Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Bluesweater
Happy Birthday to Itsmeblub & Myonlywish!
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O | A rebellion among the stars
Demish
Internationale ster



Ik ben niet kalm.
Het liefste wilde hij Zaniah de waarheid vertellen. Dat hij, ondanks dat hij kalm oogde aan de buitenkant, wel iets kapot kon slaan en Nirah wilde bellen om haar te vragen waar ze in godsnaam mee bezig was. Hij kon zich niet indenken waarom ze opeens een groot risico had willen nemen en het niet in haar op was gekomen om alle rebellen die ze naar de Torens had gestuurd te informeren.
Langzaam blies hij zijn adem uit. Nu Zaniah zich over hem ontfermde, voelde hij zijn wonden prikken. Hij ontweek haar blik terwijl ze met de vochtige doek het bloed van zijn armen veegde. ‘Het hoort bij mijn werk.’
Zaniah schudde haar hoofd, alsof zijn antwoord niet genoeg was voor haar. Ze plaatste haar vingers onder zijn kin en hief zijn hoofd iets naar het licht, zodat ze de wonden in zijn gezicht kon bekijken. Ze vouwde de doek dubbel en depte het overtollige bloed weg. ‘Niet iedereen kan zo kalm blijven, zelfs niet de beste soldaten.’
Ryszard wist dat ze gelijk had. Ondanks dat het een vereiste was om in de wacht te werken, of als soldaat, bezat niet iedereen de kalmte die hij kon uitstralen. Hij had zijn collega’s vaak genoeg de controle zien verliezen, wat ze vaak alleen nog maar meer had opgefokt. Ze waren te gefocust op hun gevoel, de angsten en paniek die ontstonden. Ryszard dwong zichzelf altijd te kijken naar het grote plaatje. Misschien was dat waarom hij zich nu zo rustig kon houden. Omdat hij wist dat als hij de rust zou verbreken, hij door de mand zou vallen.
‘Ik ben altijd al zo geweest, denk ik,’ zei hij tegen Zaniah. Hij had zijn ogen weer gesloten, zodat hij zich enkel hoefde te focussen op de zachte badstof van de doek en haar voorzichtige aanrakingen. Het leidde hem enigszins af van de boosheid die hij voelde, maar hij hield zich voor dat zodra hij Zaniah weer veilig onder had gebracht, hij contact zou zoeken met Nirah.
‘Zelfs als kind?’ 
‘Ook toen, vrees ik.’ Hij kon niet te veel vertellen over zijn jeugd. Hij was opgegroeid aan de buitenlanden, samen met Nirah. Hij had zich vaak stilgehouden, terwijl zij van alles een probleem had gemaakt en als het ware in opstand was gekomen. Terwijl Nirah had geprotesteerd en gediscussieerd, had hij zich teruggetrokken om op zoek te gaan naar dieren in de omgeving. Zelfs dat kon hij niet aan haar vertellen. Niemand in Silurian kwam zomaar in de buitenlanden.
Zaniah kantelde zijn hoofd nog iets en plaatste de doek tegen zijn wang. Zijn gezicht vertrok en hij trok zijn hoofd snel weg.
‘Sorry,’ verontschuldigde zich. ‘Die wond lijkt wat dieper dan de anderen.’
Ryszard wuifde haar woorden weg. ‘Ik zoek wel iemand op die er naar kan kijken, later.’ Hij opende zijn ogen weer en tastte met zijn vingers langs zijn wang. Het prikte en als hij teveel met zijn mond bewoog, dan trok de huid op een pijnlijke manier.
‘Misschien kan ik het ook wel verbinden?’
Ryszard schudde zijn hoofd en nam voorzichtig haar arm vast, zodat hij die iets naar beneden kon duwen. ‘Je hebt al meer dan genoeg gedaan, prinses.’
‘Wat moet ik anders doen?’ wierp ze tegen. Niet op de directe, eigenwijze manier die hij al van haar had gezien, nog klonk het als een sneer zoals ze die aan hem had gegeven op de dansvloer. Zaniah klonk eerder verslagen, alsof ze bang was dat haar gedachten weer op zouden spelen als ze geen kleine taak had om op te focussen.
Zuchtend knikte hij. ‘Goed dan.’
Zaniah ontfermde zich over de verbanddoos die hij mee had genomen uit zijn badkamer en haalde er pleisters uit, die ze vervolgens op het juiste formaat knipte. Ze deed het met meer behendigheid dan hij had verwacht. Ze bleef hem verrassen.
‘Ik zal hem eerst ontsmetten.’ Ze pakte een flesje met ontsmettingsmiddel en druppelde de vloeistof op een watje. Bedachtzaam bracht ze het middel aan rondom de snee. Nu haar bewegingen niet langer onverwacht waren, was de pijn een stuk beter te verbijten. Of wellicht kwam het doordat hij naar haar gefocuste, donkerblauwe ogen kon kijken.
‘Waar heb je dit geleerd?’ vroeg hij nieuwsgierig. De prinses was van veel meer markten thuis dan hij had verwacht en ook nu verraste ze hem weer. Niet alleen met haar medische kennis, maar ook de zorgzaamheid die ze hem toonde. Het was dezelfde zorgzaamheid die ze in aar stem had gehad op de momenten dat ze anderen aan had gesproken over zijn functie, of hoe ze over hem hadden gepraat.
‘Eén van de dokters die voor ons werkt heeft me een keer een aantal dingen geleerd.’ Kort keek ze hem aan. Ryszard wilde zijn blik lostrekken van de hare, bang dat ze door zou hebben dat hij al naar haar had gekeken, maar het lukte hem niet bij het zien van haar blik. Het leek alsof ze er alles aan deed om zichzelf sterk te houden.
Als het haar hielp om zich te focussen op zijn wonden, dan kon hij dat nog wel iets langer toelaten.
Zaniah bracht de dunne pleisters aan op zijn wang en streek met haar duim over de uiteinden om ze steviger te bevestigen aan zijn huid. Ryszard wierp een blik op zijn armen en handen en bewoog zijn vingers.
‘Ik heb het idee dat er hier en daar toch nog wat glassplinters zitten.’ Hij draaide zijn hand naar haar om, zodat ze deze nogmaals kon inspecteren. Hij had haar al naar een veilige plek gebracht, maar hij hoopte dat hij haar nare gedachten ook op een veilige afstand kon houden. 
Daynty
Internationale ster



Nadat Zaniah de wond in zijn gezicht had behandeld en er een pleister op zat, nam ze opnieuw plaats op de stoel. Ryszard draaide zich op het bed zodat ze bij zijn arm kon om de wondjes nog een keer te inspecteren. Ze was er zeker van dat ze geen glassplinters gemist had, maar ze was allang blij dat hij haar langer iets te doen gaf. 
Een paar minuten lang bekeek ze in stilte de sneetjes en schrammen op zijn armen, speurend naar kleine glinsteringen van achtergebleven splintertjes. Over enkele grotere wonden op zijn armen had ze al pleisters geplakt  waardoor ze die niet nogmaals kon controleren. Sommige van de sneeën waren misschien wel diep genoeg om littekens achter te laten op zijn armen. 
Die littekens zouden op haar armen hebben gestaan als hij er niet was geweest, bedacht ze zich. Naast de immense opluchting die door haar heen ging omdat hij zo oplettend was geweest, knaagde er daaronder een schuldgevoel aan haar. 
'Heb je er zelf voor gekozen om je aan te melden als lijfwacht?' vroeg ze. Ryszard was zichtbaar verwacht door de plotselinge vraag, die voor hem vast uit het niets kwam.
'Kapitein Meera heeft mij gekozen voor de taak,' antwoordde hij. Hij keek haar vragend aan, maar Zaniah knikte enkel. Het klonk niet alsof het zijn eigen ambitie was geweest om een koninklijke lijfwacht te worden. Na wat er vanavond was gebeurd,  zat haar dat niet lekker. Waarom had Meera niet gewoon iemand gekozen uit de rekruten van de koninklijke wacht? Waarom perse Rys?
Alsof hij de vragen uit haar ogen kon aflezen, voegde hij eraan toe: 'Mijn prestaties waren haar kennelijk opgevallen.'
'Ik kan nu wel begrijpen waarom,' zei Zaniah met een kleine glimlach. Die glimlach verdween vlak daarja weer van haar gezicht. 'Maar als dit niet je eigen keuze is geweest, dan kan ik je niet vragen om dit te blijven doen, niet na wat er vanavond is gebeurd.' Ze was klaar met de tweede controle van zijn armen en schoof iets naar achter op de stoel. 
Ryszard keek haar aan met een niet-begrijpende frons tussen zijn wenkbrauwen. 'Als er iets is dat vanavond duidelijk heeft gemaakt, dan is het wel dat ik op de juiste plek ben.'
Zaniah knikte geduldig. 'Maar als je hier niet zelf voor hebt gekozen...' Ze maakte een onhandig gebaar met haar hand. Ze wilde niet dat het leek alsof ze hem weg wilde hebben - dat was absoluut niet zo - maar ze kon hem niet vragen zijn leven voor haar in gevaar te blijven brengen als hij zich daar niet eens zelf voor had aangemeld. Van de andere lijfwachten was het vanzelfsprekend dat ze zich voor het gevaar gooiden. Zaniah was opgegroeid met het idee dat het een nobel iets was om de koninklijke familie op die manier te dienen, maar die lijfwachten hadden daar zelf voor gekozen. 
'Ik heb er niet zelf voor gekozen, maar ik heb wel zelf ja gezegd op het aanbod,' antwoordde Rys. Terwijl Zaniah nadacht over die woorden, keek ze toe hoe hij opstond van het bed en de spullen van de verbandtrommel opruimde. Haar blik bleef hangen bij de bloedvlekken in de handdoek die hij terugbracht naar de badkamer. Nog steeds bleven haar gedachten malen over wie er achter de explosie kon zitten. Vandaag was het jubileum van Silurian, een half millenium vrede en veiligheid voor de mensen. Hoe kon iemand het zich in zijn hoofd halen om dat te verstoren? Om slachtoffers te maken op een feestdag?
Toen Rys terug de slaapkamer in kwam lopen, schoot haar plotseling iets te binnen. 'Moet je niet aan iemand laten weten dat je oké bent? Voor als het nieuws van de explosie zich verspreidt en je ouders het misschien horen, of je vrien-'
'Nee,' onderbrak hij haar. Zijn stem had zo'n harde ondertoon dat Zaniah ervan schrok. Toen hij echter weer sprak, was zijn stem terug naar de kalme toon die ze van hem kende.
'Nee, dat is niet nodig,' zei hij. Hoewel zijn stem verzacht was, hield hij zijn lichaam van haar weggedraaid. Doordat zijn bovenlichaam nog steeds bloot was, kon ze goed zien hoe gespannen zijn schouders stonden. Zaniah veegde over een kreukel in haar jurk, plots niet wetend wat voor houding ze zichzelf moest geven. Het voelde alsof ze een fout had gemaakt door die vraag aan hem te stellen, maar ze kon niet bedenken waarom.
Vermoeid sloot ze voor even haar ogen. Waar ze even geleden graag afleiding had gewild, wilde ze nu alleen nog maar in bed kruipen en slapen. Ze wilde weg uit deze benauwde kamer en bij Rys' stille aanwezigheid. 
Resoluut kwam Zaniah overeind van de stoel, wat haar een zeurende steek van haar ribben opleverde. 'Kan ik al terug naar mijn eigen vertrekken?'
Ryszard keek een momekt bedenkelijk voor zich uit voor hij knikte. 'Dat zou inmiddels wel moeten kunnen.'
'Mooi.' Ze beende langs hem heen naar de deur van zijn kamer. 'Ik ben klaar met deze avond.'
Demish
Internationale ster



