Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Anoniem
Hey, everybody!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | A rebellion among the stars
Daynty
Internationale ster



De tunnels onder Silurian voelden een stuk killer aan nu Elijah wist wat zich in een van deze tunnels af had gespeeld. Nirah had hem niet verteld wat er precies was gebeurd met Rori en de twee families uit de Buitenlanden die ze de stad had geprobeerd binnen te smokkelen, maar hij kon het zich moeiteloos inbeelden. Rori die vooruit sloop om te controleren of de weg veilig was en een patrouille van soldaten tegen het lijf liep. Waarschijnlijk hadden de soldaten niet eerst vragen gesteld, maar onmiddellijk naar hun wapens gegrepen. Kogels zouden door de tunnel hebben gevlogen, de kinderen van de gezinnen zouden zich angstig tegen hun ouders aan gedrukt hebben. 
Het scenario legde een steen in zijn maag. Hoewel hij kon begrijpen dat Nirah wraak had gewild voor Rori’s dood, was hij het nog steeds niet eens met de roekeloze manier waarop ze die wraak genomen had. In de ochtend had was hij langs geweest bij enkele van de meest zwaargewonde slachtoffers van die avond. Drie daarvan lagen nog steeds in het ziekenhuis. Elijah had enkele details over de explosie uit een paar soldaten weten te krijgen. Als hij hen moest geloven, had het niet veel gescheeld of de kroonprinses zou vlakbij de bron van de explosie hebben gestaan. Zaniah mocht dan een enorm privilege hebben vanwege haar positie, ze verdiende het niet om op zo’n gruwelijke manier om het leven te komen. 
Het detail dat hem echter het meest verbaasde, was dat Ryszard degene was die haar op het nippertje in veiligheid had gebracht. Elijah had al van Nirah gehoord dat hij in de zaal aanwezig was geweest, maar dit detail was nieuw. Hij betwijfelde of Nirah er ook al van op de hoogte was. Sinds die avond had hij haar niet meer gezien, hoe verleidelijk het de afgelopen drie dagen af en toe ook was geweest om haar op te zoeken, haar te ontdoen van haar kleren en samen met haar voor even alle moeilijkheden te vergeten. 
Het enige dat hij van haar had gehoord was een kort bericht dat hij vanavond met Rys moest meeten om van hem een update te krijgen over alles dat speelde in de Torens, zodat Elijah dat door kon geven aan Nirah. 
Het had hem ruim een uur gekost om het doolhof aan metrotunnels te doorkruisen naar een klein kantoortje bij een van de oude stations. Bij elk geluidje was hij stil blijven staan, zijn hart hevig bonkend in zijn borstkas, bang dat ook hij een patrouille tegen het lijf zou lopen. Maar de tunnels via waar Rori families naar binnen had gesmokkeld, was een heel ander metrostelsel dan degene die de rebellen zelf gebruikten. 
Elijah moest zijn schouder tegen de deur van het kantoor zetten op hem open te krijgen. Stof en spinnenrag dwarrelde naar beneden vanaf de deurpost. Hij liet de deur op een kier staan zodat hij voetstappen aan kon horen komen, trok alle gordijnen voor de raampjes die uitkeken op de rails dicht en veegde een laag stof van een krakkemikkige kunstof stoel aan een tafeltje in de ruimte. Het enige beetje licht was de zwakke, lichtgroene gloed van het nooduitgang-bordje buiten het kantoor. Op verschillende plekken hadden de rebellen de lichtjes in de bordjes aan de praat gemaakt, zodat er in de stations iets te zien viel zonder dat er met een zaklamp geschenen hoefde te worden. Het licht van een zaklamp kon immers ook soldaten alarmeren, terwijl ze bij de bordjes van de nooduitgang zouden denken dat het nog op het elektriciteitsnet van Silurian was aangesloten. 
Elijah veegde een paar papieren op de tafel heen en weer. Twee zilvervisjes schoten geschrokken weg. Hij trok zijn neus op. De volgende keer dat Nirah hem eropuit stuurde om een rebel te ontmoeten, zou hijzelf de ontmoetingsplek kiezen. Ryszard en hij werkten beiden in de centrumring. Wat was er mis met een ontmoeting in de comfort van zijn eigen penthouse? Als iemand hen samen zag, konden ze simpelweg zeggen dat ze bevriend waren. Elijah kwam regelmatig in de Torens en voerde ook wel eens medische checks uit voor de koninklijke wacht. Niemand zou vreemd opkijken als hij en Ryszard elkaar bleken te kennen. 
In het schemerlicht bestudeerde Elijah de gedrukte tekst op een papier. Het waren vertrektijden van de metrolijnen die langs dit station kwamen. In de rechterbovenhoek stond in een klein lettertype een datum gedrukt. Zijn ogen bleven hangen bij het jaartal, zes eeuwen geleden. De wereld had al in chaos verkeerd door de oorlog, maar in dat jaar had een asteroïde definitief een einde gemaakt aan de oude beschaving. 
Elijah liet zich tegen de rugleuning zakken en staarde voor zich uit. Zouden de mensen destijds aan hebben zien komen wat ging gebeuren? Zouden ze geprobeerd hebben te vluchten voor het naderende gevaar of had het ze al niet meer uit gemaakt, omdat de oorlog de wereld toch al had gestript van veiligheid? 
Buiten het kantoor klonken zachte voetstappen. Elijahs ogen vlogen open en hij spitste zijn oren. Er viel een schaduw over de dunne gordijnen, welke langs het kantoor richting de deur bewoog. Doodstil bleef hij zitten. 
Er klonken twee zachte tikjes op de deur, gevolgd door drie snellere. Ryszard. Opgelucht blies Elijah zijn adem uit. Hij beantwoordde het geluid door dezelfde serie tikjes op de tafel te maken. Vlak daarna ging de deur open en glipte Ryszard het kantoor binnen. 
Demish
Internationale ster



Ryszard had dagen gewacht op een bericht van Nirah, maar toen hij eindelijk te horen had gekregen dat hij Elijah zou ontmoeten in de oude tunnels onder de stad, had hij een steen in zijn maag gevoeld. Hij had tot nu toe weinig leugens verteld aan Zaniah, maar dit zou zijn eerste, grote actie van verraad worden en het voelde alles behalve goed. Toch kon hij een ontmoeting met de dokter niet weigeren. Nirah moest weten wat er speelde in de Torens, wat voor een gevolgen haar acties hadden. Dus had hij zijn eerste leugen aan de prinses verteld en was hij daarna vertrokken naar het oude metrostelsel, waar hij Elijah ontmoette in het verborgen kantoortje.
‘Ik kan niet lang blijven,’ waarschuwde hij Elijah. Hij had kunnen regelen dat hij twee uur vrij had. Dat was genoeg tijd om Elijah kort te spreken en zich een weg te banen door de tunnels. Ryszard wist dat hij het Nirah niet kwalijk kon nemen dat ze op korte termijn een afspraak voor hem met Elijah in had gepland. Ze wist immers niet dat nu van hem verwacht werd dat hij iedere minuut van de dag naast de prinses moest staan. Aan de andere kant: Nirah had kansen genoeg gehad om het te horen. Ze had simpelweg niet willen luisteren. Dat was hetgeen wat hem het meest irriteerde.
‘Dan zullen we het moeten doen met de tijd die we hebben,’ zei Elijah. Hij wees naar een lege plastic stoel die in de ruimte stond. ‘Ga zitten. Je ziet eruit alsof je dagen niet hebt geslapen.’
Ryszard zuchtte en greep de stoel. Hij draaide hem zo dat hij kon gaan zitten en zijn armen kon laten rusten op de rugleuning. Vermoeid wreef hij over zijn gezicht. Ondanks de goede bedoelingen van Zaniah en de lavendel die hij naast zijn bed hield, was zijn nachtrust nog niet verbeterd. Hoe kon dat ook, als zijn baan met de dag riskanter werd?
‘Alles in de Torens is intens,’ vertelde Ryszard, omdat dat hetgeen was wat Elijah wilde horen. De belangrijkste punten zou hij weer kunnen communiceren naar Nirah. Het liefste had Ryszard haar hier zelf gezien, zodat hij haar de waarheid kon vertellen over haar gedrag van de laatste paar dagen. De manier waarop ze hem buiten had gesloten en daarna tegen hem had gepraat, zinde hem niet. ‘Waarom kan Nirah zelf niet komen?’
‘Nirah is druk met andere dingen.’ Elijah maakte een onwetend gebaar. Kort keek Ryszard hem aan, om er zeker van te zijn dat de dokter niet tegen hem loog. Hij leek echter echt niet te weten waar Nirah mee bezig was. Ryszard wist niet of hij opgelucht moest zijn dat hij niet de enige was die buiten de plannen van hun leider werd gehouden.
‘Zoals delen van de Zuid Toren opblazen,’ zei Ryszard grimmig. Hij focuste zijn blik op de oude posters in het kantoor. Ze waren vochtig en aangetast, maar hij kon nog net de metroroutes onderscheiden. ‘Heeft ze daar überhaupt een verklaring voor?’
‘Dat wel.’ Aan de toon van Elijah zijn stem kon Ryszard horen dat die reden nog niet met hem gedeeld zou worden. ‘Maar we moeten niet al onze tijd besteden aan Nirah haar gedrag. Vertel me over de Torens.’
Ryszard knikte, omdat hij wist dat Elijah gelijk had. Hij zou een heel uur kunnen besteden aan zijn geklaag over Nirah en hoe ze hem had behandeld, maar ze mochten het grote plaatje niet uit het oog verliezen. Hij wreef met zijn handen over elkaar, zijn ogen nog altijd gericht op de vergane metrokaart. ‘Nirah haar actie heeft de aandacht getrokken. Ze vermoeden dat er een groep actief is in de buitenlanden, al hebben ze geen idee waar de groep is en wie hem bestuurt.’
Hij had het de adviseur van de koning zelf horen zeggen tijdens het diner. Ze hadden de incidenten bij de muur en de explosie aan elkaar gelinkt. Ryszard wist echter niet wat voor gevolgen daar uit voort zouden komen. Ongetwijfeld zouden ze verkenners eropuit sturen, om op zoek te gaan naar het verzet.
Elijah zijn gezicht stond grauw. ‘Ik was al bang dat dat zou gebeuren. Haar actie heeft ze alleen maar boos gemaakt.’
Ryszard knikte. ‘Het ergste is nog dat Isaac gevaar loopt. Doordat Nirah hem heeft ingezet op de avond van het feest, was hij op een plek waar hij niet hoorde te zijn. Zijn naam stond niet op de personeelslijst. Als ze daar achter komen…’ Hij schudde zijn hoofd. Het sprak voor zichzelf wat er zou gebeuren met Isaac.
‘Maar jij was ook in de zaal,’ merkte Elijah op. ‘Waarom?’
‘Ik heb dit al geprobeerd te vertellen aan Nirah sinds ik de taak aangeboden kreeg,’ verzuchtte Ryszard. Van alles wat hij moest vertellen, was hij hier het meest bang voor. Zonder het contact met het verzet had hij nog kunnen doen alsof hij niet tegen Zaniah loog, maar  als hij het hardop uit zou spreken, zou het zijn schuldgevoel alleen maar doen oplaaien. ‘Mijn kapitein vroeg me om lijfwacht te worden van de prinses. En ik heb toegestemd. Daarom was ik in de zaal. Ik moest daar zijn om haar te beschermen.’
Daynty
Internationale ster



