevraagd of zij en Michael op de heuvel mochten zitten, deed ze precies dat. Met Michael naast zich. 
De lucht boven hen had een licht paarse gloed, die overging naar het donkerblauwe zoals het behoorde te zijn. Honderden sterren schenen aan de hemel. De wassende maan leek op zijn rug te liggen, maar scheen even fel als de rest van de sterren. Het was een prachtig gezicht. 
“Kon je niet slapen?” Vroeg Michael voorzichtig. De eerste woorden die ze spraken sinds ze bij zijn blokhut weg was gelopen. 
Edyn schudde met haar hoofd. “Maar dat is oké. Als ik wel had kunnen slapen hadden we hier nu niet samen kunnen zitten.”
Wat Edyn niet zag was hoe Michael zijn wangen op leken te laaien door die simpele woorden. 
“Ik vind het lief van je dat je me mee hebt gevraagd.” 
“Natuurlijk, ik zag het licht branden en bedacht me dat je wakker was. Frankie heeft me wel eens verteld dat jullie in de avond oefenen. Kan je niet zo goed slapen?” 
Edyn draaide zich iets bij, zodat ze Michael aan kon kijken. Hij schudde met zijn hoofd en richtte vervolgens zijn blik op zijn handen. Edyn vond het vervelend te horen dat Michael er mee zat. Ze kon nu één avond niet slapen en ze wist nu al dat ze er de komende dag last van zou hebben. 
“Wat vervelend.” Fluisterde ze, terwijl ze Michael zijn hand vastpakte. “Ik ben niet vaak ’s nachts wakker, maar als ik de volgende keer niet kan slapen, zal ik komen kijken of jij ook wakker bent.” 
“Zal je dat doen?” 
Edyn knikte, natuurlijk zou ze dat doen. Michael verdiende dat. Hij had geen broers of zussen op wie hij terug kon vallen, mensen met wie hij kon praten op dit soort momenten. Niet dat Edyn zelf nu zoveel zin had om er over te praten. 
“Natuurlijk.” 
“Voor mij?” 
“Mikey.” Fluisterde Edyn. Ze wist waar zijn vragen vandaan kwamen. Het leek alsof hij zich minder voelde als de rest. Ze snapte ook niet waarom mensen hem zo lieten voelen. Het was gemeen als mensen weg liepen als hij in de buurt was, of deden alsof Michael hen iets aan zou doen. Dat zonder dat ze hun best hadden gedaan om hem leren te kennen. Als ze hun best deden, zouden ze zien wat voor bijzondere jongen hij was. 
“Natuurlijk zou ik dat voor je doen.” Edyn schoof naar voren, zodat ze haar hand op de wang van Michael kon leggen. Ze streek zachtjes met haar duim over zijn wang. 
“Je bent zo bijzonder.” Michael sloeg zijn ogen neer. 
“Mijn vader…” 
Edyn schudde haar hoofd. “Nee, we zijn allemaal meer dan onze ouders. Het gaat er niet om wie je vader bent. Jij bent Michael, Mikey. En ik ben zo blij dat je hier op het kamp komt.” 
Hij was er nu al enkele zomers en ondanks dat hij het niet echt naar zijn zin leek te hebben, kwam hij wel telkens weer terug. Ieder jaar had Edyn hem iets beter mogen leren kennen. 
“Je bent zo lief. Je luistert naar me als ik je iets vertel. Ik zie je ogen oplichten als ik je een bloem geef. En je vindt mijn smores lekker.” Edyn glimlachte bij haar eigen gedachten, want ze waren allemaal waar. 
“Ik vind je bijzonder, om wie je bent. Om hoe je mij laat voelen.” Edyn kon niet beschrijven hoe dat was. Hij maakte haar blij, zelfs als hij alleen maar op een afstandje stond te kijken. Hij maakte alles een klein beetje beter. 
“En je verdient het om jezelf ook op die manier te zien.” 
Michael had zijn ogen gesloten, alsof hij ieder woord in zich op probeerde te nemen. Voorzichtig boog Edyn zich naar voren, om vervolgens haar lippen op de zijne te leggen. Een zoen die haar meer opwarmde dan het kampvuur ooit zou kunnen doen. Meer schitterde dan de sterren die boven hen laten. Haar nog meer thuis liet voelen dan het huis van Jackie en Keith. Alles leek even te kloppen. Michael was bijzonder. 

Demish
Internationale ster



Het trio was voor het eerst in lange tijd uitgerust wakker geworden. Zelfs Frankie, die zich een stuk energieker voelde in de nacht, was met een goed gevoel de dag begonnen. Jackie had voor een heerlijk, uitgebreid ontbijt gezorgd waar ze zich allemaal tegoed aan hadden gedaan. Luke had er op gestaan om eventuele verwondingen nog te controleren, maar de wond op Frankie haar arm was verdwenen. Edyn leek geen last te hebben van misselijk- of duizeligheid. Ook hijzelf leek fysiek in de orde.