De explosie was geslaagd.
Nirah haar ogen hadden het scherm niet meer verlaten sinds ze het bericht van Isaac had ontvangen. De explosieven waren met succes geplaatst in de balzaal en hij had ze af laten gaan. Velen waren gewond, de Torens was afgesloten om te voorkomen dat de mogelijke dader zou ontsnappen. Volgens Isaac verdacht niemand hem. Alles verliep volgens plan.
Steeds meer namen van gewonde diplomaten en ministers dropen binnen. Nirah had gehoopt om ook de koninkelijke familie te treffen, maar wellicht had ze dat al gedaan door in te breken in hun veilige thuishaven en ze aan te vallen op het moment dat ze dat niet verwachtten.
Een binnenkomende oproep trok haar aandacht weg van het scherm. Ze hoopte dat het een van de rebellen was die zich rondom de Torens had gepositioneerd, met meer nieuws over de huidige situatie in Silurian.
‘Praat,’ zei ze, nadat ze had opgenomen. Ze boog zich weer naar het scherm toe om de blauwdrukken van de Zuidelijke Toren te bekijken. De explosie had de balzaal beschadigd, maar het leek er niet op dat het iets voor haar en de rebellen kon betekenen.
‘Nirah? Eindelijk!’ De bekende stem van Ryszard klonk aan de andere kant. Hij klonk ingehouden, alsof hij bang was dat iemand anders hem zou horen.
‘Ryszard? Wat denk je wel niet? Je weet hoe gevaarlijk het is om contact op te nemen terwijl je daar bent!’ siste Nirah. Hoe langer ze communiceerden op deze manier, hoe sneller ze het signaal op zouden kunnen vangen. De technische dienst zou Ryszard zonder moeite weten te traceren en hem ter plekken ondervragen, of vermoorden. En daarna zouden ze haar kant op komen. Dat kon ze niet riskeren.
Haar vingers gleden naar haar oortje, van plan om het gesprek te beëindigen, maar de kille stem van Ryszard hield haar tegen. ‘Dat maakt me niet uit.’
Nirah schudde haar hoofd. Hij zou naar haar moeten luisteren. Ze had hem expres buiten haar plannen gehouden. Hij was een van haar meest gekoesterde rebellen. Als enige had hij de koninklijke wacht weten te infiltreren en dat was iets wat ze niet kwijt kon raken. ‘Denk aan je cover, Ryszard. We willen niet dat iemand het ontdekt.’
‘Er was bijna niets meer geweest om te ontdekken, Nir. Die explosie had me kunnen doden. Dat had het bijna gedaan.’
‘Wat bedoel je?’ Nirah veerde overeind en plaatste haar handen op het bureau. ‘Ik ging er vanuit dat je niet aanwezig zou zijn op het feest. Ik heb het dienstschema gecontroleerd van deze maand en je naam stond er niet op.’
‘Mijn naam stond er niet op omdat ik ander werk heb gekregen,’ beet Ryszard haar toe. Hij schreeuwde niet naar haar. Diep van binnen wilde ze dat hij dat wel deed. Ryszard zijn kalmte had haar altijd al geïrriteerd. Ze begreep niet hoe iemand zich zo kon gedragen, alsof niets hem raakte.
‘Ander werk? En dat laat je niet weten?’
‘Dat heb ik geprobeerd!’ Ryszard verhief zijn stem en Nirah klemde haar lippen op elkaar. De laatste paar dagen had ze zijn oproepen genegeerd. Ze had zich beziggehouden met andere, belangrijke dingen.
Ryszard zuchtte en ging verder in zijn behouden, kalme toon. ‘Je had me moeten waarschuwen, Nirah. Als ik op de hoogte was geweest van je plannen-’
‘Dan was je een extra risico geweest,’ maakte ze zijn zin af. ‘Waarom denk je dat ik nieuwe rebellen heb gekozen? Ze zijn vervangbaar. Jij bent dat niet.’
‘Het was roekeloos, Nirah. Wie plaatst er nou explosieven in het midden van een balzaal, op een dag als vandaag?’ Nirah balden haar handen tot vuisten. Haar knokkels duwden in het hout van de tafel.
‘Iemand die een punt wil maken.’ Silurian had teveel van haar afgenomen, van zoveel mensen. En nu ze Rori hadden getroffen… Het was tijd dat iemand de stad, en het koningshuis, voor het blok zette.
‘Je klinkt alsof je je verstand hebt verloren.’
‘En jij klinkt alsof je vergeten bent wat je daadwerkelijke taak is,’ zei ze verbeten. ‘Je bent daar om te vechten. Je bent een wapen, Ryszard. En wapens janken niet.’
Zonder zijn antwoord af te wachten, drukte ze het gesprek weg en deed ze haar oortjes uit. Vanavond was een win voor haar, voor het verzet. Dat zou ze zich niet laten afnemen, ook niet door een vriend die zich genegeerd voelde omdat ze hem niet had betrokken in haar plannen.
Nirah liep naar de bijzettafel waar een fles drank op stond naast een leeg glas. Hun voorraden waren schaars, maar deze avond vroeg om een overwinningsdrankje. Ze draaide de dop van de fles en schonk een ruime hoeveelheid in haar glas.
‘Deze is voor jou, zusje,’ mompelde ze, waarna ze een flinke slok nam. De alcohol brandde in haar keel, maar het smaakte naar zoete victorie. Ze draaide zich naar de beplakte ramen. Het was nog midden in de nacht, maar ze kon zich inbeelden hoe de lucht er nu uit zou zien. Hoe bevredigend het zou zijn om de zon haar opgang te aanschouwen, wetend dat er een nieuw tijdperk aan was gebroken.
‘Nirah! Waar ben je?!’ De stem galmde door de ruimte. Alert draaide ze zich naar de ingang. Ze had hem hier niet verwacht, niet nu al. En zeker niet met de hoeveelheid boosheid die ze in zijn stem had gehoord.
Ze goot het resterende beetje drank naar achteren. Als ze Elijah zou moeten trotseren, dan zou ze dat nodig hebben.
Daynty
Internationale ster



Het monotone gepiep vulde de ruimte, de klanken kort en kil, zakelijk haast, alsof ze niet het ritme van een leven waren. Elijah wierp een schuine blik op de hartmonitor, waar de timing van de pieken in het grafiekje overeenkwamen met de piepjes die het apparaat liet horen. De meeste mensen irriteerden zich aan de voortdurende stroom van de geluidjes, zoals de verpleegkundige die hem assisteerde en regelmatig kort haar hoofd schudde alsof ze daarmee het geluid kon verdrijven. Voor Elijah werkte het gepiep kalmerend. Het was een geluid dat aangaf dat hij aan het werk was, dat hij bezig was met hetgeen waar hij goed in was en waar hij zich comfortabel mee voelde. Misschien dat hij daarom zonder aarzeling een extra avondshift had aangenomen toen het aanbod voorbij was gekomen.
‘Dokter Woods?’ De zachte stem van de verpleegster trok zijn aandacht weg bij de monitor. ‘Is alles in orde? Maakt u zich zorgen om een van de waarden?’ Haar stem was een tikkeltje verontrust terwijl ze zelf naar het scherm tuurde en probeerde uit te puzzelen wat hij daar kon hebben gezien. 
‘Alles is in orde, Ava,’ stelde hij haar gerust terwijl hij zijn blik terugbracht naar de patiënt die tussen hen in op de operatietafel lag. ‘Maar houd de zuurstofverzadiging van zijn bloed goed in de gaten. Het moeilijkste gedeelte komt nu.’ 
Hij hield zijn hand uit en nam het gereedschap van haar aan dat hij nodig had om de gescheurde slagader mee te dichten. De patiënt, een jongeman die hij begin twintig schatte, was drie kwartier geleden binnengebracht bij de spoedpost van het ziekenhuis. Een aanrijding met een auto, was Elijah verteld, maar de oorzaak deerde hem op dit moment niet zoveel. Het enige dat voor hem van belang was, was het redden van een leven. 
Alleen dat was een grote taak om maar met twee mensen voor elkaar te krijgen. 
Gewoonlijk zou er zeker nog een arts bij zijn, evenals een klein team verpleegkundigen en assistenten. Hij zou meer apparaten en meer mogelijkheden hebben, meer kansen. Maar dit was de derde ring. Hier was geen geld voor dat soort dingen, en ook geen aandacht. Er was alleen hij, die regelmatig aanbood hier uren te maken zodat hij iets kon betekenen voor alle mensen, niet alleen voor de elite in het centrum en de rijke klasse van de tweede ring. 
Elijah drukte zijn gepieker naar de achtergrond, liet het gepiep van de hartmonitor zijn hoofd opnieuw vullen terwijl hij aan de slag ging met het penibele klusje. 
‘De zuurstof schommelt,’ waarschuwde Ava hem. Er klonk een lichte trilling door in haar stem. Dat was het enige dat haar gebrek aan ervaring verraadde, die onzekerheid. Tot nu toe had ze prima werk geleverd, maar Elijah was er niet gerust op dat ze haar hoofd koel kon houden als er dingen mis gingen. 
En dan zou er plots nog maar één persoon over zijn om het leven te redden.
Hij waagde een snelle blik op het scherm met de waarden voor hij terugkeek naar de opengelegde buikholte van de patiënt. ‘Zolang het niet onder de kritieke waarde komt, is het goed. Maar wees vast klaar om extra zuurstof toe te dienen als dat nodig is,’ zei hij. ‘Ik ben bijna–’
Het gestage gepiep zwol plots aan tot een luid en wild ritme. De piek op de monitor schoot omhoog en tegelijkertijd dook de zuurstofverzadiging naar beneden. Bloed stroomde de buikholte van de man in. 
Elijah vloekte binnensmonds, verwoed zoekend naar de bron van de bloeding. Het kon niet de slagader zijn waar hij mee bezig was, die zag er netjes uit. De jongen moest nog ergens anders een scheur in een ander hebben opgelopen die nu open knapte. 
‘Ava, meer doeken.’ Zijn harde stem zette de verpleegster met een schok in beweging. Haar gezicht was lijkbleek en opnieuw vloekte Elijah. Het was niet haar schuld dat ze haar een taak gaven waar ze niet klaar voor was, maar het kwam hem nu wel bijzonder slecht uit. Hij propte de doekjes in de buikholte om het bloed te absorberen, zodat hij kon zien wat hij daar deed. Voorzichtig zocht hij zich een weg om enkele organen van de man, waarachter hij al snel de nieuwe gescheurde ader ontdekte. Een gevoel van opluchting overspoelde hem – nu hij de bron had gevonden, kon hij het oplossen. 
Elijah hield zijn hand op. ‘Slagaderklem,’ eiste hij van Ava. Als hij snel genoeg was, kon hij de bloeding dempen voordat het lichaam van de jongen het op zou geven. 
Ava reikte naar het tafeltje waarop de instrumenten lagen uitgestald toen de deuren van de operatiekamer onaangekondigd open vlogen. De klap waarmee ze tegen de muur tot stilstand kwamen, lieten haar schrikken, maar Elijah maakte zijn blik niet los van zijn werk. Wie of wat het ook was, kon wachten. 
‘Elijah Woods.’ De mannenstem klonk gejaagd, alsof de persoon een eind had gerend. ‘U moet met ons meekomen.’
‘Zien jullie niet dat ik bezig ben?’ grauwde hij geërgerd, terwijl hij Ava gebaarde om op te schieten met de klem. Haar ogen waren echter gericht op de personen achter hem en ze maakte geen aanstalten om in beweging te komen. 
Elijah wierp een blik over zijn schouder om te zien wie haar zo intimideerde. Bij het zien van de twee in volle uitrusting gehulde militairen verkilde het bloed in zijn aderen. Ze hadden hem door, was zijn eerste gedachte. Ze wisten dat hij de rebellen hielp. 
‘We hebben expliciete orders van de Zijne Majesteit zelf dat u direct mee moet. Er is een explosie geweest bij het jubileumfeest en uw vaardigheden zijn nodig voor de gewonden,’ antwoordde de soldaat, onaangedaan door zijn irritatie. 
Vol ongeloof staarde Elijah naar de patiënt op de tafel. Had de koning enig idee wat hij van hem vroeg? Als hij nu wegging, zou deze jongen sterven. Hij was al aan het sterven, met het bloed dat maar bleef stromen uit de gescheurde ader. 
‘Laat me alleen nog dit af maken.’ Elijah reikte over de tafel heen naar het karretje met instrumenten. Als Ava hem niet hielp, zou hij zichzelf wel hielpen. 
Een gehandschoende hand trok het karretje buiten zijn bereik. ‘Onze orders waren duidelijk,’ zei de soldaat. ‘U komt nu mee en anders moeten we u onder dwang meevoeren. Zijne Majesteit zal daar niet blij mee zijn.’
Elijah gromde en klemde zijn kaken op elkaar. Het liefst vertelde hij de soldaten dat ze een eind op konden hoepelen, maar een bevel van de koning weigeren was iets heel anders. Het had hem al zijn overtuigingskracht gekost om zijn baas bij het ziekenhuis in het centrum waar hij zijn vaste baan had te overtuigen om hem extra uren te laten maken in de derde ring. Uiteindelijk had een goed woordje van koning Erendyz de man over de streep getrokken. 
Elijah wist heel goed dat de koning die gunst echter zonder twijfel in zou trekken als hij dit bevel niet opvolgde. 
Woedend smeet hij zijn gereedschap aan de kant en trok hij zijn operatiehandschoenen uit.
‘Dokter Woods?’ vroeg Ava onzeker. Ze keek naar de jongeman op de tafel, naar zijn open buikholte en al het bloed, terwijl de hartmonitor op de achtergrond oorverdovend tekeer bleef gaan. 
Elijah schudde alleen kort zijn hoofd voor hij zich omdraaide om de soldaten de operatiekamer uit te volgen. De jongen was verloren. 
Nog voor de deuren weer achter hem dichtvielen, ging het gepiep over in één lange, onafgebroken toon. 
Hij was dood. 
Een verloren leven dat niet verloren had hoeven zijn. 

