Demish schreef:
Maurelle snapte Kian. Ze snapte hem maar al te goed. Ze begreep waarom hij zijn hoofd weg wilde draaien. Waarom ieder instinct in zijn lichaam hem vertelde dat hij zich weg moest draaien. Zij had het ook, maar ondertussen had ze geleerd om dat instinct weg te drukken. Ze hoopte dat Kian het in zich zou vinden om dat ook te doen. Want ze zou hem niet nogmaals kunnen waarschuwen met een stoot van zijn elleboog. Dan zou het opvallen bij de opzichter en dan zouden zij en Kian allebei een probleem hebben. Wie weet wat ze hen aan zouden doen, aangezien de grenzen van de soldaten ver waren te zoeken.
Het jonge meisje raakte vandaag alles kwijt. Haar moeder, haar eigen stem. Ze zou moeten communiceren met haar handen, door te gebaren of te schrijven. Haar moeder schreeuwde het uit. De pijn van haar dochter had haar gebroken, samen met het besef dat het haar schuld was dat haar dochter nu op deze manier voort zou moeten leven. Op het geschreeuw van de vrouw na, was het stil. Iedereen om Maurelle heen keek met een strak gezicht, de kaken op elkaar. Toch zouden ze het allemaal eens zijn als er gesteld zou worden dat het meisje het meeste had verloren vandaag. De man, gestoken door het mes op verschillende plekken, zou het nog overleven. Ook hij zou iemand verliezen, maar fysiek zou hij er nog bovenop komen. Lillian niet.
Maurelle zag vanuit haar ooghoeken dat Valeria haar probeerde op te zoeken. Wat wilde ze? Haar met een blik vol spijt aan kijken? Haar duidelijk maken dat dit niet hetgeen was wat ze voor ogen had gehad toen ze de baan als slaaf had gekregen? Als dat zo was, dan was Valeria nog naïever dan Maurelle had gedacht. Slaven werden letterlijk voor alles ingezet wat een soldaat of opzichter kon bedenken. Ze konden geen nee zeggen, want ook dan zouden ze gestraft worden.
Maurelle negeerde haar, voormalige, beste vriendin.
De laatste soldaat kwam aan bij een man die, tot nu toe, nog altijd standvastig had gestaan. Hij had geen kik gegeven, liet geen emotie zien in zijn gezicht. Had hij zijn lot al geaccepteerd? Of plande hij iets in zijn hoofd? Maurelle wist dat hij hier al jaren was. Nog langer dan zijzelf. Ze schatte in dat hij vrede had gesloten met hetgeen wat nu plaats zou vinden.
‘Jij ziet er erg kalm uit,’ zei de derde soldaat. Hij legde de punt van het mes onder de kin van de man. Niet hard genoeg om zijn huid te beschadigen, maar wel gevaarlijk dichtbij. ‘Wist je van het plan af?’
‘Nee, dat wist ik niet,’ antwoordde de man. ‘Maar ik accepteer elke straf die jullie passend vinden.’
‘Wat voer jij uit?!’ Opzichter Dragos liep naar de man toe. Hij greep het mes uit de hand van de soldaat. De dreigende blik in zijn ogen, het vermaak op zijn gezicht, het was de typische opzichter die Maurelle kende. Dat hij de man wantrouwde, was nieuw.
‘Ik voer niets uit, meneer.’ Slim, hij verdedigde zichzelf niet meer dan dat. Hij herhaalde enkel de woorden die Dragos zelf uit had gesproken. Maurelle vroeg zich echter wel af wat het was dat Dragos irriteerde. De kalmte? De rust die de man leek te hebben? Wellicht vond hij het verdacht. Maurelle dacht enkel dat de man zich net zo opstelde als ieder ander die toekeek. Accepterend dat dit hetgeen was wat er ging gebeuren.
Dragos bestudeerde de man, maar draaide zich daarna resoluut om. ‘Vermoord ze, nu!’
De andere soldaten richtten zich op de drie gevangenen. Ze werden op de grond geduwd, getrapt en geslagen. Uiteindelijk kwam de genadeslag voor ieder van hen. Hun grootste straf hadden ze echter allemaal al gehad. Ze hadden gezien wat de consequenties waren geweest van hun acties, voordat ze dood waren gegaan. Maurelle keek naar het jonge meisje, dat overeind werd gehouden aan haar haren en werd gedwongen om te kijken. Haar gezicht was besmeurd met bloed, gemixt met kwijl.
‘Laat dit een waarschuwing voor jullie allemaal zijn!’ sprak opzichter Dragos. Eindelijk durfde Maurelle een deel van haar adem te laten ontsnappen, maar haar lichaam stond nog gespannen. Zonder nog een ander woord te zeggen, liep de opzichter weg.
Nu etenstijd voorbij was, was het voor de gevangen logisch dat ze naar hun vertrekken zouden gaan. Jammer genoeg stonden Maurelle en Kian allebei vooraan, waardoor ze zouden moeten wachten totdat de anderen de weg hadden vrij gemaakt.
Tot overmaat van ramp kwam Valeria op Maurelle afgelopen. Defensief sloeg Maurelle haar armen over elkaar. ‘Waag het niet.’
‘Maurelle, alsjeblieft…’
‘Mag je überhaupt wel met me praten?’
‘Ik heb toestemming gevraagd.’ Maurelle schudde haar hoofd. Ze wilde er niets over horen. ‘Je moet weten dat ik dit niet wilde.’
‘Maar je hebt het wel gedaan.’ Haar eigen gedachten veranderden niks aan het feit dat ze mee had geholpen aan de executie.
Maurelle knikte naar Kian, die waarschijnlijk van slag was door het zien van zijn eerste executie. ‘Laten we gaan.’