Hier komen de laatste 3 forum topics
te staan waarop je hebt gereageerd.
+ Plaats shout
Bluesweater
Een dag niet gelezen, is een dag niet geleefd📚
0 | 0 | 0 | 0
0%
Om mee te kunnen praten op het forum dien je ingelogd te zijn.Nog geen account? Klik hier om een gratis account aan te maken.

> Sluiten
Helper
14 van de 24 sterren behaald

Forum

ORPG, gedichten en schrijvers < Virtual Popstar Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste
O| Caught up in heaven
Elysium
Internationale ster



Wellicht had Luke eerder moeten vragen naar het plan. Als hij had gehoord dat ze naar de Onderwereld zouden gaan, had hij niet zomaar ingestemd met de queeste. De gedachten aan de plaats zorgde al voor kippenvel over zijn hele lichaam, zijn maag die zich om leek te draaien. 
Frankie leek het hele plan al uitgedacht te hebben. Een waar hij haar zeker niet van af kon praten, zeker niet nu Edyn het met haar eens leek te zijn. Luke probeerde zonder een vertrokken gezicht naar Edyn te kijken en knikte voorzichtig op haar woorden. 
“Daar zit wat in.” Luke probeerde zijn woorden richting Edyn zo sterk mogelijk te houden. Hij had echter ook wel door dat zowel zij als Frankie door hadden dat hij er echt niet op zat te wachten om de reis te maken. Hij kon zich alleen maar indenken welke gedachten Frankie nu over hem had, soms was het alsof zij totaal geen angsten kende. 
“Laten we doorlopen. Het is niet zo ver meer.” Luke wilde niet meer over het onderwerp praten. Hij wist maar al te goed dat hij Edyn en Frankie nu niet meer weg kon sturen. Laat staan dat hij ze om kon praten, het was niet dat hij de krachten had die sommige Aphrodite kinderen wel hadden.
“Luke.” Probeerde Frankie.
“Nee het is oké. Jullie hebben gelijk, het is een goede plaats om te beginnen. Ik moet er gewoon aan wennen, het hele zon ding en al.” Luke wild echt dat het gesprek afgelopen was. Hoe meer hij er over nadacht dat hij morgen naar de Onderwereld zou moeten, hoe meer hij de paniek door zijn lichaam voelde lopen. Hij wilde geen breakdown hebben midden in de straten van Los Angeles. Laat staan tegenover Frankie. Daarbij wilde hij niet dat Edyn zich zorgen zou gaan maken. 
Luke wist zeker dat hij Frankie een kleine vragende oké hoorde mompelen toen hij weer verder de straat in liep.
Ondertussen hadden ze de levende straten met bars, clubs en restaurants achter zich gelaten. De gebouwen reikten hoger. Los Angeles was echter nergens rustig. In de verte waren sirenes te horen. Dichterbij hoorde Luke twee vrouwen naar elkaar schreeuwen. Er blaften honden. Vanuit één van de ramen hoorde hij zelfs hoe een jonger kind vrolijkt lachte. 
Toch was het voor Luke de stilte tussen hen drie hem vooral opviel. Een die hij had gecreëerd. Beide vrouwen lieten hem echter in rust nadenken over wat hen te wachten stond. Of in Luke zijn geval, hij probeerde vooral aan alles te denken wat er juist niet mee te maken had. 
“Hier is het.” Luke stopte voor het appartementencomplex. Edyn had het al wel eens bezocht, hij was echter zeker dat ze er voorbij was gelopen. Zo was ze gewoon. Bezig met van alles en nog wat.
Nadat Luke voordeur had geopend, liep hij de trappen op naar het juiste appartement. Toen hij een blik over zijn schouders wierp, kon hij zien dat Edyn de slippers onder het lopen uit deed. Frankie, wie daar achter liep hield haar handen uitgestoken om een eventuele val te voorkomen. Blauwe plekken op Edyn haar knieën gaven aan het niets overbodigs was.
Eenmaal binnen zette Luke zijn gitaarkoffer tegen de muur. Hij bekeek het appartement, wat bezaait was met spullen. Met name kleding waar hij voor deze avond uit had moeten kiezen, wat van de make-up die hij had gebruikt en heel wat papieren waarop hij stukjes van nieuwe muziek op had geschreven. 
“Ik was me niet bedacht op gezelschap.” Mompelde Luke, terwijl hij richting de kleine slaapkamer liep die aan de woonkamer grensde. Daar lagen nog meer kleren. 
“Als jullie me even geven. Jullie kunnen in het bed slapen, ik zal op de bank slapen.” 
Luke schrok van Edyn die ineens achter hem was komen staan en haar armen om hem heen had geslagen. 
“Het is allemaal oké Luca.” Fluisterde ze.
Hoe graag Luke ook wilde schreeuwen dat het niet oké was, dat hij niet naar de Onderwereld wilde, kon hij dat niet. Hij kon zijn belofte dat hij mee zou helpen met deze queeste niet breken. Niet tegenover Frankie en Edyn, maar helemaal niet tegenover Michael. Zijn vriend had hem nodig. 
“Kom. Ik help je een beetje, oké?” 
Edyn liep om hem heen naar het bed. Ze zette Suzy op zijn nachtkastje die al snel aan de haal ging met een paar gebruikte wattenschijfjes. Zelf pakte Edyn wat van de kleding die Luke op het bed had gelegd en begon die te sorteren. Sommige stukken vouwde ze op, anderen gooide ze op een stapel, waarvan Luke zeker wist dat het in de wasmachine zou belanden. 
Gefrustreerd haalde Luke een hand door zijn haren heen. Hij had Edyn zo’n lange tijd niet gezien en nu was ze zijn appartement aan het opruimen. 
Luke keek om naar de woonkamer, waar Frankie voor de bank stond. Ze had haar tas op de volle tafel gezet en probeerde duidelijk een lege plaats te vinden om te zitten. Haar handen grepen naar een leren broek die Luke die avond nog aan had gehad. Pas toen ze opkeek leek ze door te hebben dat Luke naar haar keek en legde ze broek snel weg.
“Ik wist niet wat ik vanavond aan moest trekken. De kleding bepaalt meestal al wat voor soort set het gaat worden.” Luke probeerde er van te voren altijd op in te spelen. Een leren broek gaf natuurlijk heel wat anders af dan een simpele trui en een rode broek. 
“Je stijl is de afgelopen jaren heel erg veranderd.” 
Luke wist niet of hij het op moest vatten als een compliment. Hij hield zich dan ook bezig met de papieren die overal en nergens lagen te verzamelen. 
“Luke, als er iets is waardoor je denkt dat het geen goed idee is dat we in de Onderwereld beginnen, wil ik dat graag weten. Het is niet voor niets dat het Orakel sprak over een zoon van Apollo. Ik denk nu zeker dat ze jou bedoelde. Als je aanvoelt dat het niet goed is, dan is het goed om te weten.”
Luke had gehoopt dat het onderwerp nu wel af was gezakt. Hij snapte dat Frankie het wilde weten. Hij had dan wel nooit gehad dat hij iets wist te voorspellen. Voor iemand zoals hem kon het echter wel voorkomen. Frankie leek te denken dat hij nu iets wist wat hij nog niet deelde. 
“Ik heb die gaves niet.” Legde Luke uit. Hij wist niet hoe hij nu verder moest gaan. 
“Maar er is wel iets?” 
Luke schudde zijn hoofd. “Nee niets.” Hij wist zeker dat hij nu bijna als Suzy klonk, het was er als een piep uitgekomen. 
Gelukkig kwam Edyn terug met een arm vol met kleding die in de was leek te moeten. Dat gaf Luke de kans om achter haar aan te lopen naar de keuken, die nog geen twee meter van de woonkamer verwijderd was.
Demish
Internationale ster



Ondanks dat Luke zich leek te schamen voor de staat van zijn kleine appartement, had Frankie het gevoel dat er meer aan de hand was. Dat hij niet stond te springen om naar de Onderwereld te gaan, kon ze enigszins wel begrijpen. Het was niet een plek waar halfgoden zomaar hoorden te komen. Maar er was iets veranderd aan Luke toen ze de plek had genoemd. En het vervelende was dat hij niet leek te willen delen wat het precies was.
Luke en Edyn waren in de keuken, waar Edyn zachtjes tegen hem praatte. Frankie kon haar niet verstaan, maar ergens was dat ook maar beter. Edyn wist vast hoe ze hem het beste kon helpen. Het enige wat ze zelf kon doen, was een paar kleren bij elkaar rapen en op de hoek van de bank leggen. Ze had geen idee hoe ze hem anders van dienst kon zijn.
Door het raam keek ze naar buiten. Ondanks dat Luke had gezegd dat ze samen met Edyn op de bank zou mogen slapen, was het in haar ogen niet nodig. Ze zou nu toch niet in slaap komen. Haar eigen ritme was totaal anders. Daarnaast maakte ze zich teveel zorgen om Michael.
‘Ga maar bij Frankie zitten, dan doe ik de rest wel,’ hoorde ze Edyn vanuit de keuken zeggen. Niet veel later verscheen Luke dan ook weer in de kleine woonkamer.
‘Edyn heeft choco gemaakt,’ zei Luke, terwijl hij de twee bekers iets omhoog hield. Hij overhandigde één mok aan haar, maar hij kwam niet naast haar zitten op de bank. In plaats daarvan hield hij zijn mok met twee handen vast, dicht bij zijn gezicht. Frankie haar blik viel op zijn voeten. Zijn tenen wezen naar elkaar, in plaats van recht vooruit. Een houding die ze nog herkende van het kamp, op de momenten dat hij voor haar had gestaan.
‘Luke.’ Frankie klopte op de semi-lege plek naast haar. Ze wist dat ze hem niet zo gerust zou kunnen stellen als Edyn dat zou kunnen, maar ze hoopte dat haar verhalen over de Onderwereld hem iets zouden helpen. Ze had Michael er vaak genoeg bezocht en in al die tijd was er nog nooit iets gebeurd.
Onwennig nam Luke plaats naast haar. Edyn liep de keuken uit, maar ging meteen weer door naar de slaapkamer om daar de overige kleding op te ruimen. Suzy sprintte achter haar aan.
Voorzichtig blies Frankie de hete stoom van haar chocolademelk. ‘Ik begrijp dat een plek als de Onderwereld niet ideaal is voor een zoon van Apollo. Ik denk dat Edyn er ook moeite mee gaat hebben.’ Zowel Luke als Edyn waren altijd opgestaan met de zon, juist rond de tijd dat Frankie haar bed in was gekropen. Daglicht was echter nergens te bekennen in de Onderwereld en dat zou wel invloed kunnen hebben op de twee.
‘Maar het is geen enge plek. Ik heb Michael vaak genoeg bezocht. Na een tijdje vergeet je waar je bent.’ Tenminste, zo had het voor haar gevoeld. Nu was ze nooit verder geweest dan de plek waar Michael woonde, wat wellicht ook invloed had op haar visie, maar het had vanzelf vrij normaal aangevoeld. Juist omdat het haar deed denken aan haar eigen woonomgeving.
‘Je bent daar geweest?’ fluisterde Luke. Hij keek haar met grote ogen aan. ‘Hoe.. Of…’ Hij schudde zijn hoofd en zuchtte. Frankie haar gevoel dat er meer aan de hand was, werd alleen maar sterker.
Voorzichtig legde ze haar vingers op zijn schouder. ‘Weet je nog dat Michael door de schaduwen kon reizen?’
Luke gaf een klein knikje. ‘Je liet het hem oefenen op het kamp. Hij haatte het.’
‘Michael beweerde elke training te haten,’ wees Frankie hem terecht, maar wel met een glimlach op haar gezicht. Ze wist nog maar al te goed hoe Michael had gereageerd als ze hem weer had opgedragen met haar te oefenen, omdat zij als één van de weinigen midden in de nacht wakker waren geweest. 
‘Maar ik kan dat ook. Al noem ik het nachtreizen, omdat het toch iets anders is dan wat Michael kan. Op die manier ben ik naar de Onderwereld gereisd.’
Ze zag Luke nadenken. Zijn blauwe ogen stonden wazig. Het licht, afkomstig van de lamp in de woonkamer, viel op de glitters die hij rond zijn ogen aan had gebracht. Een paar glitters waren willekeurig onder zijn ogen terecht gekomen. Ergens had ze de neiging om ze weg te vegen.
Luke nam een slok van zijn chocolademelk. ‘Kun je ons met je meenemen?’
Spijtig schudde ze haar hoofd. Het kon wel, maar die manier van reizen vergde haar al energie als ze het in haar eentje deed. Als ze twee anderen met zich mee zou moeten nemen, zou ze daarna nauwelijks in staat zijn om opzoek te gaan naar Michael. ‘Morgen nemen we een andere weg. Een zoon van mijn moeder, Charon, brengt de overledenen naar de Onderwereld. Ik weet waar we hem kunnen vinden.’ 
Ook dat leek Luke niet helemaal gerust te stellen, waardoor Frankie niet goed wist wat ze anders moest zeggen. Wellicht was het beter om het even niet over hun plan te hebben.
‘Het is goed om te zien dat jij en Edyn nog steeds zo close zijn,’ zei ze. Een gemeenschappelijke factor was altijd goede gespreksstof. 
‘Ik zou niet zonder haar kunnen,’ gaf Luke eerlijk aan, waarop Frankie begrijpend knikte. Ze wist maar al te goed ho veilig het kon voelen bij Edyn in de buurt. Dat gevoel gunde ze iedereen.
‘Ik weet nog goed hoe jullie waren op het kamp. Altijd bij elkaar, altijd vroeg op. En altijd een glimlach op jullie gezicht als jullie bij elkaar waren.’
Elysium
Internationale ster



Luke kon aan alles merken dat Frankie haar best deed om hem gerust te stellen. Hij nam het haar niet kwalijk dat de woorden die ze gebruikte bij hem het tegenovergestelde effect hadden. Geen enkele uitleg zou er voor zorgen dat hij met een gerust gevoel aan hun reis zou beginnen. 
De verandering van het gespreksonderwerp gaf hem even de ruimte om de rest van zijn gedachtes te kalmeren, hoewel Luke zich licht in zijn hoofd voelde en zijn handen nog zweterig waren van het gesprek. 
Luke keek in de richting van zijn slaapkamer. Hij kon haar dan niet meer zien, maar het feit dat Edyn zijn spullen aan het opruimen was vertelde genoeg over haar. Ze had het meest pure hart dat hij ooit was tegengekomen. Als vanzelfsprekend zette ze de behoefte van anderen boven die van haarzelf. 
“Soms mis ik het kamp echt. Vooral om die redenen.” Mompelde Luke.
Nu hij er aan terug dacht, leek die tijd zoveel makkelijker dan zijn leven buiten het kamp. Iedereen moest op een gegeven moment door, dat wist hij ook. Ooit had hij er een bewuste keuze voor gemaakt. Toch miste hij die tijd. Vroeg opstaan, met Edyn door de velden lopen, trainen. Het had allemaal zo simpel geklonken. 
Frankie knikte, ondanks dat ze zijn mening niet geheel leek te delen. Luke wist zeker dat ze een goede tijd had gehad op het kamp. Hij zag nu een vrouw voor zich die alles onder controle leek te hebben. Een leven had die ze altijd had willen hebben. Iedere stap die ze daarvoor nodig had gehad was uitgestippeld geweest. Niet veel Halfgoden hadden een leven zoals dat van Frankie. De meeste hadden geen band met hun Goddelijke ouder, laat staan dat ze bij hen woonden.
“Maar ik weet ook dat ik daar nu niet meer hoor. Ik ben trots op Edyn. Ze doet precies waar ze het beste in is, voor anderen zorgen.” Dat had ze heel haar leven al gedaan. Dat ze nu jonge mensen kon helpen was alleen maar mooi om te zien. Ze kon er ook geweldig over vertellen.
“En ik ben ook trots op jou Luca.” Hoorde Luke Edyn vanuit zijn slaapkamer zeggen, waardoor hij wel even moest glimlachen. 
“Wat ik kan zien heb je het hier goed voor elkaar.” Stemde Frankie in. 
Luke wist dat het een compliment was, maar ergens voelde het ook onzeker. Hij wist dat hij er nog lang niet was. Hij leefde in een klein appartementje en deed zijn best om rond te komen door de optredens die hij had. Het was een manier om te beginnen, niet iedereen kon het meteen maken. Verre van zelf, de meeste mensen zouden zelfs stranden op een punt waar Luke al had gepasseerd. 

Luke en Frankie dronken beiden van hun chocolademelk, terwijl ze nog hier en daar met elkaar in gesprek gingen. Het waren kleine dingen, zeker niets wat de diepte in ging. Iets wat Luke voor even fijn voelde. 
De mokken waren al even leeg en ook het geluid vanuit de andere kamer was voor Luke niet meer heel erg goed te horen. Het was echter Suzy die zijn aandacht trok, door via de stof van zijn broek omhoog te klimmen naar zijn schoot.
“Hey Suzy, wat is er?” Ze pakte zijn pink vast en trok er zachtjes aan, terwijl ze een klagerige piep liet horen en Frankie aanstaarde. Dat alarmeerde Luke meteen: er was iets met Edyn.
Ook Frankie leek het door te hebben en schoot als eerste van de bank af om in de richting van haar vriendin te lopen. Luke zag nog net, dat ze van plan was om een wapen te trekken als het nodig was.
In de andere kamer had Luke echter al snel door dat Edyn niet in gevaar was. In ieder geval niet op die manier. Ze zag er vooral vermoeid uit. Haar benen leken ieder moment op te kunnen geven en haar gezicht was wit weggetrokken. De mok met chocolademelk stond nog nagenoeg vol op het nachtkastje.
“Wanneer heeft ze voor het laatst geslapen?” Vroeg Luke meteen.
“Dat weet ik toch niet.” Wierp Frankie terug. 
Luke liep naar Edyn toe om haar te ondersteunen. “Ik denk dat het tijd voor je wordt om naar bed te gaan.”
“Maar Luca, het is nog niet klaar.” 
“Dat hoeft ook helemaal niet. Dat is niet iets waar jij je zorgen over hoeft te maken. Dit zijn mijn spulletjes. Het is zo lief dat je het wilde doen, maar het moet niet ten koste van jou gaan.” 
Luke hoorde nog hoe Frankie achter hem hufde, waardoor hij een beetje geïrriteerd raakte. Alsof het zijn fout was dat Edyn zich nu zo voelde. Hij voelde zichzelf er al schuldig over, daar hoefde zij niets bij bovenop te gooien, wat ze wel deed door zich hardop af te vragen hoe het toch kwam. 
“Kom, ik heb nog wel een shirt waar je in kan slapen.” Luke keek naar de perfect opgeruimde shirts in zijn kast. Hij wilde Edyn haar werk niet verdoen dus hij pakte de bovenste. Hij liet Frankie helpen met haar omkleden, omdat Frankie nu bij haar stond en zachtjes over haar rug heen ging.
“Soms moet je wat minder van jezelf vragen, Edyn. Het komt allemaal wel goed.” Fluisterde ze.
“Ik ben gewoon een beetje moe.” Fluisterde Edyn terug.
“Dan moet je gaan slapen. Kom, jij en Frankie kunnen in het bed.” Luke klopte op het bed en wachtte totdat Edyn daar uiteindelijk op was gekropen. 
Edyn keek hem met smekende ogen aan, waardoor Luke eigenlijk al wel wist wat er zou komen. “Ik zal mijn gitaar pakken.” 
“Franks, wil jij sterretjes maken?” Vroeg Edyn nog voorzichtig. 
Toen Luke terug kwam in de slaapkamer, zag hij dat Frankie bij Edyn op bed was gekropen. Luke deed het licht uit, waardoor er al een paar sterren aan het plafond verschenen. Hij had het Frankie één keer eerder zien doen, ook voor Edyn toen ze ziek was geweest. Uiteraard had ze op geen mogelijke manier in haar bed kunnen blijven, zelfs niet toen Luke had gezegd dat ze dat had moeten doen. Door Frankie haar sterretje was ze zo lang afgeleid geweest, dat ze uiteindelijk wel moe was geworden en de slaap had gevat. 
Zonder verder iets te zeggen, ging Luke ook op het bed zitten, waar hij gitaar begon te spelen. Op het moment voelde zingen niet goed. Edyn had enkel de zachte geluiden van zijn akoestische gitaar nodig om in slaap te komen. In combinatie met de sterren die boven haar verschenen, leek dat genoeg te zijn om haar rustig genoeg te krijgen om in slaap te vallen.
Luke stond op en liep terug naar de woonkamer. Gevolgd door Frankie. Iets wat hem alleen maar irritatie opleverde. Natuurlijk was Edyn moe. Hij wist hoe het ging, in de duisternis ging het vaak heel wat sneller dan in het licht. Daarbij was ze vanaf de andere kant van het land gekomen.
“Hoe zijn jullie hier eigenlijk gekomen?” Vroeg Luke. Hij ging er vanuit dat het allemaal vandaag was gebeurd. Wat gewoon een hele trip was.
“Met een paarden en een wagen, van mijn moeder.” 
Luke keek om naar Frankie, hij kon de verbazing op zijn gezicht niet verbergen. “Paarden?” Als Frankie er niets mee kon waren het hoefdieren. Niet enkel de paarden op het kamp hadden helemaal niets met haar gehad, maar ook de Pegasi. 
“Dus Edyn heeft zich de hele weg bezig moeten houden met de paarden? En dan geef je mij op de kop dat ze moe is.” 
“Ze heeft je rommel voor weet ik hoe lang op lopen ruimen, Luke.”
“Ik heb haar nergens om gevraagd.” 
“Maar je kent Edyn.” 
Luke zuchtte. “Laten we ophouden, ik wil haar niet wakker maken nu ze net slaapt.” Hij griste een deken van de bank af en legde een paar kussen aan één kant, zodat hij enigszins comfortabel kon liggen. 
“Zoals ik al aangaf, jij kan bij Edyn slapen. Welterusten Frankie.” 
Luke knipte met zijn vingers, waardoor de lichten in de woonkamer uitgingen. Met moeite kon hij zelf op die manier nog op de bank kruipen.
Demish
Internationale ster



Ondanks Luke zijn aanbod om bij Edyn in bed te slapen, was Frankie de hele nacht wakker geweest. Ze had plaatsgenomen op het balkon en had een tijd naar de lucht gestaard. Ze was een heldere lucht gewend, waar ze alle sterrenbeelden kon zien. De lucht boven Los Angeles voelde echter verstikkend, met al het kunstmatige licht dat van de stad af kwam.
Ondanks dat het maar een kleine discussie was geweest, kon ze het gesprek met Luke niet gemakkelijk van zich afschudden. Misschien was het wel omdat hij kritiek op haar had geleverd. Iets wat hij nooit had gedaan toen ze samen op het kamp waren geweest. En omdat het duidelijk was dat hij veel beter wist wat Edyn nodig had.
Ergens rond een uur of drie had ze wat beweging gehoord in het kleine appartement van Luke. Heel even was ze bang geweest dat hij naar haar toe zou komen, maar ze had hem met een slaperig hoofd de slaapkamer in zien lopen.
Opgelucht had Frankie haar blik weer gericht op de nacht. Voor een lange tijd had ze nagedacht over hetgeen wat ze zouden ondernemen. Ondanks dat Charon technisch gezien haar broer was, was er geen garantie dat hij hen zou willen helpen. Hij gaf niks om Michael, laat staan om haar. Toch hoopte Frankie dat hij welwillend zou zijn. Het moest. Michael zijn leven hing er vanaf.
In haar tijd alleen had ze Luke zijn woorden overdacht. Misschien was ze wel te snel gegaan, had ze niet voldoende rekening gehouden met Edyn. Ze had gedacht van wel, maar het tegendeel was al bewezen. 
Het was duidelijk dat vriendschappen ingewikkeld waren. Ze had moeten zien dat Edyn vermoeid was geweest. En wat misschien nog wel erger was: ze had door moeten hebben dat Michael was verdwenen. Als een vriend er niet meer was, dan merkte je dat toch? Ze wist zeker dat Edyn het binnen een dag door zou hebben als zij plotseling verdween.
Het ergste was nog wel dat Frankie niet wist wie dit in godensnaam kon doen. Michael had geen vijanden, in ieder geval niet voor zover zij wist. Hij was gewoon Michael, die zich het liefste terugtrok en er voor zorgde dat hij niemand tot last was. Wie dan ook voor zijn verdwijning had gezorgd, het kon haast niet dat diegene het puur op Michael had gereageerd.
Langzaam maar zeker veranderden de kleuren om haar heen. Donkerblauw werd vervangen door rood en oranje. De zon kwam op.
De balkondeur ging open en Frankie keek op. Dit keer was het wel Luke, met twee koffiekopjes in zijn handen. Hij stak er eentje uit naar Frankie. ‘Ik heb koffie gemaakt.’ 
Verrast door het gebaar, na hun kleine woordenwisseling van de vorige avond, nam Frankie de dampende mok met koffie aan. Dat was één ding wat ze wel miste aan de simpele mensenwereld. Cafeïne. 
Luke kwam naast haar zitten op het kleine tuinstoeltje. Op de stoelen na was het kleine balkonnetje vrij leeg, maar het uitzicht over de stad was prachtig.
‘Slaapt Edyn nog?’ vroeg Frankie, waarop Luke knikte. Beschaamd wendde ze haar blik af. Als Edyn niet wakker werd met de zon, dan moest ze wel uitgeput zijn. En zij had haar beste vriendin daartoe gedreven.
Luke schraapte zijn keel. ‘Sorry voor vannacht. Ik was moe, en geschrokken.’ 
Frankie schudde haar hoofd. ‘Nee, het spijt mij. Je had gelijk, Luke. Ik had beter op Edyn moeten letten. Ik had haar niet zo moeten pushen. Ik maak me zoveel zorgen om Michael en ik ben bang dat als we - als ik - niet snel genoeg handel, dat het te laat is.’ 
Halfgoden konden in zoveel problemen raken. Profetieën, monsters, andere mythische wezens die hun eigen plan trokken. Ze wist dat Michael sterk was en dat hij niet zomaar op zou geven, maar tegelijkertijd wist ze ook dat hij het niet lang vol zou houden in zijn eentje, waar hij ook was. Er zou een moment komen waarop het gemakkelijker zou zijn om het allemaal maar te laten gebeuren. Frankie wilde dat moment voor zijn.
‘Niemand neemt het je kwalijk dat je Michael wil helpen.’
‘Ik wel,’ gooide Frankie eruit, wat haar een verwarde blik van Luke opleverde. Naast de verwarring zag ze ook de wallen onder zijn ogen. Misschien had hij wel nauwelijks geslapen.
‘Ik had het eerder moeten weten,’ gaf ze toe. Ze nam een slok van haar koffie en zuchtte. ‘Hij is mijn vriend. Als je vrienden in gevaar zijn, dan hoor je dat toch meteen door te hebben?’ 
Misschien was het een domme vergelijking, maar Edyn had altijd geweten wanneer ze met wat ambrosia, thee of iets lekkers naast haar bed had moeten verschijnen. Ze had er nooit om hoeven vragen. Edyn had het gewoon geweten. Dat was vriendschap. En zij had Michael op dat gebied in de steek gelaten.
Luke schoof iets naar haar toe, wat bijna onmogelijk was in het stoeltje waar hij duidelijk net iets te groot voor was. Toen ze naar hem opzij keek, schoof hij echter weer iets naar achteren. ‘Je doet nu je best om hem te vinden. Diep van binnen weet hij dat vast.’
Frankie deed haar best om niet te snuiven. Ze betwijfelde of Michael echt dacht dat zij onderweg was om hem te helpen, maar ze wist dat Luke zijn woorden geruststellend bedoeld waren.
‘Jongens?’ Edyn was verschenen in de deuropening. Ze wreef in haar ogen en gaapte. Suzy zat bovenop haar hoofd en probeerde haar blonde haren iets te fatsoeneren. ‘Zal ik ontbijt maken?’ 
Luke en Frankie kwamen tegelijkertijd uit hun stoel.
‘Ik kan wel wat eitjes bakken,’ zei Luke snel. Hij gebaarde naar de, nu lege, stoel. ‘Ga maar bij Frankie zitten.’ 
Edyn knikte en rekte zich uit. ‘Je moet wel aan de kipjes vragen of het goed is dat je hun eitjes pakt,’ mompelde ze, zo slaperig dat  ze waarschijnlijk was vergeten dat er geen kippen in de buurt waren.
Elysium
Internationale ster



In rust maakte het drietal zich klaar voor de dag. In eerste instantie had Edyn een tijdje met Frankie op het balkon gezeten. Ze had wel kunnen zien dat haar vriend zich niet helemaal goed in haar vel had gevoeld. Iets wat niet altijd over gepraat hoefde te worden. Het was Suzy die haar vertelde dat het niet nodig was om er op in te gaan. Edyn had Frankie enkel goed vastgenomen toen Luke hen had geroepen omdat het ontbijt klaar was geweest. 
Na het ontbijt hadden de drie beurten genomen om zich op te frissen in de kleine badkamer van Luke zijn appartement. Edyn als eerste. Daarna Luke. Op het moment was Frankie teruggetrokken in de ruimte. Edyn had de tijd genomen om Luke te helpen met wat spullen pakken voor hun reis. De rugzak, die magisch groter was gemaakt dan hij leek, stond al klaar in de hoek van de kamer. 
De twee waren samen op het bed gekropen en zaten daar in kleermakerszit tegenover elkaar, hun knieën raakten elkaar net elkaar. 
“Ik maak me zorgen om Michael.” Fluisterde Edyn. 
“Dat weet ik. Ik maak me ook zorgen.” Luke kon zich niet indenken waar Michael zou zijn. Het was wel duidelijk dat hij nog leefde, anders had zijn vader dat wel geweten. Het betekende alleen maar dat Michael ergens was voor een reden. Iets of iemand had hem meegenomen. Wellicht zou hij wel pijn lijden. Iets wat Michael niet verdiende. Dat was de enige reden dat Luke zijn grootste angsten opzij wilde zetten. Ze moesten Michael redden. 
“Maar we gaan er alles aan doen om hem te helpen, toch?” 
“Alles.” Beloofde Luke. 
Edyn wiebelde wat heen en weer. Ze voelde zich onrustig. Het idee dat iemand om wie ze zoveel gaf in gevaar was, maakte haar nerveus. 
“Soms vergeet ik hoeveel gevaren er zijn.” Er kwamen ook wel eens dreigingen in de richting van het kamp. Het was echter de meest veilige plaats in de wereld voor Halfgoden. Toch konden ze daar niet altijd blijven. Ze moesten door met het leven. De wereld in. Luke was daar een voorbeeld voor. Hij had niet meer op het kamp kunnen blijven, hij had zich daar niet gelukkig gevoeld. 
“Het zijn er veel.” Beaamde Luke. Hij wist echter ook dat het niet te ontkomen was. Hij wist niet waar Michael was geweest op het moment dat alles gebeurde. Als het in de Onderwereld was, dan kon hij met zekerheid zeggen dat er geen veilige plaats was. Het was namelijk één van de plaatsen waar niet zomaar in en uit kon. 
“En soms zou ik willen dat het anders was.” Luke had er wel eens over nagedacht hoe zijn leven er uit had gezien als Apollo niet zijn vader was geweest. Het had zoveel kunnen schelen. Toch had hij dan ook het grootste geluk in zijn leven niet gehad. Zijn vrienden. Muziek. Alles.
“Maar dan bedenk ik me dat ik dan de mooiste dingen in mijn leven niet had gehad. Dan hadden wij elkaar nooit leren kennen.” 
Edyn knikte. “Dat is ook zo. En dat is het waard om voor te vechten. Michael is dat ook.” 
Luke leunde wat naar voren, zodat hij Edyn haar handen vast kon pakken. Hij liet hun handen in het midden van hen beiden in de lucht hangen. 
“Weet je nog in de tijd op het kamp, wat we deden als we ons even niet goed voelden?”
Edyn knikte. Ze waren op kamp zoveel bezig met de buitenwereld, dat het soms te veel werd. Het vechten, dat ze Grieks moesten leren. Mensen die altijd wel iets te zeggen hadden gehad. Soms hadden ze zich even terug moeten trekken. Dan hadden ze de beste tijd samen gehad. Edyn kon zich nog herinneren hoe ze samen door de velden hadden gerend. Soms achtervolgd door vlinders. Op andere momenten hadden ze samen op de heuvels gelegen om het laatste beetje zon in zich op te nemen. 
Nu wist Edyn echter precies waar Luke op doelde. Als het echt te veel was geworden voor één van hen hadden ze elkaars hadden vast gepakt en hadden ze de krachten die ze beiden hadden gebundeld. De concentratie die daar in had gezeten, had er altijd voor gezorgd dat al het andere werd vergeten. Met de belofte aan elkaar dat het hen voor altijd zouden beschermen. Dat ze elkaar zouden beschermen. 
Beiden lieten ze hun krachten naar hun vingers glijden. Tussen hun handen verscheen langzaam een kleine zonnebloem. Iets wat hun beide krachten en achtergronden naar voren liet komen. Voor beiden liet het een glimlach op hun gezicht verschijnen.
De gele blaadjes leken te sprankelen in het licht. Het was geen grote bloem, maar voor Edyn waren ze net zo prachtig als ze zich altijd had herinnerend. 
“Samen zijn we veilig.” Fluisterde Edyn. 
“Samen zijn we veilig.” Zei ook Luke. Als hij naar de Onderwereld zou moeten, dan was Edyn de enige die hij bij zijn zijde wilde hebben. Wetende dat ze er bij was, was tenminste iets. Al wilde hij er liever ook niet over nadenken dat iemand als Edyn op die plaats moest zijn. Zelf leek ze er wat minder erg in te hebben. 
Frankie kwam de slaapkamer binnenlopen. Ze had zich omgekleed en haar haar was nog nat van de douche die ze net had genomen. 
Edyn keek trots op naar Frankie. “Kijk Franks.” Ze stak de bloem in de richting van Frankie, zodat ze er ook een blik op kon laten werpen.
Frankie leek een beetje in de war te zijn door hetgeen waar ze in was gerold. Het gaf Luke even de tijd om goed naar haar te kijken. De douche leek haar een beetje op te hebben geknapt. Hij vond het vervelend voor haar dat haar Edyn op het moment ergens was waarvan ze niet precies wist waar. Natuurlijk vond Luke het ook vreselijk wat er met Michael aan de hand was. Het was echter anders dan de band die hij met Edyn had. Als zij ineens spoorloos was verdwenen dan zou hij echt buitenzinnen zijn. 
“We hebben hem samen gemaakt.” Sprak Edyn nog verder.
“Hij is prachtig, Edyn.” 
Edyn schoof van het bed af en stapte naar Frankie met de bloem in haar handen. 
“Hij is voor jou. Hij zou je beschermen wanneer dat nodig is.” Luke wist niet of haar woorden ook de waarheid waren. Voor hem zat er een belofte aan de bloem. Voor Edyn ook. Maar van wat hij wist had hij niets bijzonders in de bloem gelegd. Als Frankie hem wilde hebben, zou hij het echter niet erg vinden. 
Zo beleefd als ze tegenover Edyn was, nam Frankie de bloem dankbaar af. “Dat is heel erg lief, dankjewel. Jij ook bedankt Luke.” 
Edyn omhelsde Frankie. Zonder dat Luke er iets aan kon doen, trok ze hem ook bij de omhelzing. Voorzichtig sloeg hij zijn armen om Frankie heen, een beetje ongemakkelijk wel. 
 
Demish
Internationale ster



Er was geen einde of begin meer.
Het enige wat er nog was, was een allesomvattende duisternis waar hij niet aan kon ontsnappen.
Het enige wat Michael zich nog vaag kon herinneren was de zoete bloemengeur en de lichte smaak van chocolade en geroosterde marshmallows. 
Op sommige dagen leek de duisternis te vervagen. Het leek lichter, minder bedrukkend. Hij was dan in staat om schaduwen te onderscheiden en hij kon voelen dat hij op een bed lag. Maar die momenten duurden nooit lang. Vroeg of laat leek de duisternis te beseffen dat ze haar grip aan het verliezen was en dan was hij wee terug bij af.
Omdat er geen punt was waar de nacht eindigde en waar de dag begon, voelde zijn lichaam altijd moe aan. Het was een onmogelijk gevecht om in leven te blijven als je niet eens wist waar je tegen vocht. Op zijn heldere momenten vroeg Michael zich af hoe lang hij dit nog vol kon houden, hoe lang het zou duren voordat iemand hem zou komen helpen.
Op andere momenten was hij dankbaar als hij wegzakte in een slaap en hij zich geen zorgen kon maken over het onvermijdbare einde.
De afgelopen dagen, als het daadwerkelijk dagen waren, had het anders aangevoeld. Michael had gemerkt dat het lichter om hem heen was geworden. Langzaam was hij steeds bewuster geworden van zijn omgeving. Het bed waar hij op lag, het geluid van wind door de bomen en een stromend beekje. 
En de persoon waarmee hij zich op deze plek bevond.
Vreemd genoeg had de duisternis hem deze keer niet meegesleurd. In plaats daarvan had het Michael genoeg tijd gegeven om op kracht te komen. Hij had in stilte gewacht op een moment waarop hij, voor zijn gevoel, alleen was geweest.
Toen had hij zijn ogen geopend.
Het voelde nauwelijks als de werkelijkheid, maar Michael werd begroet door een knus ingericht huisje. Verward door de plek keek hij om zich heen. Het was zo’n groot contrast met wat hij voorheen had gezien dat hij nauwelijks durfde te geloven dat hij echt wakker was. Misschien was dit een andere truc. Iemand die hem wilde laten geloven dat hij veilig was, terwijl hij dat niet was.
Voorzichtig duwde hij zichzelf van het bed. Zijn lichaam deed nog steeds pijn. Alles voelde stroef aan en zijn benen trilden. Hoe lang was hij hier al?
Langzaam trok hij door het huisje, zoekend naar aanwijzingen. Hij vond een tas met kleding en hier en daar wat verpakkingen van opwarmlaatijden, maar zijn hoofd was te wazig om conclusies te trekken op basis van donkere kledingstukken en het gebrek aan huisgemaakte maaltijden.
‘Je bent wakker.’
Geschrokken draaide Michael zich om. Door de plotselinge beweging werd hij licht in zijn hoofd en moest hij snel het overvolle aanrecht vastgrijpen om niet om te vallen.
Een paar meter van hem vandaan stond een persoon die hij niet had verwacht. ‘Rhi?’
De dochter van Nemesis verroerde zich niet. Michael schudde zijn hoofd. Hoe kon het dat zij hier was? Was ze hier om hem te helpen? Dat kon haast niet. Anders had ze hem anders begroet, toch?
Rhi zette een stap naar hem toe, waardoor de alarmbellen in zijn hoofd afgingen. Wat hier ook aan de hand was, hij moest hier weg. En hij wist niet of Rhi diezelfde intentie had.
‘Maak je geen zorgen,’ fluisterde Rhi, terwijl ze haar handen omhoog hield. Misschien om hem te verzekeren dat ze geen wapen vasthad en hem geen pijn wilde doen, maar Michael vertrouwde het niet.
Langzaam schoof hij langs het aanrecht richting de uitgang van het kleine keukentje. ‘Waar zijn we?’
‘Ik zal het allemaal uitleggen,’ suste Rhi hem. Ze stapte in dezelfde richting, waardoor het moeilijker voor Michael werd om de uitgang te bereiken. ‘Maar het is beter als je weer gaat liggen. Je hebt flink wat te verduren gehad.’
Zo onopvallend mogelijk probeerde hij met zijn hand te voelen of hij zelf ergens een wapen bij zich droeg, maar hij kon zo snel niks vinden.
Hij sloot zijn ogen, zoekend naar de schaduwen die hem hier vandaan konden halen. Zijn lichaam was echter veel te zwak om ze te vinden, laat staan om hier weg te gaan. Maar alles in hem schreeuwde dat hij het wel moest proberen.
Michael opende zijn ogen weer en schoot langs Rhi heen. Op hetzelfde moment rende Rhi naar hem toe en ze greep hem met gemak vast. Ze haakte een voet achter zijn been en vloerde hem zonder moeite.
‘Laat me los!’ schreeuwde hij, maar Rhi was veel sterker dan hij gewend was. ‘Ik wil alleen maar naar huis!’
‘We willen allemaal wel iets,’ snauwde Rhi.
‘Edyn?!’ vroeg Michael wanhopig. Het enige wat hem op de been had gehouden waren de bloemengeur en de smaak van haar s’mores. Ze moest hier zijn geweest. En zij had hem wel geholpen, daar was hij zeker van.
Rhi lachte. ‘Je bent nooit over die crush heen gekomen, of wel? Het is bijna lief. Maar Edyn is hier niet. En ik ben niet van plan om je te laten gaan voordat ik krijg wat ik wil.’ 
Michael probeerde zich om te draaien, zodat hij haar van zich af kon werken. Nog voordat hij iets kon doen, raakte een zwaar voorwerp zijn hoofd. 
De duisternis keerde terug. 
Elysium
Internationale ster



Het drietal had zich klaar gemaakt voor hun reis naar de onderwereld. Nadat ze in Luke zijn appartement de laatste spulletjes bij elkaar hadden gepakt, hadden ze de metro genomen naar de DOA recording studios. 
Hoewel hun plan vast had gestaan, had Luke er alles aan proberen te doen een andere weg in te slaan. Enkel onder de grond zijn in het voertuig had zijn hoofd al doen duizelen. Als afleiding en wellicht ook als laatste hoop had Luke gevraagd om de exacte woorden van de voorspelling die was gedaan door het Orakel. De woorden hadden niet gesproken over het beginpunt. Daarbij had Luke zich meteen zorgen gemaakt over de laatste twee zinnen. 
Elke halfgod zou moeten bezwijken. Wat als dit het punt voor Luke was. Hij wist niet wat er met hem zou gebeuren als hij de studio’s binnen ging. Wellicht trok zijn hele lichaam het niet meer. Kwam hij hier niet levend uit. De laatste zin impliceerde immers dat maar één van hem met de eer zou strijken. Zelfs al waren voorspellingen vaak vaag en kwam het niet woord voor woord uit, leek dit Luke duidelijk genoeg. 
Het maakte hem nerveus. Nog meer dan hij al was. Luke had nog wel geprobeerd om er met Frankie over te praten, ze was er echter zeker van geweest dat de Onderwereld een goed begin was. dat maakte dat het drietal voor het gebouw stonden. Voor de meeste mensen viel het niet op bij de rest van de gebouwen. Luke was er zeker van dat de stervelingen er niet eens naar binnen konden en heel iets anders zagen door de Mist. Had hij dat maar. Kon hij er maar niet binnen komen door de Mist die hem tegen hield. 
Met zijn hand vastgeklemd in die van Edyn, liep Luke achter Frankie aan die de deuren met gemak had geopend. Alsof het haar niets deerde dat ze op een plek waren waar mensen kwamen die waren overleden. 
De grijze vloer en muren kwamen meteen op Luke af. Aan een klein kneepje van Edyn leek Luke te kunnen merken dat ook zij zich steeds minder op haar gemak bleek te voelen. 
“Laat mij maar het woord doen.” Sprake Frankie. Luke was niet eens van plan geweest om iets te zeggen. Hij betwijfelde of er op het moment iets uit zou komen. De mensen om hem heen trokken zijn aandacht. Ieder van hen was klaar met hun leven. Dit was de laatste plaats die ze zouden bezoeken in hun tijd op aarde. Dat maakte de stemming er niet beter op.
Frankie liep naar de man die een prominente plaats had in de ruimte. Luke had snel een blik naar hem geworpen, maar durfde hem verder niet aan te kijken. Zijn blik beangstigde hem, zijn gedachten misschien nog wel meer. 
“Oh u bent Frankie haar broer. Fijn u te ontmoeten!” Bracht Edyn beleefd uit, die daadwerkelijk enthousiast klonk en totaal leek te vergeten waar ze precies was en wat de mensen om haar heen deden.
Dat terwijl Luke alleen maar kon kijken naar de mensen die doelloos voor zich uit aan het staren waren. Er zat geen leven meer in. Ze wisten niet wat hen was overkomen. Het kon uren, dagen, misschien wel maanden duren voordat Charon ze mee zou nemen in zijn lift, om ze vervolgens in lange rijen te laten staan. Dood was oneindig. Luke vond het echter respectloos dat er zo mee om werd gegaan. 
Edyn kwam al snel weer naast Luke staan, om Frankie aan het woord te laten. Charon leek er ook niet echt van gediend te zijn dat Edyn enthousiast naar hem toe was komen lopen. Voor Luke kwam het goed uit, omdat hij de hand van Edyn weer goed vast kon pakken. 
“Ik vind dit maar niets.” Gaf hij eerlijk toe. “Deze mensen….” Kippenvel betrok zijn armen, het idee was gewoon te veel.
“Ik weet het.” Fluisterde Edyn. “Ze verdienen beter.” 
Er gingen zoveel gedachten door Luke zijn hoofd heen. De grijze ruimte begon zich steeds meer te vormen in één grote waas, vergezeld met zwarte vlekken die uit het niets op kwamen zetten. 
Edyn keek op naar haar beste vriend. “Gaat het Luca?” Fluisterde ze.
Luke schudde zijn hoofd. Hij kon haar niet precies uitleggen wat er aan de hand was, dat was te veel. Hij begon na te denken hoe hij adem moest halen. Moest hij daar iets voor doen? Ging het vanzelf? Het voelde niet zo. 
“Het voelt alsof ik geen lucht meer krijg.” Luke ging door zijn knieën en kroop in elkaar zodat hij de omgeving in ieder geval niet meer hoefde te zien. Misschien zat hij wel in een hele slechte droom en werd hij ieder moment wakker worden. 
“Sssht Luca, het is goed.” Fluisterde Edyn zachtjes. De woorden die ze hem vervolgens zei, kon hij niet verstaan. De manier waarop ze praatte klonk bekend, maar er was in zijn hoofd geen betekenis meer voor woorden. 
Naast een paar handen die zachtjes door zijn haar heen gingen, voelde Luke een hand op zijn rug. In eerste instantie kroop hij er meer van in elkaar. Bang dat dit het was. Dat Charon hem had gezien en zag dat hij niet weerbaar was. Ze hem naar de Onderwereld zouden brengen en hij er nooit meer uit zou komen. 
“Het spijt me dat ik je hier doorheen breng Luke. Als er een andere optie was, dan hadden we het gedaan. Ik zorg er voor dat jullie veilig blijven. Dat beloof ik.” Het was Frankie en haar woorden waren voor hem wel te verstaan. 
Ondertussen hoorde Luke ook de zachte woorden van Edyn die hem op andere plaatsen bracht met zijn hoofd. Andere plaatsen waar ze zo naar toe zouden gaan. Luke snakte nog naar adem. De paniek zat nog in heel zijn lichaam. Op het moment dat hij er over na dacht dat hij rustig moest worden, omdat hij anders te veel op zou vallen, leek het weer erger te worden. 
“S-sorry.” Mompelde Luke. Hij wist ook dat dit niet was hoe het zou moeten lopen. Ze moesten Michael helpen. Hij zou er alles voor doen. Dit stond echter onder aan die lijst. 
“Het geeft helemaal niets Luca.” Edyn hielp hem iets overeind en gaf hem een flesje water, waar Luke rustig van dronk.
Het duurde even voordat hij iets rustiger werd. “Sorry Luke, maar Charon wordt ongeduldig. Ik zou het heel fijn vinden als jullie allebei mee gaan. Ik denk dat we dat nodig hebben, gezien de queeste.” 
Luke bekeek en Frankie en Edyn. Hij kon ze niet achter laten. Ook als dat betekende dat alles zo totaal verkeerd af zou lopen. 
“Gaat hij mee of niet?” Charon klonk verveeld. Alsof het helemaal niets voorstelde.
Uiteindelijk knikte Luke. Hij liep mee naar de lift, waar hij een blik naar zichzelf wierp in één van de spiegels. Zijn huid was lijkbleek. Alsof hij daadwerkelijk dood was. De grijns van Charon die hij net opving vanuit zijn ooghoeken, zorgde er voor dat paniek weer zijn hele lichaam overnam.
Dit werd zijn dood. 
Demish
Internationale ster



De levenden hoorden niet in de Onderwereld, daar was Charon heel duidelijk in geweest.
Frankie had haar halfbroer niet vaak gezien, maar ze had gehoopt dat hun familieband iets voor hem zou betekenen. Tijdens het gesprek was het al snel duidelijk geworden dat hij haar en haar vrienden niet voor niets naar beneden zou brengen. Zelfs toen ze had benadrukt fat het ging om de zoon van Hades, de baas van Charon, had hij met een uitgestoken hand gewacht op een betaling. 
Ze had gesnoven dat ze de groeten zou doen aan hun moeder, wetend dat Charon het niet in dank had afgenomen dat hij als volledige god vast zat met dit baantje, terwijl zij veel meer van de wereld zag.
Lang had ze niet om er over na te denken. Voor nu waren al haar zorgen gericht op Luke. Dat hij niet had zitten springen om de Onderwereld te bezoeken, was al duidelijk geweest. Zijn reactie was echter een stuk heftiger dan ze had verwacht. In de lift hield hij Edyn haar hand niet los en hij zag lijkbleek. Hij leek ontzettend zijn best te doen om niet te snel te ademen.
Ondertussen deinde Edyn zachtjes mee op het liedje dat af werd gespeeld.
De lift kwam met een schok tot stilstand en Luke maakte een piepend geluidje. Hij greep de arm van Edyn vast.
‘Ben je bang voor de doden, knul?’ vroeg Charon lachend. ‘Als je het mij vraagt, is het boven nog veel erger.’
‘Dat is niet behulpzaam,’ siste Frankie. De liftdeuren geleden open en ze stapte naar buiten. Normaal gesproken verscheen ze in Michael zijn kamer en vermeed ze de rest van de Onderwereld. Het was de eerste keer dat ze op deze manier binnen kwam.
Ze stonden aan de oever van de Styx. Charon zijn boot lag al klaar. De rivier leek eindeloos en de stroom trok van alles met zich mee. Vergeten knuffels, kapot speelgoed en vergane dromen. Dat was echter niet het ergste. Tussen alle voorwerpen door zag Frankie schimmen van gezichten. Doden die in de rivier waren gevallen.
Voorbij de rivier was niets anders te zien dan vernieling. Vuur en rook. Het rook naar zwavel en er was nergens daglicht te bekennen. Frankie draaide zich om naar Luke en Edyn. Uitgerekend zij hadden zoveel baat bij het licht van de zon. Ze hoopte dat de effecten niet te ernstig zouden zijn.
Charon had zijn pak omgewisseld voor een zwarte cape en had plaatsgenomen in de boot. Toen hij zijn stok in het water van de Styx stak, klonk er een ijselijke gil. Zelfs bij Frankie gingen de haren op haar rug recht overeind staan.
Frankie schudde het van zich af en stapte de boot in. Het hout wiebelde onder haar gewicht, maar haar halfbroer deed geen enkele poging om haar te helpen. Gelukkig had ze jaren getraind en hield ze haar balans perfect.
Ze stak haar handen uit naar Edyn en Luke. ‘Kom, ik help jullie.’
Luke leek genageld aan de grond. Edyn zette al een stap naar voren, waardoor Frankie haar gezicht beter kon zien. Was ze bleker geworden, of kwam dat simpelweg doordat haar ogen niet aan het licht gewend waren? Ze weet het aan dat laatste. Het kon onmogelijk zo zijn dat het gebrek aan daglicht zo snel effect had op Edyn.
‘Kom, Luca. Het is net als een boottochtje over het meer. Die waren altijd erg leuk, weet je nog?’
Als Luke zijn beste vriendin al hoorde, dan leek het daar niet op. Hij staarde naar de boot en de rivier alsof het een monster was wat hem ieder moment op kon slokken.
Ze voelde de ongeduldige ogen van Charon op haar rug branden. Ze hield zich in, wetend dat ze hem nodig had om bij Hades te komen. Haar nachtreizen was enkel voor noodgevallen en als ze het nu al zou verbruiken, dan riskeerde ze hun mogelijkheid om terug te keren naar de levende wereld.
‘Het is niet lang,’ beloofde Frankie, ondanks dat ze geen idee had hoe ver het precies was. ‘En je kunt in het midden zitten, als je dat fijn vindt.’
Het lukte Edyn om Luke voorzichtig met zich mee te trekken, maar Frankie zag de weerstand in zijn lichaam. Ze begon steeds meer medelijden met hem te krijgen. Daarbij kwam haar eerdere gevoel weer naar boven: er was iets aan de hand. Dit was meer dan de angst voor deze plek, of angst voor de dood zoals veel mensen die hadden.
Edyn ging als eerste, onverschrokken zoals altijd. Ze nam de handen vast van Frankie en belandde met een klein sprongetje in de boot. Daarna stak ook zij haar handen uit naar Luke. ‘Het is niet zo eng! En wij vangen je op.’
Luke keek twijfelend hun kant op. Frankie probeerde haar gezicht zo neutraal mogelijk te houden, zonder ongeduld en irritatie, of medelijden.
‘We kunnen hem natuurlijk ook altijd hier achterlaten,’ zei Charon, wat er voor zorgde dat Luke meteen een hand van Frankie en Edyn vastpakte en in de boot stapte. Door de plotselinge beweging schommelde de boot. Om zichzelf, Luke en Edyn staande te houden, sloeg ze een arm om Luke zijn middel heen.
Elysium
Internationale ster



De drie vrienden hadden al snel plaats genomen in de boot. Luke was in het midden gekropen, waar Frankie en Edyn hadden besloten om beiden aan een kant van hem te gaan zitten. 
Waar Luke strak voor zich vooruit staarde, probeerde Edyn zoveel mogelijk in haar op te nemen. De donkere omgeving was iets wat ze totaal niet was gewend, dat maakte dat ze alleen nog maar meer onder de indruk was. Ze had zich altijd voorgesteld waar Michael had gewoond. Dit had ze zich er zeker niet bij kunnen bedenken. 
Het water onder haar trok Edyn haar aandacht. Het was niet zoals het meer waar ze zo vaak in had gezwommen of de zee waar ze zo graag kwam. Hoewel het op de wereld ook veel voorkwam dat mensen het water vervuilde, was dit wel heel ernstig. 
Edyn klemde haar handen dan ook over de rand van de boot, zodat ze zich iets meer die kant op kon leunen en het water eens goed kon bekijken. Er lag echt van alles in. Papieren die een handtekening mistte, juwelen, zelfs een oude beer die Edyn leek te smeken om eens goed vast te worden gehouden.
“Wat zielig...” Fluisterde ze. “Iemand is hun beer kwijt.” 
Voordat Edyn er iets aan kon doen, waren ze er al ver voorbij gevaren. Er lag zoveel in de rivier dat ze er al weer door afgeleid was geraakt. Meer en meer leunde ze naar voren, om alles goed te kunnen bekijken.
“Ik kan het niet geloven. Arme naiaden.” Dat vond ze misschien nog wel erger dan het idee dat een kind zijn knuffel kwijt was. De water nimfen moesten dag in, dag uit leven in een smerige rivier. 
“Dat is waar je je zorgen om maakt?” Proestte Charon bijna uit. Natuurlijk maakte ze zich er zorgen om. Het was voor geen enkel wezen goed om te leven in dit soort omgevingen. Zeker niet als ze gebonden waren aan de plaats. Het was niet zo dat ze ineens naar een hele andere rivier konden springen, die had Edyn hier nog niet gezien. 
“Ik kan me niet indenken dat het fijn is voor ze.” Het waren juist de personen als Charon die er voor zorgden dat er niets aan veranderde.
“Kijk nou.” 
Edyn leunde meer en meer naar voren, waardoor ze haar hand ook uitstak. Achter haar was Charon zachtjes aan het gniffelen. Zijn plezier werd echter verpest door Frankie die over Luke heen leunde en Edyn bij de bretels pakte om haar vervolgens terug te trekken. De boot bewoog daardoor behoorlijk en Luke klemde zijn handen meteen onder het bankje waar hij op was gaan zitten.
“Hé.” 
“Je kunt het water niet aanraken, Edyn. Dat is heel erg gevaarlijk. Het is beter als je gewoon netjes in de boot blijft zitten.” 
“Maar Frankie… Er leven daar wezens in! Dat is niet goed voor ze.” 
“Er leeft een Godin in, ik denk niet dat ze er last van heeft.” 
Edyn ging netjes zitten met haar armen over elkaar heen. Ze was het niet eens met de woorden van Frankie. Zelfs al was het een Godin die in de rivier leefde, betekende het niet dat ze er geen last van had. Wellicht kon ze er zelf niets aan doen. Het was niet dat Hades er nu iets aan deed om Michael terug te krijgen. Soms mochten Goden zich gewoon niet bemoeien met andere dingen. Nu kon Edyn zichzelf echter vertellen dat dit het moment was om daar met Frankie over in discussie te gaan. Wellicht was ze hier ook niet de juiste persoon. Michael zou haar vast beter begrijpen.
Aan de andere kant van de rivier doemde een hond op. Daarachter waren verschillende bogen te zien, die toegang boden tot weer verschillende onderdelen van de Onderwereld. 
Voordat de boot aan werd gemeerd, was Luke al overeind gekomen en sprong hij half uit de boot, waardoor hij heen en weer wiebelde.
“Als het met iets zou doen, zou ik je bijna succes wensen. Maar met deze uitzonderlijke groep zal dat niet eens genoeg zijn.” Ongeduldig tikte Charon met zijn roeispaan tegen de boot aan. 
Frankie keek om naar hem.
“Oh en geluk met hier weer uitkomen, want ik ga je er niet mee helpen.” 
Frankie schoot op en reikte naar haar wapen. Nu was het Edyn die haar tegen hield. 
“Dat heeft op het moment geen zin Franks.” Fluisterde ze terwijl ze de pols van Frankie vast pakte. 
“Wat is er Frankie, heb je moeder nodig om alles voor je op te lossen?” 
Frankie raakte alleen nog maar meer geïrriteerd, iets wat Edyn kon merken. 
“Je kunt niet zo over mijn vrienden praten!” 
“Frankie.” Fluisterde Edyn. “We kunnen beter de boot uit gaan. Kom.” Ze voelde hoe Frankie zich onder haar handen helemaal aanspande. Zelf vond Edyn het ook niet netjes, maar ze wist dat ze hier waren voor Michael. Als ze hier nu een hele scene zouden opvoeren, kwamen ze misschien niet eens bij zijn vader terecht. 
“Franks? Eddy?” 
Luke trok de aandacht van de twee vrouwen. Edyn nam Frankie mee de boot uit, iets wat haar heel erg veel moeite kostte. De boot leek alleen nog maar meer te bewegen. 
Met een vaste ondergrond onder zich voelde Edyn zich normaal gesproken beter, nu leek ze zich een beetje licht in haar hoofd te voelen. 
“Wat een vreselijk arrogante kwal. Hij is gewoon jaloers en denkt hier alles te kunnen maken.” Frankie was schoorvoetend meegelopen. Duidelijk aangedaan door hetgeen wat haar halfbroer allemaal te zeggen had. 
“Gaat niemand het over die hond hebben…”  
“Oh een puppy!” 
“Een puppy?! Edyn, die hond heeft drie koppen!” 
“Meer om mee te spelen. Kom!” 
Edyn pakte de handen van Frankie en Luke al vast en trok ze mee in de richting van de hond die op iedereen te wachten stond. Ze had ook wel geweten dat de Onderwereld geen slechte plaats kon zijn. Honden maakten het altijd beter! 
Demish
Internationale ster



Het liefst had Frankie een paar werpsterren naar Charon zijn hoofd gegooid. Dat hij hen achterliet en zelf een weg naar buiten moesten zoeken, deed haar niet veel. Ze zou door de nacht kunnen reizen met Edyn en Luke aan haar hand. Dat hij dacht dat haar vrienden incapabel waren en dat zij niet in staat was om iets op te lossen zonder haar moeder, irriteerde haar veel meer.
Luke en Edyn waren misschien chaotisch, maar ze hadden hun talenten. En ze had misschien haar moeder genoemd om Charon te overtuigen hen mee te nemen, maar dat betekende niet dat dat de enige truc was die ze bezat.
Gelukkig bood Cerberus afleiding en leken Edyn en Luke niet door te hebben dat Charon een mogelijke weg terug had weggenomen. Die paniek kon ze er niet bij gebruiken.
‘Dit is Cerberus,’ zei Frankie tegen de andere twee. De hond leek iets op te klaren bij het horen van haar stem en leek te begrijpen dat ze geen indringers waren. Frankie was vooral blij dat Charon ze, misschien onwetend, op een plek had afgezet waarvan Frankie wist hoe ze naar het paleis van Hades moesten lopen. Zij en Michael hadden Cerberus immers vaak genoeg samen bezocht.
‘Je kent het?’ vroeg Luke, die nog het meest op afstand bleef van de reusachtige hond. Edyn had ondertussen het speelgoed ontdekt dat Michael door de jaren heen voor hem had verzameld en zocht naar iets.
‘Hem,’ corrigeerde Frankie Luke. Ze stapte naar het middelste hoofd en stak haar hand uit, zodat hij aan haar kon ruiken. Waarschijnlijk miste de helhond zijn speelmaatje ook. ‘Michael bezocht hem graag en ik en een paar keer met hem mee geweest.’
‘Kijk, een bal!’ Edyn hield een grote bal omhoog en liep terug naar Luke, waarna ze hem overhandigde. Frankie durfde haar niet te vertellen dat Michael het speelgoed bij de overs van de rivier had gevonden en dat het ooit aan iemand anders had toebehoord.
Luke keek naar de bal alsof hij niet wist wat hij er mee aan moest. Cerberus daarentegen had het speelgoed doorgekregen en stond al klaar voor e achtervolging: drie paar ogen gericht op de bal en poten stevig op de grond.
‘Kom op, gooi hem!’ moedigde Edyn hem aan. Ze wees naar de kwispelende staart. ‘Kijk, hij wil spelen.’
‘Het is een hond uit de onderwereld. Ik denk niet dat hij-’ Cerberus blafte en van schrik wierp Luke de bal van zich af.
De bal kwam niet ver, maar dat weerhield Cerberus er niet van om er achteraan te gaan.
Edyn klapte vrolijk in haar handen. ‘Nu wil ik!’
Voorzichtig legde Frankie haar hand op Luke zijn schouder. Ze wilde hem niet nog meer laten schrikken. ‘Cerberus heeft echt geen kwaad in de zin. Waarschijnlijk is hij alleen maar blij dat hij wat aandacht krijgt. Michael speelt altijd met hem. Hij heef hem zelfs trucjes geleerd.’
Luke leek er niet helemaal gerust op te zijn, maar Frankie had hem eigenlijk nog niet zien ontspannen sinds hij het bericht had gehoord dat ze naar de onderwereld zouden gaan. Ondanks dat het niet praktisch was, had ze wel medelijden met hem. Zelfs Edyn kon hem niet helemaal geruststellen. Dan moest het wel erg zijn.
Ze klemde haar vingers iets beter rond zijn schouder, zodat ze hem een stukje kon bijdraaien. Met haar andere hand wees ze naar het paleis.
‘Kijk, het is niet ver meer. We kunnen de ingang gebruiken die Michael mij heeft laten zien. En dan hoeven we alleen maar een paar vragen te stellen aan Persephone en Hades.’
‘Goedzo!’ riep Edyn vrolijk. Frankie keek over haar schouder en zag dat Cerberus de bal op had gehaald die Edyn had gegooid. Ze wees naar de grond. ‘Nu, los!’
‘Je zegt het alsof het allemaal zo vanzelfsprekend is,’ zei Luke zachtjes. 
Frankie haalde haar schouders op. In haar ogen was het dat ook. Niet alleen omdat ze al veel queestes had gehad, maar ook omdat ze Michael moesten vinden. Het maakte niet uit wat ze zouden moeten doen, als het uiteindelijk maar naar hem zou leiden.
‘We moeten doen wat nodig is, toch?’ vroeg ze aan Luke. Michael was ook zijn vriend. Hij wilde ook dat ze hem zouden vinden en weer veilig terug zouden brengen naar deze plek, of misschien wel naar het kamp. In ieder geval ergens waar hij veilig zou zijn.
Luke gaf haar een klein knikje.
Frankie kneep zachtjes in zijn schouder en liet hem daarna los. ‘Edyn? Mag Luke ook nog een keer de bal gooien?’
‘Natuurlijk!’ Edyn pakte de bal en rende naar Luke, zodat ze hem weer kon geven. ‘Hij is echt heel erg lief, Luca, en hij luistert ook goed. Michael heeft hem heel goed opgevoed.’
Elysium
Internationale ster



De kleine speeltijd leek de sfeer in de groep weer iets luchtiger te maken. Cerberus leek het goed naar zijn zin te hebben met de drie nog levende halfgoden die hem kwamen bezoeken. Zelfs Luke leek een klein beetje op te klaren door de grote hond, die enthousiast achter de bal aanrende. 
Aan alle leuke dingen kwam echter een einde. Frankie was diegene die hen duidelijk moest maken dat ze wel verder moesten. Ze hadden immers een doel.
Cerberus leek die woorden echter ook mee te krijgen. Eén van de koppen van de hond ging omlaag, zodat het uiteindelijk op ooghoogte van Edyn was. Er was geen angst in haar lichaam te bekennen, ze werd alleen maar enthousiast van de hond. Ze legde haar handen dan ook op de vacht en ging daar zachtjes met haar vingers overheen.
“Ik weet het.” Fluisterde ze. Aan de hond was te zien dat hij nog niet klaar was om te stoppen met spelen. Edyn kon aan hem merken dat hij normaal gesproken niet veel aandacht kreeg, buiten dat Michael hier kwam. Natuurlijk werd hij nu ook gemist.
“Maar we moeten verder. Ik beloof je dat ik snel een keer terug kom om te spelen. En we gaan er voor zorgen dat Michael weer terug komt.” De oren sprongen omhoog toen de naam van het speelmaatje werd genoemd. Edyn meende een klagelijke piep te horen uit één van de bekken van de hond. Aan de lichaamstaal begreep ze al genoeg, maar ze snapte maar al te goed wat de hond bedoelde. Hij wilde Michael terug, maar ze moesten voorzichtig doen. 
Met een kleine kus tegen de vacht, nam Edyn uiteindelijk afscheid van de hond. 
“Waar moeten we naar toe?” 
“Michael heeft me ooit verteld dat het paleis van Hades alleen kan worden gevonden, als hij je daar ook daadwerkelijk wil hebben.” 
Luke staarde naar Frankie. “Denk je dat hij ons wel wil ontvangen?” 
Frankie haalde haar schouders op. “Ik denk dat hij er alles aan wil doen om Michael te helpen. Hij kan er zelf natuurlijk weinig in doen. Dus hij zou ons vast willen helpen en ons toelaten.” 
Aan Luke was te zien dat hij nog iets wilde zeggen. De woorden leek hij echter te vergeten op het moment dat ze tussen de poten van de driekoppige hond door liepen. 
Edyn pakte de handen van zowel Frankie als Luke vast. Ze keek even naar beneden, waar Suzy voorzichtig met haar pootjes over de zak van haar tuinbroek kwam kijken. 
“Vond je dat een beetje spannend?” Het muisje had zich niet veel laten zien tijdens het spelen. Edyn wist dat ze niet veel angsten kende en zelfs mee zou spelen als ze daar tijd voor hadden. Sommige dingen hoefden ze echter ook niet meteen te doen en Suzy had zich beter gevoeld dicht bij Edyn. 
“We vinden het allemaal een beetje spannend. Dit alles. Het is helemaal niet erg om dingen spannend te vinden.” Luke gaf een zacht kneepje in de hand van Edyn door die woorden. 
Het was even lopen. Het drietal deed dat in stilte.
Edyn gebruikte de tijd om goed om haar heen te kijken. De omgeving was grauw, grijs, somber. Ze probeerde zich voor te stellen hoe iemand als Michael hier leefde. Zijn kleren waren misschien vaak donker, dat was zijn persoonlijk echter niet. Voor Edyn was Michael altijd een lichtpuntje in haar leven geweest. Dat weerspiegelde deze plaats wellicht niet, maar ze zag hem hier wel rond lopen. Michael kon een plaats als deze veel beter maken. 
“Daar is het.” Frankie wees naar een paleis dat opdoemde. De stilte bij haar vrienden bleef aanhouden. De stevig pas bleef er echter wel in. De handen hadden ze nog steeds in die van elkander liggen. 
Dat bleef zo, totdat ze in de tuin aankwamen. Edyn had haar handen al los gemaakt en wilde naar voren lopen. Totdat Frankie haar vastpakte om haar tegen te houden.
“Edyn. Je moet goed naar me luisteren. Je moet nergens aanzitten en je moet al helemaal niets plukken, begrijp je dat? Je mag even kijken, maar dat is.” 
Bijna beledigd keek Edyn strak om. “Je kan sowieso niets plukken, niet zomaar. Als je het niet vraagt, mag dat niet Frankie! Hoe durf je dat te zeggen.” 
Luke gaf Frankie een klein stootje terwijl Edyn voor hen uit liep, hij kon eindelijk een klein beetje lachen. “Hoe durf je dat te zeggen Frankie.”
Edyn had al honderden verhalen gehoord over de tuin die Persephone aan had gelegd. Ze had Michael er zelfs meerde keren naar gevraagd. Alle verhalen deden de tuin niet ten goede. Hoewel het anders was als ieder andere tuin die ze ooit had gezien, was het prachtig. 
Onder de boom die haar aandacht had getrokken, bleek Edyn staand. De oranje bloesems leken wel neon van kleur. Zoiets moois had ze nog nooit gezien. Ze kon aan alles merken dat ieder onderdeel van de tuin zich goed voelde, ondanks het gebrek aan verse planten. Deze verzameling was prachtig, zelfs nu er geen zonlicht op verscheen. Toch waren er van uit verschillende kanten schitteringen te zien. Kristallen bomen, gouden planten, paden die waren gemaakt van andere edelstenen. Edyn kon niet stoppen met kijken. Iedere seconden zag ze wel iets nieuws. 
“Ik dacht al dat ik bezoek hoorde.” De stem klonk streng, maar wel op de mooiste manier die Edyn ooit had gehoord. Toen ze op keek van de prachtige planten, zag ze bijna een net zo mooie vrouw naast haar staan. 
“Oh hey. Het is zo leuk om je eindelijk een keer te zien. Ik heb zoveel dingen over je gehoord!” Natuurlijk had ze dat. Er waren genoeg kinderen van Demeter. In hun hut was Persephone toch wel het meest bekende. Natuurlijk had ze van Michael ook het een en ander gehoord, daardoor had ze graag eens kennis willen maken.
“Je hebt echt een prachtige tuin. Alles is zo gezond en gelukkig om hier te zijn.” 
De vrouw tegenover haar bekeek haar eens van top tot teen. Edyn wiebelde wat heen en weer op haar benen, terwijl ze vriendelijk glimlachte. Ze wilde haar zusje, want dat waren ze, het liefst een knuffel geven. Ze wist dat het niet altijd gepast was als je net iemand leerde kennen. 
“Laat me eens raden…” Ze werd nog steeds goed in de gaten gehouden. “Een vriendin van Michael, duidelijk een dochter van Demeter. Jij moet Edyn zijn.” 
Edyn knikte enthousiast, blij dat ze werd herkend. 
“Oh hier ben je Edyn! Je was ineens uit zicht.” 
“Frankie…” 
“Persephone.” Beiden gaven ze een knikje. Luke stond er wat ongemakkelijk bij.  
Demish
Internationale ster



Soms vergat Frankie dat Edyn niet constante waarschuwingen nodig had. Ze was ongelooflijk slim, en daar was ze zich ook bewust van, maar tegelijkertijd was ze ook degene die met blote voeten over de straten van Los Angeles wilde wandelen. Natuurlijk had ze kunnen weten dat Edyn heus wel had geweten dat ze niet zomaar iets uit de tuin van Persephone had kunnen plukken, maar haar eerste instinct was altijd om haar vriendin te beschermen. Ze wist immers ook dat Edyn zich soms kon laten leiden door haar impulsieve kant, en dat resulteerde niet altijd in iets goeds.
Ook nu was ze Edyn kwijt geraakt. Voor haar gevoel had ze maar één blik geworpen op Luke en daarna op de magische planten. Toen ze weer naar de plek had gekeken waar ze Edyn voor het laatst had gezien, was ze verdwenen.
Dat ze haar vonden bij de godin, stelde Frankie niet meteen gerust. Dat ze Michael wel eens had bezocht, betekende niet dat ze Hades en Persephone vaak had gesproken.
‘Het spijt me dat was onaangekondigd in uw tuin zijn verschenen.’ Frankie probeerde haar stem zo neutraal mogelijk te houden. Iedere god had iets speciaals over zich heen, iets indrukwekkends. Het was moeilijk om de vrouw niet van top tot teen te bekijken en van slag te raken door haar aanwezigheid. Zelfs na de jaren die Frankie met haar moeder door had gebracht, voelde het onwerkelijk.
Persephone hield haar hand op.  ‘We hadden jullie al verwacht. Ook wij maken ons ontzettend zorgen om Michael.’
Frankie had het altijd bijzonder gevonden dat de godin geen wrok koesterde tegen Michael, of haar man. Michael was immers niet haar zoon, maar hij was altijd welkom geweest in de Onderwereld. Ze had hem nooit anders, of als minder, behandeld omdat hij een kind was van een ander. En ook nu sprak ze met oprechte bezorgdheid in haar ogen.
‘We hoopten dat we u en Hades konden spreken over Michael. Over zijn laatste dagen, of hij zich misschien anders opstelde. Of dat er misschien dingen opvielen,’ legde ze uit. Het was een sprong in het diepe. Eentje die misschien nergens op uit zou komen, maar dit was het enige aanknopingspunt dat ze hadden. 
‘En ik wil het ook hebben over de rivier! En Cerberus!’ zei Edyn. Frankie moest op haar tong bijten om zich in te houden en Edyn te vertellen dat er geen tijd was voor zulke zaken. Op hetzelfde moment stootte Luke haar weer aan met zijn elleboog. 
Beledigd keek Frankie opzij naar Luke. Ze had immers niets gezegd.
Persephone legde een hand op Edyn haar rug en wees naar de ingang van het paleis. ‘Ik vrees dat hij niet in de beste bui is, maar ik weet ook dat hij niets liever wil dan zijn zoon vinden. Hij zal jullie vragen beantwoorden.’
De godin leidde Edyn naar binnen. Frankie en Luke volgden de twee.
‘Ik ging heus niks zeggen,’ fluisterde ze naar Luke. ‘Maar jij bent het toch ook met me eens dat die dingen er helemaal niet toedoen als we hier zijn om Michael te vinden?’
Luke haalde zijn schouders op. ‘Het laat zien dat ze geeft om deze plek. Misschien zien ze dat ook wel als een teken dat ze Michael wil helpen.’
Frankie schudde met haar hoofd. Hun tijd was al zo kostbaar. Iedere seconden die ze verspilden aan het praten over een rivier die er altijd al zo uit had gezien, was er één teveel. De focus moest liggen op het vinden van Michael, zodat hij hier weer naar toe kon gaan.
Het kasteel was nog imposanter dan Frankie zich kon herinneren. Het zwarte steen zag er angstaanjagend, maar tegelijkertijd ook beeldschoon, uit. Het was spookachtig en magisch, met haarden en kaarsen die het gebouw verwarmden. Het was alles behalve kil, wat men wel verwachtte van een plek als deze.
De muren en plafonds waren hoog en er waren zoveel kroonluchters dat Frankie er bijna duizelig van werd als ze er te lang naar zou staren.
Naast haar keek Luke ook om zich heen, maar hij leek zich nog steeds niet op zijn gemak te voelen. Ze vroeg zich af of dat überhaupt ging gebeuren. Voor hen liep Edyn met Persephone, druk pratend over wat ze had gezien in de korte tijd die ze hier had doorgebracht.
Persephone nam hen mee naar de troonruimte. Daar troffen ze Hades aan, wie druk in overleg was met at leek op een Empusae, maar het wezen verdween zodra het het gezelschap in de gaten kreeg. Het was onmogelijk om te zeggen of Hades hier blij mee was.
‘De vrienden van Michael zijn er.’ Persephone gebaarde naar Frankie en haar vrienden. ‘Edyn, dochter van Demeter. Frankie, dochter van Nyx en Luke, zoon van Apollo. Ze zijn hier omdat ze opzoek zijn naar Michael.’
Hades liet zich zuchtend zakken in zijn troon. Hij leunde met zijn hand tegen zijn hoofd en wenkte hen met de ander. ‘Het is de laatste tijd erg onrustig. Maar kom naar voren. Ik wil niets liever dan dat mijn zoon weer wordt gevonden.’
Elysium
Internationale ster



Het paleis was alles wat Edyn zich ooit in had gebeeld en meer. Door de verhalen van Michael had ze altijd wel geprobeerd de plaats op te bouwen in haar hoofd. Hoewel het prachtig was, begreep ze ook maar al te goed dat Michael er voor had gekozen om op het kamp te komen. De frisse lucht mistte. De tuin voor het paleis was prachtig, maar het was niet hetgeen ze gewend waren. 
Onder de indruk van alles had Edyn pas laat door dat Hades zich ook in de nieuwe ruimte had bevonden. Haar ogen waren de pilaren nog aan het bewonderen. Bloemen die aan de zijkant in grote vazen stonden. Niet zomaar bloemen, maar gemaakt van de meest prachtige edelstenen.
Ondertussen waren haar vrienden uit respect voor de God gebogen. Luke tikte Edyn aan, die opzij keek en hetgeen deed wat zij ook deden. Ze moest wel haar best doen om Suzy bij zich te houden, want die vloog bijna uit het zakje. 
“Deze stomme regels die op worden gelegd. Dat buigen is nergens voor nodig. Zeker in tijden als deze, we hebben er geen tijd voor. Kom naar voren.”
Edyn was de eerste die weer rechtop stond en ging met een huppeltje de treden op die naar de twee tronen leidden. Persephone was naast haar man gaan zitten en had zijn hand vast genomen. Ze ging tegenover hen op de grond zitten, er was immers geen andere plaats meer om te zitten, buiten de stoel die iets verder wegstond. Een beanie van Michael gaf aan dat het normaal gesproken zijn plaats was om te zitten. 
“Kunt u ons vertellen over de laatste keer dat jullie Michael hebben gezien?” Frankie was diegene die de vragen stelde. Ze was daar beter in dan de rest. Edyn ging ondertussen beter zitten, zodat ze in een kleermakerszit zat. Op dit moment moest ze haar mond even houden, dat wist ze. Echt opletten vond ze wel een beetje moeilijk, haar ogen werden telkens naar de plaats van Michael getrokken. 
“Ik denk dat het nu een week geleden is?” Hades keek opzij naar zijn vrouw, die ook na leek te denken over de dagen. Ze knikte uiteindelijk instemmend.
“Een hele week.” Mompelde Edyn. Ze kon zich niet voorstellen wat er met Michael aan de hand was. Als hij al meer dan een week niet was gezien, dan was het niet goed. Helemaal omdat geen van hen ook niet wist waar hij was. Het kon zoveel betekenen. Gevaar was echter hetgeen wat haar gedachten overheersten. Michael liep echt gevaar. 
“En voor die tijd? Konden jullie iets anders aan Michael merken?”
Hades focuste zich op Luke, die zich een beetje leek te verschuiven. Edyn voelde zijn knieën tegen de hare aankomen en keek even opzij. Zijn gezicht was bleker dan dat ze van hem gewend was. Misschien kwam het door de donkere ruimte waar ze zich in bevonden. Zijn ogen stonden echter op zo’n zielige manier dat Edyn hem wilde knuffelen. Dat terwijl het in deze setting niet kon.
Afgeleid van de woorden, liet Edyn haar vinger boven de zak van haar broek zweven. Suzy sprong al snel op en klemde zich goed vast. Zelf keek Edyn even op naar Persephone die naar haar keek. Met een glimlach keek Edyn terug. Ze knikte in de richting van Luke. Het muisje rende op hem af en ging bij hem op schoot zitten. Voor even keek iedereen hem aan. 
Hades richtte zich echter al snel weer op Frankie. 
“De laatste maanden zijn er uiteraard wat meer discussies geweest. Maar de laatste dagen waren niets anders dan normaal.” Edyn snapte niet waarover Michael met zijn vader moest discussiëren. Misschien wel de rivier die te vervuild waren of de Cerberus die duidelijk meer aandacht verdiende. Michael leek die echter wel aan hem te mogen geven. 
“Kunt u daar meer over vertellen?” 
Hades schudde zijn hoofd. Frankie had Edyn al wel verteld dat Goden zich in dit soort dingen niet te veel mochten mengen. Iets wat ze zelf belachelijk vond. Volgens haar vriendin kon het zorgen voor een grotere oorlog. Het was wel duidelijk dat Hades verdrietig was, maar ze kon het niet voor zich zien dat hij nu meteen mensen zou aanvallen. 
“Dat is iets waar jullie zelf achter zouden moeten komen.” 
Frankie knikte begrijpend, alsof het allemaal vanzelfsprekend was. Zo vanzelfsprekend vond Edyn het niet. Goden wisten veel, dat wist ze gewoon. Chiron had haar altijd verteld dat de Goden meer wisten dan ieder ander. Misschien wist hij wel waar Michael was. Maar mocht hij gewoon niets vertellen. 
“Als ik er achter kom wie hem mee heeft genomen, kunnen ze echter wat verwachten.” De blik van Hades veranderde, Edyn kon zijn ogen niet meer zien. 
“Mijn broers die altijd maar blijven zeggen dat we ons niet te veel mogen bemoeien met onze kinderen. Belachelijk. Als zij er voor willen kiezen om waardeloze vaders te zijn, mijn best. Dit is niet aan mij besteed.” 
“Dat is echt vreselijk.” Mompelde Edyn. Ze vond het niet oké dat Hades werd verplicht om niets te doen en te zitten kijken.
“Je zou Michael juist moeten kunnen zoeken! Waarschijnlijk heeft hij je net zo hard nodig als hij ons nodig heeft. Met zijn allen hadden we hem vast zo kunnen vinden!” 
“Edyn…” Probeerde Frankie. Niet enkel had ze zojuist een God aangesproken op een manier die niet hoorde, maar ze dwaalde ook nog eens wat af van het onderwerp.
“Vertel mij wat. Mijn broers.” Hades schudde met zijn hoofd. “Maar ik weet het goed gemaakt. Ik ga hier niet zitten wachten, niet weken lang in ieder geval! Aan het einde van deze maand, dan zal iedereen mijn wraak voelen.”
Hoewel Edyn niet wist waar hij op doelde, knikte ze. “Dat verdient Michael!” 
“Edyn!” Bracht Frankie nogmaals geschrokken uit. 
“We gaan er voor zorgen dat niet nodig is.” Gaf Frankie duidelijk aan. “We zouden er voor zorgen dat Michael terug komt voor die tijd. Als u ons wilt hebben en ons nog iets meer inlichtingen kunt geven om op weg te gaan. Dit was onze eerste stap, maar we weten vanuit hier niet waar we verder moeten zoeken. We hebben uw hulp daarin echt nodig.” 
Demish
Internationale ster



Ondanks dat Edyn het goed bedoelde, werd Frankie bijna bang van de manier waarop ze Hades aanmoedigde. Natuurlijk wilde hij Michael terug. Dat wilden zij ook. Niemand kon echter een oorlog tussen de goden gebruiken, en zeker niet als Hades daar aan het hoofd zou staan. Ze wisten niet eens of er een god betrokken was bij Michael zijn verdwijning, of dat het ergens anders mee te maken had. Als Hades dan onterecht zijn furie op zijn broers zou richten, zou de wereld een nog veel ergere plek worden.
Ze hield haar adem in, hopend dat haar woorden enigszins effect zouden hebben op de god. Als hij ook maar iets kon vertellen over Michael zijn laatste paar dagen, dan zouden ze misschien een aanknooppunt hebben.
Hades keek afwegend naar de groep. Het kon zijn dat Frankie het zich verbeeldde, maar het leek alsof zijn donkere blik langer op Luke bleef gevestigd. Luke, die ondertussen nog steeds niks had gezegd en ontzettend wit zag. Lag dat aan het gebrek aan zonlicht, of was er iets aan de hand? Wellicht was het de aanwezigheid van Hades en de plek waar ze zich bevonden. Op dit moment was het echter niet helpend.
‘Alstublieft?’ zei Edyn zachtjes. Ze wees naar de lege zitplek, waar de beanie van Michael nog lag. Het was een triest gezicht. Frankie haar maag trok samen. ‘We willen Michael echt vinden.’ 
Zuchtend liet Hades zijn hoofd in zijn handen zakken. Met zijn vingers ging hij door zijn lange haar. Persephone zat nog altijd naast hem, haar hand troostend op zijn arm. ‘Misschien moeten we vertellen over de discussie. Het zou ze iets meer duidelijkheid kunnen geven.’
‘Discussie?’ herhaalde Frankie. Michael was niet meteen iemand die de discussie aanging. Hij ging ze liever uit de weg, zeker met zijn vader. Ze kon niet eens indenken waar ze het oneens over waren geweest.
Hades keek op naar de groep. Weer focuste hij zich op Luke. Frankie hoopte dat hij iets zou zeggen, al was het maar iets kleins.
‘De laatste tijd gaan dingen… Anders in de Onderwereld. Anders dan normaal.’
‘De rivier!’ zei Edyn meteen. ‘Al die viezigheid, die komt er natuurlijk niet zomaar. En het is heel slecht voor de Naiaden die er in leven.’
‘Edyn,’ waarschuwde Frankie haar nogmaals. Ze hadden het nu niet over de rivier, maar over Michael. En ze had een voorgevoel dat Hades onderbreken in zijn verhaal een slecht idee was.
De god schudde zijn hoofd. ‘Wellicht kun je straks vertellen wat er mis is met mijn rivier.’
Frankie zag het als een waarschuwing, maar Edyn knikte enkel gedreven. ‘En Cerberus!’
‘Wat is er met mijn hond?’
‘Er moet meer met hem gespeeld worden. Zeker nu Michael er niet is. Hij mist hem.’
Het liefst wilde Frankie haarzelf voor haar hoofd slaan. Het gesprek ging totaal niet zoals ze wilde. Het meest irritante leek nog wel dat Hades er zelf geen erg in had. Dat terwijl Edyn behoorlijk vrij tegen hem sprak. Bijna onbeleefd, zelfs. Dat moest niemand bij haar moeder proberen.
Ze keek opzij naar Luke, hopend dat hij Edyn misschien bij de les kon krijgen. Maar hij staarde nog steeds met grote ogen voor zich uit. Hij leek het gesprek nauwelijks mee te krijgen.
Frankie kuchte. ‘U had het over dat dingen hier anders gaan?’
Hij knikte. Langzaam bracht hij zichzelf weer rechtop en zittend op zijn troon. Hij bracht zijn vingers naar elkaar en draaide zijn duimen rond, denkend over zijn woorden.
‘Michael brengt veel tijd door op de verschillende velden. Hij weet dat hij zich niet mag mengen in de beslissingen die zijn gemaakt, of de doden die zijn gevallen. Maar toch heeft hij deze regel gebroken.’
Frankie kon haar verbazing niet onderdrukken. Michael had zich gemend in iets waar hij dat niet had mogen doen. Wat had hij dan gedaan? Het was niets voor hem om dat te doen. Daarvoor respecteerde hij zijn vader te veel.
Tenminste, dat was wat ze altijd had gedacht.
‘Wat heeft hij dan gedaan? Misschien bedoelde hij het niet verkeerd!’
Hades schudde zijn hoofd, maar hij sprak Edyn ook niet tegen. Frankie twijfelde of hij echt zoveel geduld had, of dat het hem simpelweg niet uitmaakte wat ze allemaal zei.
‘Michael heeft een ziel gered, nog voordat hij veroordeeld werd.’
‘Dus…’ Frankie herhaalde de woorden in haar hoofd, om er zeker van te zijn dat ze het goed begreep. ‘Iemand is dood gegaan, maar Michael heeft hem geholpen en nu…’
‘Nu leeft diegene weer.’
Frankie wist niet wat ze moest zeggen. Ze wist niet eens dat het mogelijk was. Dood was dood. Er waren honderden halfgoden die doodgingen op vroege leeftijd, maar ook gewone mensen. Kinderen, baby’s, geliefden. De dood was definitief. En Michael had dat, bewust of onbewust, aangepast.
Was dat de reden dat hij was verdwenen? Hades had het een discussie genoemd, maar wat als het meer dan dat was geweest? Het was geen geheim dat de god van de Onderwereld een kort lontje had. Misschien had Michael zijn actie hem zo gefrustreerd dat er een grote ruzie was ontstaan en had Michael wel weg gewild. Al zou dat nog steeds niet verklaren waarom hij nu onvindbaar was.
‘En dat is niet alles. Er is nog een ziel verdwenen. Iemand die dood had moeten gaan, maar het nog niet is. Maar tegelijkertijd is diegene ook niet levend.’
Elysium
Internationale ster



Het leven van een halfbloed was niet zonder gevaren, dat was iets wat Edyn ook maar al te goed wist. Ondanks dat ze leefde op de meest veilige plaats voor kinderen zoals zij, was het ook al eens voorgekomen dat het kamp aan was gevallen door monsters. De barrière die ze hadden hielp hen zo veilig mogelijk te halen. 
Buiten de grenzen van de kamp ging het er nog wel eens anders aan toe. Edyn wist wat verlies was, net zoals ieder andere halfbloed. Ze kon zich niet herinneren hoe vaak er berichten binnen kwamen over vrienden in de buitenwereld die hun gevechten met monsters niet na hadden kunnen vertellen. In het begin had ze het dan ook vreselijk gevonden dat Luke in Los Angeles was gaan wonen. 
De verhalen over anderen had het voor haar niet beter gemaakt. Het maakte haar soms woest om te weten hoe jong de kinderen waren die werden overrompeld door monsters. Hun ouders moesten er voor zorgen dat ze veilig waren. Hun godelijke ouders leken vaan niet eens te geven om wat er gebeurde. Terwijl hun andere ouder niet eens een deel was van het alles. 
Michael had die onrecht wellicht ook gevoeld. Hij had wel een ouder die er voor zorgde dat hij zo veilig mogelijk was, net zoals Frankie. Niet dat hij ongeschonden bleef. Dat bleek nu.
Michael had echter een reden gehad om iemand te helpen. Edyn wist zeker dat hij de onrecht tot in zijn botten had kunnen voelen. Wellicht wist het een veel te jong kind geweest. Iemand die weerloos was. 
Edyn besloot daar niet verder over te praten. Het veranderde niets aan het feit dat het zich voor had gedaan. Al gaf ze Michael groot gelijk. Soms waren dingen niet de bedoeling, maar moest je aan het groter geheel denken en niet aan wat op dat moment het gebruikelijker was.
“Ik eh…” Het waren de eerste woorden die Luke uitbracht sinds ze in het paleis van Hades binnen waren gestapt. 
Naast haar kwam Luke overeind. Edyn had al even niet naar hem gekeken, maar ze besefte zich nu pas hoe bleek hij er uit zag. Suzy piepte, iets wat Edyn herkende als een waarschuwing.
Luke trok met zijn hand aan de kraag van zijn shirt. Alsof het ineens veel te warm was. 
“Luca.” Edyn kwam overeind, ze begon zich zorgen te maken.
“Frisse lucht.” Mompelde Luke nog. Edyn zag nog hoe zijn ogen wegdraaiden in zijn kassen. 
“Frankie!”
Frankie schoot ook overeind en samen wisten ze Luke nog net op te vangen voordat hij met een klap op de grond viel. 
Samen gingen ze door hun benen heen zodat ze Luke rustig op de grond konden liggen. Edyn kroop meteen achter hem, om zijn hoofd op haar schoot te leggen. Ze ging zachtjes door zijn haar heen.
“Praten over de doden is niet voor iedereen weggelegd.” Vertelde Hades. Edyn vroeg zich af of het daar om ging. Luke had er al even niet goed uit gezien, misschien was hij wel gewoon ziek aan het worden. 
“Frankie, wil jij mij wat water pakken uit de rugzak?” Frankie had de rugzak met zich meegedragen, nu had hij al eventjes naast haar op de grond gestaan. 
Edyn kon merken dat Frankie nadacht, ze vroeg zich af waarover. Zelf kon Edyn alleen maar nadenken over Luke helpen. Dat terwijl Hades en Persephone bleven zitten alsof het elke dag gebeurde. Het liefst riep Edyn iets tegen hen. Maar als goden hun kinderen al niet mochten helpen, mochten ze dat dan wel bij die van een ander? 
Frankie gaf uiteindelijk het flesje water over aan Edyn. Ze schroefde het dopje er af en maakte eerst haar handen nat die ze voorzichtig tegen het voorhoofd van Luke depte. 
“Ik denk dat dit een goed moment om dit bezoek af te ronden.” 
“Wacht!” Frankie stond op, maar leek al snel te weten wat ze had gezegd, want ze bood haar excuses meteen aan. Iets wat Edyn niet snapte. Het was ook niet iets wat ze op het moment mee bezig was. Het ging duidelijk niet goed met Luke! Dan was het niet het moment om hier weg te gaan. En natuurlijk moesten ze Michael vinden, maar dat konden ze niet zonder Luke. Dus zijn welzijn was nu echt belangrijker dan vragen stellen of hier weg gaan.
“Misschien kunnen we Michael vinden als we weten we de ziel vinden. Kunt u daar maar over vertellen, alsjeblieft.” 
Edyn keek naar Luke. Ze snapte niet waarom iedereen om hen heen verder leek te gaan, terwijl hij nog met zijn hoofd op haar schoot lag. Ze zag wel hoe zijn oogleden een beetje begonnen te bewegen, wat betekende dat hij weer bij kwam. Ze bracht het flesje dan ook langzaam naar zijn lippen.
“Drink maar Luca.” Edyn probeerde hem wat water te laten drinken, terwijl ze het gesprek voor haar in de gaten probeerde te houden. 
“Je moet begrijpen dat ik geen informatie kan weggeven over de doden.” 
“Vertel ons dan over de persoon wiens ziel kwijt is. Die persoon is niet dood, dus dat kan technisch gezien.” Edyn keek even verbaasd naar Frankie, de manier waarop ze praatte was zo simpel. Toch was het zo slim, want het was de waarheid. 
Hades leek dat ook zo te zien. “Michael weet zijn vrienden zeker verstandig te kiezen.” Hij keek wel even in de richting van Edyn, maar ze zag vooral dat hij naar Luke keek. Er kwamen een pijnlijke kreun over zijn lippen heen. 
“Ik kan enkel vertellen dat het om een halfgod gaat. De rest zal je zelf moeten achterhalen.” 
Frankie knikte, ze leek niet tevreden te zijn met het antwoord. Edyn wist zeker dat ze het kon achterhalen. Als iemand het was, dan was Frankie dat. Ze leek al wel honderden ideeën te hebben om nu verder te gaan. 
“Edyn?” Edyn keek naar beneden, waar Luke ondertussen weer geheel bij was gekomen. “Waar zijn we?” 
Edyn streek door de blonden lokken van Luke. “Rustig maar, je bent veilig. We gaan hier zo weg.” Ze wist niet zeker of het iets te maken had met het feit dat Luke de zoon van de zonnegod was en dat hij zich nu in de onderwereld bevond. Maar ze zouden hier zo weg kunnen, zeker als Luke dat nodig had. 
“Dat is alles waar ik je op het moment mee kan helpen Frankie.” Zei Hades, Edyn kon horen dat hij het er moeilijk mee had. Natuurlijk wilde hij ook helpen. 
“Maak jezelf en je vrienden klaar voor de reis. Ik denk dat je zelf ook wel weet dat er maar één manier is om terug te gaan, nu je broer je in de steek heeft gelaten.” Edyn wist niet waar ze het over had, maar Frankie knikte. Ze bedankte Hades nog en kwam terug naar hen gelopen.
“Edyn. Kan ik nog even met jou spreken?” Edyn knikte meteen, misschien kon ze nog iets over de rivier vertellen. 
“Franks?” Edyn gebaarde naar Luke. Frankie moest hem echt even helpen. Zeker als ze zo zouden moeten reizen.
Frankie hielp Luke overeind, waardoor Edyn het aandurfde om ook op te staan en in de richting van Hades te lopen. De god was ondertussen opgestaan. Hij was heel wat groter dan dat zij was. Edyn wist echter ook dat wanneer goden in hun ware vorm waren, ze nog vele malen groter waren. Ergens vroeg ze zich af of Frankie en Michael dat ook konden doen op de momenten dat ze alleen waren met hun ouders. 
Hades was naar de lege stoel gelopen en pakte de beanie er van af. Hij stak het hoofddeksel naar Edyn uit. Ze pakte hem aan en drukte hem even tegen haar lichaam. Het was een klein stukje van Michael dat ze nog hadden. 
“Als iemand mijn zoon terug kan vinden, dan zijn jullie het. Ik kan zien dat ieder van jullie om hem geeft.” 
Edyn knikte, het was de reden dat ze Luke mee hadden moeten nemen. Het had gewoon geklopt.
“We gaan hem vinden.”
“En als je dat doet, dan kun je hier terugkomen en me vertellen over de rivier en mijn hond. Daar hebben wij helaas op het moment geen tijd voor.” 
“Als je in de tussentijd belooft te kijken of er al iets aan kan worden gedaan. Cerberus heeft iemand nodig met wie hij kan spelen, hij wordt verdrietig van alle mensen die langs hem heen lopen en hem negeren! En dat hebben de naiaden vast ook. Die voelen zich genegeerd, want hun rivier hoort niet zo te zijn.” 
Hades moest lachen en keek om naar zijn vrouw. “Ik kan merken dat je een dochter van Demeter bent en ik snap precies waarom Michael iemand als jou in zijn leven wil hebben.” 
“Als je hem vindt, vertel hem dan dat we alles uit kunnen spreken.” 
“Natuurlijk! Ik weet dat Michael het heel erg fijn vindt om hier te wonen en ik vind het ook bijzonder dat jullie dat ook zo zien.” Buiten de moeder van Frankie, kende Edyn niemand die bij hun godelijke ouder mocht wonen. Dat maakte het heel erg bijzonder.
“Ik wens jullie veel geluk.” Edyn bedankt Hades nog, ze liep van de treden af terwijl ze de beanie op haar hoofd plante.
“Oh Hades, Persephone?” 
“Wat is het, Edyn?” Vroeg Persephone. Edyn keek nog even naar haar grote zus. Ze was daadwerkelijke prachtig.
“Mogen we de volgende keer een Iris-bericht sturen? Het is niet makkelijk om hier met z’n drieën te komen.” Edyn wilde niet dat Luke zich nog een keer zo slecht zou voelen als hij nu deed. Ondanks dat Frankie hem al weer op de benen had gekregen. Hij zag er echter nog steeds bleek uit. 
“We zullen proberen om het bericht aan te nemen als jullie het zijn. Maar beloof me niet te vaak te bellen. We hebben hier ook genoeg te doen.”
“Natuurlijk.” Beloofde Edyn.
Het derde lid van de groep voegde zich bij haar vrienden. Edyn sloeg haar arm om Luke. “We kunnen gaan.” Verzekerde ze hem. 
Plaats een reactie
Reageer
Om nieuwe berichten te laden: ingeschakeld
Eerste | Vorige | Pagina: | Volgende | Laatste