ZeaRoseJade schreef:
In het duister had Naël zijn spullen gepakt. "Date prisa, tentos!" galmde door de lege ruimte waar hij en de andere leden van zijn bende zich hadden bevonden. De 3 woorden die hij zo juist tegen ze had geroepen waren Spaans voor; schiet op, sukkels. Hij had haast, er was een feest in de stad. Op dit feest moesten Naël en zijn leden een grote drugs aflevering doen waar ze een berg met geld voor zouden ontvangen. "Wie houd het bij?" Zijn blik was over hun allen heen gevlogen. "Muño" Knikte hij bevestigend waarna hij de grote sporttas met de drugs erin naar Muño gooide. Hij ving hem nog net op tijd. "Niet aarzelen en Javier, verneuk dit niet nog eens." Met zijn kaken stijf op elkaar had hij Javier aangekeken, de man die er voor moest zorgen dat ze niet naar huis zouden gaan met nep geld, dit was de vorige keer fout gegaan en dat had hij geweten. "Anders is het niet alleen je wijsvinger die je verliest dit keer." snauwde hij. "Neem dat stomme apparaat mee en zorg dat het klopt!" Als trouwe honden hadden ze allemaal geknikt, ze hadden allemaal geweten dat het vandaag een moeilijke dag was voor Naël, de dag dat hij 4 jaar geleden de kans om ooit nog liefde te ervaren totaal had afgeschreven, na het verliezen van het meisje waarvan hij zeker leek te weten dat zijn hart alleen bij haar zou toebehoren. Het was een afrekening geweest tussen de Rojos, zijn ultieme vijand en de bende van Naël zelf; La Línea. Ze hadden het meisje die zijn ijskoude hart leek te kunnen ontdooien, het licht ontnomen en voor Naêl was dit het besef dat het voor iemand zoals hem niet mogelijk was om met liefde te leven. Hij had het geaccepteerd en zijn hart volledig omgezet in pure steen, niks had hem meer geraakt en sinds het verlies had hij geen traan meer gelaten. Het liet hem allemaal koud. Geïrriteerd trok hij het pakje met sigaretten uit zijn zak, haalde er een uit en stak hem tussen zijn lippen. "Nacho, waarom doen we deze onzin nog? We staan nu boven aan, we hoeven deze onzin toch niet te doen?" klonken de woorden van Muño.
Terwijl Naël zijn sigaret had aangestoken had hij hem verbaasd aangekeken. Met een opgetrokken wenkbrauw en een kleine grijns in een van zijn mondhoeken schudde hij zijn hoofd. "Wie beslist wat er wél en níet gedaan word? Jij?!" Lachte hij bespottelijk. Gefrustreerd nam hij een teug terwijl hij ervoor zorgde dat hij enkele centimeters van Muño zijn gezicht verwijderd was. Hij blies de rook in zijn gezicht weer uit. "Ik wil geen discussies meer voeren, ben je er niet blij mee zorg je maar dat je oprot, Entendí?!" Het laatste woord had er voor gezorgd dat de rest van de leden hadden geknikt, ze hadden het inderdaad begrepen.
Naël had ook al lang door gehad dat ze zich ergens zorgen hadden gemaakt over deze dag en wat het met hem zou doen en het irriteerde hem. Het geroezemoes binnen de kartelleden had er juist voor gezorgd dat hij er aan moest denken, dit terwijl hij er zo hard voor werkte om dat niet te hoeven doen. Na een paar lange teugen van zijn sigaret, gooide hij zijn armen wijd. "Ik wil ook niks meer horen over deze dag, nada." De sigaret had hij op de kale betonnen vloer van het pand gegooid, die hij met zijn voeten uit duwde. "Als dat allemaal duidelijk is dan voeren we het plan nu uit en wil ik geen fuck ups zien." Zijn capuchon had hij opgedaan en met een volle vaart liep de groep naar de zwarte geblindeerde bus om hun weg te vervolgen naar het feest in de stad.
Naël had een goede band met zijn kartelleden, al had hij het zelf ontkent. Hij moest wel, de jongens hadden hem nodig, hij was alles wat de meeste hadden en andersom ook. Ze waren familie en wisten niks beters. Muño, de oudste van de groep kende hij ook daadwerkelijk het langst. Ze hadden samen deze business opgebouwd, Naël de brains en Muńo de muscles. Het waren bloedbroeders, zonder dat ze de zelfde ouders deelde. Helaas voor Muño betekende dat, dat hij meestal alle vieze klusjes mocht opruimen, maar hij wist niet beter.
Javier daarentegen het nieuwste lid, daarmee ook het lid die het dichtste bij een normaal leven was geweest. Hij was hiervoor een bankier die door de verkeerde contacten terecht was gekomen in de criminele organisatie van Naël. Hij was er achter gekomen dat een bankier zoals Javier in je kartel hebben, best wel handig uit zou komen, vooral als je te maken hebt met grote geld bedragen. Helaas zou Javier dat dus nu moeten regelen met één wijsvinger minder.
De andere vele leden van Naël waren hem ook trouw. De een natuurlijk wat meer dan de ander, maar niemand durfde zijn leiderschap in twijfel te brengen. Er was een duidelijke hiërarchie en ze wisten waartoe Naël in staat was, bovendien was hij ook een uitstekende leider en was er tijdens zijn leiderschap weinig fout gegaan. Hun kartel stond zelfs boven aan de zogezegde ranglijsten. Allemaal door Naël, die door hun Nacho genoemd werd.
Bij aankomst bij het huis waar het feest plaats vond had Javier de geldmachine waarmee hij de echtheid van de briefjes zou testen in zijn handen genomen. Muño zou als aller eerste het feest gaan verkennen, een soort veldonderzoek. Toen hij terug kwam en de schuifdeur van de bus opentrok keek hij Naël aan. "Veilig, het zaakje stinkt niet." Naël had genikt en zorgde dat de rest van de groep klaar was voor de deal. "Iedereen weet zijn taak, lets go." Nonchalant liepen ze de bus uit, alsof ze zelf gasten waren voor het feest, ze blendde in.