Elysium schreef:
De reis door de lucht verliep gevuld door spanningen. Alle drie de halfgoden hadden door dat er grote dingen gaande waren. Dat Michael vermist was, klonk al erg genoeg. Nu was de regenboog ook nog eens zoek en moesten ze het hele land doorkruisen om bij het kamp te komen. Iedere seconden die ze langer spendeerden aan hun rit, hoe meer het afnam van de rest.
Ergens voelde het voor Luke alsof het voor hen tegen werd gehouden om de gebruikelijke manier van communicatie te kiezen. Edyn had het immers ook geopperd om op die manier contact te houden met Hades. Nu hij daar zelfs mee in had gestemd, leek het ineens niet meer mogelijk. Wellicht betekende het voor hen dat ze de volgende keer weer een reis moesten maken naar de onderwereld.
De meeste gedachten gingen echter uit naar Michael. Luke had zich proberen te bedenken waar hun vriend kon zijn. Of hij veilig was. Als er geen contact met hem te krijgen was, al voordat de regenboog op was gehouden te bestaan, moest er echt iets ernstigs aan de hand zijn. Wellicht wist hij zelf meer, maar dat durfde hij zichzelf en vooral Frankie niet toe te geven.
Luke leidde zichzelf af met blauwe lucht. De zonnestralen die over rand van de koets heen kwamen, vielen op zijn gezicht. Het zorgde ervoor dat Luke zich een beetje op kon laden. Voor even probeerde hij dan ook te genieten van de rust die hen omringde.
Hoewel de omgeving rust uitstraalde, was geen van hen drieën dat. Luke kon het merken aan de manier waarop Frankie haar been op en neer ging van de zenuwen. Aan de manier waarop ze in haar boek aan het krassen was en de diepen zuchten die door bleven gaan. Zijn woorden hielpen niet, dat wist hij zelf ook.
Daarom richtte Luke zich om alles wat om hem heen te vinden was. In de lucht was het weinig. Af en toe moesten ze een vliegtuig ontwijken. Voor de piloten was het vast alsof er een verloren wolk in de lucht hing.
“Waar vliegen we ongeveer?” Vroeg Luke. Hij kon aan de zon bepalen hoe lang ze ongeveer in de lucht zaten. Echter gingen ze met zo’n snelheid dat hij niet kon bepalen waar ze precies waren.
Frankie kwam overeind en leunde wat over de rand.
Luke wist Frankie nog niet op te vangen toen ze naar achteren strompelde en bijna door haar benen zakken. Alsof ze niet gewend was aan de hoogte. Wellicht was het nog een overblijfsel van het schaduwreizen dat haar niet in de koude kleren was gaan zitten.
Voorzichtig trok Luke, Frankie naast zich. Even twijfelde hij maar toch sloeg hij voorzichtig zijn arm om haar heen.
“Ik denk ten hoogte van Kansas.” Zei Frankie voorzichtig. Ergens was Luke opgelucht dat ze in ieder geval halverwege waren. Dat betekende dat ze hooguit nog enkele uren in de lucht moesten hangen voordat ze bij het kamp aan kwamen.
Het kamp. Luke was er in jaren niet meer geweest. Toch hoorde hij nog steeds de verhalen van Edyn. Soms miste hij de tijd die ze daar samen door hadden gebracht. Alles had zo makkelijk geleken. Natuurlijk waren er genoeg queeste geweest. Maar meestal had hij daar niets mee hoeven doen. Zijn vrienden hadden geen gevaar gelopen. De dood was iets geweest wat heel ver weg had gelegen.
Luke liet zijn arm weer naast zich zakken.
“Nog een paar uurtjes.” Zei Luke hardop, waarop Frankie gelukkig knikte. Hopelijk waren ze voor de avond viel in de buurt van New York.
De stilte viel weer over de koets. Heel af en toe was Edyn te horen die de paarden aanmoedigde.
Uit het niets was de stilte vergaan.
“Houdt je vast!” Luke kon Edyn haar woorden niet op tijd verwerken en werd met een behoorlijke kracht werd hij tegen de zijkant van de koets aan gesmeten. Frankie had haar wel vastgegrepen aan de handels die aan de zijkant van de koets zaten, maar ook voor haar was het niet mogelijk om dat geheel te doen waardoor ze tegen hem aanviel.
“Wat is er aan de hand?” Vroeg Frankie geschrokken.
Luke krabbelde overeind, ondertussen pakte hij de pijlen die in de koets lagen vast en haalde hij de boog van zijn rug af. Dit was niet zomaar een windvlaag die Edyn en de paarden niet aan hadden zien komen.
“Er zijn Gryphons!”
Luke moest bijna naast die woorden bukken omdat er een scherpe bek naar hem uit probeerde te halen. Het monster met het lichaam van een leeuw, grote vleugels en kop als een adelaar probeerde zich om te wenden om de aanval in te gaan.
Edyn had echter de teugels stevig vast genomen en probeerden te paarden te vertellen welke kant ze op moesten.
Luke zag echter ook al snel dat het niet maar één gryphon was. Het ging om meerdere. Wat onwennig pakte hij één van de pijlen en legde hij die op zijn boog. Naast hem had Frankie haar werpsterren gepakt.
Luke probeerde zijn pijl te richting op de gryphon, maar omdat ze alle kanten op gingen was dat nogal lastig. Een paar keer diep adem halen en goede concentratie zorgde er voor dat Luke het alsnog wist af te vuren. Mede door de krachten van zijn vader gingen de pijlen naar het doelwit. De flits waar Frankie hem over had verteld was te zien, maar het deerde hem niets. De gryphon daarentegen leek er door afgeleid, waardoor de pijl zijn vleugels raakte en hij uit de lucht viel.
“Het is niet goed voor de paarden om in de lucht te blijven! Ze worden ook aangevallen. We moeten landen, anders kunnen we niet meer verder vliegen.”
“Doe wat nodig is!” riep Frankie, ten teken dat Edyn mocht doen wat ze dacht dat goed was.
Luke wierp een blik over zijn schouder en zag een beeld wat hem normaal gesproken angst aan zou jagen. Edyn kroop vanuit de bestuurdersplaats, naar de rug van één van de paarden. Het was nog net te zien hoe Suzy naar het andere paard sprong.
“Jullie moeten je goed vasthouden!” Riep Edyn, Luke wist dat het naar hen was gericht.
Zelf had hij beide hadden in gebruik en had hij net een nieuwe pijl op de boog gelegd, op zoek naar een nieuw doelwit. Een paar van de sterren vlogen naar één zijde, van welke kant een krachtige kreet kwam. Ze had de gryphon geraakt.
“Frankie! Vasthouden!” Gaf Luke aan, toen hij ook merkte dat ze wel heel erg hard naar beneden aan het dalen waren.
“Er komen er meer bij.”
Luke wist niet of het normaal was voor gryphons om in grote groepen te komen. Dit leek hem echter overdreven. Hij had echter geen tijd om er over na te denken. Ze moesten hier heel doorheen zien te komen.
Hij wachtte dan ook totdat Edyn hen naar de grond had geleidt. De landing was niet perfect, maar zacht genoeg voor de paarden om nog een tijdje door te rijden.
Luke keek naar zijn omgeving: Een open veld. Zolang hij kon, sprong hij uit de koets en maakte hij zich klaar voor de rest van het gevecht.
De reis door de lucht verliep gevuld door spanningen. Alle drie de halfgoden hadden door dat er grote dingen gaande waren. Dat Michael vermist was, klonk al erg genoeg. Nu was de regenboog ook nog eens zoek en moesten ze het hele land doorkruisen om bij het kamp te komen. Iedere seconden die ze langer spendeerden aan hun rit, hoe meer het afnam van de rest.
Ergens voelde het voor Luke alsof het voor hen tegen werd gehouden om de gebruikelijke manier van communicatie te kiezen. Edyn had het immers ook geopperd om op die manier contact te houden met Hades. Nu hij daar zelfs mee in had gestemd, leek het ineens niet meer mogelijk. Wellicht betekende het voor hen dat ze de volgende keer weer een reis moesten maken naar de onderwereld.
De meeste gedachten gingen echter uit naar Michael. Luke had zich proberen te bedenken waar hun vriend kon zijn. Of hij veilig was. Als er geen contact met hem te krijgen was, al voordat de regenboog op was gehouden te bestaan, moest er echt iets ernstigs aan de hand zijn. Wellicht wist hij zelf meer, maar dat durfde hij zichzelf en vooral Frankie niet toe te geven.
Luke leidde zichzelf af met blauwe lucht. De zonnestralen die over rand van de koets heen kwamen, vielen op zijn gezicht. Het zorgde ervoor dat Luke zich een beetje op kon laden. Voor even probeerde hij dan ook te genieten van de rust die hen omringde.
Hoewel de omgeving rust uitstraalde, was geen van hen drieën dat. Luke kon het merken aan de manier waarop Frankie haar been op en neer ging van de zenuwen. Aan de manier waarop ze in haar boek aan het krassen was en de diepen zuchten die door bleven gaan. Zijn woorden hielpen niet, dat wist hij zelf ook.
Daarom richtte Luke zich om alles wat om hem heen te vinden was. In de lucht was het weinig. Af en toe moesten ze een vliegtuig ontwijken. Voor de piloten was het vast alsof er een verloren wolk in de lucht hing.
“Waar vliegen we ongeveer?” Vroeg Luke. Hij kon aan de zon bepalen hoe lang ze ongeveer in de lucht zaten. Echter gingen ze met zo’n snelheid dat hij niet kon bepalen waar ze precies waren.
Frankie kwam overeind en leunde wat over de rand.
Luke wist Frankie nog niet op te vangen toen ze naar achteren strompelde en bijna door haar benen zakken. Alsof ze niet gewend was aan de hoogte. Wellicht was het nog een overblijfsel van het schaduwreizen dat haar niet in de koude kleren was gaan zitten.
Voorzichtig trok Luke, Frankie naast zich. Even twijfelde hij maar toch sloeg hij voorzichtig zijn arm om haar heen.
“Ik denk ten hoogte van Kansas.” Zei Frankie voorzichtig. Ergens was Luke opgelucht dat ze in ieder geval halverwege waren. Dat betekende dat ze hooguit nog enkele uren in de lucht moesten hangen voordat ze bij het kamp aan kwamen.
Het kamp. Luke was er in jaren niet meer geweest. Toch hoorde hij nog steeds de verhalen van Edyn. Soms miste hij de tijd die ze daar samen door hadden gebracht. Alles had zo makkelijk geleken. Natuurlijk waren er genoeg queeste geweest. Maar meestal had hij daar niets mee hoeven doen. Zijn vrienden hadden geen gevaar gelopen. De dood was iets geweest wat heel ver weg had gelegen.
Luke liet zijn arm weer naast zich zakken.
“Nog een paar uurtjes.” Zei Luke hardop, waarop Frankie gelukkig knikte. Hopelijk waren ze voor de avond viel in de buurt van New York.
De stilte viel weer over de koets. Heel af en toe was Edyn te horen die de paarden aanmoedigde.
Uit het niets was de stilte vergaan.
“Houdt je vast!” Luke kon Edyn haar woorden niet op tijd verwerken en werd met een behoorlijke kracht werd hij tegen de zijkant van de koets aan gesmeten. Frankie had haar wel vastgegrepen aan de handels die aan de zijkant van de koets zaten, maar ook voor haar was het niet mogelijk om dat geheel te doen waardoor ze tegen hem aanviel.
“Wat is er aan de hand?” Vroeg Frankie geschrokken.
Luke krabbelde overeind, ondertussen pakte hij de pijlen die in de koets lagen vast en haalde hij de boog van zijn rug af. Dit was niet zomaar een windvlaag die Edyn en de paarden niet aan hadden zien komen.
“Er zijn Gryphons!”
Luke moest bijna naast die woorden bukken omdat er een scherpe bek naar hem uit probeerde te halen. Het monster met het lichaam van een leeuw, grote vleugels en kop als een adelaar probeerde zich om te wenden om de aanval in te gaan.
Edyn had echter de teugels stevig vast genomen en probeerden te paarden te vertellen welke kant ze op moesten.
Luke zag echter ook al snel dat het niet maar één gryphon was. Het ging om meerdere. Wat onwennig pakte hij één van de pijlen en legde hij die op zijn boog. Naast hem had Frankie haar werpsterren gepakt.
Luke probeerde zijn pijl te richting op de gryphon, maar omdat ze alle kanten op gingen was dat nogal lastig. Een paar keer diep adem halen en goede concentratie zorgde er voor dat Luke het alsnog wist af te vuren. Mede door de krachten van zijn vader gingen de pijlen naar het doelwit. De flits waar Frankie hem over had verteld was te zien, maar het deerde hem niets. De gryphon daarentegen leek er door afgeleid, waardoor de pijl zijn vleugels raakte en hij uit de lucht viel.
“Het is niet goed voor de paarden om in de lucht te blijven! Ze worden ook aangevallen. We moeten landen, anders kunnen we niet meer verder vliegen.”
“Doe wat nodig is!” riep Frankie, ten teken dat Edyn mocht doen wat ze dacht dat goed was.
Luke wierp een blik over zijn schouder en zag een beeld wat hem normaal gesproken angst aan zou jagen. Edyn kroop vanuit de bestuurdersplaats, naar de rug van één van de paarden. Het was nog net te zien hoe Suzy naar het andere paard sprong.
“Jullie moeten je goed vasthouden!” Riep Edyn, Luke wist dat het naar hen was gericht.
Zelf had hij beide hadden in gebruik en had hij net een nieuwe pijl op de boog gelegd, op zoek naar een nieuw doelwit. Een paar van de sterren vlogen naar één zijde, van welke kant een krachtige kreet kwam. Ze had de gryphon geraakt.
“Frankie! Vasthouden!” Gaf Luke aan, toen hij ook merkte dat ze wel heel erg hard naar beneden aan het dalen waren.
“Er komen er meer bij.”
Luke wist niet of het normaal was voor gryphons om in grote groepen te komen. Dit leek hem echter overdreven. Hij had echter geen tijd om er over na te denken. Ze moesten hier heel doorheen zien te komen.
Hij wachtte dan ook totdat Edyn hen naar de grond had geleidt. De landing was niet perfect, maar zacht genoeg voor de paarden om nog een tijdje door te rijden.
Luke keek naar zijn omgeving: Een open veld. Zolang hij kon, sprong hij uit de koets en maakte hij zich klaar voor de rest van het gevecht.