Toch kon Frankie het gesprek dat ze hadden gevoerd niet gemakkelijk van zich afzetten. Nu ze wist wat Luke door had moeten maken, werd zoveel van zijn gedrag verklaard. Nu snapte ze de angstige blik in zijn ogen, de kleine momentjes waarop hij soms wakker leek te schrikken uit zijn gedachten. Ze was zich er bewust van dat ze hem nu meer in de gaten hield, maar ze had ook het gevoel dat het moest. Niemand anders wist hiervan. Luke had het haar toevertrouwd, en in die zin zag ze het ook als een soort schreeuw om hulp. Hij had haar nodig.
Na het ontbijt had Edyn iedereen bij elkaar geroepen. Ze had uitgelegd dat haar broers, Evan en Ethan, een idee hadden voor de koets. Ze zouden hem ophalen en naar een manier zoeken om hem zodanig op te knappen dat ze niet eens de paarden nodig zouden hebben om door te reizen. Het zou alleen wel langer kunnen duren. Ze konden nog niet zeggen hoe lang precies. Ondanks dat Frankie niks kon met die onzekerheid, wist ze dat ze geen andere keuze had gehad. Als ze bij Michael in de buurt wilden komen, dan hadden ze de koets nodig.
Omdat ze nu veel tijd om hun handen hadden, had Edyn voorgesteld om te zwemmen in het beekje waar ze dat vroeger ook altijd had gedaan. Zowel Luke als Frankie had daarmee ingestemd. Frankie hoopte vooral dat de rustige plek haar wat duidelijkheid zou verschaffen. Nu ze Luke zijn verhaal wist, had ze het idee dat ze weer een stukje van de puzzel in bezit. Ze moest alleen nog bedenken waar het stukje precies paste.
‘Kijk, daar is het!’ riep Edyn enthousiast. Ze klom over een grote steen en wees naar het beekje dat een aantal meter verderop stroomde. ‘Ik zal alvast vragen of we er in mogen zwemmen van de nimfen en de niaden!’ 
Frankie glimlachte om haar beste vriendin. Ze wist dat Edyn zich zorgen maakte om Michael, misschien nog wel meer dan zij. Maar ze waardeerde dat ze in staat was om het goede uit de dag te halen. Dat ze dit soort dingen kon bedenken en met volle enthousiasme naar een beekje kon rennen omdat ze wilde zwemmen met haar vrienden.
Luke stak zijn hand uit naar Frankie om haar over de steen te helpen. Een paar dagen geleden had ze hem misschien afgeslagen, denkend dat Luke dacht dat ze zijn hulp nodig had. Nu was het anders. Nu nam ze zijn hand vast, wetende dat hij er soms behoefte aan had. 
Samen liepen ze naar Edyn, die al bij het water neer was geknield. Ze leek erg druk in gesprek, dus Frankie besloot haar niet te storen. In plaats daarvan haalde ze de handdoeken uit de tas die Jackie haar mee had gegeven en legde ze deze op de mossige ondergrond.
Het leek bijna alsof dit plekje speciaal voor hen was gecreëerd. Er was genoeg schaduw door de bomen om hen heen, maar ook voldoende zon. Het beekje kabbelde, maar de stroming was niet te sterk om in te zwemmen. Er stond een boom naast het water en aan één van de stevige takken hing een schommel.
‘Het mag!’ liet Edyn weten vanaf de oever. Ze krabbelde overeind en rende terug naar haar vrienden. Luke had het ondertussen op zich genomen om het eten uit te pakken dat Jackie mee had gegeven. Ze had er op gestaan dat ze iets lekkers mee zouden nemen, ook al waren ze niet ver van huis.
‘Jullie gaan wel mee zwemmen, toch?’ vroeg Edyn toen ze het plekje had bereikt. Ze schopte haar broek uit en legde hem op een hoopje met haar sokken en schoenen. Waar Suzy zo snel naar toe was gegaan, wist Frankie niet. Het muisje was ongetwijfeld ergens.
Frankie zette haar tas neer en knikte. ‘We komen eraan. Bedank ze alvast maar dat we eventjes mogen zwemmen in hun water.’
Edyn knikte, draaide zich al weer om en rende naar het water. Frankie nam het voorbeeld van Edyn over en trok haar kleding uit, tot haar ondergoed en haar shirt overbleef. Haar krullen bond ze hoog op haar hoofd vast, zodat het water ze niet teveel zou verpesten.
Ze gooide haar kleding bij de rest van de stapel en was van plan om naar het water te lopen, maar het aanzicht van Luke hield haar tegen.
Ondanks dat het voor hem niet nodig was om zijn shirt aan te houden, maakte hij geen aanstalten om hem te verwijderen. Zijn blik lag op Edyn, die met haar handen golven maakte in het water. Zijn hand lag op zijn zij. Zijn vingers drukten in de stof van zijn shirt.
Waarschijnlijk had hij iets overgehouden aan het gevecht met de Chimera. Littekens die Edyn nog niet had gezien. 
Frankie liep naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder. Ze snapte dat hij niet wilde dat Edyn zich zorgen zou maken, maar ze konden dit niet voor haar verzwijgen. Dit was echter niet het moment om dat te bespreken. ‘Kom op, wie het eerste in het water is.’
Ze wachtte zijn antwoord niet af en trok een sprintje naar het beekje.
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: