Demish schreef:
Ik ben niet kalm.
Het liefste wilde hij Zaniah de waarheid vertellen. Dat hij, ondanks dat hij kalm oogde aan de buitenkant, wel iets kapot kon slaan en Nirah wilde bellen om haar te vragen waar ze in godsnaam mee bezig was. Hij kon zich niet indenken waarom ze opeens een groot risico had willen nemen en het niet in haar op was gekomen om alle rebellen die ze naar de Torens had gestuurd te informeren.
Langzaam blies hij zijn adem uit. Nu Zaniah zich over hem ontfermde, voelde hij zijn wonden prikken. Hij ontweek haar blik terwijl ze met de vochtige doek het bloed van zijn armen veegde. ‘Het hoort bij mijn werk.’
Zaniah schudde haar hoofd, alsof zijn antwoord niet genoeg was voor haar. Ze plaatste haar vingers onder zijn kin en hief zijn hoofd iets naar het licht, zodat ze de wonden in zijn gezicht kon bekijken. Ze vouwde de doek dubbel en depte het overtollige bloed weg. ‘Niet iedereen kan zo kalm blijven, zelfs niet de beste soldaten.’
Ryszard wist dat ze gelijk had. Ondanks dat het een vereiste was om in de wacht te werken, of als soldaat, bezat niet iedereen de kalmte die hij kon uitstralen. Hij had zijn collega’s vaak genoeg de controle zien verliezen, wat ze vaak alleen nog maar meer had opgefokt. Ze waren te gefocust op hun gevoel, de angsten en paniek die ontstonden. Ryszard dwong zichzelf altijd te kijken naar het grote plaatje. Misschien was dat waarom hij zich nu zo rustig kon houden. Omdat hij wist dat als hij de rust zou verbreken, hij door de mand zou vallen.
‘Ik ben altijd al zo geweest, denk ik,’ zei hij tegen Zaniah. Hij had zijn ogen weer gesloten, zodat hij zich enkel hoefde te focussen op de zachte badstof van de doek en haar voorzichtige aanrakingen. Het leidde hem enigszins af van de boosheid die hij voelde, maar hij hield zich voor dat zodra hij Zaniah weer veilig onder had gebracht, hij contact zou zoeken met Nirah.
‘Zelfs als kind?’
‘Ook toen, vrees ik.’ Hij kon niet te veel vertellen over zijn jeugd. Hij was opgegroeid aan de buitenlanden, samen met Nirah. Hij had zich vaak stilgehouden, terwijl zij van alles een probleem had gemaakt en als het ware in opstand was gekomen. Terwijl Nirah had geprotesteerd en gediscussieerd, had hij zich teruggetrokken om op zoek te gaan naar dieren in de omgeving. Zelfs dat kon hij niet aan haar vertellen. Niemand in Silurian kwam zomaar in de buitenlanden.
Zaniah kantelde zijn hoofd nog iets en plaatste de doek tegen zijn wang. Zijn gezicht vertrok en hij trok zijn hoofd snel weg.
‘Sorry,’ verontschuldigde zich. ‘Die wond lijkt wat dieper dan de anderen.’
Ryszard wuifde haar woorden weg. ‘Ik zoek wel iemand op die er naar kan kijken, later.’ Hij opende zijn ogen weer en tastte met zijn vingers langs zijn wang. Het prikte en als hij teveel met zijn mond bewoog, dan trok de huid op een pijnlijke manier.
‘Misschien kan ik het ook wel verbinden?’
Ryszard schudde zijn hoofd en nam voorzichtig haar arm vast, zodat hij die iets naar beneden kon duwen. ‘Je hebt al meer dan genoeg gedaan, prinses.’
‘Wat moet ik anders doen?’ wierp ze tegen. Niet op de directe, eigenwijze manier die hij al van haar had gezien, nog klonk het als een sneer zoals ze die aan hem had gegeven op de dansvloer. Zaniah klonk eerder verslagen, alsof ze bang was dat haar gedachten weer op zouden spelen als ze geen kleine taak had om op te focussen.
Zuchtend knikte hij. ‘Goed dan.’
Zaniah ontfermde zich over de verbanddoos die hij mee had genomen uit zijn badkamer en haalde er pleisters uit, die ze vervolgens op het juiste formaat knipte. Ze deed het met meer behendigheid dan hij had verwacht. Ze bleef hem verrassen.
‘Ik zal hem eerst ontsmetten.’ Ze pakte een flesje met ontsmettingsmiddel en druppelde de vloeistof op een watje. Bedachtzaam bracht ze het middel aan rondom de snee. Nu haar bewegingen niet langer onverwacht waren, was de pijn een stuk beter te verbijten. Of wellicht kwam het doordat hij naar haar gefocuste, donkerblauwe ogen kon kijken.
‘Waar heb je dit geleerd?’ vroeg hij nieuwsgierig. De prinses was van veel meer markten thuis dan hij had verwacht en ook nu verraste ze hem weer. Niet alleen met haar medische kennis, maar ook de zorgzaamheid die ze hem toonde. Het was dezelfde zorgzaamheid die ze in aar stem had gehad op de momenten dat ze anderen aan had gesproken over zijn functie, of hoe ze over hem hadden gepraat.
‘Eén van de dokters die voor ons werkt heeft me een keer een aantal dingen geleerd.’ Kort keek ze hem aan. Ryszard wilde zijn blik lostrekken van de hare, bang dat ze door zou hebben dat hij al naar haar had gekeken, maar het lukte hem niet bij het zien van haar blik. Het leek alsof ze er alles aan deed om zichzelf sterk te houden.
Als het haar hielp om zich te focussen op zijn wonden, dan kon hij dat nog wel iets langer toelaten.
Zaniah bracht de dunne pleisters aan op zijn wang en streek met haar duim over de uiteinden om ze steviger te bevestigen aan zijn huid. Ryszard wierp een blik op zijn armen en handen en bewoog zijn vingers.
‘Ik heb het idee dat er hier en daar toch nog wat glassplinters zitten.’ Hij draaide zijn hand naar haar om, zodat ze deze nogmaals kon inspecteren. Hij had haar al naar een veilige plek gebracht, maar hij hoopte dat hij haar nare gedachten ook op een veilige afstand kon houden.
Ik ben niet kalm.
Het liefste wilde hij Zaniah de waarheid vertellen. Dat hij, ondanks dat hij kalm oogde aan de buitenkant, wel iets kapot kon slaan en Nirah wilde bellen om haar te vragen waar ze in godsnaam mee bezig was. Hij kon zich niet indenken waarom ze opeens een groot risico had willen nemen en het niet in haar op was gekomen om alle rebellen die ze naar de Torens had gestuurd te informeren.
Langzaam blies hij zijn adem uit. Nu Zaniah zich over hem ontfermde, voelde hij zijn wonden prikken. Hij ontweek haar blik terwijl ze met de vochtige doek het bloed van zijn armen veegde. ‘Het hoort bij mijn werk.’
Zaniah schudde haar hoofd, alsof zijn antwoord niet genoeg was voor haar. Ze plaatste haar vingers onder zijn kin en hief zijn hoofd iets naar het licht, zodat ze de wonden in zijn gezicht kon bekijken. Ze vouwde de doek dubbel en depte het overtollige bloed weg. ‘Niet iedereen kan zo kalm blijven, zelfs niet de beste soldaten.’
Ryszard wist dat ze gelijk had. Ondanks dat het een vereiste was om in de wacht te werken, of als soldaat, bezat niet iedereen de kalmte die hij kon uitstralen. Hij had zijn collega’s vaak genoeg de controle zien verliezen, wat ze vaak alleen nog maar meer had opgefokt. Ze waren te gefocust op hun gevoel, de angsten en paniek die ontstonden. Ryszard dwong zichzelf altijd te kijken naar het grote plaatje. Misschien was dat waarom hij zich nu zo rustig kon houden. Omdat hij wist dat als hij de rust zou verbreken, hij door de mand zou vallen.
‘Ik ben altijd al zo geweest, denk ik,’ zei hij tegen Zaniah. Hij had zijn ogen weer gesloten, zodat hij zich enkel hoefde te focussen op de zachte badstof van de doek en haar voorzichtige aanrakingen. Het leidde hem enigszins af van de boosheid die hij voelde, maar hij hield zich voor dat zodra hij Zaniah weer veilig onder had gebracht, hij contact zou zoeken met Nirah.
‘Zelfs als kind?’
‘Ook toen, vrees ik.’ Hij kon niet te veel vertellen over zijn jeugd. Hij was opgegroeid aan de buitenlanden, samen met Nirah. Hij had zich vaak stilgehouden, terwijl zij van alles een probleem had gemaakt en als het ware in opstand was gekomen. Terwijl Nirah had geprotesteerd en gediscussieerd, had hij zich teruggetrokken om op zoek te gaan naar dieren in de omgeving. Zelfs dat kon hij niet aan haar vertellen. Niemand in Silurian kwam zomaar in de buitenlanden.
Zaniah kantelde zijn hoofd nog iets en plaatste de doek tegen zijn wang. Zijn gezicht vertrok en hij trok zijn hoofd snel weg.
‘Sorry,’ verontschuldigde zich. ‘Die wond lijkt wat dieper dan de anderen.’
Ryszard wuifde haar woorden weg. ‘Ik zoek wel iemand op die er naar kan kijken, later.’ Hij opende zijn ogen weer en tastte met zijn vingers langs zijn wang. Het prikte en als hij teveel met zijn mond bewoog, dan trok de huid op een pijnlijke manier.
‘Misschien kan ik het ook wel verbinden?’
Ryszard schudde zijn hoofd en nam voorzichtig haar arm vast, zodat hij die iets naar beneden kon duwen. ‘Je hebt al meer dan genoeg gedaan, prinses.’
‘Wat moet ik anders doen?’ wierp ze tegen. Niet op de directe, eigenwijze manier die hij al van haar had gezien, nog klonk het als een sneer zoals ze die aan hem had gegeven op de dansvloer. Zaniah klonk eerder verslagen, alsof ze bang was dat haar gedachten weer op zouden spelen als ze geen kleine taak had om op te focussen.
Zuchtend knikte hij. ‘Goed dan.’
Zaniah ontfermde zich over de verbanddoos die hij mee had genomen uit zijn badkamer en haalde er pleisters uit, die ze vervolgens op het juiste formaat knipte. Ze deed het met meer behendigheid dan hij had verwacht. Ze bleef hem verrassen.
‘Ik zal hem eerst ontsmetten.’ Ze pakte een flesje met ontsmettingsmiddel en druppelde de vloeistof op een watje. Bedachtzaam bracht ze het middel aan rondom de snee. Nu haar bewegingen niet langer onverwacht waren, was de pijn een stuk beter te verbijten. Of wellicht kwam het doordat hij naar haar gefocuste, donkerblauwe ogen kon kijken.
‘Waar heb je dit geleerd?’ vroeg hij nieuwsgierig. De prinses was van veel meer markten thuis dan hij had verwacht en ook nu verraste ze hem weer. Niet alleen met haar medische kennis, maar ook de zorgzaamheid die ze hem toonde. Het was dezelfde zorgzaamheid die ze in aar stem had gehad op de momenten dat ze anderen aan had gesproken over zijn functie, of hoe ze over hem hadden gepraat.
‘Eén van de dokters die voor ons werkt heeft me een keer een aantal dingen geleerd.’ Kort keek ze hem aan. Ryszard wilde zijn blik lostrekken van de hare, bang dat ze door zou hebben dat hij al naar haar had gekeken, maar het lukte hem niet bij het zien van haar blik. Het leek alsof ze er alles aan deed om zichzelf sterk te houden.
Als het haar hielp om zich te focussen op zijn wonden, dan kon hij dat nog wel iets langer toelaten.
Zaniah bracht de dunne pleisters aan op zijn wang en streek met haar duim over de uiteinden om ze steviger te bevestigen aan zijn huid. Ryszard wierp een blik op zijn armen en handen en bewoog zijn vingers.
‘Ik heb het idee dat er hier en daar toch nog wat glassplinters zitten.’ Hij draaide zijn hand naar haar om, zodat ze deze nogmaals kon inspecteren. Hij had haar al naar een veilige plek gebracht, maar hij hoopte dat hij haar nare gedachten ook op een veilige afstand kon houden.