Nirah moest dit gesprek met Ryszard voeren, niet hij. Met een grimmig gezicht luisterde Elijah aan wat Ryszard vertelde over de reden waarom hij in de balzaal was geweest tijdens de explosie. Het laatste dat Elijah wist, was dat de rebel een stevige positie binnen de koninklijke wacht had, maar kennelijk had hij promotie gemaakt. 
‘Lijfwacht van de prinses?’ Elijah was onder de indruk. Dat was een positie waar Nirah een moord voor zou doen, letterlijk, en Ryszard had het simpelweg in zijn schoot geworpen gekregen. Nirah zou hem op haar knieën moeten bedanken voor zijn toewijding, maar in plaats daarvan blies ze hem bijna op en weigerde ze naar hem te luisteren. Elijah drukte de frustraties over het gedrag van de rebellenleidster aan de kant. ‘Van de kroonprinses, Zaniah?’
Ryszards onderarmen verstijfden op de rugleuning van de stoel waar hij ze op had gelegd. ‘Ja, hoezo?’
De vijandigheid in zijn stem ontging Elijah niet, maar hij zocht er weinig achter. Hoogstwaarschijnlijk was ook Ryszard geërgerd vanwege Nirahs gedrag. ‘Dan zul je je vast niet vervelen,’ merkte Elijah op, een flauwe grijns op zijn gezicht. Hij kon het weten. Hij had zijn handen wel eens vol gehad aan haar – zowel wat betreft haar gedrag als haar lichaam.
Ryszard had zijn hoofd iets opzij gekanteld en bekeek hem onderzoekend. ‘Ken je haar?’
‘Mijn vader was jarenlang lijfarts van de koning en koningin, tot hij…’ Elijah schudde zijn hoofd, het deed er niet toe. ‘Ik zag Zaniah vaak en vorig jaar na een besloten feest nodigde ze me uit om nog wat te drinken in haar vertrekken.’ Luchtig haalde hij zijn schouders op. Hij hoefde Ryszard vast niet te vertellen waar dat op uit was gelopen. ‘Ik ben daarna nog een aantal keer bij haar geweest.’
Ryszard staarde hem een paar seconden in stilte aan, alsof hij moest verwerken wat Elijah had verteld. ‘Maar nu niet meer?’ vroeg hij uiteindelijk. Er lag een spanning in Ryszards stem die Elijah niet goed kon plaatsen. 
Elijah schudde zijn hoofd. ‘Ik denk dat ze op een gegeven moment verveeld met me raakte.’ Hij maakte een achteloos gebaar met zijn hand. ‘Je hebt vast wel gemerkt hoe ze is.’ De prinses was rusteloos en intens, en zo waren ook de nachten geweest die hij met haar had gedeeld. Geen ingewikkelde emoties, geen tederheid, alleen genot. Ergens vond hij het nog steeds spijtig dat daar na een paar nachten verspreid over enkele weken een einde aan was gekomen, maar hij had destijds ook andere dingen aan zijn hoofd gehad. Bovendien was Nirah meer dan een waardige vervanging. 
‘Ze is begaan met het koninkrijk,’ reageerde Ryszard bijna defensief. ‘En ze is rusteloos inderdaad, rustelozer dan normaal, maar dat zou ik ook zijn als er vlak voor mijn ogen een aanslag was gepleegd.’
Te zien aan de vermoeidheid op Ryszards gezicht, was hij er inderdaad ook onrustig van. Elijah kon het hem niet kwalijk nemen. Als hij de verhalen van de wachters die hij had geholpen moest geloven, was Ryszard vlak voor de explosie dichtbij de bron ervan geweest. 
‘Nirah had ons op de hoogte moeten brengen,’ bromde Elijah. Met zijn vinger trok hij gedachteloos lijnen in het stof van de tafel tussen hen in. 
‘Dus jij wist het ook niet?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘Ik zat middenin een operatie toen de soldaten me weghaalden om te redden wie er te redden viel bij het feest.’ Ryszard vroeg niet door naar de afloop van de operatie, waarschijnlijk verraadde Elijahs grauwe gezichtsuitdrukking al wat er was gebeurd.
‘Ik belde haar na de aanslag om antwoorden te eisen,’ zei Ryszard. ‘Maar ze hing op. Ze hing gewoon op!’
Elijah had hem niet eerder zo geagiteerd gezien. Nirah had het echt goed verpest de avond van het feest. Zelf kon hij ook nog lang doorgaan met het delen van zijn ergernissen over haar roekeloze actie, maar het had voor hen geen zin om die dingen met elkaar te delen. Ryszard kon niet te lang wegblijven en bovendien was het beter als Nirah die ergernis zelf over zich heen kreeg. 
‘Maar deze nieuwe positie,’ zei Elijah, het gesprek terugdraaiend naar de zaken waarvoor ze hier waren. ‘Dat klinkt veelbelovend. Zaniah mag de vergaderingen bijwonen, toch? Daar worden vast interessante dingen besproken. En nu je haar leven hebt gered, brengt je dat ongetwijfeld in een goed daglicht bij de koning. Daar kun je gebruik van maken.’
Ryszard knikte zuinig. Ergens was Elijah opgelucht om te zien dat hij er niet om leek te springen zijn positie als lijfwacht van de kroonprinses te misbruiken voor informatie. De koning verdiende het om verraden te worden, om te worden gestraft voor zijn wrede beleid in de derde ring en richting de Buitenlanden, maar Zaniah had daar niet veel mee te maken. 
Nog niet, herinnerde hij zichzelf in gedachten. Ze was en bleef immers een Erendyz, bevoorrecht en zorgeloos in haar cocon van rijkdom en macht, terwijl de mensen buiten de Muur moesten vechten om te overleven. 
‘Zolang ze er niet achter zijn wie of wat de groep in de Buitenlanden is, zijn we veilig,’ zei Ryszard. Er verscheen een scherpe blik in zijn ogen. ‘Maar dan moet Nirah binnenkort niet weer zo’n idiote actie uitvoeren. Ze klonk zo extreem aan de telefoon, Elijah, alsof ze het liefst zelf Silurian binnenstormt om iedereen af te maken, schuldig of niet.’
Dat was precies wat Elijah dacht dat Nirah wilde doen. Hij ging met een hand over zijn gezicht. ‘Ik weet het,’ verzuchtte hij. ‘Ik heb haar al verteld dat dat soort dingen het verzet alleen maar ondermijnen. En die radicaliteit… Dat wil ik ook niet.’ Hij zij het niet hardop, maar als Nirah bleef afdalen in deze spiraal van wraaklust en roekeloosheid, dan wist Elijah niet hoelang hij haar kon blijven steunen. Dat soort geweld was waar hij de lijn trok, wetende dat dat veel meer kapot kon maken dan de bedoeling was. 
Demish
Internationale ster



Ryszard wist hoe radicaal Nirah kon zijn. Hij wist ook dat anderen al waren vertrokken om die reden, inclusief haar eigen ouders. Ze hadden gezien wat voor drastische beslissingen hun dochter had gemaakt. Aan het begin hadden ze haar nog geprobeerd haar te stoppen, maar het was al snel duidelijk geworden dat Nirah te eigenwijs was. Die zelfde eigenwijsheid had hen nu weer in gevaar gebracht. En als ze zo door zou gaan, zou ze alles kwijt raken.
‘We moeten haar in de gaten houden,’ verzuchtte hij, al was het voornamelijk een taak voor Elijah. Ryszard zag haar nauwelijks, sprak haar nauwelijks. Maar nu Elijah, en binnenkort ook Nirah, op de hoogte zou zijn van zijn nieuwe positie, zou dat veranderen. 
Ryszard wreef over zijn voorhoofd. ‘Misschien kan Rori met haar praten. Ze is de enige naar wie Nirah soms luistert.’
Elijah reageerde niet op zijn woorden. Vragend keek Ryszard zijn kant op. De grimmige blik in zijn ogen vertelde Ryszard al genoeg. Rori was niet langer een optie, om wat voor een reden dan ook. Pijn trok door zijn borstkas. Hij was niet ontzettend close geweest met het meisje, maar hij wist wat ze voor Nirah betekende.
‘Is dat waarom…’ Hij kon zijn zin niet eens af maken.
Elijah gaf een klein knikje. ‘Rori werd betrapt in de tunnels.’ Meer hoefde hij niet te zeggen. Ryszard werkte niet in de tunnels, had dat ook nooit gedaan. Maar hij wist wel wat de instructies waren als de wacht daar mensen tegenkwam die daar niet hoorden te zijn. Hun aanwezigheid was genoeg om ze te bestraffen met de dood. 
Ryszard begreep nu waarom Nirah zo achteloos had gehandeld, maar het praatte het niet goed. Niets kon dat doen.
Hij wierp een blik op zijn horloge en zuchtte toen hij de tijd zag. ‘Ik moet terug. Ik zal Nirah haar berichten afwachten.’ Ze zou ongetwijfeld contact met hem opnemen als Elijah haar het nieuws zou vertellen.
‘Pas op jezelf, Ryszard,’ sprak Elijah, die ook overeind kwam. Ryszard knikte en opende de deur van het kantoortje.
‘Jij ook.’ Hij wilde zeggen dat hij Nirah niet alles moest laten bepalen, dat als hij voor zichzelf wilde kiezen, hij dat ook kon doen. Maar geen van die woorden voelden goed genoeg. Dus Ryszard knikte nog een laatste keer naar Elijah, waarna hij zich liet opslokken door het donkere metrostelsel.
Pas enkele gangen verwijderd van het vervallen kantoortje kon Ryszard alle informatie verwerken. De aanslag, de dood van Rori, hetgeen wat Elijah hem allemaal had verteld. Toch kwamen zijn gedachten uit bij het minst belangrijke detail van alles: Elijah die zijn nachten door had gebracht met de kroonprinses.
Jaloezie kroop omhoog in zijn maag en hij stopte met lopen. Het was geen logische reactie om jaloers te zijn. Hij wist dat hij als lijfwacht geen gevoelens voor de prinses mocht hebben. En als rebel al helemaal niet. En toch, toch haatte hij het dat Elijah een paar avonden bij haar in bed had gelegen. Dat hij haar had gezoend en had aangeraakt.
Het was nooit eerder tot hem doorgedrongen dat hij dat ook wilde, niet echt. De prinses had hem verrast, in ieder opzicht, en ze bleef hem verrassen. Ze bleef hem vragen stellen, maar tegelijkertijd zag hij de glinstering in haar ogen als hij de ruimte betrad. Hij wist dat ze zijn aanwezigheid was gaan waarderen, dat ze er van genoot om hem vragen te stellen en hem soms van zijn stuk te brengen. En hij liet het haar gewillig doen. Want alleen op die manier kon hij zichzelf toestaan om een klein deel van zijn gevoelens bloot te leggen.
Verzonken in zijn gedachten over Zaniah liep hij verder. Hij dacht aan haar zachte stem terwijl ze hem vertelde over de bloemen en vlinders, aan hun handen die elkaar kort vast hadden gehouden toen ze hem de lavendel had gegeven. Hij schudde zijn hoofd toen hij het warme gevoel in zijn lichaam opmerkte. 
Niemand mocht het weten.
De laatste paar honderd meter liep hij terug boven de grond. Hij liet de geheime ingang naar het oude tunnelstelsel verborgen achter en mengde zicht tussen de vele mensen op straat, tot hij voor een klein bloemenkraampje bleef staan. Hij bekeek iedere bloem, maar geen enkele kwam overeen met de beschrijvingen van Zaniah. Waarschijnlijk omdat de bloemen in Silurian gekweekt waren, in plaats van in de vrije natuur.
Als hij haar bloemen zou geven, dan zouden dat de bloemen zijn uit de buitenlanden, nam hij zich voor. Ook al wist hij dat hij zelfs dat gebaar nooit zou kunnen maken.
Ryszard sloeg de hoek om en zag de immense ingang van de twee Torens. Met een kleine tegenzin ging hij door het uitgebreide beveiligingsprotocol, wat alleen nog maar strenger was geworden sinds de aanslag. Toen hij eindelijk als veilig was verklaard, nam hij de lift naar Zaniah haar vertrekken.
Buiten haar deuren stond een andere lijfwacht, eentje die zijn dienst over kon nemen als het nodig was. 
‘Is ze binnen?’ vroeg Ryszard en hij gebaarde naar de deuren.
De andere lijfwacht, Leander, knikte. ‘Ze heeft de ruimte niet verlaten sinds je vertrok.’
Zaniah was een druk persoon, dus het verbaasd hem dat ze in haar vertrekken was gebleven. Wellicht had ze zichzelf verloren in een goed boek, of een tekening zoals laatst.
‘Bedankt. Je kunt weer gaan. Ik neem het weer over.’
Ryzard wachtte totdat Leander was vertrokken. Hij legde zijn hand op de deurklink, maar hij twijfelde. Na zijn gesprek met Elijah was het haast onmogelijk om niet aan haar te denken. Toch opende hij de deur en liep hij naar binnen. De open gordijnen gaven hem nog steeds de kriebels, maar hij werd er steeds beter in om ze te negeren. Hij vond Zaniah voorover gebogen aan haar bureau met een aantal papieren voor haar. Bij het horen van zijn voetstappen, keek ze naar hem op.
‘Je bent terug.’
Ryszard knikte, niet wetend wat hij moest zeggen nu Zaniah zijn enige boodschap al uit had gesproken. ‘Ja, dat wilde ik je laten weten. Ik ben buiten als je me nodig hebt.’
Daynty
Internationale ster



De papieren op het bureau staarden haar aan, leken haar uit te dagen om ze te verscheuren of te verbranden. Het was een verslag van de vergadering van afgelopen middag. Er was gesproken over de transporten, het woningtekort in de derde ring en de gevolgen van de aanslag op het Jubileumfeest. Zaniah wist dat nadat zij de vergaderruimte verlaten had, er was gepraat over degenen die achter de aanslag zaten. Over het groepje opstandelingen uit de Buitenlanden. Dat was nog steeds het enige beetje informatie dat ze had over wat er speelde. 
Niet voor lang meer, beloofde ze zichzelf. Ze klapte de documentenmap dicht, schoof het opzij en trok een ander papier naar zich toe. Met haar vingers gleed ze langs de rijen, langs de tijden en namen van de wachters die bij haar vaders zakelijke vertrekken gepositioneerd waren de komende dagen. Zijn kantoor, dat was waar ze antwoorden zou vinden. De gedachte dat ze naar binnen moest sluipen in de werkruimte van de koning maakte haar misselijk. 
Peinzend kauwde Zaniah op de achterkant van haar pen, haar ogen afdwalend naar de ramen. Silurian was een zee van lichtjes tegen de donkere avondhemel. Een zee die overging in een dichte, oneindige duisternis achter de Muur. 
Met een zucht liet ze haar hand op haar bureau zakken. Was inbreken in haar vaders kantoor wel een goed idee? Was er werkelijk geen andere manier waarop ze aan de informatie kon komen die ze wilde? Als haar vader te horen kreeg dat ze in zijn kantoor had gesnuffeld zonder zijn toestemming… Alle jaren dat ze haar best had gedaan om de kroonprinses te zijn die hij wilde zien, zouden teniet worden gedaan. 
Ze rustte haar voorhoofd tegen haar handen en sloot haar ogen. Wellicht als ze nog een jaartje geduld had, als ze nog een jaartje haar taken uitvoerde en zich weg liet sturen als vergaderingen over gevoelige zaken gingen. Zou het dan genoeg zijn? 
Maar hoeveel dingen moest ze daarvoor nog de rug toekeren? De woningtekorten, wat er aan de hand was in de Buitenlanden, de incidenten bij de Muur en problemen met de transporten. 
Resoluut tilde ze haar hoofd op. Ze wilde iets doen voor het volk, dat besef was duidelijk binnengekomen toen ze haar wensen voor de toekomst van Silurian tegen Rys had gefluisterd toen hij in slaap was gevallen op haar bank. Er was iets dat haar vader en zijn adviseurs angstvallig verborgen wilden houden. Ze wilde antwoorden.
Zaniah pakte haar pen opnieuw op en omcirkelde de dagen waarop Noah moest werken. De jongeman met goudbruine haren en pastelblauwe ogen die haar deden denken aan de ochtendhemel dwaalde al zolang Zaniah zich kon herinneren door de Torens. Eerst als zoon van een lijfwacht van haar vader, daarna als soldaat in training en tegenwoordig hoorde hij bij de koninklijke wacht. Ze was opgegroeid met hem, had dingen ontdekt met hem. Ze hadden nachten samen gespendeerd en ze had vele ochtenden in het zachte ochtendlicht naar zijn slapende lichaam in haar bed gekeken. 
De glimlach die de herinneringen op haar gezicht hadden gebracht, verdween toen ze zich focuste op het papier. Noah had tegenwoordig een vriendin, al enkele jaren zelfs, en aan het begin van die relatie had Zaniah hem een gunst verleend door een woonplek voor zijn vriendin te regelen in de tweede ring, ter vervanging van het overvolle flatgebouw waar ze had gewoond in de derde ring. Ze had Noah er nooit iets voor teruggevraagd en dat was ook niet haar bedoeling, maar hij was de enige wachter die haar waarschijnlijk toegang zou geven tot haar vaders kantoor zonder moeilijke vragen te stellen of het door te vertellen. 
Maar hij was niet het enige lid van de koninklijke wacht waar ze mee te maken zou krijgen. De andere liep op dit moment door haar vertrekken. Ryszard had haar drie uur geleden achtergelaten met een collega van hem, maar nu verscheen hij in haar kamer. 
Na haar constatering dat hij terug was, nam Zaniah hem onderzoekend in zich op. Ze vroeg zich af waar hij was geweest. Hij had dezelfde kleren aan als toen hij weg was gegaan. De enige verandering was de spanning in zijn gezicht. 
Ze knikte op zijn woorden en draaide zich alweer terug naar haar bureau toen ze zich bedacht. ‘Rys.’ Haar stem liet hem terug haar kamer in stappen. Vragend keek hij haar aan. ‘Ik… Slaap je al beter?’ Het was niet wat ze had willen vragen, maar Zaniah wist niet hoe ze die andere woorden precies moest formuleren. 
Rys wreef met een hand door zijn nek. ‘Nog steeds niet geweldig, maar wel iets beter. De lavendel helpt.’ Hij glimlachte. ‘Dus dankjewel daarvoor, nogmaals.’
Gedachteloos wreef ze een kreukel uit het papier. ‘Dat is fijn om te horen.’
Ryszard knikte, maar maakte geen aanstalten om weg te lopen. Hij bleef haar aanwachtend aankijken, alsof hij merkte dat dit niet hetgeen was dat ze had willen vragen. 
Ze frummelde met haar pen voor ze diep inademde en hem aankeek. ‘Ik vroeg me af… Als het erop aankomt, bij wie ligt je loyaliteit dan? Bij mij of bij mijn vader?’ Misschien was het niet nodig om Rys te lozen als ze haar vaders kantoor ging doorzoeken. Zaniah hoopte dat ze hem goed had ingeschat. Dat ze zijn bemoedigende blikken niet verkeerd had geïnterpreteerd, de manier waarop zijn vingers net iets langer over de hare hadden gelegen toen ze hem de lavendel had gegeven. 
Ryszards ogen werden groter voor zijn gezicht terugveranderde in het uitgestreken masker. Hij keek naar de grond, peinzend. Was de vraag te direct geweest? Het laatste dat ze wilde, was hem in een ongemakkelijke positie brengen met moeilijke vragen. Ze wilde hem niet dwingen een keuze te maken. 
Zaniah stond op het punt om hem dat te vertellen toen hij antwoordde. 
‘Ik ben trouw aan degene die ik bescherm.’ Hij maakte zich los van de deurpost en liep naar haar bureau toe. ‘De koning is aan wie ik uiteindelijk verantwoording afleg, maar degene die ik bescherm…’ Hij keek haar aan. De warmte in zijn blik overweldigde haar. ‘Dat ben jij.’
Demish
Internationale ster



Waarom?
Waarom zou ze hem die vraag stellen? Waarom zou ze hem zo nadrukkelijk laten kiezen tussen haar en haar vader? Was het een val? Als dat zo was, dan was hij er recht in gelopen. Hij twijfelde of hij anders had moeten antwoorden, totdat hij de blik in Zaniah haar ogen zag. Voor velen was zijn antwoord vast niet het juiste geweest, maar voor haar wel.
Zaniah leunde achterover in haar stoel en keek naar hem op. ‘Wil je niet weten waarom ik je dat vroeg?’
Om zijn loyaliteit te testen? Om dieper te vissen naar wie hij was, waar hij in geloofde? Tot nu toe had hij zijn eigen achtergrond, zijn normen en waarden, voor haar verborgen gehouden. Hij had kunnen weten dat de prinses hem opnieuw zou ondervragen.
In plaats van zijn vermoedens te benoemen, schudde hij zijn hoofd en vouwde hij zijn handen voor zijn lichaam. ‘Een prinses kan alles vragen wat ze wil. Het is niet aan mij om dat in twijfel te trekken.’
Ryszard was hier niet om zijn mening te geven en vragen te stellen. Hij was hier om haar te beschermen, zoals hij haar had verteld. En hij had ieder woord gemeend. De koning kon hem alles vragen, maar zijn trouw zou nooit bij die man liggen. Zaniah daarentegen… Ze had zijn bescherming en die zou ze altijd hebben.
Hij wierp een korte blik op het papier dat voor haar lag. Hij herkende de namen van de koninklijke wacht, zijn voormalige collega’s. De naam Noah was meerdere keren omcirkeld, op verschillende dagen en verschillende tijden. Dit was één van de schema’s van de wacht, en niet voor een willekeurige locatie. Dit waren de wachters die de zakelijke vertrekken van de koning bewaakten.
Met de eerdere vraag die Zaniah aan hem had gesteld, kon Ryszard alleen maar concluderen dat ze van plan was om daar naar binnen te gaan. En ze hoopte dat Noah haar handlanger zou worden.
Hoeveel waardevolle informatie zou daar wel niet liggen? Niet alleen voor het koninkrijk, maar ook voor het verzet. Dit was hetgeen waar Elijah het over had gehad, besefte hij zich. De mogelijkheden die voor hem open gingen nu hij een hogere positie had.
Zaniah deed geen moeite om het papier te verbergen.
‘Als ik jou was, zou ik niet op Noah rekenen,’ zei Ryszard en hij legde zijn vingers op de naam van de jongen. Ryszard wist waarom ze voor hem koos. Hij had alles geleerd wat er over de prinses te leren viel, waaronder haar banden met het personeel. Zaniah en Noah waren vrienden, waren ooit meer geweest, maar als Zaniah echt bij haar vaders kantoor wilde komen, dan moest ze niet rekenen op een vertrouwensband.
Zaniah hield haar gezicht strak, maar hij zag de paniek in haar ogen. ‘Waar denk je dat ik hem voor nodig heb?’
Hij haalde zijn schouders op en trok het papier naar zich toe, zodat hij de andere namen kon bestuderen. ‘Wat je ook van plan bent, je kunt beter gebruik maken van de intervallen. De momenten wanneer de wacht wisselt.’
‘Die momenten zijn strak gepland.’
Een lichte glimlach ontstond op zijn gezicht. Hij wees de volgende avond aan en zijn vinger gleed naar twee namen. De een zou de ander aflossen na de eerste dinershift voor het personeel. Ryszard kende de wachters, hij wist hoe ze zich gedroegen en wat voor kansen dat kon bieden.
‘Reggie en Tyler wisselen elkaar af. Reggie vertrekt meestal een paar minuten eerder, zodat hij bij de volgende dinershift als eerste aan de beurt is. Tyler blijft vaak juist langer hangen in de eetzaal, waardoor er voor een kort moment niemand voor de deuren van jouw vaders vertrekken staat.’
Ze boog zich over de twee namen die hij had genoemd. Hij liet zijn vingers van het papier glijden en stapte naar achteren. ‘Ik zal je alleen laten. Ik ben buiten.’
Had hij Zaniah zojuist geholpen met een mogelijk plan omdat hij haar wilde helpen, of was het omdat hij wist dat Nirah zou willen dat hij dat deed? Als er een kans bestond dat hij in de buurt kon komen van het kantoor van de koning… Het verwarmde hem.
Zaniah en zijn gevoelens verwarden hem. Zijn hart wilde er voor haar zijn, haar ondersteunen waar ze dat nodig had, maar in zijn hoofd hoorde hij Nirah en de rebel die hij zelf in zich had. 
Een schuldig gevoel bekroop hem terwijl hij de kamer uit liep en zijn plek innam voor Zaniah haar deur. Hij probeerde zichzelf te vertellen dat hij Zaniah had geholpen omwille van haar, maar diep van binnen was hij daar niet zo zeker van.
Daynty
Internationale ster



Het uitzicht vanaf het oude vliegveld in de Buitenlanden zou nooit onderdoen voor dat van de stad, zelfs niet voor het panoramische uitzicht dat Elijah had vanuit zijn penthouse in de centrumring. Zijn uitzicht daar ging vaak gepaard met eenzaamheid, en de zee van gebouwen met heel in de verte de Muur herinnerde hem altijd aan de strakke scheiding tussen het koninkrijk en de mensen daarbuiten, aan hun lot overgelaten in de met cipherium doordrenkte woestenijen. 
Met een zucht boog hij zich terug over de papieren die op het bureau voor hem lagen. Het was een door Nirah in elkaar geknutselde agenda. Ze had hem achtergelaten met de opdracht om erin te zetten wanneer hij niet hoefde te werken en tijd had om rebellen te behandelen of andere zaken van het verzet te bespreken. Dingen zoals allerhande medicijnen die hij naar de rebellen smokkelde, maar ook de verdere behandeling van Nirahs brandwond. 
Elijah scrolde door zijn werkplanning en krabbelde zijn vrije uren neer in de agenda. Wat eigenlijk bovenaan hun prioriteitenlijstje moest staan, was de vraag hoe ze aan geld gingen komen nu hun investeringen op de beurzen onderuit waren gestort. Elijah had het bij zijn aankomst op het vliegveld aan willen kaarten, maar Nirah had hem alleen de agenda in de handen gedrukt, gemompeld dat ze iets bij de muur moest regelen, en was er vandoor gegaan. 
Alsof ze had geweten waar hij het over had willen hebben - de gevolgen van haar roekeloze actie. 
Een blik op zijn horloge leerde hem dat er inmiddels twee uren waren verstreken sinds Nirahs vertrek. Hij vroeg zich af of ze met opzet zolang wegbleef. 
De schaduwen gleden langzaam verder over de muren terwijl hij dingen in de agenda krabbelde, koffie pakte, uit het raam staarde en nog meer koffie haalde. Hij had net de tablet naar zich toegetrokken om de huidige staat van de beurzen te bekijken, toen er elders in het gebouw een deur tegen de muur knalde. Paniekerige stemmen en gehaaste voetstappen zweefden over de gang zijn richting uit. 
‘Elijah!’ Nirahs stem galmde tussen de muren. ‘Elijah! Doe de deur open!’ 
De paniek die in haar stem doorklonk, liet hem onmiddellijk overeind vliegen. Hij beende het kantoor door en trok de deur open. Direct strompelde Nirah naar binnen. Ze sleepte iets met zich mee, iets zwaars. 
Iemand, zag Elijah toen ze over de drempel stapte. Hij stapte dichterbij om de benen van de jongeman op te tillen, zodat ze hem samen naar de versleten bank tegen de muur konden dragen. Het gezicht van de jongen was asgrauw en zijn korte, zwarte haren plakten tegen zijn voorhoofd. Hij reageerde niet. 
‘Wat is er gebeurd? Komt hij bij de Muur vandaan?’ Elijah legde twee vingers tegen de hals van de jongen. Een zwakke hartslag klopte onder zijn huid. 
‘Hij was met twee anderen bezig om een ingestorte tunnel te herstellen en verstevigen.’ Nirah veegde haar haren uit haar gezicht en bond ze in een slordige knot bij elkaar. ‘Hij was al een paar dagen niet lekker, kennelijk. En vandaag begon hij ineens te bazelen en schreeuwen. Hij was helemaal van de wereld.’
Een naar voorgevoel bekroop Elijah, maar hij knikte alleen. Hij wilde zijn vermoeden niet hardop uitspreken tot hij zeker wist dat het juist was. Met een zakmes scheurde hij het shirt van de jongen open. 
Nirah hapte hoorbaar naar adem. Elijahs lippen vormden zich tot een strakke lijn terwijl hij de etterende wonden op de buik en borstkas van de jongen bekeek. De randen van de ronde, open wonden waren rafelig en donker. Vocht en pus dropen uit de bloedvaten en spieren die eronder lagen. Zijn huid had vrijwel alle kleur verloren. Hij zag eruit alsof hij al dood was en Elijah wist dat hij daadwerkelijk al met één been in het graf stond. 
‘Is dat…?’ vroeg Nirah. 
Hij knikte. Ze hoefde haar zin niet af te maken. Deze open wonden, het delirium dat Nirah had geschreven, dat beelde paste perfect bij de ziekte die iedereen in de Buitenlanden vreesde: Cipherus. Om er zeker van te zijn, trok Elijah een van de oogleden van de jongen open. Er lag een glazige waas over zijn irissen, het begin van een plotselinge achteruitgang van zijn zichtvermogen. 
‘Het is nog in een beginnen stadium,’ zei hij. De wonden zouden zich uitbreiden, de blindheid zou gestaag vorderen, en zijn spieren zouden stukje bij beetje worden verteerd door het cipherium, de ziekteverwekkende stof die eeuwen geleden mee was gekomen op de asteroïde. 
‘Kun je er iets aan doen?’ Nirah greep met een hand in haar haren en keek hem wanhopig aan. ‘Er is toch wel iets dat je kan doen? Als het nog in een beginnend stadium is…’
Met een grimmige gezicht schudde hij zijn hoofd. ‘Ik kan hem pijnstillers geven en een slaapmiddel om zijn lijden te verzachten, maar er is maar één ding dat hem echt kan helpen.’
‘Het medicijn.’
Hij knikte. ‘Het medicijn waarvoor we geen geld meer hebben.’
Demish
Internationale ster



‘Fuck.’ Nirah legde haar handen op haar voorhoofd en begon te ijsberen. Als ze het medicijn hadden gehad, dan zouden ze Trevor kunnen redden. Nu hadden ze, door keuzes die zij had gemaakt, geen toegang tot de medicijnen die ze nodig hadden om hun eigen mensen te beschermen. Dit was het resultaat van haar wraakactie. Ze had Rori willen wreken en nu ging haar eigen team er aan onderdoor. De mensen die ze had verwond in de Torens, zij waren er weer bovenop gekomen. Trevor zou dat niet doen.
‘Fuck!’ herhaalde Nirah, dit keer harder. Ze schudde haar hoofd. ‘Als de beurs niet in was gestort… Als ik de beurs niet in had laten storten…’ Ze schudde haar hoofd en vervloekte haarzelf hardop. Elijah en Ryszard hadden gelijk. Haar actie was onverantwoordelijk en radicaal geweest. Het had meer slechts gedaan dan goeds. 
Nirah beende heen en weer en probeerde een manier te bedenken waarop ze op korte termijn toch aan het medicijn zouden kunnen komen. Het was een beginnend stadium, dat betekende dat Trevor nog tijd had. Ze konden naar de stad, Elijah kon zijn connecties gebruiken. Ergens moest een voorraad liggen, gereserveerd voor de belangrijkste mensen in Silurian, mocht de ziekte zich toch door de Muur hebben gewrongen.
‘We kunnen dit oplossen,’ zei Nirah in één adem. Ze liep naar Elijah en Trevor. Elijah stond nog steeds gebogen over de jongen. Nirah kende hem, de wanhopige blik die hij in zijn ogen had gehad toen hij haar verteld dat hij uit de derde ring was gevlucht omdat de werkomstandigheden verschrikkelijk waren geweest. Hij had dagen achter elkaar moeten werken zonder pauze, terwijl mensen uit de tweede en eerste ring zijn lichaam hadden behandeld alsof het van hen was geweest.
‘Nirah, hij heeft het medicijn nodig. Een medicijn dat we niet hebben,’ herhaalde Elijah. Hij zocht in zijn tas naar de pijnstillers waar hij het eerder over had gehad.
‘Dat weet ik. En ik weet dat ik onze weg naar het medicijn heb verpest, maar ik kan een andere manier vinden. Ik heb jouw hulp nodig, en misschien dat van Ryszard, maar het kan.’
Ryszard was nu een lijfwacht van de prinses. Hij had nog meer toegang en mogelijkheden dan toen hij voor de koninklijke wacht had gewerkt. De koninklijke familie moest vast een kleine voorraad hebben. Ryszard kon daar bij komen en wat mee naar buiten smokkelen.
‘Ik zie je denken,’ zei Elijah terwijl hij een spuit klaarmaakte met de vloeibare pijnstillers. Hij hield het glazen buisje tegen het licht en bestudeerde de hoeveelheid, ‘maar kijk naar hem, Nirah. Hij heeft jouw hulp nodig. Echte hulp, geen radicale plannen.’
Nirah balde haar vuist, maar slikte haar boze woorden in. Ze keek naar Trevor, naar de vleesetende wonden en de grauwe kleur van zijn huid. Zou Rori haar huid er ook zo hebben uit gezien, of hadden de soldaten haar lichaam meteen vernietigd?
Plots voelde de ruimte een stuk benauwder aan en kneep er iets samen in haar keel. Ze had geen idee wat er met Rori gebeurd was, maar Trevor zag er al uit alsof hij was gestorven.
Ze slikte en probeerde haar gedachten aan Rori op de achtergrond te duwen. Ze had andere zaken om zich op te focussen. Ryszard, die een geweldige positie had weten te bemachtigen, het verkrijgen van het medicijn. Ze kon niet denken aan haar overleden vriendin en aan de pijn die ze alsmaar probeerde te vermijden.
‘Nirah?’ Elijah zijn stem brak de muur van gedachten af en ze keek op. Hij stond weer gebogen bij Trevor, de spuit met pijnstillers gereed tussen zijn vingers. ‘Ik vroeg of je hem vast kon houden, voor de zekerheid.’
Nirah knikte. ‘Ja, natuurlijk.’ Ze liep naar de bank toe en legde haar handen op de schouders van de jongen. Ze hield haar blik weg van zijn gezicht, bang dat Rori haar gedachten weer binnen zou dringen. In plaats daarvan richtte ze zich op Elijah zijn vaardige handen. Zijn gebruinde vingers vonden zonder moeite de juiste ader om de pijnstillers toe te dienen.
Trevor reageerde niet, waarvan Nirah niet kon vertellen of dat iets goeds was.
‘We kunnen hem het beste verplaatsen naar een andere ruimte, zodat ik hem in de gaten kan houden als ik hier ben,’ zei Elijah. Nirah knikte en volgde hem zonder protest. Samen tilden ze Trevor op en brachten ze hem naar een ruimte met meerdere bedden. Ze liet Elijah alleen en liep terug naar de plek waar ze hem had gevonden. Ze boog zich over het schema dat hij had ingevuld.
Ze wist dat ze veel van hem vroeg, misschien wel teveel. Hij was de enige dokter die ze tot haar beschikking had. De enige die haar soms kon afleiden.
Zuchtend liet ze zich zakken in de bank. Met haar vingers drukte ze tegen haar slapen, zoekend naar een oplossing voor hun probleem. Een probleem dat zij had veroorzaakt. Het was een wonder als Elijah haar nog mee wilde helpen.
Haar oog viel op het zakmes van Elijah en ze nam het tussen haar vingers. De verf op het metaal was afgebladderd en op de buitenkant zaten een paar roestvlekjes. Ze klapte het mes in en legde het weer neer op de bank. 
Elijah was haar dokter, een afleiding op z’n tijd. Ze kon zich niet afvragen waarom hij een oud zakmes met zich meedroeg, wat het voor hem betekende. Dat was niet hoe ze met elkaar om gingen.
Daynty
Internationale ster



Het besef van hoe verregaand de gevolgen van haar wraakachtig waren, leek eindelijk in te dalen bij Nirah. Elijah betreurde het dat er een ten dode opgeschreven rebel voor nodig was geweest om haar dat in te laten zien. Hij had boos op haar kunnen worden om die reden en de meesten zouden het met hem eens zijn geweest, maar in plaats daarvan overheerste boosheid jegens zichzelf. Dit was weer een leven dat tussen zijn vingers door zou glippen, weer eentje die hij niet kon redden. 
Terwijl hij de jongen goed op het bed legde, een infuus met vocht en pijnstiller aanbracht en hem een dosis antibiotica gaf tegen het infecteren van de wonden, flitste voor zijn blikveld een ander gezicht: de patiënt die hij achter had moeten laten op de operatietafel de avond van het Jubileumfeest. 
Hij schudde zijn hoofd, alsof dat de herinneringen kon verjagen. Flarden van zijn gesprek met Ryszard dreven in plaats daarvan zijn gedachten binnen, hun gedeelde zorgen over Nirahs radicaliteit. Abrupt draaide Elijah zich weg van het bed en beende hij de kamer uit. Hij zou niet nog iemand slachtoffer laten worden van haar. 
In het kantoor trof hij Nirah op de bank aan. Haar vingers draaiden een voorwerp rond dat glom als de zon erop viel. Zijn zakmes. Het zakmes van zijn zus, eigenlijk. Elijah liep naar haar toe en griste het ding van de bank. Hij het voorwerp veilig terug in zijn broekzak. 
Nirah keek vragend naar hem op, maar hij negeerde haar blik. 
‘Je zei dat hij echte hulp nodig heeft,’ hoorde hij haar achter hem zeggen. ‘We moeten aan medicijnen zien te komen.’
Elijah knikte enkel. Dat was een gegeven dat hij zelf ook al had bedacht, maar het was een stuk moeilijker nu ze het medicijn niet simpelweg konden kopen. De torenhoge prijzen waren al een uitdaging geweest om op te brengen zonder dat de beurzen waren gecrasht. Maar zelfs het kopen van medicijnen met opbrengsten van aandelen was geen waterdicht plan geweest. Het medicijn was in principe niet vrij te koop, het werd slechts in kleine hoeveelheden gemaakt omdat de grondstoffen ervoor schaars en duur waren. 
Elijah plaatste zijn handen op het bureau en staarde naar buiten. 
‘Heb je iets in gedachten?’ vroeg Nirah, die zijn nadenk-houding herkende. Ze was een van de weinigen die hem goed genoeg kende om dat soort dingen aan hem af te kunnen lezen. Misschien wel de enige. 
‘Ik weet dat er ergens in Silurian een opslag is met een kleine hoeveelheid medicijn, om de elite mee te behandelen voor het geval Cipherus de Muur door komt.’ Met zijn ogen volgde hij een haas die over een overwoekerde landingsbaan hupte, zoekend naar grassprietjes om te eten. ‘Als we er niet iets van kunnen kopen, moeten we er op een andere manier aan komen.’
‘Weet je waar het is?’ Nirahs kleren ritselden toen ze overeind kwam van de bank. Haar stem klonk hoopvol.
Hij kon die hoop echter niet beantwoorden. ‘Nee, ik heb geen idee.’ Hij draaide zich om en leunde met zijn heupen tegen het bureau. Met een hand ging hij door zijn haren. ‘Maar met wat rondvragen zou ik er vast achter kunnen komen.’
Nirah knikte gretig. ‘Als je dat weet, kun je er misschien binnenkomen om wat op te halen.’
‘Niet ik,’ corrigeerde hij. ‘Wij.’
Haar wenkbrauwen bewogen zich in een frons naar elkaar toe. ‘Wij?’
Elijah knikte. Hij voelde haar ogen op hem branden. Waarschijnlijk ging ze in gedachten langs alle excuses die ze kon geven om hem er alleen op uit te sturen. Dat ze niet weg kon uit de Buitenlanden, dat ze hier dingen moest regelen, dat ze voor de zieke rebel moest zorgen. 
Daarom was Elijah haar voor met praten zodra ze haar mond opende. ‘Dan kun je rechtzetten wat je gedaan hebt.’ Nu keek hij haar pas aan. ‘In ieder geval voor een deel.’
Haar donkere ogen vernauwden zich en ze sloeg haar armen over elkaar. Er kwam een vijandelijkheid in haar blik te liggen. ‘Ik heb er nog steeds geen spijt van dat ik de elite van Silurian heb geraakt, als dat is wat je bedoelt.’
Elijah weerstond de neiging met zijn ogen te rollen of iets van het bureau af te maaien. ‘Des te meer reden voor je om de gevolgen van je actie zelf te ondergaan.’
Demish
Internationale ster



Elijah maakte het haar zo gemakkelijk om terug te schreeuwen. Nirah wist dat ze het had verpest, dat dit haar schuld was en dat ze er iets aan moest doen om het deels goed te maken, maar de manier waarop hij dat aan haar vertelde maakte dat het bloed onder haar nagels werd weggetrokken en dat ze naar hem wilde schreeuwen.
En zij maakte hem ook boos. Ze kon het zien aan zijn gespannen houding, de manier waarop hij zijn armen strak naast zijn lichaam hield en zichzelf dwong niet uit te vallen tegen haar. Nirah meende wat ze had gezegd: ze had geen spijt van haar aanval op de elite. Ze had enkel spijt van de gevolgen die ze daarmee in gang had gezet. 
‘Als jij er achter kan komen waar de opslag is, dan zal ik een manier vinden om binnen te komen,’ beloofde Nirah hem met haar kaken op elkaar. Elijah trok zijn wenkbrauwen op, omdat ze nog niet hardop had gezegd wat hij wilde horen. Zuchtend draaide ze zich van hem weg. ‘En dan ga ik met je mee.’
De vorige keer dat ze zich rond Silurian had bevonden, was ze gewond geraakt. De elektrische lading van het geweer had haar schouder geraakt en zonder Elijah had het slecht af kunnen lopen. Sindsdien had hij haar aangeraden om zich rustig te houden. Dat medische advies trok hij nu in.
‘Ik zal hier en daar rondvragen,’ zei Elijah. Nirah knikte en nam weer plaats op de bank. Doordat ze aan haar verwonding dacht, voelde ze haar schouder prikken. Ze had Trevor een lang stuk met zich meegesleept en zijn gewicht gedragen. Met een pijnlijk gezicht draaide ze haar arm.
Ze hoorde Elijah zuchten, alsof hij zich herinnerde dat Nirah ook een patiënt van hem was en dat het zijn werk was om haar in de gaten te houden. Zijn zware, bedachtzame voetstappen kwamen haar kant en zijn hand raakte haar vingers aan, die ze op haar schouder had gelegd.
‘Laat me daar even naar kijken.’
‘Dat is niet nodig. Het trekt wel weer weg. Hij is vast maar een beetje overbelast,’ zei Nirah. Elijah had gezegd dat haar spieren voor een groot deel in tact waren gebleven, met name door zijn snelle handelen. Het was haar huid die was weggebrand en tijd nodig had om te helen.
‘Nirah,’ drong hij aan. ‘Het kompres moet toch verschoond worden.’ Zijn vingers duwden zachtjes op haar sleutelbeen en ze sloot haar ogen. Heel eventjes liet ze zichzelf naar achteren zakken, tegen zijn aanraking. Ze ving een vleugje op van zijn bekende geur: sandelhout, kaneel en ceder. Veel te dure parfum, maar het kleefde aan zijn huid alsof het bij hem hoorde.
‘Goed dan,’ stemde Nirah in en ze dwong haarzelf iets naar voren. Ze trok haar shirt over haar hoofd en gooide het aan de kant. In haar sport-bh stapte ze van de bank en ging ze voor Elijah staan, met haar rug naar hem toe. 
Elijah had haar schouder verbonden met een verkoelend kompres dat haar huid stimuleerde om sneller te helen en de schade te beperken. Tijdens de meeste dagen voelde ze niet eens dat het aan haar huid plakte, maar de verwijdering ervan was net als een pleister die er te lang op had gezeten: snel en pijnlijk.
‘Elijah,’ siste toen hij het laatste del van haar huid trok. Ze kon het niet helpen: hij was vast blij dat hij zijn woede op deze manier kon uiten. Ze kreeg geen antwoord, maar ze stelde zich voor dat hij achter haar stond met een zelfvoldane grijns op zijn gezicht. Nirah had haar handen op de rand van de versleten bank gelegd en ze zag nu pas hoe ver haar vingers zich in de stof duwden.
Hij veegde een zwarte lok aan de kant die uit haar haastige knot was ontsnapt en bestudeerde, voor zover Nirah het merkte, haar gehavende huid. Het voelde nog steeds gevoelig, maar niet zo pijnlijk als eerst. Nu voelde het alsof iemand met scherpe, hoekige nagels over haar huid schraapte. Irritant, maar er viel mee te leven.
‘Heb je nog last van spierkrampen?’ Elijah legde zijn hand lichtjes op haar rug en bracht haar weer staande. Soms pakte hij haar in hun momenten zo ruw vast dat ze vergat dat hij een art was en dat hij iedere patiënt met dezelfde voorzichtigheid behandelde.
‘Nee, niet meer.’ Ze schudde haar hoofd. In het begin waren haar spieren verkrampt, soms uit het niets. Dat had ze in de gaten moeten houden, volgens Elijah.
‘Goed.’ Nirah hoorde dat hij iets uit een tube spoot en voor ze het wist, gleden zijn handen over haar schouders en zijn arm. ‘Het heelt mooi. Het is belangrijk dat je het voldoende insmeert en hydrateert, zodat de huid weer wat soepeler kan worden. En probeer hem langzaamaan weer zoveel mogelijk te bewegen.’
Elijah masseerde de balsem in haar schouder. Zijn handen gleden voor een laatste keer over de wond en daarna stapte hij van haar weg. Nirah draaide zich naar hem op, hopend dat ze de geur van sandelhout en ceder nogmaals kon ruiken, maar de scherpe geur van de balsem drong haar neusgaten binnen.
Nirah klemde haar lippen op elkaar. Het zou gemakkelijk moeten zijn om hem te bedanken voor zijn werk, voor al zijn werk. Voor het feit dat hij hier nog steeds stond, ondanks dat hij het niet eens was met haar acties en de manier waarop ze had gehandeld. Toch bleven de woorden in haar keel hangen.
Daynty
Internationale ster



Elijah veegde zijn handen af aan een doek en ruimde de spullen die hij gebruikt had op. Nirahs wond genas goed en sneller dan verwacht mocht worden, gezien de ernst van de verwonding. Dat was te danken aan het kompres dat hij van zijn werk had meegesmokkeld. Het bevatte genezingsbevorderende technologie en speciale stofjes die een verkoelende en verzachtende werking hadden. Met een beetje geluk zou ze er over een week nauwelijks nog last van hebben. Als hij tegen die tijd de locatie van de voorraad medicijnen tegen cipherus had achterhaald, kon ze zonder problemen mee. 
Nirah draalde om hem heen, keek toe hoe hij de verbanddoos dichtklikte en wegschoof in een kastje. Hij kon haar ogen in zijn rug voelen prikken, alsof ze nog iets wilde zeggen. Om eerlijk te zijn zou hij een bedankje uit haar mond niet verkeerd vinden. Hij had een eed afgelegd om altijd zijn patiënten te helpen, maar Nirah was meer dan zomaar een patiënt. Ze waren bondgenoten. En na de gevolgen van de impulsieve aanslag op het feest, was een bedankje het minste dat ze hem kon geven. 
Elijah sloot het kastje en draaide zich naar haar om, zijn wenkbrauwen vragend opgetrokken. 
‘Bedankt,’ gooide ze eruit. Ze maakte haar donkere ogen los van de vloer en keek naar hem op. ‘Voor het kompres en…’ Met haar hand maakte ze een achteloos gebaar. ‘Alles dat je voor de rebellen doet.’
Hij knikte kort. ‘Ik doe het graag.’ Het was geen leugen, maar in de stilte daarna hing een onuitgesproken toevoeging tussen hen in: als je niet zulke radicale, onvoorzichtige dingen doet. 
Nirah liep naar een waterkoker op het bureau en drukte het apparaat aan. ‘Wat moet ik met Trevor doen als je weg bent?’
Het duurde een paar seconden voor Elijah zich realiseerde dat Trevor de gewonde rebel was die in de provisorische ziekenruimte naast hen lag. ‘Om de vijf uur moet er nieuwe pijnstiller worden toegevoegd aan zijn infuus, en elk dag nieuwe ontstekingsremmers.’ Het zou de infectie vertragen, maar niet stoppen. En de pijnstiller zou zijn lijden verzachten en hem slaperig houden. Eenmaal wakker was de kans groot dat hij in een delirium zou vervallen en zichzelf of anderen pijn zou doen. ‘Verder moet hij voldoende vocht binnenkrijgen, daar moet iemand op letten.’
‘Ik kan wel vragen of…’ Nirahs zin stierf weg, maar Elijah wist wat ze had willen zeggen. Rori was altijd degene die begaan was geweest met de gewonden of zieken, meer dan Nirah zelf. ‘Daar kan ik wel iemand voor vragen,’ verbeterde ze zichzelf. 
Zwijgend nam Elijah haar in zich op. Hij vroeg zich af of ze Rori’s dood inmiddels al beter had verwerkt, of ze zichzelf had toegestaan om te rouwen om het meisje, al was het maar voor een paar minuten. Maar afgaand op de manier waarop Nirah zich met een vlak gezicht van hem wegdraaide, was dat niet het geval. 
‘Wil je ook wat thee?’ vroeg ze stroefjes. 
Hij tilde zijn pols op om een blik op zijn horloge te werpen. De wijzers begonnen richting acht uur in de avond te lopen, een van zijn vrije avonden. De volgende ochtend had hij een vroege dienst in het ziekenhuis, dus hij zou op tijd naar huis kunnen gaan om voldoende nachtrust te krijgen. Alleen de gedachte aan het lege, donkere penthouse dat op hem wachtte in Silurian, was geen bijzonder fijn vooruitzicht. Daar was het te rustig, te stil. Daar was teveel tijd om na te denken. 
‘Ik lust wel wat,’ antwoordde hij daarom. Nirah knikte en stortte zich zichtbaar opgelucht op het maken van twee bekers thee. Terwijl hij op de bank plaatsnam, bestudeerde hij haar handelingen. Hoe ze het water inschonk en de half kapotte doos theezakjes naar zich toeschoof. Het was een mengeling van zelf samengestelde thee, gemaakt van planten en kruiden uit de Buitenlanden, en thee die hij, Ryszard of andere rebellen meenamen uit Silurian. Het viel hem op dat Nirah zonder twijfeling wist welke smaak hij het liefste had. 
Dankbaar nam hij de kop thee van haar aan. Een paar seconden zaten ze in stilte op de bank, kijkend naar het uitzicht achter de ramen en voorzichtig nippend van de hete drank. 
‘Ben je binnenkort nog een keer vrij ‘s avonds?’ Nirah trok een been op de bank en draaide zich naar hem toe. ‘Zonder dat je de ochtend daarna hoeft te werken.’
Over de rand van zijn glas keek Elijah haar aan. In haar ogen lag een verlangende blik, eentje die al snel weerspiegeld werd in de zijne. Het was geen raadsel waarom ze de vraag had gesteld. ‘Alles dat je moet weten staat in de agenda,’ antwoordde hij met een flauwe grijns. 
Demish
Internationale ster



Nirah vroeg zich nooit af waarom het zo werkte tussen haar en Elijah. Het interesseerde haar niet waarom ze van een grote discussie naar een stil moment konden gaan. Ze was er simpelweg dankbaar voor dat Elijah haar kon verdragen en dat hij haar aanwezigheid toch verkoos boven zijn lege appartement in Silurian. Als ze het zich inbeeldde, zag ze Elijah op een grote, leren bank en omringd door minimalistische en strakke meubels. Het was niet te vergelijken met de bij elkaar geraapte zooi die Nirah had verzameld, maar ze prefereerde het beeld wat ze nu had: Elijah op een oude bank waarvan het leer vaal was en loskwam.
Dat ze op het ingevulde schema zou kunnen aflezen op welke avonden Elijah hier zou zijn, deed haar glimlachen. Ze haalde zich geen illusies in haar hoofd. Wat zij en Elijah hadden was niet romantisch. Dat hoefde het ook niet te zijn. Ze werkten samen en soms zochten ze allebei een manier om van alle frustratie af te komen.
Misschien had ze toch nagedacht over hoe het kwam dat ze op deze manier met elkaar om gingen.
Ze nipte aan haar thee en keek naar de man die bij haar op de bank zat. Zijn blik lag, net als eerst, op het vergane vliegveld waar ze op uit keken. Soms voelde het alsof Silurian zo ver van hen af was dat het leek alsof ze zich in een veilige haven baanden. Dat terwijl de buitenlanden door de elite als gevaarlijk waren bestempeld.
Elijah zette zijn lege mok op de rand van de bank. Nirah zag dat zijn spieren hem aanspoorden om overeind te komen, maar toch bleef hij in de hoek van de bank zitten.
‘Je kan ook blijven,’ opperde Nirah. Niet omdat ze deze avond naar hem verlangde. Hij hoefde niet eens bij haar in het krappe bed te slapen als hij dat niet wilde, maar ze wist ook hoe het was om terug te keren naar de stad. Iedere keer als zij dat deed, voelde het alsof ze af liep op iets groots en onvoorspelbaars.
Voor even keek hij haar aan, alsof hij probeerde te doorgronden waarom ze dit aan hem voorstelde, maar hij schudde zijn hoofd. ‘Ik moet morgen werken in het ziekenhuis.’
Nirah knikte. Ze wist dat zijn diensten soms vroeg waren. En dat juist die vroege diensten hem de ruimte gaven om in de avonden naar de buitenlanden te reizen en haar te helpen waar het nodig was. Het zou beter zijn als hij nu terug zou gaan, zodat hij een goede nachtrust zou krijgen.
Op dit soort momenten gebeurde er zoveel wat onuitgesproken bleef. Ze had hem al bedankt, maar soms wilde ze dat ze het type was die hem kon omhelzen en hem de juiste woorden toe kon fluisteren. Een aanmoediging voor zijn werk, een beetje bevestiging dat ze hem waardeerde en dat ze hem meer gunde dan wat hij had in zijn leven, maar het enige wat ze deed was met haar theezakje spelen terwijl Elijah zichzelf van de bank duwde en zijn spullen verzamelde.
‘Niet vergeten,’ zei Elijah terwijl hij zijn jas aantrok. In de tunnels was het immers koud. ‘Om de vijf uur een pijnstiller en hij moet voldoende vocht binnen krijgen.’
Ze knikte en draaide het touwtje van het theezakje rond haar vinger. ‘Ik zal het aan iemand vertellen.’
‘En vergeet niet je eigen schouder goed te verzorgen.’ Zijn woorden deden haar glimlachen. Het deed haar altijd goed om Elijah in zijn element te horen. De zorgzame, vaardige dokter die zijn patiënt opdroeg wat er moest gebeuren. En de dokter die wist dat ze haar eigen behoeften zou wegcijferen voor het grotere belang. Hij kende haar te goed.
‘Ik maak geen beloftes.’ Ze zette haar mok aan de kant en hield haar handen verontschuldigend omhoog. ‘Misschien heb ik morgen een doktersafspraak nodig.’
‘Alleen als je een uitgedacht plan hebt om aan de medicijnen te komen.’
‘Ben je me aan het plagen?’ vroeg Nirah. Ze moest haar hoofd op de rand van het bank leggen om Elijah te kunnen zien. Hij stond al bij de deur, klaar om te vertrekken. Zijn hand lag al op de deurklink. ‘Je blijft me verbazen, dokter Woods.’
‘Ik hoop dat jij dat ook doet, Khan.’
Daynty
Internationale ster



‘Weet je zeker dat hij eerder weggaat?’ Zaniah gluurde om de hoek van de muur en dwong haar vingers om te stoppen met het nerveuze gefrunnik aan een lok van haar haren. Het risico om betrapt te worden lag net zo zwaar in haar maag als het idee van wat ze op het punt stond te doen: haar vaders kantoor binnen sluipen. 
‘Ik weet het zeker.’ Ze voelde Ryszard zijn gewicht verzetten en zijn blik verplaatsen van haar haren naar de gang waar ze nu in tuurde. Hij eindigde enkele meters verderop in een open ruimte, waar zich onder andere de deuren naar het kantoor van de koning bevonden. Hoe vaak had ze wel niet in die deuropening gesmeekt dat haar vader haar meer verantwoordelijkheden gaf? Hoe vaak had ze tegenover zijn bureau gezeten om hem te helpen met papierwerk dat niet verboden was voor haar ogen, alleen om te bewijzen dat ze klaar was voor meer taken? 
Ze was ontelbare keren in zijn kantoor geweest, maar nog nooit zonder dat hij daar aanwezig was. Als hij er niet was, zat de deur op slot, altijd onder toezicht van een wachter. 
‘Zaniah,’ klonk Rys’ stem zachtjes achter haar. Ze voelde een klein rukje aan haar arm en liet zich door hem terug trekken achter de beschutting van de muur. ‘Hij gaat zo echt wel weg, maak je geen zorgen.’
Dat probeerde ze te doen, al vanaf dat ze het idee in haar hoofd had gehaald twee avonden geleden. Waar Rys zijn eeuwige kalmte vandaan haalde, was haar een raadsel. Maar het zachte geluid van zijn stem die haar naam had gevormd, herhaalde zich in haar hoofd. Hij sprak haar vrijwel altijd aan met prinses en bijna nooit met haar naam. Het klonk betoverend als hij het uitsprak. Ze wilde hem vragen het nog een keer te doen, dichter naar het geluid toe leunen en zich erdoor laten kalmeren. 
Dat kon niet. Het was niet gepast. Maar waarom was het dan zo verleidelijk? 
Zaniah forceerde zichzelf om een stapje naar achter te zetten en leunde tegen de koele steen van de muur aan. ‘Je moet me echt een keer het geheim van je kalmte vertellen,’ verzuchtte ze. 
Rys’ mondhoeken krulden zich nauwelijks zichtbaar omhoog. ‘Mijn vader heeft me geleerd dat het geen zin heeft om me druk te maken over de toekomst. Op die manier zorg je er alleen voor dat je twee keer door dezelfde stressvolle situatie gaat: één keer door erover na te denken en één keer de ervaring zelf.’
Langzaam knikte ze terwijl ze die woorden op zich in liet werken. ‘Zo heb ik er nog nooit naar gekeken.’ 
Luchtig haalde hij zijn schouders op. 
Zaniah hield haar hoofd schuin. Het was haar niet ontgaan dat hij zijn vader had genoemd. Ze vroeg zich af of de man nog in zijn leven was, of hij nog in leven was. Hoe nieuwsgierig ze ook was, dit was niet het juiste moment om hem die vraag te stellen. Wel was er een andere vraag die door haar hoofd spookte. 
‘Waarom doe je dit?’ Haar ogen gleden onderzoekend over zijn gezicht. ‘Mij helpen met dit.’ Twee dagen geleden toen hij haar zonder een woord over haar plan te zeggen had gewezen op de interval tussen de wisseling van de wacht, was hij haar kamer uitgeglipt voor ze hem er naar had kunnen vragen. In de dagen daarna was ze te druk geweest of had ze geen moment alleen met hem kunnen vinden. 
Zaniah drukte haar lippen op elkaar en wachtte op zijn antwoord. In haar buik fladderde een onrustige kriebel. Ze drukte het weg. Ze wilde niet hopen op een bepaald antwoord, maar kon het niet helpen dat haar gedachten toch even die kant op schoten. Dezelfde kant waar haar herinneringen lagen aan het contact tussen hun vingers toen ze hem de lavendelolie had gegeven, hoe hij in slaap was gevallen op haar bank en hoe hij even geleden haar nam had uitgesproken.
Rys had zijn handen achter zijn rug gevouwen. ‘Ik ben je lijfwacht, het is mijn taak om bij je te zijn, zelfs als je dit soort dingen doet.’
‘Oh.’ Zaniah voelde haar mondhoeken omlaag bewegen. Vlak daarna herstelde ze zich en rechtte ze haar schouders. Ze stond op het punt te antwoorden, toen Ryszard iets toevoegde aan zijn woorden. 
‘En ik zie hoe belangrijk dit voor je is. Dat…  Ik-’ Hij struikelde over zijn woorden en schudde zijn hoofd. ‘Dat wil ik niet bij je weghouden.’
Er flikkerde iets tot leven in haar borstkas, een warm gevoel dat zich als een aangename streling door haar lichaam verspreidde. Ze negeerde het. Ze moest het negeren. 
‘Je hoeft het niet te doen, niet voor mij. Ik zou je nooit vragen om je baan en je vrijheid op het spel te zetten.’ En misschien zelfs zijn leven, maar die harde waarheid kreeg ze niet over haar lippen. 
‘Dat weet ik,’ antwoordde hij. Een glimp van warmte verscheen op zijn gezicht. ‘En ik heb mijn keuze gemaakt, ik blijf.’
Ze keek hem een momentlang aan voor ze knikte, terwijl ze het warme, lichte gevoel dat in haar was geslopen probeerde weg te drukken. 
Zaniah maakte zich los van de muur. ‘Maar als we worden betrapt, dan zeg ik dat ik je heb gedwongen om mee te gaan,’ besloot ze. Rys’ wenkbrauwen bewogen zich naar elkaar toe en hij wilde protesteren, maar ze was hem voor. ‘Je doet al genoeg voor me, moy zashchitnik,’ glimlachte ze. ‘Laat mij jou dit keer beschermen.’
Demish
Internationale ster



Wat voor taal Zaniah zojuist had gesproken wist hij niet, laat staan wat de woorden hadden betekend, maar ze mocht ze ieder moment van de dag herhalen totdat zijn hart een gesmolten poel was en zijn lichaam eindelijk comfortabel was met het warme gevoel dat de prinses soms kon aanwakkeren. Het bracht hem zo van zijn stuk dat hij niet eens kon protesteren tegen haar idee.
Zaniah glimlachte en nam zijn stilte aan als een reactie. Ze draaide zich om en wierp een blik op de wachter die voor het kantoor van haar vader stond. Voorzichtig raakten haar vingers zijn arm. ‘Hij is weg.’ Zoals Ryszard had voorspeld. 
Ze gaf hem nauwelijks de tijd om bij te komen van het gevoel dat haar vingers op zijn arm veroorzaakten. Zaniah liep de hoek om en liep met snelle passen naar het open gedeelte. Hij volgde haar stil terwijl hij zich concentreerden op de geluiden uit de omgeving. Hij hoorde in de verte de lift en de wind die tegen het gebouw aan duwde, maar geen tekenen van een ander persoon.
Haar belofte om hem te beschermen was goedbedoeld, maar Ryszard wist ook dat hij een hoop riskeerde door met haar mee te gaan. Als ze hen zouden betrappen, zou haar uitleg er niet toe doen. 
Zaniah haalde de sleutels uit haar broekzak, maar het gerinkel van de verschillende sleutels verhulde nog net niet de voetstappen van iemand die hun kant op kwam. Ryszard draaide zich om en zijn blik viel op een nis in de muur. Zonder waarschuwing greep hij haar pols en trok hij haar mee de smalle ruimte in, uit het zicht van degene die op hen af kwam.
‘Wat-’
Ryszard legde zijn vinger tegen zijn lippen en knikte naar de gang. Ze knikte en klemde haar lippen op elkaar. Haar ogen waren neergeslagen, waardoor hij opmerkte hoe lang haar wimpers eigenlijk waren en dat de plukken van haar pony net iets te lang waren geworden.
Hij moest zijn hand tegen de muur zetten, vlak naast haar hoofd, om iets meer ruimte tussen hen te creëren. Toch raakten hun bovenlichamen elkaar en hoefde hij maar iets naar voren te buigen om zijn voorhoofd tegen dat van haar te laten zakken.
En ze rook naar viooltjes en margrieten. Hij deed zijn best om de frisse, zachte geur te negeren, maar iedere keer als hij inademde werd hij weer bedwelmd door de geur die onlosmakelijk verbonden was aan Zaniah. 
Gespannen luisterde hij naar de voetstappen. Ze waren gestopt. Hij waagde de gok om zijn hoofd iets uit de nis te kijken. Reggie, de wachter die normaal gesproken altijd eerder vertrok naar het diner, raapte iets van de grond en kwam weer overeind. Voordat hun blikken elkaar konden kruizen, trok Ryszard zijn hoofd weer terug.
Hij ontmoette de vragende ogen van Zaniah. Ze had hem gevraagd naar zijn kalmte, maar het harde geklop van zijn hart moest hem nu wel verraden. Hij had de neiging om zijn hand van de muur af te laten zakken en haar gezicht zachtjes vast te pakken om haar gerust te stellen.
Maar hij kon het niet. Hij mocht het niet. Niet als een lijfwacht, maar al helemaal niet als een rebel. Hij kon haar dat niet aan doen. Als hij opeens zou verdwijnen, als Nirah een ander doel voor hem zou hebben gevonden, dan zou hij zijn prinses achter moeten laten in de glazen torens. Dan zouden ze elkaar nooit meer kunnen zien.
Dan wilde hij liever leven in deze helse situatie. Dan kon hij van een kleine afstand haar bewonderen en zijn gevoelens negeren.
Ryszard hoorde de voetstappen van Reggie wegsterven. ‘Ik denk dat hij weg is,’ fluisterde hij.
‘Ja,’ antwoordde Zaniah geruisloos, maar ze maakte nog geen aanstalten om weg te glippen tussen hem en de muur. In plaats daarvan bleef ze hem aankijken. Ze ademde diep in en uit, waardoor haar borstkas tegen de zijne drukte.
Hij slikte, alsof dat het warme gevoel in zijn buik zou laten verdwijnen. Langzaam liet hij zijn had van de muur zakken, maar ook hij bewoog nog niet richting de uitgang.
Zaniah schraapte haar keel. ‘Hoe eh, hoe lang hebben we tot de volgende wachter komt?’
‘Zeven tot tien minuten, denk ik.’
‘Dan moeten we opschieten.’
Hij knikte. Wat ongemakkelijk probeerde hij meer ruimte te maken voor Zaniah om als eerste tussen de nis uit te glippen. Hij legde zijn hand op haar onderrug en hielp haar de smalle ruimte te ontsnappen. Zodra ze daar uit was, liep ze meteen naar het kantoor.
Voor even sloot hij zijn ogen en liet hij zijn gespannen schouders tegen de muur zakken. Dit moment zou de komende paar dagen opnieuw en opnieuw worden afgespeeld in zijn hoofd, zoekend naar ieder moment dat er misschien meer had kunnen gebeuren.
Hij hoorde sleutels die in een slot werden gestoken en hij opende zijn ogen. ‘Rys?’
‘Ik kom er aan,’ zei hij snel en hij stapte uit de nis. Zaniah stond bij de opengeslagen deuren van het kantoor. Haar ogen glommen, maar haar lichaam stond strak van de spanning. Snel liep hij naar haar toe, zodat hij naar binnen kon en hij de deuren achter hen kon sluiten.
Het kantoor van de koning was indrukwekkend. Net als de vertrekken van Zaniah had het hoge ramen, met lange, luxe gordijnen. Rijen van kasten werden gevuld met boeken en verschillende voorwerpen zoals diploma’s en onderscheidingen.
Hij zou moeten juichen van geluk dat hij op zo’n waardevolle plek terecht was gekomen. Vanuit hier zou hij het verzet pas echt kunnen helpen, maar hetgeen wat hij het meest waardevol achtte, was de prinses die onderzoekend de kamer door liep.
Daynty
Internationale ster



Het voelde alsof haar hart ieder moment uit haar borstkas kon springen toen ze over de drempel van haar vaders kantoor stapte. Warmte gutste door haar aderen en lag zwaar op haar wangen. Het kwam niet door de misdaad die ze begingen door in te breken in het kantoor van de koning. Het kwam door Rys, die vlug achter haar aan naar binnen glipte. 
Zaniah legde een koele hand tegen haar wang terwijl ze langzaam het kantoor doorliep. Hij was zo dichtbij geweest. Dichtbij genoeg dat zijn geur haar als een cocon had omringd, subtiele tonen van jasmijn, bergamot en hout. Het was hoe ze zich voorstelde dat de wilde landen buiten de muur roken: fris en levend, vol onontdekte plekken en onvergetelijke ervaringen. Het paste bij Rys, want voor haar was dat ene moment dat hij zo dichtbij was geweest nu al onvergetelijk. Zijn hand naast haar op de muur en zijn arm die haar afschermde van de gang hadden haar laten inbeelden hoe het zou zijn om helemaal weg te kruipen in zijn armen. Zijn gezicht was zo vlak voor het hare geweest dat ze zelfs in de schaduwen had kunnen zien dat zijn ogen niet simpelweg saliegroen waren, maar een universum van groentinten verweven met gouden en grijze details, een oneindige diepte waarvan ze elk stukje wilde verkennen. 
‘Prinses?’ Ryszard trok haar weg uit de betovering die hijzelf over haar heen had gelegd. ‘Is alles in orde?’ 
Zaniah liet snel haar hand zakken en knikte. ‘Ik heb het alleen warm.’ Ze vroeg zich af of hij er enig idee van had dat hij de reden was van die warmte in haar lichaam. Had hij hetzelfde gevoeld? Zoals altijd verraadde zijn gezicht frustrerend weinig. Ze kon alleen maar hopen dat zij eenzelfde kalmte uitstraalde. 
Verman je, siste ze zichzelf in gedachten toe. Ze veegde haar klamme handen af aan haar broek en liep om het immense bureau heen dat voor de ramen stond. Het glanzende zwartgranieten oppervlak zag er smetteloos uit, er was geen stofje op te bekennen. Het hele kantoor had die onberispelijkheid, die ze zorgvuldig in haar geheugen prentte zodat ze de ruimte precies zo achter zouden laten als ze hem aan hadden getroffen. Ze had haar perfectionisme van haar vader; hij zou het merken als er ook maar één papier op de verkeerde plek lag of een paar centimeter verplaatst was. 
‘Ik zal de tijd in de gaten houden.’ Ryszard was bij het bureau blijven staan. Ze voelde zijn ogen op haar branden, dwars door de kalmte heen die ze probeerde hoog te houden. 
‘Je mag ook wel meehelpen zoeken,’ zei ze. ‘Zeven minuten is nooit genoeg voor mij om alles te bekijken.’ En ze kon het niet verdragen als hij daar naar haar bleef staan kijken. Het wakkerde een gevoel in haar aan dat ze niet toe kon laten en waar ze niet aan wilde denken. Ryszard was geen verboden terrein voor een nacht, voor een keertje, maar voor meer? Zaniah greep de gedachte vast en verpletterde hem voor hij kon uitgroeien tot iets gevaarlijks. 
‘Waar ben je precies naar opzoek? Wat hoop je te vinden?’ 
Opgelucht dat hij zich naar een van de archiefkasten had gedraaid, trok ze de bovenste lade van het bureau open. ‘Iets over de aanslag, over wie erachter zat of zaten. Iets over de Buitenlanden. Ik weet het niet precies… De dingen die voor me worden achtergehouden.’ 
De bovenste lades van het bureau bevatten alleen rommelige papieren, schrijfgerei en netjes in vakjes opgeborgen opladers van tablets, telefoons en laptops. Zaniah had bijna de onderste lade alweer dichtgegooid toen haar oog viel op een stuk tekst. Ze trok het papier onder de andere vandaan en haar ogen gleden over de zwarte, zakelijke letters. Het was haar naam die er was uitgesprongen. Ze werd meerdere keren genoemd in de paragraaf. De eerste zinnen lieten het bloed uit haar gezicht wegtrekken. 

Een andere manier om het volk te kalmeren en een vredige toekomst veilig te stellen, is een huwelijk van kroonprinses Zaniah met een geschikte huwelijkskandidaat. De prinses heeft een leeftijd bereikt waarop trouwen zeer gewenst is en het zou goed zijn als ze zich gaat bezighouden met het vinden van een echtgenoot. 

Het papier trilde tussen haar vingers. De details bovenaan het papier gaven aan dat het een notule was van een vergadering van enkele weken geleden. Ze kon zich niet herinneren dat er was gepraat over een echtgenoot voor haar, dat was vast gedaan nadat zij de ruimte uit was gestuurd. 
Zaniah slikte en probeerde het trillen van haar vingers te beheersen. Er stond niet bij wie dit voorstel had gedaan. Was het een generaal geweest? Eén van de koninklijke adviseurs? En zou haar vader het eens zijn met deze woorden? De verdere tekst verried er niets over, maar de twee zinnen waren genoeg om een zware steen in haar maag te leggen. Haar vader had haar altijd de vrijheid gegeven wanneer het aankwam op jongens en liefde. Er was een onuitgesproken verwachting dat ze zou trouwen met iemand die matchte met haar status, maar haar vader zou haar nooit dwingen te trouwen met iemand die hijzelf had gekozen. Was het verkeerd geweest van haar om aan te nemen dat dat ook betekende dat ze niet perse getrouwd hoefde te zijn om als volwaardige troonopvolger te worden gezien? Was dat de reden dat sommige zaken nog steeds bij haar weg werden gehouden? 
Zaniah vergat bijna waarom ze naar haar vaders kantoor was gekomen. Pas toen Rys’ stem klonk, maakte ze haar ogen los van de tekst. 
‘Ik denk dat ik iets heb gevonden,’ zei hij. Hij wierp een blik over zijn schouder en ze zag zijn ogen afzakken naar het papier in haar handen. ‘Of heb je ook al iets?’ 
Haar handen trilden nog steeds iets toen ze het papier terugschoof onder de andere en de la resoluut sloot. ‘Ik dacht dat het iets was, maar dat was valse hoop,’ loog ze. Toch was het nog steeds niet hetgeen dat ze had gehoopt te vinden. Ze liep om het bureau heen naar de archiefkast waar Rys voor stond. ‘Wat heb je gevonden?’ 
Zijn lippen waren een strakke streep toen hij haar een documentmap aanreikte. ‘Kijk zelf maar.’ 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste