Demish schreef:
Dain bewonderde de trouw die Dimitri bezat. Wellicht had de man het bij het juiste eind gehad toen hij hem als eerste de hulp wilde bieden, aangezien de verpleegkundige haar reactie uitbundig was geweest. En dat was een understatement. Nu was Dain het echter eens met de verpleegster en de jonge vrouw die zich bij hen had gevoegd. Dimitri had beter kunnen gaan, zodat hij niemand zou hinderen. Gelukkig had zijn rechterhand naar zijn order geluisterd. Als Dain hem de opdracht niet had gegeven, dan had de jonge verpleegkundige geen schijn van kans gemaakt. Dimitri was niet voor haar geweken, hoe dapper ze zich ook had opgesteld.
Hij leerde al snel dat de jonge vrouw geen verpleegkundige was. Tenminste, de oudere verpleegkundige zou niet op die manier spreken tegen iemand die ervaren was in het vak, leek hem. Maar op dit moment voelde zijn hoofd zo licht aan dat hij van niets meer zeker was. Nogmaals werd hem benadrukt dat hij niet in slaap mocht vallen. Iets wat nog lukte nu hij rechtop zat en zijn ogen had geopend, maar hij betwijfelde of hij nog in staat was om het lang vol te houden.
‘Jij bent een nieuw gezicht,’ merkte Dain op, toen ze bij hem op de rand van het bed kwam zitten en zijn arm voorzichtig in haar schoot plaatste. Het deed pijn, maar niet genoeg om hem van zijn stuk te brengen. Het waren de willekeurige steken gevuld met scherpe pijn die hem van zijn stuk brachten. De koele doek gleed over zijn arm, op de plekken waar de stof niet lag. Het was en kalmerend gevoel. Alsof ze het zouden kunnen oplossen.
De jonge vrouw reageerde echter niet meteen op zijn woorden.
‘Kom op, moest je me niet weerhouden van in slaap vallen? Het minste wat je dan kan doen, is met me praten. Ik ben Dain-‘
‘Heer Dain Sindri, luitenant voor één van de patrouilles van de Onyx.’ Ze verraste hem door zijn hele titel te noemen. ‘Ik weet wie je bent.’
Dain had gehoopt dat de klank van haar stem hem zou afleiden van de pijn, maar hij voelde hoe de andere verpleegster de dunne stof van zijn armen knipte. Op de plekken waar de stof aan zijn arm was gelijmd door middel van zijn eigen bloed, voelde het alsof zijn huid er af werd gesneden door een scherp mes.
Zijn schouders doken iets ineen van de pijn en hij moest zijn kiezen op elkaar houden om te voorkomen dat hij vocaal zou zijn over wat hij nu voelde. Een stevige hand nam zijn schouder vast. De verpleegster keek hem met een strenge blik aan, duidend op dat hij voor zijn eigen best wil zo stil mogelijk zou moeten blijven zitten. Zelfs Dain wilde liever geen schaar in zijn arm, maar het deed anders wel verdomd veel pijn.
‘Wat is er gebeurd?’ Het was degene die hij niet kende die hem de vraag stelde. Ondertussen bleef ze gefocust op het opschonen van zijn arm. De doek die ze vast had, was al besmeurd met bloed en vuil. ‘Ik dacht dat jullie onverslaanbaar waren?’ voegde ze op een droge toon aan toe.
‘Dat waren we. Ik bedoel, dat zijn we – Mijn god!’ Zijn zin werd onderbroken door wederom een stuk stof dat van zijn huid werd verwijderd, nog pijnlijker dan de vorige. Hij wist zijn vloekende woorden in te houden, wetend dat iedereen om hem heen zijn best deed om hem zo goed mogelijk van dienst te zijn. Hij begon zich echter wel af te vragen of ze hem niet hadden kunnen verdoven met medicijnen of kruiden.
‘De groep opstandelingen was groter dan we hadden verwacht. Ze hadden wapens en ze wisten ook hoe ze er mee om moesten gaan. Degenen die geen wapens hadden, wisten enkele van ons te onderscheppen. Ze waren voorbereid.’
‘E’n van hen greep een zwaard van één van mijn soldaten en…’ Hij wierp een blik op zijn arm. De rest van het verhaal sprak voor zich. Delen van het gevecht vlogen door zijn gedachten, maar het was niet zijn eigen nederlaag of de uiteindelijk overwinningen van zijn mannen. Het was hetgeen wat daarna was gekomen. Al de wanhoop, pijn en machteloosheid die hij had gezien die hem bleven achtervolgen.
Dain bewonderde de trouw die Dimitri bezat. Wellicht had de man het bij het juiste eind gehad toen hij hem als eerste de hulp wilde bieden, aangezien de verpleegkundige haar reactie uitbundig was geweest. En dat was een understatement. Nu was Dain het echter eens met de verpleegster en de jonge vrouw die zich bij hen had gevoegd. Dimitri had beter kunnen gaan, zodat hij niemand zou hinderen. Gelukkig had zijn rechterhand naar zijn order geluisterd. Als Dain hem de opdracht niet had gegeven, dan had de jonge verpleegkundige geen schijn van kans gemaakt. Dimitri was niet voor haar geweken, hoe dapper ze zich ook had opgesteld.
Hij leerde al snel dat de jonge vrouw geen verpleegkundige was. Tenminste, de oudere verpleegkundige zou niet op die manier spreken tegen iemand die ervaren was in het vak, leek hem. Maar op dit moment voelde zijn hoofd zo licht aan dat hij van niets meer zeker was. Nogmaals werd hem benadrukt dat hij niet in slaap mocht vallen. Iets wat nog lukte nu hij rechtop zat en zijn ogen had geopend, maar hij betwijfelde of hij nog in staat was om het lang vol te houden.
‘Jij bent een nieuw gezicht,’ merkte Dain op, toen ze bij hem op de rand van het bed kwam zitten en zijn arm voorzichtig in haar schoot plaatste. Het deed pijn, maar niet genoeg om hem van zijn stuk te brengen. Het waren de willekeurige steken gevuld met scherpe pijn die hem van zijn stuk brachten. De koele doek gleed over zijn arm, op de plekken waar de stof niet lag. Het was en kalmerend gevoel. Alsof ze het zouden kunnen oplossen.
De jonge vrouw reageerde echter niet meteen op zijn woorden.
‘Kom op, moest je me niet weerhouden van in slaap vallen? Het minste wat je dan kan doen, is met me praten. Ik ben Dain-‘
‘Heer Dain Sindri, luitenant voor één van de patrouilles van de Onyx.’ Ze verraste hem door zijn hele titel te noemen. ‘Ik weet wie je bent.’
Dain had gehoopt dat de klank van haar stem hem zou afleiden van de pijn, maar hij voelde hoe de andere verpleegster de dunne stof van zijn armen knipte. Op de plekken waar de stof aan zijn arm was gelijmd door middel van zijn eigen bloed, voelde het alsof zijn huid er af werd gesneden door een scherp mes.
Zijn schouders doken iets ineen van de pijn en hij moest zijn kiezen op elkaar houden om te voorkomen dat hij vocaal zou zijn over wat hij nu voelde. Een stevige hand nam zijn schouder vast. De verpleegster keek hem met een strenge blik aan, duidend op dat hij voor zijn eigen best wil zo stil mogelijk zou moeten blijven zitten. Zelfs Dain wilde liever geen schaar in zijn arm, maar het deed anders wel verdomd veel pijn.
‘Wat is er gebeurd?’ Het was degene die hij niet kende die hem de vraag stelde. Ondertussen bleef ze gefocust op het opschonen van zijn arm. De doek die ze vast had, was al besmeurd met bloed en vuil. ‘Ik dacht dat jullie onverslaanbaar waren?’ voegde ze op een droge toon aan toe.
‘Dat waren we. Ik bedoel, dat zijn we – Mijn god!’ Zijn zin werd onderbroken door wederom een stuk stof dat van zijn huid werd verwijderd, nog pijnlijker dan de vorige. Hij wist zijn vloekende woorden in te houden, wetend dat iedereen om hem heen zijn best deed om hem zo goed mogelijk van dienst te zijn. Hij begon zich echter wel af te vragen of ze hem niet hadden kunnen verdoven met medicijnen of kruiden.
‘De groep opstandelingen was groter dan we hadden verwacht. Ze hadden wapens en ze wisten ook hoe ze er mee om moesten gaan. Degenen die geen wapens hadden, wisten enkele van ons te onderscheppen. Ze waren voorbereid.’
‘E’n van hen greep een zwaard van één van mijn soldaten en…’ Hij wierp een blik op zijn arm. De rest van het verhaal sprak voor zich. Delen van het gevecht vlogen door zijn gedachten, maar het was niet zijn eigen nederlaag of de uiteindelijk overwinningen van zijn mannen. Het was hetgeen wat daarna was gekomen. Al de wanhoop, pijn en machteloosheid die hij had gezien die hem bleven achtervolgen.



0
0
0
0
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? 


18