De nachtelijke uren hadden zich aaneengeregen tot één grote chaos van bloed, gebroken botten en brandwonden. In de puinhopen van de balzaal had hij tussen de glasscherven meegeholpen de meest zwaargewonde gasten te behandelen. Hij was niet de enige arts. Uit elke hoek van de eerste en tweede ring waren specialisten gehaald om te redden wat er te redden viel. 
Niet alles was te redden geweest. Gasten die dichtbij de bron van de explosie in de buurt hadden gestaan, waren als lappenpoppen aan flarden gescheurd. Hun ledematen of wat daar nog van over was, lagen tussen de brokstukken en scherven. Zodra hij de balzaal binnen was gestapt, had Elijah geweten dat het niet zomaar een explosie was geweest. Niet zomaar een ongeluk, een tragische samenloop van omstandigheden. 
Deze explosie was gemaakt om te doden en te verwonden. Alleen de rebellen hadden de middelen en de mensen op de juiste plekken om ziets voor elkaar te krijgen. En dat betekende dat er maar één persoon was die hierachter zat: Nirah.
Hoewel Elijah die nacht meerdere gasten had weggetrokken van het randje van de dood, kon hij alleen maar denken aan het ene leven dat door zijn vingers was geglipt; de jongeman uit de derde ring. Nog steeds galmde de onafgebroken toon van de hartmonitor door zijn hoofd. 
De zinloosheid en onnodigheid van die dood maakten hem woedend. Daarom was hij zodra dat kon weggegaan bij de gewonden. Hij had de Torens verlaten en was afgedaald in het oude, vergeten metrostelsel onder de stad. Het doolhof van tunnels kende hij inmiddels uit zijn hoofd. Tegen de tijd dat hij onder de Muur door was en vlakbij het oude vliegveld weer boven de grond was gekomen, tuurde het ochtendgloren al boven de horizon uit, een zacht licht verspreidend over de Buitenlanden. 
Elijah had niet de moeite of beleefdheid genomen om aan te kloppen voor hij Nirahs woning binnenstormde. Zij had hem diezelfde dingen immers ook niet getoond door hem niet op de hoogte te brengen van de aanslag. Als hij het had geweten, als iemand anders de operatie had gedaan… 
Er kwam niet meteen een reactie op zijn geschreeuwde vraag. Hij smeet de deur achter zich dicht en verhief zijn stem nog harder. ‘Nirah!’
Aan het einde van de gang ging een deur open en de jongedame met de dikke bos zwarte haren verscheen in de deuropening. ‘Je hoeft niet zo te schreeuwen, ik ben hier.’
Met grote passen beende Elijah naar haar toe. Hij smeet de deur verder open en stampte langs haar heen de ruimte in. ‘Hoe haal je het in je hoofd!? Een aanslag in de Torens, heb je enig idee van wat je hebt gedaan!’
Bij de deur sloeg Nirah haar armen over elkaar heen. ‘Je kunt normaal tegen me praten of niet tegen me praten.’
De onverschilligheid in haar stem joeg zijn woede alleen maar verder omhoog. ‘Vertel mij niet wat ik moet doen!’ tierde hij. ‘Je hebt geen flauw idee wat die actie van je heeft veroorzaakt!’
‘Ik weet heel goed wat mijn actie heeft veroorzaakt.’ Nirah hief haar kin. Ook zij praatte nu harder. ‘Het heeft die arrogante rijkaards in laten zien dat ze niet zo onaantastbaar zijn als ze denken. Het heeft ze laten zien dat er mensen zijn die terugvechten.’ Haar blik ging over hem heen, over de bloedvlekken in zijn kleren. ‘En zo te zien heeft het ze goed geraakt.’
Met enkele stappen stond hij voor haar. ‘Je hebt geen idee wat je hebt gedaan,’ siste hij. ‘Deze aanslag zal de beurzen van Silurian naar beneden laten storten en weet je wat dat betekent? Dat betekent dat we al ons geld kwijt zijn, Nirah. Al het geld dat we nodig hadden voor de medicijnen die ik met zoveel moeite heb weten te regelen.’
Even flitste er iets over haar gezicht, een mengeling van schrik en ontsteltenis, maar het was zo snel verdwenen dat Elijah niet zeker wist of hij het goed had gezien. 
‘Dit was de grootste aanslag op de elite tot nu toe!’ Ze zette haar handen in haar zij en stapte dichterbij. Met een felle blik in haar ogen keek ze hem aan. ‘Je zou me moeten feliciteren met deze overwinning.’
De razernij in zijn binnenste zwol verder, maar in plaats van withete woede voelde hij nu enkel een ijskoude kalmte. ‘Ik zal je vertellen waarmee ik je moet feliciteren,’ sprak hij kalm. ‘Ik moet je feliciteren met de dode jongen uit de derde ring. Hij had een auto-ongeluk gehad, twee gescheurde slagaders. Ik zat middenin zijn operatie toen de soldaten binnenkwamen om me mee te slepen naar de Torens om daar te helpen bij met gewonden.’ Elijah verkleinde de afstand tussen hen nog meer en dreef haar met haar rug tegen de muur. Hij plaatste zijn handen naast haar hoofd en boog zich dreigend naar haar toe. ‘Ik had hem kunnen redden. Ik had hem bijna buiten levensgevaar, en toen haalden ze me weg. Die jongen is dood, Nirah. Hij was nog maar net twintig en nu is hij dood, dankzij jou.’ Hij prikte hard in haar schouder met zijn vinger. ‘Ik kon hem niet redden. Dankzij jou.’
Demish
Internationale ster



Nirah trotseerde de razernij van Elijah met haar kin geheven. Het speet haar dat een onschuldig leven was beëindigd deze avond, maar dit was geen strijd zonder doden. Als ze de heerschappij van de Erendyz familie wilden veranderen, dan moesten er risico’s genomen worden. Grootse risico’s. Het verzet moest radicaal zijn, uitdagend. Alleen op die manier kregen ze de aandacht en werd er geluisterd.
Met een strak gezicht duwde ze Elijah’s vinger aan de kant. ‘Het is niet mijn schuld dat dronken rijkaards hun leven van een hogere waarde schatten. Dit is precies waarom ik het gedaan heb. Om te laten zien dat ze niet ontastbaar zijn, zelfs niet in de tweede of eerste ring. Ze zijn menselijk, en daarvoor kwetsbaar.’
‘Het was niet aan jou om dat leven te beëindigen, Nirah!’
‘Ik heb niets beëindigd!’ Ze verhief haar stem en stapte naar voren, ondanks dat Elijah haar daar niet veel ruimte voor gaf. Met zijn armen hield hij haar nog altijd gevangen tussen de muur en zijn eigen lichaam. Zijn kaken stonden strak, zijn donkere wenkbrauwen waren gefronst in woede. Ze maakten geen ruzie, niet op deze manier. Ze discussieerden, gooiden met argumenten en zijzelf kon soms woest worden als Elijah haar niet leek te begrijpen, maar dit was compleet iets anders.
‘Het spijt van die jongen, van zijn leven. Ik weet zeker dat je hem had kunnen redden, maar dit waarom we tegen ze moeten blijven vechten. Omdat ze zichzelf hoger plaatsen dan de rest. Ze geven niet om de levens in de derde ring. Ze achten hunzelf belangrijker. Ze zijn harteloos.’
Elijah sloeg met zijn vlakke hand op de muur, vlak naast haar hoofd. Ondanks dat ze wist dat hij haar nooit zou slaan, schrok ze en stapte ze weer naar achteren. Elijah’s haar viel voor zijn ogen en hij keek haar intens aan. ‘Als jij hier niets om geeft, dan ben je geen haar beter.’
Dit was geen blinde razernij, besefte ze zich. Dit was de wanhoop omdat hij de eerste ring niet tegen had kunnen spreken. Omdat van hem werd verwacht weg te lopen van iemand die hem harder nodig had. Ze had met hem te doen, maar dat hij suggereerde dat ze geen empathie had, bracht een nieuwe vlaag woede in haar naar boven.
‘Ik heb dit voor ons gedaan!’ Ze gebaarde naar hem en haarzelf. ‘Voor iedereen uit het verzet, de derde ring en de mensen die worden geweigerd bij de muur. De elite in Silurian neemt en neemt en neemt en ik ben er klaar mee! Nu weten ze waar ze mee te maken hebben.’
‘Ze hebben te maken met een verzet zonder middelen! Ons geld is weg, we hebben geen toegang meer tot de medicijnen die we nodig hebben. We hebben niets meer, Nirah. Jij hebt dat van ons afgenomen.’ Het grijs in zijn ogen had de kleur aangenomen van donkere onweerswolken die klaar waren om hun bliksem op haar af te vuren.
Nirah schudde haar hoofd en dook onder zijn arm door. ‘Dan halen we ergens anders geld vandaan! We kunnen een trein beroven voor de medicijnen. We lossen het wel op. Ik los het op.’ Zonder Elijah nog een blik waardig te gunnen, liep ze terug naar haar bureau. Terwijl ze liep, bond ze haar dikke haardos vast in een staart.
Harde voetstappen volgde haar. Elijah greep haar arm en draaide haar om. Pijn schoot door haar schouder, maar ze hield haar kaken stevig op elkaar. Realisatie flitste over het gezicht van Elijah en snel liet hij haar los. Toch bleef zijn woedende blik aanhouden.
‘De mensen die je in de toren hebt geplaatst… Isaac, Ryszard. Ik zag ze niet in de balzaal.’
‘Ze zijn allebei veilig. Isaac is degene die de explosie heeft geplaatst. Ryzard was nog in de zaal op het moment dat het gebeurde, maar-’
‘Hij was in de zaal?! Nirah, heb je wel nagedacht over wat er had kunnen gebeuren?’
‘Natuurlijk heb ik dat wel!’ Nirah balde haar vuisten. Ze haatte het dat hij dit zag als een irrationele actie, een handeling zonder voorbedachte reden. Het was alles behalve dat. ‘Behandel me niet als een onbekwaam kind, Elijah! Ik ben de leider van het verzet en ik weet wat ik doe. Bevraag mijn handelingen niet nog eens.’
‘Als jouw handelingen leiden tot onnodige doden, dan doe ik dat wel,’ siste hij. ‘Dit is niet hoe je bent. Je zou een aanslag als deze maanden van te voren plannen.’
‘Wie zegt dat ik dat niet heb gedaan?’ Ze sloeg haar armen over elkaar. Wat als ze deze actie bewust geheim had gehouden voor iedereen, omdat het te gevoelige informatie was om uit te lekken? Elijah zou er niets van weten en hij zou dan niet de enige zijn die ze er buiten had gehouden.
Maar je moet niet tegen hem liegen. Niet tegen hem. 
‘Als dat zo was, dan had je zelf al veel te snel je mond voorbij gepraat. In ieder geval tegen Rori.’ Nirah verstarde bij het horen van haar naam. Elijah sprak hem zo simpel uit, alsof het meisje ieder moment de ruimte in kon wandelen, haar geweer op de tafel zou werpen en zich terug zou trekken op haar tablet om daarop aan de slag te gaan met de vervalste documenten. 
Nirah schudde de rouw die haar probeerde te verteren van zich af. Ze wilde het nog niet toelaten. Nog niet. ‘Het maakt niet uit wie ik wel of niet wat heb verteld, hoelang ik dit heb gepland. Het is gebeurd en het heeft zijn doel bereikt. We hebben Sirulian van binnenuit verzwakt.’
‘Je hebt ze alleen boos gemaakt, Nirah.’
Nirah gebaarde met haar handen. ‘Laat ze maar komen. Ze zullen slechts een greintje van de woede voelen die ik al jaren in me heb.’
Daynty
Internationale ster



Haar onverschillige houding tegenover de roekeloosheid van haar actie maakte hem woest. Het waren dan wel de orders van de koning die hem weg hadden getrokken bij de operatie, maar het was haar actie die daartoe had geleid. 
‘Het maakt wel uit wie je het verteld,’ grauwde hij. ‘Als ik het had geweten, had ik gezorgd dat ik vanavond geen shift in de derde ring had aangenomen! Dan had ik niet middenin een operatie gezeten, Nirah. En dan had ik dit volkomen gestoorde idee uit je hoofd kunnen praten.’ Hij kende Nirah als niets anders dan roekeloos en gedreven om de elite te verwoesten, maar zo roekeloos als nu had hij haar nog nooit meegemaakt. Doorgaans stippelde ze haar plannen met veel meer zorg uit. Blinde roekeloosheid had niet geleid tot verschillende rebellen die hadden weten te infiltreren in de Torens. Ook hun dekmantels had ze allemaal op het spel gezet nu. En voor wat? Voor een explosie die de elite niet had verzwakt, maar enkel woedend had gemaakt. Er zou een vergelding komen van koning Erendyz, en genadig zou dat niet zijn. 
‘Als we iets willen bereiken dan moeten we wel radicaal zijn.’ Nirah had haar armen over elkaar geslagen en haar rug naar hem toegedraaid, uitkijkend over een van de overwoekerde landingsbanen van het oude vliegveld.
‘Er zit een verschil tussen radicaal zijn en roekeloos zijn!’ Het liefst greep Elijah haar schouders vast om haar net zolang door elkaar te schudden tot ze inzag dat ze vanavond een grote fout had gemaakt. Het liefst sleepte hij haar mee naar het ziekenhuis in de derde ring, zodat ze met eigen ogen kon zien wat de gevolgen van haar actie waren. 
Maar van het ene op het andere moment vloeide alle energie weg uit Elijahs lichaam, alsof iemand de sluizen open had gezet. Misschien kwam het door het beeld van de jongen, zijn lichaam nog opengesneden op tafel en zijn buikholte vol met bloed. Of misschien kwam het door de lange nacht die achter hem lag. Hij zakte neer op een stoel en begroef zijn handen in zijn haren. 
‘Dit was niet roekeloos, Elijah!’ Aan de verplaatsing van haar stemgeluid hoorde hij dat ze zich omdraaide. ‘Ik heb dit gedaan voor…’ Haar stem stierf halverwege de zin weg. Even hing er een doodse stilte in het kantoor, daarna hoorde hij haar zachtjes een paar passen naar hem toe zetten. 
Elijah blies zijn adem in een diepe zucht uit en tilde zijn hoofd op uit zijn handen. Zijn blik ontmoette Nirahs donkere ogen, die in de eerste stralen zonlicht de kleur hadden van gloeiende kooltjes. Ze keken hem behoedzaam aan, waarschijnlijk op haar hoede voor zijn woede die vlak daarvoor nog door de kamer had geraasd, maar nu voelde hij zich alleen maar leeg. 
‘Ik heb hem niet eens dicht kunnen maken,’ zei hij zacht. Hij ging met een hand over zijn gezicht en sloot kort zijn ogen. ‘Hij ligt daar nog, op de tafel. Wat voor dood is dat? Wat moet ik zijn ouders vertellen?’
Toen hij zijn ogen weer opende, hurkte Nirah voor hem neer. Ze nam zijn handen vast en keek hem aan. ‘De waarheid. Dat je er alles aan hebt gedaan om hem te redden. Dat hij in handen was van de beste arts die ze voor hem konden wensen.’
Elijah knarste met zijn tanden. Was hij werkelijk de beste arts die de jongen had kunnen hebben? Hij wist dat hij goed was, maar toch voelde dat op dit moment aan als een leugen. Gekweld schudde hij zijn hoofd. ‘Ik had meer moeten doen. Ik had me harder moeten verzetten tegen de soldaten. Ik–’
‘Er was niets dat je had kunnen doen,’ onderbrak Nirah hem. Ze kwam overeind en liet zijn handen los. ‘Als je niet uit jezelf mee was gegaan, hadden de soldaten je daar weggesleept. Bovendien zou de koning daar niet blij mee zijn geweest.’ Ze schoof met haar voet langs een papiersnipper op de grond en ademde hoorbaar in, alsof ze nog iets wilde zeggen. ‘Maar ik… Je had gelijk. Ik had je op de hoogte moeten brengen van het plan. Het spijt me dat ik dat niet gedaan heb.’
Elijah knikte, want dat had ze inderdaad moeten doen. Als hij het had geweten, zou hij nooit in die operatiekamer zijn geweest, wetende dat hij weggeroepen kon worden voor de gewonden bij het feest. De jongen zou zijn behandeld door een andere arts – of zou het ziekenhuis geen vervanging hadden kunnen vinden? 
Elijah reikte naar de fles drank en de lege beker die op het bureau stonden en schoof deze naar zich toe. Hij schonk een flinke bodem in het glas, welke hij in één keer achterover gooide, om daarna nogmaals in te schenken. ‘Waarom heb je het gedaan?’ vroeg hij aan Nirah. Hij had het al gezegd: het was niets voor haar om zo roekeloos iets uit te voeren, al helemaal niet in de Torens, het centrum van Silurians macht. Hij was benieuwd wat die roekeloze impuls bij haar veroorzaakt had.
Demish
Internationale ster



Dit was de keiharde realiteit van het verzet, van de leiding nemen en leven met de risico’s die ze zelf had gecreëerd. Nirah had de schuldgevoelens van Elijah veroorzaakt, net zoals dat ze de woede in Ryszard had ontketend. Ze vertelde haarzelf dat dit de prijs was voor een revolutie, maar het maakte haar niet harteloos. Soms wenste ze van wel, want dat zou alles gemakkelijker maken. Ze had geen tijd om bij Elijah neer te knielen, maar juist Elijah was degene die haar ervan weerhield om de afgerond in te duiken en haar gevoelens aan de kant te schuiven. Ze wilde hem niet zo zien. Zo wanhopig, gepijnigd en gebogen onder schuldgevoel.
Nog steeds zat ze naast hem neergeknield, haar handen rustend op zijn bovenbeen. Ze keek toe hij een glas drank inschonk, en daarna nog een. Zijn vraag maakte haar ongemakkelijk. Ze klemde haar lippen op elkaar en staarde langs hem heen naar de vergane landingsbanen. Elijah was nog niet op de hoogte van Rori. Niemand was dat. Degenen die naar haar hadden gevraagd, had Nirah afgekat. Ze wilde het niet hardop zeggen. Zo lang ze het niet hardop zou uitspreken, bestond er nog een kans dat Rori door de deuren zou vallen. 
Bloederig en gewond, maar ze zou er nog zijn.
‘Nirah?’ Elijah trok haar aandacht terug naar hem. Zuchtend pakte ze het glas dat hij had gevuld uit zijn handen. Ze zette het glas aan haar lippen en wierp de drank in een beweging naar achteren. Demonstratief zette ze het glas terug in zijn hand en ze liet zich op de grond zakken.
Hoe kon ze het überhaupt verwoorden zonder dat ze terug werd getrokken naar dat specifieke moment? Het geknal van de geweren en het gegil stond nog zo vers in haar geheugen, evenals de laatste woorden die Rori uit had gesproken. Nirah had nog getwijfeld om de tunnels in te gaan, zodat ze haar lichaam zou kunnen zoeken. Ze was niet gegaan, omdat ze er zeker van was geweest dat de soldaten van Silurian er voor zouden hebben gezorgd dat er niets meer van haar over was.
Ze had haarzelf die pijn willen besparen.
‘Waarom heb je het gedaan?’ herhaalde Elijah. Zijn woede lag op de achtergrond, maar hij eiste een antwoord van haar. ‘Wat het ook is-’
‘Ik heb het gedaan voor Rori,’ bracht ze uit. Ze trok haar knieën op en sloeg haar armen er omheen, niet blij met hoe kwetsbaar ze zich nu voelde. Kippenvel trok over haar lichaam, het holle gevoel dat ze voelde sinds Rori dood was, bekroop haar langzaam en vouwde zich uit als een zwarte deken.
Vragend keek hij haar aan, aftastend of hij haar naam kon herhalen. Ze was blij dat hij dat niet deed, maar enkel wachtte op haar uitleg.
‘Een paar dagen geleden leidde ze een paar gezinnen door de tunnels, om ze Silurian binnen te krijgen. Ik wilde mee gaan, maar,’ ze gebaarde naar haar schouder. Op aanraden van Elijah en hevig protest van Rori was ze achter gebleven. Daar had ze misschien nog wel het meeste spijt van. Als ze Rori was gevolgd, dan hadden ze meer kansen gehad om de soldaten te verslaan. Dan had Rori niet dood hoeven gaan.
‘De soldaten vonden hen. Ik had haar aan de lijn toen ze aanvielen. Ik weet niet wat er met de gezinnen is gebeurd, maar Rori… Ze hebben haar vermoord.’
Haar maag trok samen, haar keel voelde ruw aan. Rori was niet alleen dood. Ze was vermoord. Vermoord door de soldaten die Silurian veilig moesten houden, gesloten. En dat allemaal in opdracht van de Erendyz koning. Hij verdiende nog zoveel meer dan de explosie die ze had veroorzaakt. Hij verdiende om te voelen wat zij, en ieder ander, voelde op het moment dat er iemand van hen af werd genomen, of wanneer iemand omkwam van de slechte leefomstandigheden in de derde ring en de buitenlanden.
‘Shit, Nirah.’ Elijah schudde zijn hoofd, alsof hij niet kon bevatten wat ze zojuist had gezegd. ‘Dat is echt…’ Hij zuchtte.
 Nirah haalde haar schouders op. Zij had er ook geen woorden voor, dus ze kon hem het niet kwalijk nemen dat hij die ook niet had.
‘Het spijt me om dat te horen.’ Elijah zette zijn glas op het bureau en kwam overeind uit de stoel. Hij stak zijn handen naar haar uit. Haar eerste reactie was om ze aan de kant te duwen en hem te vertellen dat hij niet zo moest doen, maar zodra ze haar hand in de zijne legde, besefte ze hoe hard ze zijn aanraking nodig had.
Ze liet zich overeind trekken en hij plaatste haar in een andere stoel. Hij pakte een tweede glas en schonk hem vol met drank, waarna hij deze aan haar overhandigde. Elijah zakte weer terug in zijn eigen stoel en zijn ogen hielden haar nauwlettend in de gaten. 
‘Kijk me niet aan alsof ik zwak ben,’ waarschuwde ze hem. Ze was geen gewond vogeltje dat hij zou kunnen ontsnappen. Ze twijfelde of hij dat daadwerkelijk dacht, maar ze wilde er zeker van zijn dat hij haar nooit zo zou zien.
Hij keek haar aan met een blik die hij alleen voor haar reserveerde, wat de gelegenheid ook was. ‘Dat zou ik nooit kunnen.’
‘Goed.’ Ze nam een flinke slok uit het glas.
Elijah draaide zijn glas tussen zijn vingers. ‘Heb je al iets gedaan om haar te herdenken?’
‘Nee.’ Om een verdere vraag te ontwijken, nam ze een paar extra slokken. Elijah schoof naar voren en legde zijn hand rond haar arm. Voorzichtig bracht hij het glas naar beneden. 
Nirah zuchtte en schudde haar hoofd. ‘Het heeft geen zin Elijah. Het gaat niet veranderen aan wat er is gebeurd, aan wat d koning heeft gedaan en zal blijven doen.’
Daynty
Internationale ster



De alcohol brandde in zijn keel, liet een zware smaak achter op zijn tong. Zijn handen prikten om de fles te pakken en deze aan zijn lippen te zetten, om de ellende die als spinrag aan zijn geest kleefde weg te spoelen. Elijah dwong zichzelf echter om zijn glas terug op tafel te zetten eens hij deze voor de derde keer leeg had. Zichzelf verdrinken in alcohol, hoe verleidelijk ook, veranderde niets aan de situatie. Dat had het voor zijn vader ook nooit gedaan. 
‘Het maakt niet uit dat het niets zal veranderen aan wat er gebeurd is.’ Hij sprak zachtjes, voorzichtig, om Nirahs woede niet opnieuw te doen oplaaien. ‘Maar het is een mooi gebaar om even bij haar stil te staan, en het zal jou ook helpen.’
‘Wat mij zal helpen, is het neerbrengen van de koning en iedereen om wie hij geeft.’ Nirah greep naar haar glas en sloeg het laatste laagje drank achterover. Bedenkelijk volgde Elijah haar handelingen. Hij kende haar nu iets meer dan anderhalf jaar en met name de laatste maanden zag hij haar regelmatig om dingen te bespreken over medicijnen tegen cipherus en om gewonde rebellen op te lappen. Het was hem altijd goed gelukt om haar opvliegende temperament te kalmeren en het harde randje van haar emoties af te krijgen. 
Elijah zuchtte en liet zich tegen de rugleuning van zijn stoel zakken. Hij kon Nirah echter lang niet zo goed kalmeren als dat Rori dat altijd kon. Dat meisje had altijd precies geweten wat ze moest zeggen. 
‘Je kan niet in deze woede blijven hangen, Nir. Haar herdenken zal je helpen om het te verwerken, laat de koning dat niet ook van je afnemen.’
Nirah bleef even stil, starend naar de zonsopgang die de ochtendhemel in brand zette met dieproze en oranje tinten. Verwrongen bekeek Elijah het schouwspel, dat zo onverstoord doorging. Alsof de afgelopen nacht niet doordrenkt was geweest met ellende. 
‘Nee.’ Nirahs stem klonk hard toen ze terugkeek naar hem. ‘Ik zal Rori herdenken in mijn acties om de elite te raken, net zoals afgelopen avond.’ 
Elijah maakte een gefrustreerd gebaar met zijn armen. ‘Dat gaat je niet–’
‘Houd op met aandringen, Elijah,’ kapte ze hem bot af. Met een diepe zucht schudde hij zijn hoofd. Hij had het geprobeerd, dat was het minste dat hij kon doen. Nirah zou zelf in moeten zien dat vergeldingsacties Rori niet terug zouden brengen en dat ze het schuldgevoel dat haar ongetwijfeld verteerde er ook niet het zwijgen mee op zou kunnen leggen. 
Elijah liet zijn hoofd achterover hangen en volgde de kronkelende lijnen van enkele barsten in het plafond. De vermoeidheid trok naar hem, probeerde vanuit de diepte zijn tentakels om hem heen te slaan om hem mee te trekken de slaap in. 
Een paar minuten zaten ze in stilte in het kantoor, allebei verzonken in hun eigen gedachten. Hij overwoog om op te staan en te beginnen aan de weg terug naar Silurian zodat hij zijn bed op kon zoeken en kon toegeven aan de vermoeidheid, maar iets in hem hield hem tegen. Het vooruitzicht thuis te komen in zijn veel te stille penthouse weerhield hem ervan om in beweging te komen. In plaats daarvan tilde hij zijn hoofd op, waarna zijn blik op de bijna lege fles drank viel. De alcohol begon een fijn, warm gevoel door zijn aderen te verspreiden. Hij voelde zich ietwat verdoofd, maar nog lang niet genoeg om de beelden aan de jongen die hij achter had gelaten uit zijn gedachten te verbannen. 
Kennelijk zag Nirah hem kijken, want ze boog zich naar de tafel toe en schoof de fles buiten zijn bereik. ‘Je zou wat moeten proberen te slapen.’
Elijah wreef met een hand over zijn gezicht. ‘Ik wil niet slapen.’ Hij wilde zijn ogen niet dichtdoen, wetende dat het gezicht van de jongen op zijn netvlies zou verschijnen zodra hij dat deed. 
Nirah hief haar kin iets. ‘Ik ook niet,’ zei ze. De wraaklustige fonkeling die even geleden nog in haar ogen had gelegen, was veranderd in iets anders. Misschien begon de alcohol ook bij haar in te werken, misschien was ook zij leeg van het verdriet. Zijn blik zakte van haar donkere ogen af naar haar volle lippen. Ze weken iets uiteen toen ze zachtjes haar adem uitblies. Een krullende, donkere lok gleed achter haar oor vandaan en viel langs haar gezicht. Voor Elijah bewust doorhad wat hij deed, had hij zijn hand opgetild om de lok terug op zijn plaats te duwen. Zijn hand bleef tegen de zijkant van haar hals liggen. ‘Ik wil nog niet slapen,’ herhaalde hij mompelend zijn eerdere woorden. 
Na die tijd zou hij zich niet goed kunnen herinneren wie begon. Het ene moment zaten ze tegenover elkaar, het volgende moment lagen Nirahs handen om zijn gezicht, zat ze op zijn schoot, haar lippen op de zijne, zijn handen begraven in haar haren. Het was niet de eerste keer dat het gebeurde – zijn lippen kenden de hare, kenden de lijn van haar kaak en de welving van haar hals. Haar vingers maakten ongeduldig de knoopjes van zijn overhemd los en hij trok haar shirt over haar hoofd. Met haar in zijn armen stond hij op, om met haar naar de versleten bank in de ruimte toe te lopen en haar daar op neer te leggen. Hun andere kledingstukken lagen er niet veel later naast op de grond. Zijn handen gleden hongerig over haar naakte huid.
Nirah fluisterde zijn naam, verlangend en gefrustreerd, en hij zoende haar alsof dat het enige was dat de herinneringen aan afgelopen nacht op afstand hield. Er was geen liefde, er waren geen zachte momenten, alleen lust en de drang om de wereld om hen heen te vergeten terwijl hun lichamen keer op keer met elkaar botsten. 
Demish
Internationale ster



Er was iets ontzettend rustgevends aan hoe prinses Zaniah zich kon verliezen in haar eigen tekenwerk. Het leek het enige te zijn wat haar racende gedachten kalmeerde sinds de aanslag. Ryszard kon het begrijpen, gezien zijn eigen gedachten ook maar door en door en door gingen, nooit stoppend om op adem te komen. Nog steeds zinderde de woede voor Nirah door zijn lichaam, nog altijd begreep hij niet waarom Isaac zichzelf zo in de problemen had gewerkt. Al zijn zorgen maakten het moeilijk om zijn rust te pakken en in de afgelopen dagen had hij een schamele tien uur, of minder, geslapen.
Maar als Zaniah zich terug trok in haar stoel, haar knieën opgetrokken en haar schetsboek rustend op haar bovenbenen, voelde Ryszard zich voor het eerst rustig. Hij kon de lijnen die ze trok volgen, zelfs van een afstand. Zo nu en dan tuurde ze naar de boeken die ze open had geslagen op het tafeltje naast te stoel, maar haar focus lag voornamelijk op de tekeningen zelf.
Het kostte hem al zijn zelfbeheersing om niet naar haar toe te lopen en haar werk te bekijken. De vorige keer dat hij dat had gedaan, had de prinses het niet gewaardeerd.
Ryszard was afgedwaald in zijn eigen gedachten: zijn laatste gesprek met Nirah waarin ze hem er bruut aan had herinnerd dat hij, ondanks dat ze vrienden waren, een andere rol had. Hij dacht na over de verhoren die waren gestart onder al het personeel, waaronder hij en Isaac. Isaac, wiens naam niet op de personeelslijst had gestaan, maar wel aanwezig was geweest op het feest. Ryszard had hem in bescherming genomen, maar hij wist niet of anderen dat ook zouden doen. Waarschijnlijk niet. En Zaniah. Prinses Zaniah, die zich over zij wonden had gebogen en hem had opgelapt. Prinses Zaniah, wie al een kwartier geleden aanwezig had moeten zijn bij haar familiediner, realiseerde Ryszard zich.
Hij haastte zich naar de plek waar Zaniah zat, nog altijd gebogen over haar werk.
Ryszard kuchte. ‘Prinses?’
Zaniah humde, maar maakte haar ogen nog niet los van het papier. Nu pas zag hij dat ze ijverig aan het gummen was om haar fouten te wissen, al betwijfelde hij of het wel echte fouten waren.
‘Het diner?’ zei hij voorzichtig. ‘Daar had je al moeten zijn.’ 
Zaniah keek meteen op en sloeg haar schetsboek met een klap dicht. Vloekend kwam ze overeind.
Ryszard drukte zijn lippen op elkaar. Als het had gekund, had hij haar laten tekenen tot de zon zou wegzakken in de nacht.
Zaniah schudde haar hoofd. ‘Ik had beter op de tijd moeten letten.’
‘Wij allebei.’ Hij was niet haar persoonlijke assistent, maar hij kende haar schema als geen ander en hij had zichzelf niet moeten verliezen in zijn eigen gedachten en het kleine moment van rust dat hij eindelijk had kunnen ervaren.
Ze haastten zich naar de lift en door de gangen. Op het eerste gezicht leek alles normaal, maar er was meer beveiliging sinds de aanslag. Iedereen was op hun hoede. De koninklijke familie, hun adviseurs en iedereen op het hof hield de schijn op.
Ze arriveerden bij de eetkamer en meteen werden de twee deuren voor Zaniah geopend. Zaniah wilde naar binnen stappen, maar Ryszard hield zijn hand naar haar op en stapte zelfs als eerste door de deuren. De koning en koningin waren vergezeld door adviseur Erendyz. Alle drie keken ze naar hem op. Ryszard maakte een diepe buiging.
‘Mijn oprechte verontschuldigingen, hoogheden,’ zei Ryszard, nog altijd gebogen, ‘het is mijn schuld dat de prinses jullie zo laat vergezelt.’ Hij zou ze geen uitleg geven als ze daar niet om zouden vragen.
‘Zajac.’ Ryszard hief zijn hoofd en de koning gebaarde met zijn hand dat hij overeind mocht komen. Langzaam volgde hij de order op. De koning knikte goedkeurend. ‘Ik heb van mijn broer en kapitein Meera begrepen dat jij de eerste was die door had wat er ging gebeuren op het bal. Daarvoor wil ik je persoonlijk bedanken.’
Hij hield zijn gezicht strak, maar hij wist dat hij de lovende woorden niet verdiende. De enige reden dat hij de koninklijke familie, Zaniah, in veiligheid had gebracht, was omdat hij de rebellen had herkend. ‘Ik deed niets meer dan mijn werk, majesteit.’
‘En dat doe je ontzettend goed,’ sprak William Erendyz, de broer van de koning. Ryszard trok zijn wenkbrauw iets op. Toen hij het gesprek tussen hem en kapitein Meera had onderbroken, had de adviseur daar anders over gedacht.
‘Dankuwel, u beiden.’ Ryszard maakte nogmaals een buiging en nam daarna zijn plek in tegen de muur. Hij was niet de enige lijfwacht in de eetruimte. De groep die de koning en koningin bewaakten, stonden net als hij met een strak gezicht gepositioneerd tegen de wanden van de kamer. Net als de meeste kamers in de Torens, had ook deze ramen die reikten van de vloer tot aan het plafond en boden ze uitzicht op de stad. Vanuit deze kant was het mogelijk om de buitenste muur te zien. Daar achter bevond Nirah zich, die ongetwijfeld een volgende, radicale actie aan het plannen was. 
Hij vroeg zich af of hij deze wel zou overleven.
Zaniah had plaatsgenomen aan de tafel en werd meteen geserveerd. Als hij alleen met haar was, was het gemakkelijk om te vergeten dat ze een prinses was. Maar hier, bij haar familie, werd hij er aan herinnerd dat ze een waardevol lid was van de koninklijke familie die hij moest beschermen.
Hij had het Nirah nog niet kunnen vertellen, maar de tijd begon te dringen. Ze moest weten dat zijn plek in de Torens een stuk gecompliceerder was geworden.
Daynty
Internationale ster



Het voelde bijna onwennig om met haar ouders en oom aan tafel te zitten. Familiediners waren geen zeldzaam ding binnen het gezin, haar moeder stond erop dat ze vaak samen aten, hoe druk haar man ook was. De dagen na de aanslag waren er echter geen avondmaaltijden met zijn drieën geweest. Zaniah had haar eten in haar vertrekken genuttigd, onder het gezelschap van Elyane of Ryszard. Iedere minuut van de afgelopen dagen had haar vader besteed in de vergaderzaal. Afgelopen middag had ze rondgehangen op de gang in de hoop stukjes op te vangen van wat er achter de zware, eikenhouten deuren werd besproken, maar zowel kapitein Meera als de generaals, adviseurs en diplomaten die in en uit waren gelopen, hadden geen woord losgelaten. 
‘Hoe is het met je, Zaniah?’ De stem van haar moeder trok haar weg uit haar mijmerende gedachten. Zaniah legde de lepel waarmee ze gedachteloos door haar soep had zitten roeren naast haar neer en dwong een glimlach op haar gezicht.
‘Het gaat prima.’ Als ze het hardop zei, kon ze het zelf bijna geloven. Alsof de beelden van rondvliegende lichaamsdelen haar niet achtervolgden ieder moment dat ze haar ogen sloot. Alsof de knal van de explosie niet nog nagalmde in haar oren. Met haar vinger volgde ze een vouw in het verder onberispelijk gestreken tafelkleed. ‘Ik zou alleen willen dat ik meer wist over wat er gebeurd is.’ 
‘Zaniah,’ verzuchtte haar vader aan de overkant van de tafel. ‘We hebben het hier al over gehad.’
‘Dat weet ik.’ Behoedzaam maakte ze haar ogen los van het tafelkleed om hem aan te kijken. Hem in directe woorden eisen om haar in te laten met alle dingen die voor haar achter werden gehouden was slechts uitgelopen op gesnauwde reacties en geërgerde blikken. Maar wellicht dat het spelen van de bange dochter hem op andere gedachten kon brengen. ‘Ik denk alleen dat het me zou helpen als ik meer wist. Nu kan ik alleen maar gissen naar de personen die achter de aanslag zaten. Sommige soldaten fluisteren over burgers uit de derde ring, maar hoe zijn die in de Torens gekomen? Anderen hebben het over iemand van binnenuit, iemand uit de Torens zelf. De geruchten maken me bang.’
‘Welke soldaten?’ Haar vader legde zijn bestek zo hard neer dat ze onmiddellijk spijt had van haar woorden. Ze wilde geen namen noemen, ze wilde geen soldaten in de problemen brengen. Bovendien was een betere vraag welke soldaten er níet over aan het speculeren waren. Zij was lang niet de enige die antwoorden wilde. 
‘Dat doet er nu niet toe,’ wuifde Zaniah de vraag weg. ‘Het gaat om de geruchten. Zijn ze waar?’ 
‘Het zijn geruchten en niets meer dan dat.’ De blik van de koning stond streng. ‘Naar dat soort ongein moet je niet luisteren.’
Ze maakte een wanhopig gebaar met haar hand en gooide in het proces bijna haar glas water om. ‘Waar moet ik dan naar luisteren, vader? Zolang mij niets verteld wordt, kan ikzelf ook alleen maar speculeren over wie of wat er achter de explosie zat. Dat is niet eerlijk. Niet tegenover mij en niet tegenover de andere mensen die erbij waren.’ Haar blik gleed naar de lijfwachten die bij de muur opgesteld stonden. Ze herkende de lijfwachten die al jaren verantwoordelijk waren voor de veiligheid van haar ouders voor haar ogen op Rys bleven hangen. Sinds de avond van het feest had ze niet meer geklaagd over het feit dat ze lijfwacht toegewezen had gekregen. De aanslag had duidelijk gemaakt dat het niet slechts paranoia was van haar vader en de generaals dat er een dreiging heerste. 
Maar terwijl haar blik met die van Rys kruiste en zijn mondhoeken bijna onmerkbaar iets omhoog bewogen tot een geruststellende glimlach besefte ze dat ze zijn aanwezigheid helemaal niet zo erg vond. Hij had haar op een kwetsbaar moment gezien na de explosie, iets wat ze gewoonlijk het liefst vermeed. Toen ze tien jaar was had haar vader haar meegenomen naar een melkveehouderij in de derde ring, een van de belangrijkste van Silurian. Het was in het voorjaar geweest en in de weide hadden tientallen kalfjes rondgedarteld tussen hun moeders. De meesten schrokken weg van de mensen bij het hek, maar er was er eentje die daar rond was blijven hangen, trillend op zijn smalle pootjes en met grote, zwarte ogen.
‘Zie je er kalfjes tussen zitten die er zwakker uitzien dan de andere?’ had haar vader gevraagd. Zaniah had meteen naar het kalfje bij het hek gewezen. Het sprong niet rond met de rest en het zag er ieliger uit. Daarna had ze verder gekeken en nog een paar andere aangewezen. 
‘Heel goed gezien,’ had haar vader geknikt. Met een gebaar van zijn hand hadden een aantal mannen de weide betreden om de kalfjes te vangen. 
Haar ogen waren groot geworden van verwachting terwijl ze toe had gekeken hoe het kalfje bij het hek werd opgetild en de wei werd uitgedragen. ‘Nemen we ze mee naar huis?’ Zaniah kon het enthousiasme dat door haar heen was gegaan nog voelen. ‘Ik wil hem Vlekje noemen,’ had ze met een brede grijns gezegd. Ze had haar vingers over de zachte neus van het kalfje laten gaan en het diertje had het in alle rust laten gebeuren. 
Haar vader was naast haar komen staan. ‘Deze weide is een beetje zoals de stad,’ had hij verteld. Ze had aandachtig naar hem geluisterd. Haar vader was alles dat zij ooit wilde zijn: vriendelijk, daadkrachtig en een sterke leider. ‘Er kan maar een beperkt aantal kalfjes in en dan is het vol. Daarom moet ik als koning, en jij later als koningin, keuzes maken met wie er in de wei mag en wie niet. Wie er in de stad mag en wie er buiten de muren moet blijven. Deze kalfjes zijn zwakker dan de rest, dus het is beter om de rest ruimte en kostbaar eten te geven en deze eruit te halen.’
Ze had wild geknikt en gegiecheld toen het kalfje aan haar vingers sabbelde. ‘Nemen we ze dan nu mee? Als we goed voor ze zorgen, dan kunnen zij net zo sterk worden als de rest!’
Haar vader had haar handen op haar schouders gelegd. ‘We nemen ze niet mee, Zaniah.’ Na een knikje van zijn hoofd hadden de mannen die de kalfjes vasthadden zich omgedraaid en de kalfjes naar een wachtende trailer gebracht. 
‘Maar waar gaan ze dan naartoe?’ had ze gevraagd.
‘Ze gaan naar de slacht.’
De wereld was onder haar voeten vandaan geslagen. Vlekje keek naar haar achterom alsof het dier wist wat voor lot hem te wachten stond. ‘Maar dat kun je niet doen!’ had ze geroepen. Er waren tranen in haar ogen gesprongen. Ze had geprobeerd zich los te rukken maar haar vader hield haar te stevig vast. ‘Papa, dat kun je niet doen! Laat me hem meenemen, alsjeblieft.’ 
Maar haar vader had niet toegegeven. De weg naar huis had ze enkel kunnen huilen. 
Het moment stond zo diep in haar geheugen gegrift dat Zaniah de herinnering moeiteloos op kon halen, evenals de woorden die haar vader in de auto had gezegd: ‘Ik had gedacht dat je sterk genoeg was om dit te begrijpen. Dit is hoe het is om een koninkrijk te leiden, Zaniah. Als je niet sterk genoeg bent, zul je dat nooit kunnen.’
Vanaf die dag had ze nooit meer gehuild in het bijzijn van haar vader, moeder of wie dan ook. Ze had nooit meer kwetsbaarheid getoond voor de ogen van anderen, zelfs niet voor die van Elyane. Rys was de eerste persoon in twaalf jaar die haar op zo’n moment had meegemaakt. Eigenlijk zou de gedachte daaraan haar misselijk moeten maken, maar dat deed het niet. Hij had haar niet berispt om haar zwakte, hij had haar niet afkeurend aangekeken. Hij was er simpelweg geweest, zonder oordelen. 
‘Zaniah, luister je wel naar wat ik zeg?’ De barse stem van haar vader trok haar aandacht met een schok terug naar de tafel. ‘Zodra we een duidelijke conclusie uit het onderzoek hebben, ben jij de eerste die het hoort, maar ik kan nu nog niets delen. Als je je niet veilig voelt, kan ik Meera vragen om de beveiliging van je vertrekken te verdubbelen.’
Getergd keek Zaniah hem aan. Twaalf jaar lang had ze er alles aan gedaan om de sterke prinses te zijn die hij wilde zien en nog voelde het alsof dat niet genoeg was. Ze schudde haar hoofd en sloeg haar ogen neer naar de inmiddels koud geworden soep. ‘Dat is niet nodig,’ mompelde ze. Ze wilde niet nog meer wachters voor haar deur, ze wilde antwoorden.
Demish
Internationale ster



Ryszard probeerde het gesprek aan de tafel onopvallend te volgen. Het was belangrijke informatie; of de koningin en zijn generaals iemand van binnenuit verdachten. Als dat zo was, dan liep Isaac gevaar en hijzelf ook, ondanks dat hij degene was die de prinses in veiligheid had gebracht en iedereen had gealarmeerd. De koning wuifde de geruchten weg, maar het stelde hem niet meteen gerust. Door de toon in de stem van de koning, vermoedde hij dat de koning zijn dochter wilde beschermen en haar daarom niets wilde vertellen.
Toch hield hij het niet lang vol om aandachtig te blijven luisteren. Zijn ogen voelden zwaar aan, alsof ze ieder moment dicht konden vallen. Hij schuifelde zijn voeten over de vloer, zoekend naar een plek waar hij comfortabel zou kunnen staan. Het liefst wilde hij tegen de muur aan leunen en zijn ogen voor even sluiten, maar dat zou een belediging zijn voor het koningshuis. En ze zouden hem meteen ontslaan van zijn taak om de prinses te beschermen.
‘Denk je niet dat we haar iets meer gerust kunnen stellen dan dit, broer?’ vroeg William aan de koning, waardoor Ryszard zijn aandacht weer naar de tafel ging. Hij vroeg zich af waarom de adviseur van de koning hem zo openlijk tegensprak en een vraag stelde. Misschien was hij begaan met zijn nichtje en zag hij hoeveel energie het haar had gekost de afgelopen dagen. 
Zaniah ging rechter zitten en hield haar blik gevestigd op haar oom, in plaats van op haar vader die het antwoord nog zou moeten geven. 
‘Ik heb al gezegd dat het slechts geruchten zijn. Dat zal haar genoeg moeten vertellen.’
‘Misschien moeten we haar vertellen wie, volgens ons, de schuldige kan zijn,’ zei William. Ryszard zag hem naar Zaniah kijken. ‘Ik denk dat het haar gerust zou stellen.’
‘Ze ziet er inderdaad wat witjes uit,’ merkte de koningin op. Ryszard vond de blik van de prinses en schonk haar, zoals eerder op de avond, een lichte glimlach. Hij was blij dat ze haar antwoorden zou krijgen. Dat hij daar zelf ook iets uit zou kunnen halen, deerde hem nu niet.
De koning mompelde iets onverstaanbaars en wuifde naar zijn broer, wat kon betekenen dat hij het mocht vertellen, of juist niet. Adviseur Erendyz boog zich echter naar zijn nichtje toe. Ryszard spitste zijn oren, wachtend op de verdenkingen.
‘We vermoeden dat degene die hierachter zit, ook achter de incidenten bij de muur zit. Hoogstwaarschijnlijk een kleine groep uit de buitenlanden.’
Ryszard zijn lichaam verstijfde, zijn groeten waren aan de grond genageld. Hij had gedacht dat ze het verzet niet op het spoor waren, maar nu klonk het alsof dat wel het geval was. Wat als Nirah haar actie hun aandacht had gevestigd op het verzet? Hij vervloekte haar in zijn gedachten. Haar roekeloze actie kreeg met de dag steeds meer negatieve gevolgen.
Hij kreeg de rest van het gesprek niet mee, wat misschien ook maar beter was. Hij verloor zich in zijn gedachten rondom Nirah en de andere rebellen, in het paniekerige gevoel dat hij nu ervaarde. Alsof de muren langzaam op hem af kwamen. Pas toen de eerste stoelen naar achteren schoven, kwam hij weer tot leven en besefte hij zich dat hij nog altijd in de eetruimte stond met de koninklijke familie.
Ryszard wachtte tot Zaniah klaar was om te vertrekken, maar werd tegengehouden door William toen ze samen de kamer uit wilden lopen. ‘Een van de anderen kan de prinses begeleiden naar haar vertrekken. Ik zou je graag onder vier ogen willen spreken, Zajac.’
Ryszard wierp een blik op Zaniah, die hem vragend aankeek. Een andere lijfwacht legde zijn hand op haar rug en loodste de prinses zo mee. Ryszard draaide zich terug naar de adviseur en knikte, aangezien hij een verzoek niet zomaar kon weigeren.
Hij volgde William door de gangen terwijl hij zijn uitgestreken masker op zijn gezicht probeerde te houden. Het enige wat hij kon bedenken was dat de adviseur zijn paniek had gezien, dat hij een fout had gevonden in het verhaal wat Ryszard de soldaten had verteld. Dat, op de een of andere manier, zijn hele dekmantel omver was geblazen.
Ze kwamen aan bij het kantoor van William, waar hij Ryszard uitnodigde om te zitten.
‘Ik blijf liever staan,’ antwoordde Ryszard, op een zo respectvol mogelijke manier.
William fronste, maar knikte kort daarna. Zelf nam hij plaats op de rand van het bureau en hij sloeg zijn armen over elkaar. ‘Ik wilde je enkel vertellen dat een goede aanwinst als jij de juiste waardering verdient, Zajac.’
‘Ik krijg meer dan genoeg waardering, adviseur Erendyz.’ Ryszard was opgelucht dat hij zich geen verdenkingen op de hals had gehaald, maar desalniettemin was het vreemd dat de broer van de koning hem apart nam, enkel om hem dit te vertellen.
‘Je zou meer moeten krijgen. Zeker na wat je hebt betekent voor mijn nichtje, onze familie en iedere gast op het feest,’ hield hij vol. Hij kwam overeind van zijn bureau en maakte een wijds gebaar. ‘Als je iets nodig hebt, Zajac, twijfel dan niet om naar mij toe te komen. Ik heb meer invloed dan je denkt.’
Ryszard schudde zijn hoofd. ‘Ik bedank u voor de vrijgevigheid, maar ik deed enkel mijn werk. Zoals ik al eerder vertelde vanavond.’
William humde en bestudeerde hem. Onbewust hief Ryszard zijn kin, niet bang om de priemende blik van de adviseur te ondergaan. Op dit moment verwarde man hem enorm en de vermoeidheid trok aan zijn lichaam, maar hij wilde zich niet laten kennen. De adviseur stapte naar voren en stak zijn hand naar hem uit. ‘Weet dat mijn aanbod blijft staan. Als je iets nodig hebt…’
Snel pakte Ryszard zijn hand. ‘Dan weet ik u te vinden. Als u me kunt excuseren, het lijkt me beter als ik naar boven ga om te controleren dat de prinses in goede orde is vergezeld naar haar vertrekken.’
‘Natuurlijk.’ Na zijn hand te hebben geschud, trok William zich terug en hij gebaarde naar de deur. ‘Ik ben blij dat we elkaar even hebben kunnen spreken, Zajac.’
Daynty
Internationale ster



Met tegenzin liet Zaniah zich door de andere lijfwacht terugbrengen naar haar vertrekken. Tot haar opluchting bleef de man bij de buitendeur van haar vertrekken staan, waardoor ze, zodra de deur achter haar dicht was gevallen, de kalme en beheerste uitdrukking van haar gezicht kon laten glijden en de zorgen die daaronder lagen zichtbaar werden. 
Een kleine groep uit de Buitenlanden, had William gezegd. Zaniah herinnerde zich ook het incident bij de muur dat hij genoemd had, en dat zij de vergaderruimte had moeten verlaten toen generaal Winther binnen was gekomen met het nieuws daarover. Ze had geen idee wat voor incident het precies was geweest. Voordat ze Zach verder uit had kunnen horen daarover op het feest, had Ryszard had weggehaald bij de bar. 
Voor de plafondhoge ramen van haar woonkamer bleef ze staan om te kijken naar het uitzicht. Niet naar de gebouwen die glinsterden in de ondergaande zon en de straten die als een web de stad doorkruisten, maar naar de buitenmuur van Silurian. Van dichtbij was de metershoge muur een indrukwekkend bouwwerk, opgetrokken uit steen, staal en beton. Maar vanaf hier was het niet meer dan een donkere streep tegen de horizon, nauwelijks zichtbaar door de afstand die tussen de Torens en de muur in zat. 
Ze legde haar vingertoppen tegen het raam en liet haar voorhoofd tegen het glas zakken, dat warm aanvoelde door de zon. Turend naar de buitenmuur probeerde ze zich in te beelden hoe de desolate landen daarachter eruitzagen. Ruïnes van steden als stille grafstenen van de vroegere beschaving, teruggenomen door vijf eeuwen natuur. Het was er vijandig en wild, onvruchtbaar en doods. Bovendien waren de gronden daar niet gezuiverd van Cipherium, de ziekteverwekkende stof die met de asteroïde Perses was meegekomen naar de aarde, zes eeuwen geleden. 
Zouden er daadwerkelijk mensen zijn die zich gegroepeerd hadden in de Buitenlanden? Zaniah wist dat er groepjes overlevenden waren. Ze vielen soms transporten lastig of probeerden dingen uit te halen bij de muur, maar ze waren nooit een serieuze bedreiging geweest. Zolang ze buiten de stad bleven, was er geen gevaar. Er was hier geen ruimte voor nog meer mensen, en bovendien was het risico dat ze Ciperhus de stad binnen zouden brengen te groot. Een uitbraak van de ziekte zou zich eenvoudig explosief kunnen verspreiden in de dichtbevolkte derde ring. 
Zaniah blies een diepe zucht uit. Met haar vinger trok ze een lijn door de condens die haar adem achterliet op het raam. Waren verzwakte overlevenden in de Buitenlanden in staat om een aanslag in het hart van Silurian te plegen? Ze veegde haar klamme handen af aan de zwarte plisséstof van haar broek. Het was een angstaanjagende gedachte dat een groepje uit de Buitenlanden zoiets voor elkaar kon krijgen. Angstaanjagend, en onwaarschijnlijk. 
Met een ruk draaide Zaniah de ramen haar rug toe. Er was iets dat haar vader en William voor haar achterhielden. Of had haar vader gelijk en maakte ze zich simpelweg teveel zorgen? Nog een kwaliteit die niet op het lijstje met eigenschappen van een goede toekomstige koningin hoorde. 
Vermoeid liet ze zich neerzakken op de hoekbank in de woonkamer. Ze trok één been onder zich en liet de andere over de rand bungelen, haar tenen begraven in het zachte vloerkleed. Het was veel te stil in haar vertrekken. Ze kon Elyane laten komen of kijken of Reyna zin had om iets te doen, maar iets in haar hield haar tegen om hen een berichtje te doen. 
Ze keek naar de deur. Er was maar één persoon die ze nu graag hier wilde hebben en dat was Ryszard. Waarvoor had William hem willen spreken? Peinzend kauwde ze op haar onderlip. Was het omdat hij de schuld voor haar late aankomst bij het diner op zich had genomen? Resoluut duwde Zaniah zichzelf overeind uit de bank. Ze ging hem niet in de problemen laten komen voor iets dat haar schuld was. 


Demish
Internationale ster



Onderweg naar boven probeerde Ryszard de logica te vinden in het gesprek wat hij zojuist had gevoerd. Kon het zijn dat de broer van de koning enkel zijn waardering had willen laten blijken? Als dat zo was, waarom had het dan onder vier ogen gemoeten? Waarom was het eerdere compliment niet voldoende geweest? Hij groef in zijn gedachten, maar hij kon geen redenatie vinden die ook maar enigszins logisch klonk. Dat kon echter ook de vermoeidheid zijn, die steeds harder in zijn oren schreeuwde dat hij zou moeten slapen. Hij was zelfs zo moe dat hij voor even de hoogte vergat toen hij de lift in stapte.
Hij leunde met zijn arm tegen de wand van de lift en liet zijn hoofd rustten tegen het koele glas. Hij sloot zijn ogen en haalde diep adem. Ondanks dat niemand hen verdacht, was het gevaar voor het verzet niet geweken. Het was eerder groter geworden. Dat moest hij nog aan Nirah vertellen, maar hoe kon hij dat doen als hij hier vast zat?
Niet dat de prinses vergezellen een straf was, maar het belemmerde van hetgeen wat hij daadwerkelijk moest doen. Dat hij er geen erg in had, maakte zijn gepieker alleen nog maar erger. Nu hij alle hoopjes bij elkaar had geraapt, snapte hij waarom hij al dagen geen goede nachtrust meer had.
De liftdeuren schoven open op de laatste verdieping en Ryszard liep naar het vertrek van de prinses. De lijfwacht die haar had vergezeld stond nog altijd voor haar deur. Ryszard knikte naar de man. ‘Ik neem het weer over.’
Hij legde zijn hand op de deurklink en duwde de deur open, maar op datzelfde moment werd er vanaf de andere kant aan de deur getrokken. Ryszard stapte te snel naar binnen en liep daardoor bijna tegen Zaniah aan, die met een vastberaden blik de deur uit had willen lopen. Zodra ze hem zag, ontspanden haar gezicht en keerde de rust terug in haar donkerblauwe ogen.
‘Prinses,’ stamelde Ryszard. Snel zette hij een stap naar achteren om de afstand te vergroten. ‘Wilde u ergens anders naar toe?’
Zaniah keek naar de beveiliging in de gang en schudde haar hoofd. Ze wenkte hem met haar hoofd naar binnen. Stil volgde hij haar. Ondanks dat hij een groot deel van zijn tijd hier doorbracht, voelde het nog altijd vreemd om zich te bevinden in de vertrekken van de prinses.
‘Ik dacht dat mijn oom je misschien toch zou straffen voor mijn fout,’ legde Zaniah uit, nu ze buiten gehoorafstand waren van de beveiliging. Verbaasd keek hij naar haar op. Was ze echt van plan geweest om naar haar oom te benen en hem te stoppen? 
Ryszard schudde zijn hoofd, en daarmee verdween ook de gedachte. ‘Hij wilde me nogmaals complimenteren. Dat is alles.’ Hij haalde een hand door zijn rode haren. Alles voelde loom aan. Hij kon zich niet indenken dat hij de komende paar uur nog alert kon doorbrengen.
‘Oh…’ Zaniah liet de woorden op zich inwerken. Haar mondhoeken krulden iets omhoog, zoals die van hem dat hadden gedaan tijdens het diner. ‘Gelukkig.’
Het raakte hem dat de prinses bezorgd om hem was geweest. Dat ze blij was dat hij ongedeerd was. Keer op keer bewees ze hem dat ze niet het vervelende meisje was uit de verhalen van de soldaten die hij kende, of het nare beeld dat Nirah van haar had geschetst.
Hij hield haar blik vast, niet zeker van wat hij tegen haar kon zeggen. Of hij wel iets moest zeggen.
Met een onhandig gebaar wees hij naar de keuken. ‘Mag ik wat koffie maken?’ Het liefst wilde hij een glas alcohol, maar hij bleef bij zijn voornemen om niet te drinken tijdens zijn werk. De drank zou hem nu ook niet helpen.
Zaniah knikte en hij liep af op het apparaat. Hij verving het water en zocht de juiste koffie. Uit een van de kastjes haalde hij een glas. Hij schoof een ander glas aan de kant, wat wankelde door de plotselinge aanraking en vervolgend over de rand naar beneden stortte. Het glas spatte uiteen op de grond.
‘Verdomme,’ zei hij verslagen, starend naar de scherven die hij had veroorzaakt. Hij drukte zijn vingers tegen zijn neusbrug en kneep zijn ogen dicht. De vermoeidheid nam het nu echt over.
Vlugge voetstappen van Zaniah deden hem weer opkijken. Voorzichtig legde ze een hand op zijn schouder. ‘Het geeft niets. Ik laat het wel iemand opruimen.’
Ryszard schudde zijn hoofd, maar kon geen verbaal protest bedenken. Hij draaide zich een kwartslag en liet zijn vermoeide lichaam met zijn rug tegen het aanrecht aanleunen. Hij wreef met zijn handen over zijn gezicht en haalde diep adem. Langzaam liet hij zij handen zakken en hij keek naar Zaniah. Haar hand lag nog altijd op zijn schouder en ze bestudeerde zijn gezicht nauwlettend.
‘Rys, heb je wel geslapen?’
Zijn gedachten wilden protesteren, maar hij wist dat hij Zaniah nu niet voor de gek kon houden, dus knikte hij. ‘Maak je geen zorgen. Met wat koffie functioneer ik al weer een stuk beter,’ zei hij met een flauwe glimlach. 
Zaniah schudde haar hoofd. ‘Geen koffie. Je kunt beter gaan slapen.’
‘Dat kan ik niet.’ Er was teveel wat hem wakker hield.
Ze knikte langzaam. Haar hand gleed nu pas van zijn schouder. ‘Heb je daar al langer last van?’
Hij haalde zijn schouders op. Hij kon haar niet vertellen dat het pas sinds kort was. Het laatste wat hij wilde was haar het idee geven dat ze vermoeiend was, of lastig om mee om te gaan. Het waren alle bijkomende gevoelens die hem wakker hielden.
‘Als je niet wil slapen, wil je dan even bij me komen zitten? Om te praten?’ stelde ze voor en ze gebaarde naar de zitmeubels. Ryzard wierp een blik op het gebroken glas, wat Zaniah moest hebben gezien. ‘Ik vraag wel iemand om het op te ruimen. Kom.’
Voorzichtig legde ze haar hand op zijn rug, zoals hij al eens bij haar had gedaan, en op die manier leidde ze hem mee naar de bank. Ze liet hem een plekje uitkiezen en nam zelf tegenover hem plaats. Ze trapte haar hakken uit en legde haar benen ook op de bank.
‘Ik weet niet goed waar ik over moet praten,’ bekende hij, starend naar zijn handen.
Zaniah glimlachte geruststellend. ‘Dat geeft niets. Ik kan het gesprek gaande houden voor ons allebei.’
Daynty
Internationale ster



De aanslag op het feest had zijn tol op haar geëist, maar nu Ryszard tegenover haar op de bank zat met hangende schouders en vermoeidheid overal op zijn gezicht, besefte ze dat ze er geen moment bij stil had gestaan dat de aanslag ook wat met hem had gedaan. 
Zaniah had een plekje tegenover hem op de bank gekozen, maar stond weer op om een glas water te pakken voor hen allebei. Die van Rys zette ze neer op de salontafel voor hem, waarna ze het zich opnieuw comfortabel maakte in de zachte kussens. Haar vinger volgde gedachteloos de rand van het glas, terwijl ze nadacht wat ze aan Rys kon vertellen. 
Vraag hem of hij meer weet over de aanslag, drong een stemmetje in haar gedachten aan. Misschien verspreekt hij zich nu hij moe is, maak er gebruik van zolang het kan.
Zodra ze zich bewust werd van haar gedachten, schoof ze ze aan de kant. Beschaamd nam ze een grote slok water, alsof dat de slinkse dingen waar ze aan had gedacht weg kon spoelen. Alleen al denken aan het misbruik maken van Rys’ kwetsbaarheid maakte dat ze schrok van zichzelf. Als ze hem minder goed had gekend had ze het gedaan. Als hij de kwetsbaarheid die zij hem had getoond had verraden aan haar vader, had ze het gedaan. 
Maar dat had hij niet, en ze kon het niet over haar hart krijgen om gebruik te maken van zijn vermoeidheid. Zaniah strekte zich uit om haar glas ook op de salontafel te zetten. Wellicht had haar vader gelijk en was ze inderdaad te zwak om een sterke koningin te kunnen zijn. 
Haar ogen dwaalden langs hem heen naar de ramen achter hem. De zon zweefde als een gloeiende bol vlak boven de horizon, en de oranjegouden stralen lieten het lijken alsof de stad was ondergedompeld in honing. Haar blik bleef rusten op de plek waar de stad overging in de ruige vlakten daarachter. ‘Heb je de Buitenlanden wel eens gezien?’
Ryszard keek fronsend op van zijn handen. ‘Ja, die heb ik wel gezien. Ik bedoel– Waarom… Waarom wil je dat weten?’ Ze meende zijn adem een moment lang te horen stokken in zijn keel. Over zijn gezicht flitste iets van paniek, maar Zaniah was te afgeleid door zijn antwoord om erbij stil te staan. 
‘Echt waar?’ vroeg ze verwonderd. ‘Je bent op de Buitenmuur geweest?’ Onbewust boog ze zich naar hem toe, klaar om elk detail over wat hij daar gezien had aan zijn lippen te ontfutselen. Hoe zag het er echt uit achter de muur? Was er vanaf daar nog iets te zien van de oude beschaving? Maar ook drong zich de vraag naar voren of hij het mogelijk achtte dat een groepje mensen uit de Buitenlanden achter de explosie zat. 
Op het laatste moment slikte ze al haar vragen in. Ze had Rys niet uitgenodigd voor een ontspannen gesprek om hem vervolgens te overhoren over wat zich achter de muur afspeelde. 
Zwak, fluisterde de stem van haar vader in haar gedachten. Ze negeerde het. Ze weigerde te geloven dat vriendelijkheid tonen gelijkstond aan zwakte. 
‘Een soldaat die ook op de Buitenmuur is geweest heeft me ooit verteld dat er in de Buitenlanden graslanden zijn vol met wilde bloemen.’ Met een dromerige glimlach om haar lippen zakte ze terug in de kussens. ‘Rond deze tijd van het jaar zouden de eerste pinksterbloemen moeten beginnen te bloeien. Dat zijn lage plantjes met bosjes lichtpaarse bloemetjes. Kun je je voorstellen dat een heel grasland daar vol mee staat?’ 
Rys humde zachtjes. ‘Het klinkt erg mooi.’
Zaniah zuchtte weemoedig. ‘Het lijkt me geweldig om dat een keer te zien, allemaal velden vol met bloemen. Ik weet zeker dat de parken in Silurian er niets bij zijn.’ Ze liet haar hoofd ook tegen de kussens zakken en staarde voor zich uit. In plaats van het plafond zag ze echter de bloemenweides voor zich: hoge grassen die wuifden in de wind, besprenkeld met het frisse rood van klaprozen, de roze waas van koekoeksbloemen, met felgele boterbloemen en de lichtpaarse pinksterbloemen. Haar hand bungelde naast de bank, haar vingers iets gespreid alsof ze door het gras liep en haar vingertoppen langs de bloemen streken. ‘En alle insecten die daar zouden zitten,’ droomde ze verder. ‘Alle vlinders. Heb je wel eens een oranjetipje gezien? Dat is een klein vlindertje met witte vleugels, die naar de punt toe oranje zijn. Die zitten erg graag op pinksterbloemen, waar ze de nectar van eten en hun eitjes op leggen.’ In het beeld voor haar ogen liep ze door het veld, en overal om haar heen vlogen vlinders op, geschrokken door haar aanwezigheid en fladderend naar de volgende bloem. Het was zo’n mooi beeld dat het haast pijn deed, want zij zou dat nooit zien. In gedachten liep ze verder en ze vertelde Rys nog over een paar andere bloemen en vlinders. Hoe ze eruitzagen, waarom ze ze zo mooi vond. Ze had geen idee of ze hem dingen vertelde die hij al wist, maar hij bleef zwijgend luisteren en onderbrak haar geen enkele keer. 
‘Als ik koningin ben later, wil ik meer van de natuur Silurian in halen,’ vertelde ze hem uiteindelijk. Ze koos haar woorden voorzichtig, alsof haar vader ieder moment kon opduiken om haar duidelijk te maken dat dat geen dingen waren waar een leider zich mee bezighield. 
Zaniah tilde haar hoofd op toen er geen reactie kwam van Rys, bang dat haar hardop uitgesproken wens toch verkeerd was gevallen. Maar toen hij in haar blikveld kwam, waren zijn ogen gesloten en hing hij onderuitgezakt in de kussens. Voorzichtig vouwde ze haar benen onder haar vandaan en boog ze zich iets naar hem toe. ‘Rys?’ fluisterde ze. Zijn enige reactie was een diepe, regelmatige ademhaling. Hij was in slaap gevallen. 
Met een glimlach reikte ze naar een deken uit de mand naast de bank. ‘Als ik koningin ben,’ prevelde ze zachtjes terwijl ze de deken uitvouwde, ‘dan wil ik de muur misschien wel weghalen.’ Het was voor het eerst dat ze die wens hardop uitsprak. Het klonk gevaarlijk, zelfs nu haar oren de enige waren die het hoorden. Maar tegelijkertijd voelde het alsof er een gewicht van haar borstkas af werd getild, eentje waarvan ze niet had gemerkt dat het er was geweest tot het verdween. Ze had haar verlangens en wensen voor Silurians toekomst altijd diep weggestopt, begraven achter net zo’n grote muur als Silurian omringde, maar nu ze het hardop had uitgesproken, realiseerde ze zich dat ze die wensen niet langer weg wilde drukken. Ze wilde iets doen voor het volk, en antwoorden vinden over de aanslag was het eerste ding op dat lange lijstje. 
Zaniah stond op van de bank en drapeerde de donzig zachte deken voorzichtig over Ryszard heen. Hij lag er zo vredig bij met zijn ogen dicht en zijn gezicht niet strak in de plooi getrokken. Even bleef ze naar hem kijken. Hij had er geen idee van hoezeer hij haar had geholpen om de puzzelstukjes van wat ze precies wilde op hun plaats te laten vallen. 
‘Slaap lekker, Rys,’ fluisterde ze, hopend dat ze hem dat op een dag kon vertellen. 
Demish
Internationale ster



Ryszard droomde over het hoge grasveld, gevuld met alle gekleurde bloemen die Zani had genoemd. Zijn vingertoppen raakten de grassprieten en de zon stond hoog. In de verste verte was er geen teken van een muur, nog van een verlaten vliegveld. Het was enkel een uitgestrekte weide, gevuld met rust.
Toen hij wakker werd, kwam dat door een deur die dichtviel. Gedesoriënteerd schoot hij overeind en hij nam de ruimte in zich op. De hoge ramen, niet afgeschermd door de gordijnen zoals in zijn vertrekken, en de zachte bank vertelde hem dat hij nog steeds in de vertrekken van de prinses was. Een donzige deken lag nog half rond zijn middel en hing half op de grond.
Prinses Zaniah wandelde de kamer in, haar haren nat van een ochtendduik in het zwembad. Ze droeg een badjas en ze overhandigde haar tas met zwemspullen aan een van de bedienden. Toen ze zag dat hij wakker was, begroette ze hem met een glimlach.
‘Je bent al wezen zwemmen?’ Verward door de tijd keek hij om zich heen. Hij haalde een hand door zijn haren en zuchtte toen hij op een digitale klok zag dat het al laat in de ochtend was. Hij keek weer naar Zaniah. ‘Je had me wakker moeten maken. Je moet niet alleen door de gangen dwalen.’
‘Er was voldoende beveiliging,’ wimpelde ze hem af. Ze liep naar de bank toe en schoof een deel van de deken opzij, zodat ze ook kon zitten. Automatisch trok Ryszard zijn benen naar zich toe en plaatste hij ze op de grond. ‘En je had het overduidelijk nodig.’
Tot zover de illusie dat hij een sterke lijfwacht was, in staat om voor alles te zorgen. Diep van binnen was hij echter blij dat hij hier in slaap was gevallen, onder de begeleiding van Zaniah haar zachte stem. Hij hoopte dat ze zijn kleine vertoning van zwakte hem niet kwalijk zou nemen. 
‘Volgende keer maak je me wakker,’ hield Ryszard vol. Hij wilde het niet op zijn geweten hebben dat iemand de prinses iets aan zou doen terwijl hij nog slapend in bed zou liggen. Hij verschoof iets op de bank en voelde een steek in zijn rug, waarschijnlijk door de bank waar hij op had geslapen. Voorzichtig bewoog hij zijn nek en rechtte hij zijn rug, in een poging om van de pijn af te komen.
‘Vanzelfsprekend. Ik kan mijn lijfwacht niet altijd laten slapen tijdens zijn dienst,’ zei ze plagend. De glimlach op haar gezicht verraadde dat ze een grapje maakte. Kort legde ze haar hand op zijn knie. ‘Ik ben blij dat je hebt kunnen slapen.’
Hij schudde zijn hoofd, een zachte lach ontsnapte uit zijn lippen. ‘Jouw verhaal hielp.’
‘Was het niet saai?’ Ryszard verwachtte dat ook dit een grapje was van de prinses, maar toen hij haar aankeek, zag hij de oprechte bezorgdheid in haar ogen. Ze vroeg zich echt af of haar verhalen over de planten en bloemen hem niet hadden verveeld.
Hij glimlachte geruststellend. ‘Nee. Al kan ik niet zeggen dat ik er veel van heb onthouden. Wellicht moet je me nog een keer uitleggen wat een Oranjetipje is.’
Zaniah haar schouders zakten naar beneden, opgelucht. ‘Die naam spreekt eigenlijk wel voor zich.’
‘Iets anders dan?’ vroeg hij hoopvol. Voordat hij in slaap was gevallen, had hij gemerkt met hoeveel passie Zaniah er over had gesproken. Daar zou hij altijd naar kunnen luisteren, moe of niet.
Zaniah keek hem aan, langer dan dat hij had verwacht. Ze knikte, een lichte glimlach rond haar lippen. ‘Misschien.’
En misschien kon hij haar dan meenemen naar de buitenlanden, zodat ze alle natuur in levende lijven zou kunnen bekijken.
Eindelijk liet ze zijn blik los. Ze pakte een klein zakje en een flesje van de salontafel en overhandigde hem als eerste het linnen zakje. ‘Deze zijn voor jou.’
Hij vroeg zich af waar hij het aan had verdiend dat de prinses iets voor hem uit had gezocht. Ze hoefde hem niet te bedanken voor zijn werk, zeker niet met cadeautjes. Toch kon hij zijn nieuwsgierigheid niet in bedwang houden en opende hij het zakje. Het was gevuld met gedroogde, paarse blaadjes met een vrij heftige geur. ‘Lavendel?’
Zaniah knikte en overhandigde hem ook nog een klein flesje. ‘Gedroogde lavendel en lavendelolie. De geur maakt je vaak al slaperig, dus je kunt de gedroogde lavendel op je nachtkastje leggen, of naast je kussen. De olie kan je eventueel boven een kaars laten verdampen.’
‘Dat is… Dankjewel.’ Hij schudde zijn hoofd. Het was zijn taak om voor haar te zorgen, om haar veiligheid te waarborgen. En nu was zij degene die hem probeerde te verzorgen.
Zaniah glimlachte en vouwde zijn vingers om de twee voorwerpen in zijn hand. Zonder er bij na te denken legde Ryszard zijn andere hand op de hare. De rug van haar hand was zacht, waarschijnlijk door de crème die ze had gebruikt na het zwemmen.
Iets voelde ontzettend goed, alsof hij haar hand vast hoorde te houden. Hij streek over een paar schrammen, kleine herinneringen aan alle glasscherven die rond hadden gevlogen na de explosie. Zijn eigen wonden heelden minder snel, maar hij was blij om te zien dat Zaniah er zo goed van af was gekomen.
Plots was hij zich er van bewust wie precies tegenover hem zat.
Kroonprinses Zaniah, degene voor wie hij werkte. Degene die hij tegen zou moeten werken, als rebel uit het verzet. De dingen die Nirah hem zou laten doen als ze zou horen wat voor een taak hij has gekregen… Hij kon het zich niet veroorloven om op een andere manier naar de prinses te kijken. Niet als haar lijfwacht, maar al helemaal niet als een rebel.
Voorzichtig, om geen argwaan te wekken, trok hij zijn handen terug. ‘Ik eh, ik moet me maar eens opfrissen.’ Hij schraapte zijn keel en kwam overeind van de bank. De gedroogde lavendel en de olie stopte hij in zijn broekzakken. Hij raapte de deken van de grond en legde hem op de bank.
Hij liep naar de deur en opende hem, waarna hij zich omdraaide naar Zaniah. ‘Ik zie je bij het banket voor de verschillende goede doelen die je hebt uitgenodigd. En nogmaals bedankt. Het had niet gehoeven.’
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste